22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 3762 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 september 2023

Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij 5 fiches die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissie voorstellen (BNC).

Fiche: Mededeling alomvattende aanpak mentale gezondheid

Fiche: Herziene richtlijn en verordening betaaldiensten (PSD3 en PSR) (Kamerstuk 22 112, nr. 3763)

Fiche: Verordening raamwerk delen financiële klantdata (Kamerstuk 22 112, nr. 3764)

Fiche: Verordening contant geld als wettig betaalmiddel (Kamerstuk 22 112, nr. 3765)

Fiche: Raadsaanbeveling sociale economie (Kamerstuk 22 112, nr. 3765)

De Minister van Buitenlandse Zaken, E.N.A.J. Schreinemacher

Fiche: Mededeling alomvattende aanpak mentale gezondheid

1. Algemene gegevens

  • a) Titel voorstel

    Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economische en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's betreffende een alomvattende aanpak van mentale gezondheid

  • b) Datum ontvangst Commissiedocument

    7 juni 2023

  • c) Nr. Commissiedocument

    COM (2023) 298

  • d) EUR-lex

    https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX%3A52023DC0298&qid=1686237342455

  • e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Raad voor Regelgevingstoetsen

    Niet opgesteld

  • f) Behandelingstraject Raad

    Raad voor Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken (Gezondheid)

  • g) Eerstverantwoordelijk ministerie

    Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

2. Essentie voorstel

Op 7 juni jl. heeft de Europese Commissie (hierna: Commissie) een mededeling over de alomvattende aanpak van mentale gezondheid gepubliceerd. De aanleiding voor de publicatie van de mededeling is dat de mentale gezondheid van EU-burgers volgens de Commissie de afgelopen jaren is verslechterd en naar verwachting de komende jaren verder achteruit zal gaan. De verslechtering van mentale gezondheid leidt ook tot toenemende maatschappelijke en economische schade. De mededeling vormt het uitgangspunt voor een nieuwe, alomvattende aanpak van mentale gezondheid waarin preventie centraal staat. Het betreft een sector-overstijgende aanpak, met niet alleen initiatieven op het gebied van publieke gezondheid maar ook op het gebied van jeugd, werkomstandigheden, onderwijs en digitalisering.

De Commissie stelt in haar aanpak drie principes centraal: 1) toegang tot adequate en effectieve preventie; 2) toegang tot hoogwaardige en betaalbare mentale gezondheidszorg en behandeling; en 3) het in staat zijn om te reïntegreren in de samenleving na herstel. In de mededeling presenteert de Commissie een groot aantal (veelal lopende maar ook nog in ontwikkeling zijnde) EU-initiatieven die bedoeld zijn om lidstaten te ondersteunen in het versterken van beleidsdoelen op de genoemde thema’s. De initiatieven worden gefinancierd uit al bestaande EU-programma’s (zoals het EU4Health-programma en Horizon Europe).

De Commissie moedigt lidstaten aan om op verschillende thema’s actie te ondernemen. Ten eerste roept de Commissie op om mentale gezondheid in alle beleidsterreinen te integreren. Ten tweede moedigt de Commissie aan om in te zetten op mentale gezondheidsbevordering, preventie en vroegtijdige interventies en nodigt lidstaten uit om goede voorbeelden (best practices) uit te wisselen en te implementeren. Ook heeft de Commissie als doel lidstaten onder andere te faciliteren bij het creëren van een gezonde fysieke en sociale leefomgeving en het verbeteren van sociale inclusie en heeft hiervoor budget gereserveerd in het bestaande «Healthier Together» initiatief1. Ten derde komt het bevorderen van mentale gezondheid bij kinderen en jongeren aan bod. De Commissie vraagt hierbij specifiek aandacht voor onder meer kinderarmoede, de inbreng van jongeren zelf, mentale gezondheid in het onderwijs en een veilige en gezonde digitale omgeving. Ook zal de Commissie de implementatie voortzetten van de EU-jeugdstrategie2. Ten vierde wordt opgeroepen hulp en ondersteuning te bieden aan mensen in een kwetsbare situatie. Hierbij heeft de Commissie nadrukkelijk aandacht voor specifieke groepen zoals mensen die te maken hebben met eenzaamheid en sociale isolatie en de positie van vrouwen en lhbtiq’ers. Ten vijfde worden lidstaten aangespoord om psychosociale gezondheidsrisico’s op het werk aan te pakken. De Commissie kondigt aan een peer review uit te voeren van de wetgeving en handhaving omtrent psychosociale risico’s op het werk (PSA) om op middellange terrein te komen tot een initiatief op EU-niveau. Ten zesde moedigt de Commissie aan om mentale gezondheidsstelsels te versterken en de toegang tot zorg en ondersteuning te verbeteren. De Commissie biedt hierbij technische ondersteuning aan waar lidstaten op aanvraag gebruik van kunnen maken. De Commissie stelt ook dat dataverzameling en monitoring moeten worden versterkt3. Ten zevende roept de Commissie op om stigma te doorbreken en het bewustzijn rondom mentale gezondheid te vergroten. Hierbij heeft de Commissie ook aandacht voor de toegevoegde waarde van kunst en cultuur om mentale gezondheid te bevorderen. Tot slot mentale gezondheid op mondiaal niveau te bevorderen.

3. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel

a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein

Het kabinet erkent dat de mentale gezondheid van mensen onder druk staat. Het versterken van mentale gezondheid is daarom expliciet opgenomen in het coalitieakkoord 2021–20254. Medio 2022 is de aanpak «Mentale gezondheid: van ons allemaal»5 aan de Kamer aangeboden die zich richt op het versterken van de mentale gezondheid van alle Nederlanders met specifieke aandacht voor jongeren en jongvolwassenen, werkenden en mensen in een kwetsbare positie. Zo wordt voor jongeren onder meer ingezet op laagdrempelige ondersteuning6, is er aandacht voor de inbreng van jongeren7 en is er aandacht voor mentale gezondheid in het onderwijs in alle onderwijssectoren8. Het kabinet hecht ook aan het bevorderen van gezond en veilig werken. Het actieprogramma «Brede Maatschappelijke Samenwerking Burn-outklachten» richt zich op het terugdringen van burn-outklachten9.

Het kabinet zet zich daarnaast op andere manieren in om de mentale gezondheid te versterken, via programma’s zoals het Meerjarenprogramma Depressiepreventie10, de Landelijke Agenda Suïcidepreventie 2021–202511, de aanpak «Luister eens»12, het actieprogramma «Eén tegen eenzaamheid»13 en het Programma Cultuurparticipatie14.

Ook zijn er bestuurlijke afspraken gemaakt met verantwoordelijke partijen die van belang zijn als het gaat om mentale gezondheid. Zo zijn in het Integraal Zorg Akkoord (IZA)15 afspraken gemaakt met zorgaanbieders, verzekeraars, gemeenten en professionals over de kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg als geheel, waarbij ook specifiek aandacht is voor de geestelijke gezondheidszorg (ggz). Voor de ggz is de ambitie om langs de lijnen van deze afspraken de zorgkwaliteit op een innovatieve manier verder te verbeteren, rekening houdend met de beperkte menskracht, en om de in de ggz wachtlijsten terug te brengen. Naast de inzet op preventie en ggz, zijn er separaat ook bestuurlijke afspraken gemaakt over toekomstbestendige langdurige zorg en ondersteuning die nodig zijn voor mensen met een ernstige psychische aandoening.

Gemeenten en GGD-en, zorgverzekeraars en het kabinet hebben in Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA)16 onder meer afgesproken om de inzet op lokaal niveau voor de mentale weerbaarheid en mentale gezondheid te versterken. Het GALA zet daarnaast ook in op bijvoorbeeld het versterken van de sociale basis en het stimuleren van een gezonde leefstijl zoals voldoende bewegen dat ook een positief effect kan hebben op de mentale gezondheid van inwoners. Door middel van de specifieke uitkering (SPUK)17 wordt geld beschikbaar gesteld aan gemeenten om doelstellingen uit het GALA uit te voeren18. Daarnaast zijn voor wat betreft (hoog-) specialistische jeugdzorg in de Hervormingsagenda Jeugd19 afspraken gemaakt over het verbeteren van de beschikbaarheid van jeugdzorg. Tot slot is ook het Nationaal Preventieakkoord in dit kader relevant. Dit zet onder meer in op het terugdringen van overgewicht, roken en problematisch alcoholgebruik. Het kabinet zet ook in op het voorkomen van (problematisch) middelengebruik en verslavingsproblematiek in bredere zin20, gezien er aanzienlijke samenhang is met mentale gezondheid.

