19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 2664 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 september 2020

Inleiding

Sinds 3 november 2015 bent u in diverse tranches geïnformeerd over het beleid inzake veilige landen van herkomst in de zin van de Procedurerichtlijn.1 Tot nu toe zijn als veilig land van herkomst aangemerkt Albanië, Algerije, Andorra, Armenië, Australië, Bosnië-Herzegovina, Brazilië, Canada, Georgië, Ghana, IJsland, India, Jamaica, Japan, Kosovo, Liechtenstein, Macedonië, Marokko, Monaco, Mongolië, Montenegro, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Oekraïne, San Marino, Senegal, Servië, Togo2, Trinidad en Tobago, Tunesië, Vaticaanstad, Verenigde Staten van Amerika en Zwitserland. Zoals aangegeven in mijn brief van 26 september 2017 worden de lidstaten van de Europese Unie niet op basis van de Procedurerichtlijn als veilige landen van oorsprong beschouwd, maar op basis van het rechtstreeks werkende Protocol nr. 24 bij het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, inzake Asiel voor onderdanen van lidstaten van de Europese Unie.3

Op grond van artikel 37, tweede lid, van de Procedurerichtlijn moeten de lidstaten de situatie regelmatig opnieuw onderzoeken in derde landen die als veilige landen van herkomst zijn aangemerkt. In deze brief zet ik uiteen hoe ik hierin te werk ga en geef ik de tweede herbeoordeling van de landen die in de tweede tot en met de vijfde tranche zijn aangemerkt als veilige landen van herkomst.4 Voor een toelichting op de werking van het beleid inzake veilige landen van herkomst verwijs ik naar een eerdere brief aan uw Kamer.5

Werkwijze herbeoordeling veilige landen van herkomst

Een herbeoordeling van veilige landen van herkomst hoeft geen volledige beoordeling te zijn zoals de eerste beoordeling. Het volstaat om te bezien of ten aanzien van de belangrijkste criteria de situatie in het land aanmerkelijk is gewijzigd. Ik sluit hiermee aan bij de werkwijze die in Canada door de Immigration, Refugees and Citizenship Canada (IRCC) is ontwikkeld, waarbij op basis van een beperkt aantal bronnen (met name de landenrapporten van het US State Departement en de rapporten van Freedom House) een aantal criteria wordt onderzocht. De criteria die ik daarbij hanteer zijn:

  • democratisch bestuur;

  • bescherming van het recht op vrijheid en veiligheid van de persoon;

  • vrijheid van meningsuiting;

  • vrijheid van godsdienst en vereniging;

  • bescherming tegen discriminatie en vervolging door derden;

  • toegang tot onafhankelijk onderzoek;

  • toegang tot een onafhankelijke rechterlijke macht, en

  • toegang tot rechtsmiddelen.

Indien er een aanmerkelijke achteruitgang is op één van de eerste drie punten of als er op een meerderheid van de criteria een achteruitgang wordt geconstateerd, volgt een uitgebreide herbeoordeling van het land van herkomst. In de tussentijd wordt dan het veilige landenbeleid ten aanzien van dat land opgeschort.

Uitkomst van de herbeoordelingen

Uit de herbeoordeling komt naar voren dat ten aanzien van India sprake is van een zodanige achteruitgang, dat de aanwijzing van India als veilig land van herkomst dient te worden opgeschort. Dit land beoordeel ik opnieuw bij de volgende herbeoordeling van de tweede tranche. De toelichting vindt u in bijlage 16.

Togo werd naar aanleiding van de vorige herbeoordeling opgeschort als veilig land van herkomst. Daarom beoordeelde ik Togo nu opnieuw. Op basis van deze beoordeling schrap ik Togo als veilig land van herkomst. De toelichting vindt u in bijlage 27. Ik zal door middel van een wijziging van bijlage 13 van het Voorschrift Vreemdelingen de nationale lijst van veilige landen van herkomst aanpassen.

Voor de andere herbeoordeelde landen geldt dat ik de aanwijzing van deze landen als veilig land van herkomst onverkort voortzet. Wel zie ik aanleiding om ten aanzien van:

  • Algerije personen die via (online) media kritiek hebben uitgeoefend op de autoriteiten en personen die een ander geloof dan de Islam aanhangen of zich niet conformeren aan de Sunni stroming binnen de Islam en als gevolg daarvan problemen hebben ondervonden, als uitzonderingsgroep aan te wijzen. Voor de eerste groep bestond al verhoogde aandacht;

  • Brazilië LHBTI’s als uitzonderingsgroep aan te wijzen en verhoogde aandacht te hebben voor journalisten die berichten over corruptie, criminaliteit en/of zich kritisch uitlaten over de regering. Voor de eerste groep bestond al verhoogde aandacht;

  • Marokko Hirak Rif-activisten en journalisten die verslag deden over de situatie in het Rifgebergte en de demonstraties daar, als uitzonderingsgroep aan te wijzen.

Personen uit de genoemde uitzonderingsgroepen zijn uitgezonderd van de aanwijzing veilig land van herkomst en hun asielaanvragen worden in spoor 4 behandeld in plaats van in spoor 2.

De toelichting per land vindt u in bijlage 1.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, A. Broekers-Knol


X Noot
1

Richtlijn 2013/32/EU, Pb EU L 180 van 29.6.2013.

X Noot
2

De aanwijzing van Togo als veilig land van herkomst is per 7 december 2018 opgeschort in

afwachting van een uitgebreidere herbeoordeling (Kamerstuk 19 637, nr. 2448). Die herbeoordeling komt in deze brief aan de orde.

X Noot
3

Kamerstuk 19 637, nr. 2349.

X Noot
4

De eerdere beoordelingen vindt u in de volgende brieven van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid: Kamerstukken 19 637 en 32 317, nr. 2076; Kamerstuk 19 637, nr. 2123; Kamerstuk 19 637, nr. 2241; Kamerstuk 19 637, nr. 2266; Kamerstuk 19 637, nr. 2314; Kamerstuk 19 637, nr. 2349; Kamerstuk 19 637, nr. 2356; Kamerstuk 19 637, nr. 2392; Kamerstuk 19 637, nr. 2448; Kamerstuk 19 637, nr. 2531.

X Noot
5

Kamerstukken 19 637 en 32 317, nr. 2076

X Noot
6

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
7

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven