34 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Dan is nu aan de orde de regeling van werkzaamheden.

Ik deel aan de Kamer mee dat de fractie van de ChristenUnie bij de stemmingen op 26 januari jongstleden over de motie-Wassenberg (35570-I, nr. 8) geacht wenst te worden vóór deze motie te hebben gestemd.

Ik stel voor een commissie parlementaire enquête Aardgaswinning Groningen in te stellen en ik benoem daarin de leden Wiersma, Van Aalst, Kuik, De Groot, Van der Lee, Kwint, Van den Hul, Van der Graaf en Van Kooten-Arissen.

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor de volgende door hen ingediende moties opnieuw aan te houden: 35347-57; 35300-XIV-41; 35154-12; 28625-266; 26407-120; 26407-119; 25295-291; 25295-290; 21501-20-1518; 21501-20-1498; 35484-2; 35300-A-54; 29911-268; 28844-211; 28684-607.

Ik stel voor toe te voegen aan de agenda van de Kamer als hamerstuk:

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2021 (Incidentele suppletoire begroting inzake voedselhulp en steunmaatregelen Caribisch deel van het koninkrijk) (35712).

Ik stel voor toe te voegen aan de stemmingslijst van donderdagmiddag:

  • -het wetsvoorstel Herimplementatie van onderdelen van het kaderbesluit van de Raad van de Europese Unie betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten van de Europese Unie (wijziging van de Overleveringswet) (35535).

Ik stel voor tevens toe te voegen aan de agenda:

  • -het VSO Spoor, Spoorveiligheid en ERTMS (32404, nr. 104), met als eerste spreker de heer Amhaouch namens het CDA.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Van den Hul namens de PvdA. Maar ik zie de heer Nijboer. Meneer Nijboer, ik zie dat u vandaag dienst heeft.

De heer Nijboer (PvdA):

Voorzitter. Volgens mij is het AO gisteren helemaal niet doorgegaan, maar ik doe toch een vooraankondiging van een VAO Huiselijk geweld / Kindermishandeling, mocht het AO nog deze week of op een ander moment de komende tijd plaatsvinden.

De voorzitter:

Oké.

Dan ga ik naar mevrouw Leijten. Die heeft ook dienst bij de SP. Ik zie ook andere woordvoerders. Mevrouw Leijten.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Namens mijn collega Jasper van Dijk, die hier niet kan zijn omdat hij net vader is geworden …

(Geroffel op de bankjes)

De voorzitter:

Ach, van harte gefeliciteerd. Wat leuk!

Mevrouw Leijten (SP):

Wij hebben hem al gefeliciteerd, maar bij dezen. Hij wil graag het VAO Armoede- en schuldenbeleid op de agenda en hij wil graag stemmingen deze week.

De heer Omtzigt (CDA):

Waar bemoeit hij zich mee?

De voorzitter:

Ja, hij moet zich gewoon richten op zijn pasgeboren kindje, zou ik zeggen. Geen VAO's, maar lekker genieten. De heer Van Meenen.

De heer Van Meenen (D66):

Ik wens mijn goede collega Jasper van Dijk veel sterkte, succes en geluk met de opvoeding van deze nieuwe zolderkamercommunist.

De voorzitter:

Arm kind. Het is gewoon een mooi kind, hè? Een nieuwe wereldburger, zeg maar, meneer Van Meenen.

De heer Van Meenen (D66):

Voorzitter. Wilt u zo vriendelijk zijn het VAO Mbo en praktijkonderwijs inclusief stemmingen nog deze week in te roosteren?

De voorzitter:

Is een meerderheid het ermee eens eigenlijk? Dat geldt voor alle VAO's. Oké, dank u wel meneer Van Meenen.

Dan ga ik naar mevrouw Van Kooten-Arissen. Gaat uw gang.