b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel

Het kabinet verwelkomt de integrale aanpak van de Commissie en erkent dat belemmeringen voor een goede mentale gezondheid sector-overschrijdend zijn. Het kabinet merkt op dat de mededeling op hoofdlijnen aansluit bij staand Nederlands beleid, steunt het doel van de mededeling en is over het algemeen positief over de gepresenteerde initiatieven: deze kunnen bijdragen aan het versterken van beleid ter bevordering van de mentale gezondheid. Het kabinet merkt op dat niet alle financiële toezeggingen specifiek gericht zijn, waardoor het moeilijk vast te stellen is hoeveel budget er per doelstelling is toegewezen. Het kabinet kan daarom geen oordeel geven over de verdeling van gelden en zal de Commissie om verduidelijking vragen. Daarbij is het kabinet van mening dat eventuele inzet van middelen vanuit Horizon Europe in nauw overleg met de lidstaten dient te gebeuren. Het kabinet zal tevens vragen om meer informatie over de (ingeschatte) impact van de diverse acties, zowel op de korte als op de langere termijn, gezien er geen effectbeoordeling tegelijkertijd is gepubliceerd.

Het kabinet onderschrijft dat factoren buiten de (publieke) gezondheidszorg, zoals bestaanszekerheid en leefomstandigheden, van invloed kunnen zijn op de (mentale) gezondheid en steunt dan ook de oproep mentale gezondheid te integreren in alle beleidsterreinen.

Ook onderschrijft het kabinet dat het voorkomen en vroegtijdige opsporing van mentale problemen van groot belang is. Het kabinet hecht in dit kader aan een stevige sociale basis en waardeert de inzet van de Commissie op het creëren van ondersteunende omgevingen en sociale inclusie onder het «Healthier Together» initiatief. Het kabinet interpreteert dit als een middel om participatie en hiermee mentaal welbevinden te bevorderen en begrijpt dat de Commissie hierop inzet, maar merkt tegelijkertijd op dat het onduidelijk is hoe de Commissie hier vorm aan wil geven. Het kabinet zal de Commissie om verduidelijking vragen.

Het kabinet omarmt het uitwisselen van goede voorbeelden. Wel merkt het kabinet op dat lidstaten onderling verschillen (zowel staatsrechtelijk als cultureel): hier dient rekening mee gehouden te worden bij kennisuitwisseling.

Als het gaat om gezondheidsdeterminanten en preventie wil het kabinet bij de Commissie en bij andere lidstaten onder de aandacht brengen dat preventie van (problematisch) middelengebruik, goede verslavingszorg en het ontwikkelen van geïntegreerde behandeling van co-morbiditeit (psychische problematiek en verslaving) ook bijdragen aan mentale gezondheid.

Het kabinet herkent verder de zorg over het mentaal welbevinden van (een deel van) de jongeren. Het kabinet hecht aan een aanpak die gericht is op het versterken van mentale gezondheidsvaardigheden en het voorkomen van mentale problemen waar ook de aanpak «Mentale gezondheid: van ons allemaal» voor staat. Het kabinet waardeert de aandacht van de Commissie voor kinderarmoede: opgroeien in armoede brengt een hoger risico op een slechtere (mentale) gezondheid met zich mee. Ook steunt het kabinet de verdere implementatie van de EU Jeugdstrategie 2019–2027 die onder meer raakvlakken heeft met dit thema. Tevens onderschrijft het kabinet het belang van een veilige digitale omgeving en steunt het de inzet op de mentale gezondheid in het onderwijs zo lang die ondersteunend van aard zijn. Het kabinet sluit zich aan bij de oproep van de Commissie dat stemmen van jongeren gehoord moeten worden. Nederland geeft daar al op verschillende manieren gevolg aan21.

Het kabinet onderschrijft dat mensen in een kwetsbare situatie een groter risico hebben op mentale gezondheidsproblemen. Het kabinet waardeert de aandacht die de Commissie heeft voor eenzaamheid en sociale isolatie en vindt het van belang op de vermindering hiervan in te blijven zetten. Ook is het kabinet positief over de aandacht voor de positie van vrouwen, verschillen op basis van gender en de lhbtiq-gemeenschap. Zo blijkt bijvoorbeeld dat bi+ personen22 vaker een slechte mentale gezondheid hebben23 en erkent het kabinet dat seksueel geweld en seksueel grensoverschrijdend gedrag langdurige gevolgen voor onder meer de mentale gezondheid kunnen hebben.

