27 863 Betalingsverkeer

Nr. 103 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 juli 2022

Eerder hebben wij verschillende malen van gedachten gewisseld over de digitale euro. De introductie van de digitale euro wordt steeds reëler. Hoewel het besluit tot invoering nog ver weg is, vindt de gedachtenvorming over de vormgeving op dit moment plaats. Ik vind het van belang dat we in Nederland, met onze innovatieve en open economie, actief aan deze gedachtenvorming deelnemen. Bij het besluit tot invoering van de digitale euro dient er bovendien een stevige democratische basis te zijn1. In deze brief schets ik daarom mijn visie op de ontwerpkeuzes van de mogelijke digitale euro. Deze brief volgt op de toezegging tijdens het commissiedebat over de digitale euro op 11 november 2021 (Kamerstuk 27 863, nr. 96).

In deze brief ga ik achtereenvolgens in op de recente ontwikkelingen, de beleidsdoelen die ik nastreef en mijn visie op de ontwerpkeuzes van een digitale euro.

Recente ontwikkelingen

De ECB is in januari 2020 gestart met verkenningen naar de mogelijke ontwikkeling van de digitale euro. De ECB heeft vorige zomer de (eerste) resultaten uit een aantal experimenten bekendgemaakt.2 Vervolgens heeft de ECB besloten om een nieuwe fase in te gaan, de zogenaamde onderzoeksfase. Dit betekent dat de ECB, in samenwerking met de Europese centrale banken zoals DNB, de mogelijkheden voor het ontwerp en de distributie van de digitale euro vanuit technisch perspectief in kaart brengt. De onderzoeksfase eindigt in het derde kwartaal van 2023. Daarna kan worden overgegaan op de implementatiefase.

Mede dankzij de inzet van Nederland is de digitale euro hoog op de agenda van de Eurogroep gekomen. Sinds de aankondiging van de ECB om over te gaan op de onderzoeksfase, is de ontwikkeling van de digitale euro drie keer in de Eurogroep besproken.3 Later dit jaar volgen nog twee Eurogroep-besprekingen, waarin ingegaan zal worden op de effecten op het financiële stelsel en op het bedrijfsmodel van publieke en private actoren in het digitale euro-ecosysteem.

Recent heeft de Europese Commissie een consultatie gehouden over de digitale euro, gericht op marktpartijen en toezichthouders.4 Een wetgevend voorstel van de Europese Commissie verwacht ik in 2023. De Europese Commissie heeft aangegeven dat het voorstel gedaan zou moeten worden op grondslag van artikel 133 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).5 Dat artikel stelt dat het Europees Parlement en de Raad, onverminderd de bevoegdheden van de ECB, maatregelen vaststellen die nodig zijn voor het gebruik van de euro als enige munteenheid. Daarnaast geeft de Europese Commissie aan dat andere, bestaande Europese regelgeving mogelijk aangepast dient te worden. De grondslag in artikel 133 VWEU waarborgt de politieke betrokkenheid bij de mogelijke introductie van een digitale euro. Zoals gebruikelijk zal uw Kamer middels een BNC-fiche betrokken worden bij de Nederlandse inzet bij de onderhandeling over het voorstel van de Commissie.

Doelen van een digitale euro

De bekendste bestaande vormen van geld zijn momenteel contant geld (publiek, chartaal geld) en banktegoeden (privaat, giraal geld). Contant geld is een claim op de centrale bank, terwijl een banktegoed een claim is op een commerciële bank. Een digitale euro is een nieuwe, digitale vorm van contant geld: een digitale claim op de centrale bank. Consumenten en bedrijven kunnen met de digitale euro betalingen doen. Het is de vraag welke voordelen de digitale euro kan bieden ten opzichte van het bestaande geld. Banktegoeden zijn immers al digitaal en worden beschermd middels stevige regulering en het depositogarantiestelsel. Consumenten kunnen al veilig, snel en efficiënt betalen via hun bankrekening.

De mogelijke invoering van de digitale euro moet ten eerste bezien worden in een context van een snel veranderend banken- en betalingslandschap. Het gebruik van contant geld als betaalmiddel neemt af, terwijl publiek geld wel een belangrijke functie in het geldstelsel heeft. De mogelijkheid tot het inwisselen van een claim op een commerciële bank in contant (publiek) geld draagt er aan bij dat commercieel geld gelijkwaardig en waardevast is. Deze inwisselbaarheid zorgt er ook voor dat aan een claim op de ene bank evenveel waarde wordt toegekend als aan een claim op een andere bank. Deze pariteit is belangrijk in onze economie: het zorgt voor een anker.6 De digitale euro kan het gebruik van publiek geld, als aanvulling op contant geld, versterken.