Mevrouw Van Kooten-Arissen (vKA):

Voorzitter, dank u wel. Er is wat onduidelijkheid ontstaan over de aanvraag van het debat over het rapport Ongekend onrecht van de ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag. Ik vroeg op 20 januari om steun aan de Kamer. Ik citeer even wat ik toen vroeg. Ik zei: "Ik vraag steun van de Kamer om dat debat, dat gelukkig nog niet afgevoerd is van de lijst, voor het verkiezingsreces in te plannen." De voorzitter constateerde dat ik daar steun voor had. Maar feit is dat het niet ingepland is. Het is niet ingepland voor het verkiezingsreces, hoewel ik daar een meerderheid voor had. We hebben ook nog de stapel vragen aan en antwoorden van het kabinet over het rapport. We hebben een notaoverleg gehad. Daar stond het niet op de agenda. We hebben morgen een algemeen overleg dat gaat over het herstel. Dat gaat niet over het rapport Ongekend onrecht en alles wat er gebeurd is. Dus ik vraag opnieuw steun aan de Kamer om dit in te plannen voor de verkiezingen.

De voorzitter:

Wie hierover? Ik zie mevrouw Leijten en de heer Omtzigt. Mevrouw Leijten.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Wij hebben er toen steun voor gegeven om dat nog voor de verkiezingen te bespreken en dat is nog steeds zo. Gelukkig hebben we morgen over de voortgang van die compensatieregeling, waarbij ook nog van alles mis is, wel een debat. Ik hoop dat het lukt, maar voor de ouders die kijken: over dit ontzettende moeras van die compensatieregeling gaan we in ieder geval, wat de uitkomst van dit ordedebat ook is, morgen wel spreken.

De voorzitter:

Maar het verzoek nu is om een debat in te plannen. Dus om allerlei misverstanden te voorkomen, moet ik ook gewoon gaan tellen.

Mevrouw Leijten (SP):

Zeker, voorzitter, dat begrijp ik heel erg goed. Maar ik wilde toch even van de gelegenheid gebruikmaken. Onze steun heeft het. We gaan ook nog coronadebatten inplannen. We zouden er wellicht creatief mee kunnen omgaan. Dat is wat de meerderheid hier beslist. Mocht het niet lukken, dan zeg ik wel tegen de ouders thuis die denken "en ik dan?": we gaan gelukkig morgen wel daarover in debat.

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. We hebben op 22 januari, na de aanvraag van het debat, een gecombineerd debat gehad over het aftreden van het kabinet en over het rapport. Dat heeft een hele dag geduurd. Het is ook geëindigd in onder andere de vraag naar een parlementaire enquête, waar nog over gestemd wordt. Ik noem de vraag aan de Venetië-Commissie, de vraag over een staatscommissie en een aantal andere toezeggingen van het kabinet. Daarbij zijn overigens ook de stukken die mevrouw Van Kooten-Arissen laat zien, geagendeerd geweest. Mevrouw Leijten en ik hebben daar destijds op gewezen en wij hebben daar vragen over gesteld. Vorige week is er een debat geweest over de zwarte lijsten. Dat heeft meer dan een halve dag geduurd. Het ging over hoe deze mensen en andere mensen in die systemen vermalen werden. Mevrouw Van Kooten-Arissen was daar helaas niet bij aanwezig.

Mevrouw Van Kooten-Arissen (vKA):

Ik zat bij de Kiesraad.

De voorzitter:

Nee, nee, mevrouw Van Kooten-Arissen.

Mevrouw Van Kooten-Arissen (vKA):

Daar kon ik helaas niet bij aanwezig zijn. Ik zat bij de Kiesraad.

De voorzitter:

Nee, de heer Omtzigt heeft het woord.

De heer Omtzigt (CDA):

Deze week hebben wij zowel een wetgevingsoverleg over de suppletoire begroting, dus over het extra geld dat voor de ouders en de kinderen is uitgetrokken, als een debat over de hersteloperatie en over hoe die wel of vooral niet goed verloopt. De suggestie dat wij het hier niet over zouden hebben, kan ik dus nog niet helemaal volgen. Wat mij betreft hoeft er naast dat debat deze week niet nog een extra debat te worden gevoerd. Over anderhalf tot twee maanden zouden wij de voortgangsrapportage krijgen over hoe het met al die zaken staat. Dan wil ik er hier zeker weer over spreken, want dit is niet voorbij. Maar dat hoeft niet morgen, voorzitter.

De voorzitter:

Dus voorlopig niet.

Mevrouw Van Kooten-Arissen (vKA):

Spreekt u ook namens de heer Van Dam?

De voorzitter:

Mevrouw Van Kooten-Arissen!