Het kabinet onderschrijft dat een goede werkomgeving van belang is voor een goede gezondheid. Mentale gezondheid is een voorwaarde om goed te functioneren op het werk. Het kabinet onderschrijft dat digitalisering – versneld door de COVID-19 pandemie – nieuwe vormen van werken meebrengt die de mentale gezondheid van werkenden kunnen aantasten. Het kabinet steunt opvolging van de resolutie van het Europees Parlement van januari 202124 over het recht om offline te zijn, bij voorkeur op basis van een akkoord van sociale partners over telewerk en bereikbaarheid buiten werktijd. Afspraken tussen werkgevers en werknemers over bereikbaarheid kunnen bijdragen aan een betere werk-privébalans en kunnen daarmee werkstress ten gevolge van nieuwe vormen van werken tegengaan. Daarbij merkt het kabinet wel op dat het effect van digitalisering op de mentale gezondheid van werkenden ook positief kan zijn, maar ziet dit onvoldoende terug in het voorstel van de Commissie. Het kabinet zal dit blijvend onder de aandacht brengen. De door de Commissie gepresenteerde peer review van de wetgeving en handhaving omtrent PSA sluit goed aan bij de integrale aanpak van deze problematiek door Nederland en de oproep van Nederland tijdens de thematische top over veiligheid en gezondheid op het werk in Stockholm van 15 en 16 mei jl. om te komen tot sterkere EU-instrumenten voor de aanpak van psychosociale arbeidsbelasting. Het kabinet zal in gesprekken met de Commissie en andere lidstaten de urgentie van dit thema blijven benadrukken.

Het kabinet onderschrijft dat het recht op tijdige toegang tot betaalbare zorg van goede kwaliteit van groot belang is. Deze gedachte vormt ook de basis van het IZA. Het kabinet staat op hoofdlijnen positief tegenover de door de Commissie gepresenteerde initiatieven op dit vlak in de mededeling die grotendeels aansluiten bij het huidige beleid in Nederland en merkt ook op dat de gepresenteerde initiatieven een grote diversiteit kennen. De Commissie stelt onder meer voor om nieuwe statistische informatie te vergaren en indicatoren te ontwikkelen ten behoeve van het versterken van gegevensverzameling en monitoring van voortgang van mentaal welzijn. Het kabinet merkt op dat de ontwikkeling en de verzameling van nieuwe statistische informatie een kostbaar proces is. Het kabinet benadrukt dat rekening moet worden gehouden met de kosteneffectiviteit en het nut van deze informatie voor de beleidsvorming. Vanzelfsprekend moet ook de privacy van burgers voldoende gewaarborgd zijn.

Het kabinet steunt de inspanningen om bewustwording en begrip over mentale gezondheid te vergroten. Meer specifiek onderschrijft het kabinet dat kunst en cultuur een belangrijke rol kunnen spelen bij het versterken van de mentale gezondheid.

Tot slot onderschrijft het kabinet dat het bewaken en bevorderen van goede mentale gezondheid een wereldwijde kwestie is. Het kabinet hecht veel waarde aan de integratie van mentale gezondheid en psychosociale steun in crisisrespons (noodhulp, opvang in de regio, conflictpreventie, vredesopbouw) en is internationaal al meerdere jaren25 een aanjager hiervan26.

c) Eerste inschatting van krachtenveld

De meerderheid van de lidstaten heeft, net zoals Nederland, aangegeven de strategie te verwelkomen en de oproep om actie te steunen.

Ook in het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s van het Europees Parlement (EP) is breed begrip voor het probleem en wordt de integrale aanpak van de Commissie ondersteund. Het EP benadrukt dat een alomvattende aanpak, inclusief specifieke financiering dringend nodig is en een inclusievere, ondersteunende en mentaal gezonde samenleving te bevorderen.