Ten tweede vervult het betalingsverkeer een belangrijke maatschappelijke functie. Het betalingsverkeer is dan ook aangemerkt als onderdeel van de vitale infrastructuur in Nederland. Deze maatschappelijke functie wordt momenteel naar behoren vervuld, maar dit is geen vanzelfsprekendheid. In de toekomst kunnen bigtech-bedrijven hun positie op deze markt versterken, met een eigen betaalinfrastructuur verweven in eigen ecosystemen.7 Een sterke maatschappelijke afhankelijkheid van een dergelijke betaalinfrastructuur kan risico’s met zich meebrengen voor de toegankelijkheid, financiële stabiliteit en digitale weerbaarheid. De digitale euro kan een publiek alternatief bieden om deze risico’s te beperken. In een wereld waar de geopolitieke scheidslijnen sterker naar voren komen, kan de digitale euro de Europese autonomie op dit vlak vergroten.

Ten derde kan de digitale euro innovatie, diversiteit en concurrentie in de financiële sector aanjagen. De digitale euro moet breder gezien worden dan enkel een digitale munt. De digitale euro kan dienen als pan-Europese open basis-infrastructuur voor het betalingsverkeer. Private partijen, zoals banken en fintechs, kunnen met behulp van de digitale euro voor de hele eurozone nieuwe toepassingsmogelijkheden voor bank- en betaaldiensten gaan ontwikkelen. De digitale euro kan tevens de concurrentie in de financiële sector vergroten doordat het aanbieden van dienstverlening rond betaalrekeningen voor een bredere groep bedrijven mogelijk wordt (zie de paragraaf «model met intermediairs»).

Voordat tot invoering van de digitale euro kan worden overgegaan, moet echter wel aan een aantal voorwaarden voldaan zijn. Dit vergt grondig onderzoek en veelvuldige interactie met stakeholders.8 Er dienen waarborgen te zijn voor de financiële stabiliteit en de transmissie van het monetaire beleid. De privacy van gebruikers moet zorgvuldig worden vormgegeven, evenals de waarborgen om te voorkomen dat de digitale euro wordt gebruikt voor witwassen, terrorismefinanciering en belastingontduiking. Ook moet er een business case zijn voor de digitale euro, met aandacht voor (de verdeling van) de kosten en verwachte adoptie door gebruikers, zoals (digitale) winkeliers en consumenten. Onderzocht moet worden waar in het (nog te bepalen) distributiemodel voor de digitale euro kosten worden gemaakt en door wie deze gedragen moeten worden.

Ontwerpkeuzes digitale euro

In deze paragraaf schets ik mijn visie op de ontwerpkeuzes van de digitale euro. Achtereenvolgens ga ik in op (a) de inbedding naast andere betaalvormen, (b) de beschikbaarheid, (c) de vorm van de digitale euro, (d) waarborgen voor de financiële stabiliteit, (e) intermediairs, (f) privacy, (g) innovatie, en (h) grensoverschrijdend gebruik.

A) Inbedding naast andere betaalvormen

De digitale euro zie ik als een aanvulling op bestaande vormen van geld en betalingsinfrastructuren; niet ter vervanging hiervan. Consumenten kunnen met hun bestaande contante geld en bankrekeningen blijven betalen, maar krijgen met de digitale euro een alternatief.

De digitale euro dient voldoende gebruikt te worden om breed geaccepteerd te worden. Zonder brede adoptie worden de beleidsmatige doelen niet bereikt. Als er te weinig consumenten gebruik maken van de digitale euro, zullen bedrijven geen investeringen doen om betalingen in digitale euro’s te accepteren. Aan de andere kant schuilt er een risico in een te succesvolle introductie van een digitale euro. De digitale euro kan andere, private betaalvormen uit de markt drukken. De digitale euro kan daarmee ook risico’s met zich meebrengen voor de financiële stabiliteit binnen de Eurozone (zie de paragraaf over het voorkomen van financiële disintermediatie). Er zal dus moeten worden gezocht naar een juiste balans.