Mevrouw Van Kooten-Arissen (vKA):

Hij heeft aangeven dat hij erover wil debatteren.

De voorzitter:

Nee. Om misverstanden te voorkomen: de heer Omtzigt zegt dat er een aantal overleggen zijn geweest en dat er voorlopig geen debat hierover hoeft plaats te vinden. De heer Omtzigt zit bij alle procedurevergaderingen.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Ik wens even een punt van orde te maken als vicevoorzitter van onze fractie. Wat mevrouw Van Kooten-Arissen net zei, klopt niet. Zij zegt even tussen neus en lippen door in de microfoon dat zij een ander geluid heeft gehoord van de heer Van Dam. Zo doen we dit niet. Ik vind het niet kies om hier op deze manier een leugen de zaal in te gooien. Daar wilde ik even een persoonlijk feit van maken.

De voorzitter:

U heeft uw punt gemaakt. Ik ga naar de heer Azarkan, dan de heer Krol en dan mevrouw Lodders.

De heer Azarkan (DENK):

Wat collega Omtzigt zegt klopt. We hebben een aantal overleggen gehad waarin over allerlei onderwerpen is gesproken. Ik zeg erbij dat dit een ontzettend groot thema is dat in de samenleving leeft. Ik ben echt van plan om het te steunen, omdat we afspraken hebben gemaakt. De vorige keer hebben we een gecombineerd debat gehad: het aftreden, het demissionair worden van de regering in combinatie met de toeslagenaffaire. Het waren twee debatten ineen. Ik denk dat we er recht aan doen als we er toch nog een keer een plenair debat over organiseren. Dat mag van mij ook volgende week.

De voorzitter:

U steunt het verzoek. Ik ga naar de heer Krol en dan mevrouw Lodders.

De heer Krol (Krol):

Mevrouw de voorzitter. Ik ben het geheel met de collega van DENK eens. Hoewel meneer Omtzigt ongetwijfeld gelijk heeft, is dit zo belangrijk dat ik het toch van harte steun.

De voorzitter:

Mevrouw Lodders namens de VVD.

Mevrouw Lodders (VVD):

Voorzitter. Het is ontzettend belangrijk, niet in de eerste plaats voor ons, maar wel voor de ouders die dit volgen. Ik sluit mij toch aan bij de woorden van de heer Omtzigt. We hebben er een aantal debatten over gehad. Wat ik aan zijn punt zou willen toevoegen, is het verzoek om voor 1 april in ieder geval een brief van het kabinet te ontvangen met de voortgang rond de toezeggingen en de aangenomen moties uit het laatste debat dat we over de POK hebben gehad.

De voorzitter:

En dan?

Mevrouw Lodders (VVD):

Dan kunnen we ook die brief bij het debat betrekken.

De voorzitter:

En verder?

Mevrouw Lodders (VVD):

Voor het overige sluit ik mij aan bij de woorden van de heer Omtzigt.

De voorzitter:

Begrijp ik het goed dat afhankelijk daarvan wordt besloten om wel of niet een debat in te plannen? Dit luistert heel nauw. Ik weet dat heel veel mensen hierbij betrokken zijn.

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. Er is een debat gevraagd. Het kabinet heeft gezegd rond mei/juni met die voortgang te komen. Daarna wil ik graag dat debat houden over hoe het ermee gaat.

De voorzitter:

Oké, dan is dat helder.

De heer Omtzigt (CDA):

Dat was mijn voorstel.

De voorzitter:

Dan zie ik de heer Bisschop, de heer Van Raan en de heer Van Weyenberg. Eerst de heer Bisschop namens de SGP.

De heer Bisschop (SGP):

Voorzitter. Het is inderdaad een heel aangelegen punt. Het is ook goed dat er op verschillende manieren en vanuit verschillende invalshoeken over dit onderwerp gesproken wordt. De heer Omtzigt heeft keurig uiteengezet hoe het nu uitgelijnd is. Dat lijkt mij de koninklijke weg en die moeten we gewoon blijven begaan.

De voorzitter:

De heer Van Raan en dan de heer Van Weyenberg.

De heer Van Raan (PvdD):

Voorzitter. Steun voor de aanvraag.

De voorzitter:

De heer Van Weyenberg namens D66. De heer Van Raan sprak natuurlijk namens de Partij voor de Dieren.