4. Grondhouding ten aanzien van bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, financiële gevolgen en gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke aspecten

a) Bevoegdheid

De grondhouding van het kabinet ten aanzien van de bevoegdheid is positief. De mededeling heeft betrekking op het beschermen en verbeteren van de menselijke gezondheid en raakt verschillende beleidsterreinen die raken aan mentale gezondheid. Op het terrein van bescherming en verbetering van de menselijke gezondheidszorg is de EU bevoegd om het optreden van de lidstaten te ondersteunen, te coördineren of aan te vullen (artikel 6, sub a, VWEU).

b) Subsidiariteit

De grondhouding van het kabinet ten aanzien van de subsidiariteit is positief. Het doel van de aanpak is om lidstaten te ondersteunen in het versterken van beleidsdoelen op de genoemde thema’s en de mentale gezondheid te versterken. Dit kan onder meer worden bereikt door het delen van kennis, kunde en goede voorbeelden. Volgens de Commissie heeft het merendeel van de lidstaten bovendien aangegeven behoefte te hebben aan ondersteuning bij planning, capaciteitsopbouw en beleidsevaluatie van het bevorderen van mentale gezondheid27. Daarnaast kunnen de ontwikkelingen die over landsgrenzen gaan, zoals de COVID-19 pandemie, de oorlog in Oekraïne, klimaatverandering, inflatie, toegenomen digitalisering et cetera, de dagelijkse realiteit van mensen beïnvloeden en daarmee een invloed hebben op de mentale gezondheid. Omdat deze ontwikkelingen over de landsgrenzen gaan, is het belangrijk om mentale gezondheid niet alleen op nationaal niveau aan te pakken, maar als lidstaten samen te werken. Een EU-aanpak is daarom een nuttige en wenselijke aanvulling op nationaal beleid.

c) Proportionaliteit

De grondhouding van het kabinet ten aanzien van de proportionaliteit is positief. Het voorgestelde optreden is op hoofdlijnen geschikt om de doelstellingen te bereiken, omdat de aangekondigde initiatieven direct en indirect kunnen bijdragen aan het bevorderen van de mentale gezondheid. Het voorgestelde optreden gaat niet verder dan noodzakelijk, omdat het optreden zich lijkt te beperken tot een faciliterende rol vanuit de EU om het beleid rondom mentale gezondheid met de genoemde initiatieven verder te ontwikkelen en uit te voeren. De Commissie laat voldoende ruimte aan de lidstaten om prioriteiten te stellen die aansluiten op het eigen nationale beleid. Bovendien sluit de integrale aanpak in deze mededeling grotendeels aan bij de Nederlandse aanpak en zouden de initiatieven die zijn gepresenteerd kunnen helpen de beweging naar een mentaal gezonde EU verder te brengen.

d) Financiële gevolgen

In totaal is 1,23 miljard euro geïdentificeerd vanuit bestaande EU-programma’s om de voorgestelde acties en initiatieven te financieren. De Commissie geeft aan alle relevante financiële instrumenten van het EU-budget onder het 2021–2027 meerjarig financieel kader (MFK) te mobiliseren om mentale gezondheidsuitdagingen aan te pakken en de initiatieven te ondersteunen. Het kabinet is van mening dat de benodigde EU-middelen gevonden dienen te worden binnen de in de Raad afgesproken financiële kaders van de EU-begroting 2021–2027 en dat deze moeten passen bij een prudente ontwikkeling van de jaarbegroting.

Het totale budget van 1,23 miljard euro is gedeeltelijk (maar niet volledig) gespecificeerd door de Commissie. Zo is voor 2022–2023 69,7 miljoen euro beschikbaar vanuit het EU4Health-programma voor acties die goede mentale gezondheid promoten. Ook wordt via het Horizon Europe programma 765 miljoen euro aan fondsen gemobiliseerd om onderzoek en innovatie projecten in de mentale gezondheid te ondersteunen. Nationale, regionale en lokale autoriteiten kunnen daarnaast gebruik maken van Cohesiebeleidsfondsen, Europees Sociaal Fonds Plus (ESF+) en Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (ERDF) om gelijke toegang tot gezondheidszorg te versterken. Verder is in 2023 2 miljoen euro beschikbaar om technische steun te bieden aan projecten in lidstaten aangaande mentale gezondheid via Instrument voor technische ondersteuning (TSI). Voor projecten over cultuur, welzijn en mentale gezondheid is 3,3 miljoen euro beschikbaar via het Programma Creatief Europa. Om mentale gezondheid en psychische hulp bij noodgevallen te ondersteunen, wordt 28 miljoen euro gemobiliseerd vanuit het Europees programma voor civiele bescherming en humanitaire hulp. Het programma Burgerschap, Gelijkheid, Rechten en Waarde (2023–2024) biedt ook financiering voor acties voor mentale gezondheid van kinderen en slachtoffers van gender-gerelateerd geweld. Het Europees Agentschap voor Veiligheid en Gezondheid op het Werk (EU-OSHA) financiële middelen beschikbaar om mentale gezondheid op het werk aan te pakken.