Contant geld vervult nog steeds belangrijke rollen die het ook met de komst van de digitale euro zal blijven vervullen. Er zijn mensen die contant geld gebruiken omdat ze zich niet comfortabel voelen bij digitale vormen van betalen of moeite hebben met digitale betalingen. In dat kader hecht ik er aan dat de digitale euro voor iedereen toegankelijk wordt, ook voor meer kwetsbare groepen. De digitale euro kan zo de financiële inclusie verder vergroten. Daarnaast heeft contant geld ook een rol als gedeeltelijke terugvaloptie als het digitale betalingsverkeer uitvalt. Daarom zal ik mij, ook na de eventuele invoering van de digitale euro, blijven inzetten voor een goede toegang tot contant geld, en adequate acceptatie daarvan.9

De verdergaande digitalisering van de maatschappij leidt tot risico’s voor vitale infrastructuren, waaronder het betalingsverkeer10. Het is van belang dat we te allen tijde betalingen kunnen blijven doen, ook als girale infrastructuren uitvallen. De digitale euro kan naast contant geld als terugvaloptie voor het bestaande girale betalingsverkeer dienen. Ik zet me er voor in om te verkennen of een digitale euro ook offline beschikbaar kan zijn. Met een offlinefunctie kunnen er ook betalingen gedaan worden zonder een internetverbinding of zelfs zonder vaste elektriciteitsverbinding. Met deze functionaliteit worden afhankelijkheden in het bestaande girale betalingsverkeer beperkt.

Daarnaast dient er ook gekeken te worden naar de status van een digitale euro als wettig betaalmiddel. Op dit moment zijn alleen eurobiljetten en -munten aangemerkt als wettig betaalmiddel in Europese regelgeving. De vraag is of een digitale euro ook als wettelijk betaalmiddel aangemerkt dient te worden. Dit hangt wat mij betreft af van hoe de digitale euro uiteindelijk wordt vormgegeven.

B) Beschikbaarheid

De uitrol van de digitale euro zou een omvangrijk project zijn. Dat vergt een goede prioritering. Het is operationeel onmogelijk om de digitale euro in één keer voor alle typen gebruikers en alle functies beschikbaar te maken. Omwille van de risico’s voor het monetaire en financiële systeem vind ik een geleidelijke introductie geboden. De ECB heeft een gefaseerde invoering van de digitale euro voorgesteld. Ik kan me daar in vinden.

Dat begint wat mij betreft bij betalingen van consumenten onderling en van de consument aan de winkelier, zowel online in webshops als aan de toonbank in de winkel. Dit genereert schaal en vertrouwen in het betaalmiddel. Winkeliers en andere bedrijven zouden vanaf de invoering betalingen met de digitale euro moeten kunnen accepteren. Pas in een verdere fase kunnen zij dan ook zelf digitale euro-betalingen doen.

Een brede acceptatie kan ook betekenen dat de overheid uiteindelijk de digitale euro gaat gebruiken voor betalingen van belastingen, premies, leges en andere betalingen. Dit kan leiden tot grote veranderingen in de werkwijzen van uitvoerende overheidsdiensten en vereist mogelijk wetswijzigingen. Eerst dient te worden uitgezocht wat de gevolgen van (verplichte) acceptatie en gebruik van een digitale euro door overheidsdiensten zouden zijn voordat uitspraken gedaan kunnen over het gebruik van de digitale euro door de overheid.

C) Vorm van de digitale euro

De digitale euro kan ontworpen worden in de vorm van een rekening (zoals een bankrekening), maar de waarde kan ook opgeslagen worden in de drager van het instrument (zoals bij contant geld, of in het verleden op een chipknip). Beide vormen kunnen in aanvulling op elkaar bestaan. Wat mij betreft volgt de technologie de beoogde doelstellingen van de digitale euro. Daarbij dient in ogenschouw te worden genomen wat technisch haalbaar is, aansluit bij juridische kaders en wat vanuit kostenoogpunt efficiënt is.

Ik vind dat het technische ontwerp van een digitale euro uiteindelijk moet worden gemaakt door de ECB. Wel zie ik een rekeninggebaseerde digitale euro, waarbij iedereen een digitale euro rekening kan openen, als meest de voor de hand liggende basis. Hiermee zijn de mogelijkheden om risico’s voor de financiële stabiliteit en witwassen tegen te gaan groter. Ik zet me er voor in om offline betalingen mogelijk te maken, alsmede, conform de motie Alkaya/Heinen11, anonieme betalingen tot een bepaald bedrag. Mogelijk vergt dit dat de waarde in de drager van het instrument opgeslagen kan worden (zoals in het verleden op een chipknip).