De heer Van Weyenberg (D66):

Voorzitter. Ik sluit me aan bij de sprekers die zeggen dat we de afgelopen weken al een aantal debatten hebben gehad. Deze week praten we over het extra geld dat echt nodig is én over de hersteloperatie. Op een later moment, als we weten wat het kabinet gaat doen met de tientallen moties die we terecht hebben aangenomen, kunnen we opnieuw op de POK terugkomen. Dat verdient het onderwerp, maar dat hoeft niet voor het reces.

De voorzitter:

Even kijken wie het snelst bij de microfoon is. De heer Van Otterloo namens 50PLUS.

De heer Van Otterloo (50PLUS):

Voorzitter. Gelukkig hebben we elke week een debat over de gevolgen van de toeslagenaffaire. Wat ons betreft zou volgende week of de week daarop een debat kunnen worden gehouden. Daarom hebben we ook gevraagd om het reces met een week uit te stellen, maar dat is helaas niet gevolgd.

Mevrouw Agema (PVV):

Morgen kunnen we het betrekken bij het algemeen overleg. Overmorgen kunnen we dan een voortgezet algemeen overleg houden. Voor de rest sluiten we ons aan bij het voorstel van de heer Omtzigt.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Voorzitter. Het is belangrijk dat die compensaties nu zo snel mogelijk worden uitbetaald. Morgen is daar een debat over. Verder volgen we de lijn van de heer Omtzigt.

De heer Nijboer (PvdA):

Voorzitter. Vorige week hebben we het gehad over discriminatie. We hebben echt uitgebreid gesproken over wanneer we wat zouden doen. Dit is echt geen coalitie-oppositieding. Morgen hebben we het echt uitgebreid over de kinderopvangtoeslag. Daarna hebben we het er ook weer een keer plenair over, wat mij betreft niet pas in mei of juni, maar wat eerder. Mevrouw Van Kooten-Arissen heeft gewoon een mailtje gestuurd naar mensen, die bang zijn gemaakt dat de Kamer het wou blokkeren. Dat vind ik gewoon nergens op lijken. Daarom steun ik dit voorstel niet.

De voorzitter:

Tot slot de heer Van der Lee namens GroenLinks. Bij de andere microfoon! Ik wil eerst even iedereen de gelegenheid geven om te reageren, mevrouw Van Kooten-Arissen.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ik wou alleen maar even benadrukken dat het belangrijk is dat de Kamer op dit belangrijke onderwerp eensgezind optrekt. Dat is tot nog toe heel goed gelukt. In dat opzicht kan ik mij ook vinden in wat nu de meerderheid zegt. De debatten die hierover al gepland staan — morgen twee — moeten we vooral doen en op een geëigend moment volgt er nog een keer een breder debat. Dat is aangevraagd, maar dat hoeft niet per se deze week.

De voorzitter:

Mevrouw Van Kooten-Arissen …

Mevrouw Van Kooten-Arissen (vKA):

Voorzitter, ik had gewoon echt steun om het voor de verkiezingen in te plannen!

De voorzitter:

Ja, dat blijft.

Mevrouw Van Kooten-Arissen (vKA):

Blijkbaar hebben allerlei partijen zich laten ompraten.

De voorzitter:

Nee, niet uitlokken alstublieft! Niet op dit dossier!

Mevrouw Van Kooten-Arissen (vKA):

Ik heb geen mensen bang gemaakt. Dat wil ik echt … Ik heb geen mensen bang gemaakt. Het is goed gebruik dat er over een rapport van een ondervragingscommissie gewoon plenair …

De voorzitter:

Dat doen we ook!

Mevrouw Van Kooten-Arissen (vKA):

… gedebatteerd wordt, zonder beperking van spreektijd, want morgen in het AO is de spreektijd ook weer beperkt tot vier minuten.

De voorzitter:

U heeft uw punt gemaakt.

Mevrouw Van Kooten-Arissen (vKA):

Dat AO gaat over het herstel en niet over terugkijken, over leren wat er allemaal verkeerd is gegaan en hoe we daar lessen uit trekken voor de toekomst.