Tot slot kunnen lidstaten gebruikmaken van de fondsen die beschikbaar zijn in Herstel- en Veerkrachtfaciliteit (RRF)28 om de hervormingen en investeringen in gezondheid, waaronder mentale gezondheid, door te voeren.

Kortom, de mededeling biedt de mogelijkheid tot (co)financiering van onderdelen van de ontwikkeling en uitvoer van beleid op mentale gezondheid. (Eventuele) budgettaire gevolgen worden ingepast op de begroting van de beleidsverantwoordelijke departementen, conform de regels van de budgetdiscipline.

e) Gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke aspecten

De mededeling heeft naar verwachting geen directe gevolgen voor de regeldruk voor overheid, burgers en bedrijven. Wel zal per initiatief waar Nederland mogelijk bij aansluit scherp gekeken worden of de gewenste monitoring en gegevensverzameling geen onevenredige administratieve lasten opleveren voor bijvoorbeeld burgers, gemeenten en zorgaanbieders.

Ten aanzien van de concurrentiekracht zijn er geen effecten bekend van de voorgestelde aanpak op het Europese concurrentievermogen, aangezien de mededeling geen directe gevolgen heeft voor het bedrijfsleven en geen bindende verplichtingen oplegt voor betrokken partijen.

Het voorstel stimuleert samenwerking met de Commissie, tussen de lidstaten en met (spelers uit) derde landen om mentale gezondheid wereldwijd aan te pakken. Zo biedt de mededeling bijvoorbeeld met de EU Global Health Strategy handvatten om ook op mondiaal niveau bij te dragen aan het verbeteren van de (mentale) gezondheid en welzijn wereldwijd. De Commissie geeft aan dat de EU het goede voorbeeld kan geven door gerichte bijdragen op internationaal niveau te leveren en waar nodig de convergentie te bevorderen.


X Noot
1

Dit initiatief ondersteunt acties van lidstaten op verschillende thema’s (waaronder mentale gezondheid) gedurende 2022–2027, met als doel de lidstaten te helpen de doelstellingen van de Duurzame Ontwikkelings-doelen 2030 en de WHO-doelstellingen voor 2025 op het gebied van Niet-Overdraagbare Ziekten te bereiken. Zie ook: https://health.ec.europa.eu/events/healthier-together-eu-non-communicable-diseases-initiative-2022-06-22_en.

X Noot
2

De EU-jeugdstrategie heeft als doel jongeren te ondersteunen bij hun persoonlijke ontwikkeling, actief burgerschap van jongeren te bevorderen, beleidsbeslissingen m.b.t. impact op jongeren te verbeteren in alle sectoren en jeugdarmoede en discriminatie te bestrijden. Het wil jongeren de middelen geven om volwaardig deel te nemen aan de samenleving, in lijn met EU-waarden en een Europese identiteit.Zie ook: https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/?uri=celex%3A42018Y1218%2801%29.

X Noot
3

Nieuwe statistieken en indicatoren dienen volgens de Commissie ontwikkeld en geleidelijk geïntegreerd te worden in het beleidsvormingsproces om de impact van maatregelen en financiering te beoordelen. Dit zal helpen bij het monitoren van de voortgang naar welzijn en het communiceren over politieke uitdagingen. De rol die verwacht wordt van lidstaten is onduidelijk.

X Noot
4

Coalitieakkoord 2021–2025 «Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst» (bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 655).

X Noot
5

Kamerstuk 32 793, nr. 613.

X Noot
6

Zoals (laagdrempelige) inloopvoorzieningen en een online jongerenplatform.