D) Waarborgen voor financiële stabiliteit

De digitale euro zorgt voor financiële disintermediatie: geld wordt niet meer via een tussenpartij (banken) uitgegeven en aangehouden, maar direct bij een centrale bank. Dit betekent dat banken een deel van een stabiele en zekere vorm van financiering verliezen. Dit kan de capaciteit van banken om geld uit te lenen beïnvloeden. Het is de vraag of dit een probleem is. Aan de ene kant zorgen banken voor kredietverlening en de allocatie van kapitaal in de economie. Aan de andere kant kan er een disciplinerende werking uitgaan van het beperken van de afhankelijkheid van huishoudens en bedrijven van commerciële banken voor spaar-, leen- en betaaldiensten. Het verkleinen van deze afhankelijk kan een stimulans zijn voor de weerbaarheid, innovatie en klantgerichtheid van banken.

Gegeven de huidige inrichting van het systeem, ligt het voor de hand om – in ieder geval op de korte termijn – disintermediatie te beperken. Op deze manier kan het systeem zich geleidelijk aanpassen en kan bezien worden wat de gevolgen zijn van het gebruik van de digitale euro op de financiering van commerciële banken, de monetaire taken van de centrale bank en de financiële stabiliteit. Financiële disintermediatie kan worden ingeperkt middels een rente tiering, waarmee het aanhouden van grotere hoeveelheden digitale euro’s minder aantrekkelijk wordt doordat de kosten voor het aanhouden van digitale euro’s navenant toenemen. Ook kan worden gedacht aan kwantitatieve limieten voor het aanhouden van digitale euro’s.

Verder dient een acute grote verandering in financiële intermediatie te worden vermeden. Dat betekent dat acute, grote onttrekkingen bij banken ten bate van een digitale euro moeten worden beperkt. Dit geldt specifiek voor crisissituaties. Bij een bankrun worden er in korte tijd veel deposito’s opgenomen, waarvoor een bank niet altijd voldoende liquide middelen heeft. Dit kan ook voorkomen bij banken die in de basis gezond (solvabel) zijn. Het risico op een bankrun wordt verkleind door het depositogarantiestelsel, maar ook door beperkingen bij het opnemen van geld. In een crisissituatie kan de digitale euro als ultieme veilige haven voor spaargeld worden beschouwd. Zonder begrenzing kunnen klant in één keer hun gehele tegoed bij een bank omzetten in digitale euro’s. Dat kan de financiële stabiliteit ondermijnen. Om bankruns te voorkomen is het daarom nodig om limieten te stellen aan de hoeveelheid digitale euro’s die per klant kunnen worden aangehouden, of in ieder geval aan de hoeveel traditionele deposito’s dat in een bepaalde tijd kan worden omgezet in digitale euro’s.

E) Model met intermediairs

In mijn ogen dient de dienstverlening aan gebruikers te worden verzorgd door onder toezicht staande (private) intermediairs, zoals banken en betaaldienstaanbieders. Centrale banken zijn, in tegenstelling tot private intermediairs, niet toegerust op interactie met grote hoeveelheden en een grote diversiteit aan klanten. Deze dienstverleners zijn daarom beter in staat tot innovatieve en klantgerichte dienstverlening. Zij kunnen met elkaar concurreren om de gunsten van de klant. Een andere reden dat het voor de hand ligt om dienstverlening via private intermediairs te verzorgen, is dat de centrale bank de toezichthouder van banken en betaaldienstaanbieders is12. Als de centrale bank direct rekeningen zou aanbieden aan klanten zou de toezichthouder gaan concurreren met de instellingen waar het zelf toezicht op houdt.

Er dienen strenge eisen te worden gesteld aan de intermediairs om een rol te mogen vervullen in het digitale-euro distributiemodel. Deze vereisten zouden kunnen aansluiten bij de eisen die op grond van huidige wet- en regelgeving aan betaaldienstverleners worden gesteld. Hierdoor kunnen – anders dan in het huidige systeem – niet alleen commerciële banken betaalrekeningen aanbieden, maar wordt dit type dienstverlening voor een bredere groep bedrijven mogelijk. Dit zorgt voor meer concurrentie, diversiteit en innovatie in de financiële sector.