De voorzitter:

Dank u wel. In elk geval is er in de Kamer zeker steun voor een debat. Dat debat blijft ook staan, want die steun is eerder uitgesproken, maar het vindt op een later moment plaats. Er zijn debatten gevoerd en deze week vinden er weer debatten plaats. De moties die zijn ingediend, worden later door het kabinet becommentarieerd en er is ook om een brief gevraagd voor 1 april. Ik stel dus voor om het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Ik ga naar de heer Wilders namens de PVV.

De heer Wilders (PVV):

Voorzitter. We hebben dadelijk een kort coronadebat over de avondklok. De vraag is om daar ook vandaag nog over te stemmen. Dat hoeft niet hoofdelijk.

De voorzitter:

Dat debat gaat alleen over de avondklok en als spreektijd zou ik zeggen twee minuten.

De heer Wilders (PVV):

Ja, een kort debat over de avondklok, wat mij betreft met inderdaad twee minuten spreektijd. Als het kabinet die niet had verlengd, zou die morgen om 4.30 uur vervallen, geloof ik. We moeten dus de kans hebben om de verlenging tegen te houden en daarover ook een eventuele motie in te dienen.

De voorzitter:

Ja. Volgens mij is daar al een vooraankondiging van gemaakt.

De heer Azarkan namens DENK.

De heer Azarkan (DENK):

Dank, voorzitter. We spraken in het vragenuurtje al over een rapport van Amnesty International, waaruit blijkt dat de strijd tegen terrorisme ertoe bijdraagt dat moslims worden gediscrimineerd en dat de haat tegen moskeeën toeneemt. Ik wil ook graag met de minister van Justitie en Veiligheid een debat over hoe de regels en de wetten die we in Nederland aannemen, ertoe bijdragen dat moslims worden gediscrimineerd en onheus bejegend.

De voorzitter:

Wie hierover? In de aankondiging van uw verzoek staat "met de minister van Binnenlandse Zaken", maar u bedoelt …

De heer Azarkan (DENK):

… én de minister van Justitie en Veiligheid. Ik voeg hem even toe.

De voorzitter:

O, beide? Oké. De heer Van Weyenberg namens D66.

De heer Van Weyenberg (D66):

Steun om daarover te debatteren. Dat hoeft van mij niet deze week, want ik wil in ieder geval ook graag een kabinetsreactie op dat rapport van Amnesty.

De voorzitter:

Oké.

De heer Azarkan (DENK):

Zeker. Het hoeft ook niet deze week.

De voorzitter:

Nee, niet reageren op elkaar! Eerst even kijken of er een meerderheid is. Mevrouw Van Toorenburg namens het CDA en dan de heer Bisschop.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Voorzitter. Een brief is prima en dan wil ik later kijken of ik er een apart debat over zou willen voeren of dat ik het bij een ander debat over racisme, discriminatie, terrorisme of anderszins kan betrekken.

De heer Bisschop (SGP):

Voorzitter. Ik sluit mij daar graag bij aan. Ik wil graag een kabinetsreactie op dit rapport en dan besluiten we daarna of een debat daarover zinvol is of niet.

De voorzitter:

Voorlopig geen steun dus. Mevrouw Leijten, de heer Van der Lee en dan mevrouw Tellegen.

Mevrouw Leijten (SP):

De heer Azarkan heeft het net aan de orde gesteld in het vragenuur en de regering heeft ook gezegd dat het niet acceptabel is als dit het gevolg is. Ze komen met een reactie. Wij wachten die graag af en willen die dan zo snel mogelijk bespreken. Dat kan in een plenair debat of in een AO, maar ik weet niet wat er precies gepland staat.

De voorzitter:

Dus voorlopig even niet.

Mevrouw Leijten (SP):

Precies. Het lijkt me in ieder geval wel wenselijk dat die kabinetsreactie er snel kan zijn. Dan kunnen we daarna een goede procedure afspreken.

De voorzitter:

Ja. De heer Van der Lee namens GroenLinks en dan mevrouw Tellegen namens de VVD.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ik sluit mij aan bij mevrouw Leijten.

Mevrouw Tellegen (VVD):

Eerst een brief, een reactie, en dan kijken we verder.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Ik ook, voorzitter.

De voorzitter:

Dan heeft u geen steun, meneer Azarkan.

De heer Azarkan (DENK):

Ook geen 30 leden?