X Noot
7

Onder meer door het oprichten van een jongerenpanel dat vanuit het perspectief van jongeren inhoudelijk meepraat over beleid dat hen aangaat rondom mentale gezondheid. Ook is het kabinet recentelijk een maatschappelijke dialoog gestart over de mentale problematiek onder jongeren.

X Noot
8

Zie: Integrale aanpak studentenwelzijn, Kamerstuk 31 288 en 31 524 nr. 1067; Aanbieding werkagenda en stagepact mbo, Kamerstuk 31 524, nr. 549; De Gezonde School aanpak https://www.gezondeschool.nl/; Kennis- en ondersteuningsprogramma Welbevinden op School: https://www.trimbos.nl/aanbod/programmas/welbevinden-op-school/.

X Noot
9

Voortgang psychosociale arbeidsbelasting, Kamerstuk 25 883, nr. 454.

X Noot
10

Voortgangsrapportage Meerjarenprogramma Depressiepreventie 2021, Kamerstuk 32 793, nr. 574.

X Noot
11

Derde landelijke agenda suïcidepreventie (2021–2025), Kamerstuk 32 793, nr. 502.

X Noot
13

Vervolgaanpak Eén tegen eenzaamheid 2022–2025, Kamerstuk 29 538, nr. 344.

X Noot
14

Binnen het Programma Cultuurparticipatie van OCW is er aandacht voor culturele initiatieven die een positief effect hebben op de mentale gezondheid. De Ministeries van VWS en OCW werken hierop samen tot en met 2025. Kamerstuk 32 820, nr. 467.

X Noot
15

Integraal zorgakkoord, samen werken aan gezonde zorg, september 2022 Kamerstuk 31 765, nr. 655.

X Noot
16

Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA), Kamerstuk 32 793, nr. 653.

X Noot
17

Gemeenten en provincies kunnen extra geld krijgen om bepaald beleid van de rijksoverheid uit te voeren. Dit zijn specifieke uitkeringen.

X Noot
18

Totaal budget beschikbaar voor Brede SPUK (inclusief IZA): 449 miljoen euro in 2023, 445,9 miljoen euro in 2024, 445,9 miljoen euro in 2025 en 384,6 miljoen euro in 2026. Hiervan is respectievelijk 7, 5 en 5 miljoen euro beschikbaar voor mentale gezondheid in 2023, 2024 en 2025. Ook binnen andere programma’s die gefinancierd worden vanuit de Brede SPUK, zijn raakvlakken met mentale gezondheid, zoals Kansrijke Start en Een tegen Eenzaamheid.

X Noot
19

Stand van zaken Hervormingsagenda Jeugd, Kamerstuk 31 839, nr. 925.

X Noot
20

Bijvoorbeeld via de aanpak drugspreventie, Kamerstuk 24 077, nr. 513 En via het aanstellen van een Nationaal Rapporteur Verslavingen (NRV), Kamerstuk 36 200 XVI, nr. 123.

X Noot
21

O.a. door het oprichten van een jongerenpanel mentale gezondheid dat vanuit het perspectief van jongeren inhoudelijk meepraat over beleidsontwikkeling. Ook is het kabinet recentelijk een maatschappelijke dialoog gestart over de mentale gezondheid van jongeren.

X Noot
22

De term verwijst naar de groep personen die op meer dan één gender vallen. Het is een parapluterm waar verschillende termen onder kunnen vallen, zoals biseksueel, pan of non-monoseksueel.

X Noot
23

Resultaten onderzoek en lopende activiteiten ten aanzien van de emancipatie van bi+ personen, Kamerstuk 30 420, nr. 382.

X Noot
24

2019/2181(INL).

X Noot
25

en zeker sinds Nederland in 2019 de tweede Global Mental Health Summit organiseerde, onder de titel Mind the Mind now, Mental Health and Psychosocial Support in crisis situations.

X Noot
26

Humanitaire hulp en diplomatie, Kamerstuk 36 180, nr. 47.

X Noot
27

Er wordt in de integrale aanpak verwezen naar de resultaten van een enquête die is uitgevoerd in april 2023 onder 27 lidstaten door de Commissie, de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Er wordt niet verwezen naar een rapport dus de resultaten kunnen we niet verifiëren.

X Noot
28

Dit was specifiek opgezet om lidstaten te ondersteunen bij het herstellen van hun economieën na de impact van de COVID-19 pandemie.

Naar boven