F) Privacy

Privacy is een van de belangrijkste aspecten bij de ontwikkeling van de digitale euro. Bij het ontwerp van de digitale euro zal vastgelegd worden hoeveel informatie van gebruikers wordt opgevraagd, hoe deze informatie wordt beveiligd en hoe deze wordt opgeslagen. Dit privacyvraagstuk speelt zowel bij het openen van een rekening als bij individuele transacties, en zowel bij de onder toezicht staande intermediairs als bij de uitgevende centrale bank.

Privacy is een fundamenteel recht van burgers en moet een kernprincipe bij de ontwikkeling van de digitale euro zijn. Publieke en private entiteiten dienen gebruikersinformatie niet te misbruiken voor andere doelstellingen dan bij wetgeving bepaald. Gegevens dienen goed te worden beschermd. Bij voorkeur wordt dit al zo veel mogelijk bij het technische ontwerp van een digitale euro meegenomen (privacy-by-design). Hierbij moet wel een balans worden gevonden met andere beleidsprioriteiten, zoals het tegengaan van witwassen, financiering van terrorisme en belastingontduiking. In dat opzicht zou het goed zijn om aan te sluiten bij de geldende regelgeving voor andere digitale betaalmiddelen: de risico’s op bijvoorbeeld witwassen of fraude zijn namelijk niet per definitie kleiner bij digitale eurorekeningen. Bij contante betalingen wordt er vanaf bepaalde bedragen bijvoorbeeld cliëntonderzoek gedaan13. Bij kleine bedragen zijn contante betalingen daarentegen anoniem. Conform de eerder genoemde motie Alkaya-Heinen heb ik in de Eurogroep van 4 april 2022 aangegeven dat voor kleine bedragen een mate van anonimiteit mogelijk zou moeten zijn. In de Eurogroep is steun voor een aanpak waarbij meer privacy mogelijk zou moeten zijn bij kleinere en minder risicovolle transacties.14

G) Innovatie

De ontwikkeling van een digitale euro is een reactie op de recente, bredere digitalisering van geld. Die digitalisering gaat gepaard met veel nieuwe gebruiksmogelijkheden, zoals onmiddellijke overboekingen ongeacht de afstand tot de ontvangende partij.

Mede dankzij deze innovaties hoort het betalingsverkeer in Nederland op dit moment tot het efficiëntste en snelste van de wereld. Het gebruikersgemak en de veiligheid van betalingen is hoog, en de kosten behoren tot de laagste in Europa. Ook blijkt uit onderzoek van DNB dat het vertrouwen in het Nederlandse betalingsverkeer hoog is15. Toch heeft de digitale euro ook voor Nederland meerwaarde. Ik denk dat de digitale euro kan helpen om het efficiënte betalingsverkeer in de toekomst te behouden. Het kan als een veilige publieke basisinfrastructuur dienen waarop andere partijen nieuwe innovatieve betaaldiensten kunnen aanbieden die naadloos passen in digitale omgevingen. De digitale euro kan zo bijdragen aan verdere digitalisering van de economie.

De digitale euro kan ook helpen om grip te houden op innovaties. Sommige innovaties kunnen immers onwenselijk zijn. Met de voortschrijdende digitalisering kan geld worden geprogrammeerd, zodat dit slechts aan bepaalde doelen besteed kan worden. Er kunnen tijdslimieten worden ingesteld, waarbinnen geld uitgegeven dient te worden – of anders zijn waarde verliest. Dergelijke functies vind ik onwenselijk voor de digitale euro. Bovendien brengt dit de eerder genoemde pariteit van geld in gevaar: een digitale euro met een vervaldatum of bestedingsdoel is intrinsiek minder waard dan een normale euro.

H) Grensoverschrijdend gebruik

Ik zie de digitale euro bij introductie in eerste instantie alleen voor gebruik binnen de eurozone. Alleen ingezetenen kunnen een digitale eurorekening openen en onderling betalingen doen.

De digitale euro kan op termijn gebruikt worden door ingezetenen van buiten de eurozone (cross border-gebruik). Europese bedrijven kunnen bijvoorbeeld hun leveranciers buiten de Eurozone betalen in digitale euro’s. Voor leveranciers uit landen met een zwakker financieel-economisch stelsel kan het aanhouden van digitale euro’s aantrekkelijk zijn: dit geeft hen de beschikking over harde valuta. Het beschikbaar stellen van de digitale euro voor ingezetenen buiten de eurozone kan de internationale rol van de euro versterken. Desalniettemin ben ik op dit vlak terughoudend, omdat dit de autonomie van andere jurisdicties om hun eigen financieel-economische beleid te voeren kan verzwakken.

Op dit moment onderzoeken 87 landen de ontwikkeling van een Central Bank Digital Currency (CBDC)16. Op termijn zie ik de potentie voor ingezetenen van de Eurozone om hun digitale euro’s te kunnen converteren naar andere CBDC’s. Momenteel zijn betalingen in andere valuta duur, doordat partijen als correspondent banks een machtige positie in de keten hebben. Om cross currency-gebruik in de toekomst mogelijk te maken dient bij het ontwerp van CBDC’s rekening gehouden te worden met interoperabiliteit17. Het IMF benadrukte onlangs het belang van een mondiaal betaalplatform voor CBDC, om zo fragmentatie van betalingssystemen als gevolg van geopolitieke ontwikkelingen tegen te gaan. Voor mogelijk cross currency-gebruik dienen de effecten op kapitaalvlucht en volatiliteit van wisselkoersen in kaart te worden gebracht.

Afsluiting

In deze brief heb ik geschetst hoe ik aankijk tegen de belangrijkste ontwerpkeuzes van de digitale euro. De digitale euro zal de komende periode hoog op de agenda blijven: de digitale euro wordt besproken in de Eurogroep18, onderzocht door de Europese Centrale Bank (ECB) en de Europese Commissie bereidt regelgeving voor. De in deze brief beschreven visie op de ontwerpkeuzes zal de basis vormen van hoe ik me in deze trajecten inhoudelijk zal opstellen.

De Minister van Financiën, S.A.M. Kaag


X Noot
1

Deze inzet wordt door andere landen gedeeld. De Eurogroep heeft op 25 februari 2022 een statement gepubliceerd, waarin zij haar rol met betrekking tot het geven van de politieke sturing aan de ontwikkeling van een digitale euro expliciteert.

X Noot
3

Kamerstuk 21 501-07, nr. 1800; Kamerstuk 21 501-07, nr. 1816; Kamerstuk 21 501-07, nr. 1836

X Noot
4

Europese Commissie (2022) – Targeted consultation on a digital euro

X Noot
5

Dit artikel luidt als volgt: «Onverminderd de bevoegdheden van de Europese Centrale Bank, stellen het Europees Parlement en de Raad, volgens de gewone wetgevingsprocedure, de maatregelen vast die nodig zijn voor het gebruik van de euro als enige munteenheid. Deze maatregelen worden vastgesteld na raadpleging van de Europese Centrale Bank.»

X Noot
6

Overigens spelen de reserves die banken en andere financiële ondernemingen aanhouden bij de centrale bank hier ook een belangrijke rol in

X Noot
7

Zie bijvoorbeeld DNB (2021) – Veranderend landschap, veranderend toezicht (op dnb.nl)

X Noot
8

De ECB heeft hiervoor een Digital Euro Market Advisory Group opgericht en gebruikt hiervoor het bestaande Euro Retail Payments Board (ERPB). DNB gebruikt hiervoor het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer (MOB)

X Noot
9

Zie ook Kamerstuk 27 863 nr. 100

X Noot
10

Zie ook WRR (2019) – «Voorbereiden op digitale ontwrichting»

X Noot
11

Kamerstuk 21 501-07, nr. 1829

X Noot
12

Dit is niet in alle landen het geval, maar geldt in ieder geval wel bij de ECB en DNB

X Noot
13

Het kabinet werkt aan een voorstel om betalingen in contant geld boven een bepaald bedrag te verbieden

X Noot
15

Zie bijvoorbeeld: DNB (2021) – Veiligheid van betalen cruciaal voor vertrouwen in het betalingsverkeer

X Noot
17

Hier wordt bijvoorbeeld in BIS-verband over gesproken, zie bijvoorbeeld de publicatie van de BIS (2020) – Central bank digital currencies: foundational principles and core features

X Noot
18

Kamerstuk 27 863, nr. 95

Naar boven