De voorzitter:

Nee.

De heer Azarkan (DENK):

Jammer. Een belangrijk onderwerp.

De voorzitter:

Dank u wel.

Dan ga ik naar mevrouw Sazias, maar die zie ik niet. Dan gaat de heer Van Otterloo haar waarnemen, begrijp ik? Dat kan bij de interruptiemicrofoon. Het is een vooraankondiging, begrijp ik.

De heer Van Otterloo (50PLUS):

Dit is het bal van de vervangers, begrijp ik. Wij zouden graag zien dat het AO dat morgen wordt gehouden, wordt gevolgd door een VAO, omdat er moties zijn voorgenomen.

De voorzitter:

Allemaal deze week, zie ik.

Mevrouw Karabulut namens de SP.

Mevrouw Karabulut (SP):

Ik wil graag een vooraankondiging doen van het agenderen van het verslag schriftelijk overleg NAVO Defensie Ministeriële deze week, inclusief stemmingen. Dat moet echt deze week, omdat die bijeenkomst volgende week is en het kabinet als demissionair kabinet mogelijk even 80 militairen naar Afghanistan wil sturen.

De voorzitter:

Dank u wel.

Dan ga ik naar meneer Van der Lee namens GroenLinks. Hij spreekt namens mevrouw Kröger, zie ik.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ja, dank. Twee vooraankondigingen, allereerst over het VAO Leefomgeving. Het AO is donderdagochtend gepland. We zouden toch graag de gelegenheid hebben om eventueel een motie in te dienen en te stemmen.

Dat geldt ook voor een VAO over de initiatiefnota van de leden Klaver en Kröger over de tijdelijke testsamenleving. Dat AO is morgen ingepland.

De voorzitter:

Dank u wel.

Mevrouw Diertens namens D66.

Mevrouw Diertens (D66):

Voor mij dezelfde vraag. Ik ben heel blij met het inplannen van mijn initiatiefnota over een gezonde leefstijl. Ik zou ook een vooraankondiging willen indienen voor een VAO met stemmingen deze week.

De voorzitter:

Oké. Ik zie een stuk of negen verzoeken die deze week moeten plaatsvinden. Ik heb geen idee, maar we gaan kijken.

De heer Ziengs namens de VVD; nee, namens de commissie voor Binnenlandse Zaken.

De heer Ziengs (VVD):

Voorzitter. Vorige week of twee weken terug dacht u nog dat het de laatste keer zou zijn.

De voorzitter:

Neem deze microfoon, anders horen wij u niet.

De heer Ziengs (VVD):

Is die beter?

De voorzitter:

Ja, die is beter. U mag altijd hier staan. Dat is een uitzondering voor de heer Ziengs.

De heer Ziengs (VVD):

Nee, dat weet ik. Dat was veertien dagen geleden en dat was zo komisch. Ik denk: ik doe het nu maar vanaf deze plaats.

Ik sta hier inderdaad weer vanuit mijn positie als voorzitter van de vaste Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken. Ik heb weer een opdracht meegekregen. Het gaat om omgevingsbeleid. De aanvraag is om daarover weer een VSO op de agenda te zetten, inclusief stemmingen.

De voorzitter:

Oké. Ook deze week, begreep ik.

De heer Ziengs (VVD):

Deze week, ja.

De voorzitter:

Het maakt toch niks meer uit. Dank u wel, meneer Ziengs.

Ik zie de heer Van Weyenberg namens D66.

De heer Van Weyenberg (D66):

Voorzitter. Namens mijn collega Bergkamp wil ik graag verzoeken een VSO over de toekomstvisie transgenderzorg in te plannen deze week, inclusief stemmingen. Ik zie u alweer kijken, voorzitter. Ik zal al mijn collega's adviseren korte moties te maken en die heel snel voor te lezen.

De voorzitter:

Natuurlijk. Dank u wel, meneer Van Weyenberg.

We gaan kijken wat we allemaal kunnen doen. Dank jullie wel. Daarmee zijn we ook aan het einde gekomen van de regeling van werkzaamheden. Ik schors de vergadering voor enkele ogenblikken en dan gaan we een debat houden over de avondklok. Dat moet echt voor de avondklok afgelopen zijn. Dat is hier 19.00 uur.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven