Besluit van 20 december 2012, houdende wijziging van het Besluit algemene rechtspositie politie, het Besluit bezoldiging politie en het Besluit reis-, verblijf-, en verhuiskosten politie in verband met het arbeidsvoorwaardenbeleid van de politietop

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 18 oktober 2012, nr. 313376;

Gelet op artikel 47, eerste lid, van de Politiewet 2012;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 15 november 2012, nr. W03.12.0432/II);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 18 december 2012, nr. 333228;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit algemene rechtspositie politie wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 10 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 7. De akte van aanstelling van de ambtenaar wiens salarisschaal 15 of hoger is, vermeldt ook:

    • a. de eventuele verplichting tot verhuizing vanwege het woonplaatsvereiste;

    • b. de eventuele toekenning van een periodieke toelage, als bedoeld in artikel 20a van het Besluit bezoldiging politie; en

    • c. de toekenning van de tegemoetkoming representatiekosten, als bedoeld in artikel 20 van het Besluit bezoldiging politie.

B

Aan artikel 12, derde lid, wordt toegevoegd:

De arbeidstijd van de ambtenaar wiens salarisschaal 15 of hoger is, bedraagt gemiddeld 39,6 uur per week.

C

Artikel 66 komt te luiden:

Artikel 66

  • 1. De politiechef van een regionale eenheid is woonachtig in het werkgebied van de betreffende regionale eenheid.

  • 2. Onze Minister kan een ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid.

  • 3. Indien een politiechef geen ontheffing krijgt, verhuist hij binnen een jaar naar het werkgebied van de betreffende regionale eenheid. Dit jaar kan met een jaar worden verlengd als de politiechef er aantoonbaar niet in slaagt zijn woning te verkopen.

D

Aan artikel 74 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Dit artikel is niet van toepassing op de ambtenaar wiens salarisschaal 15 of hoger is.

ARTIKEL II

Het Besluit bezoldiging politie wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 8 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Bij de aanstelling van de korpschef wordt zijn salaris vastgesteld conform bijlage IA.

B

Artikel 12 komt te luiden:

Artikel 12

  • 1. Bij bijzondere prestaties kan een gratificatie worden toegekend.

  • 2. Het eerste lid is niet van toepassing op de ambtenaar wiens salarisschaal 15 of hoger bedraagt.

C

Aan artikel 14 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 5. Het eerste tot en met vierde lid zijn niet van toepassing op de ambtenaar wiens salarisschaal 15 of hoger bedraagt.

D

Aan artikel 15 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 7. Het eerste en het tweede lid zijn niet van toepassing op de ambtenaar wiens salarisschaal 15 of hoger bedraagt.

E

Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het eerste lid wordt na «heeft bereikt» toegevoegd: indien de salarisschaal niet meer dan schaal 14 bedraagt.

2. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. De toelage bedraagt voor de ambtenaar:

    • a. ingedeeld in schaal 1 tot en met 9 van bijlage I van dit besluit: ten hoogste 6% van het voor de ambtenaar geldende maximumsalaris;

    • b. ingedeeld in schaal 10, 11, 12 of 13 van bijlage I van dit besluit: ten hoogste 9% van het voor de ambtenaar geldende maximumsalaris;

    • c. ingedeeld in schaal 14 van bijlage I van dit besluit: ten hoogste 12% van het voor de ambtenaar geldende maximumsalaris.

F

Na artikel 16 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 16a

  • 1. Aan de ambtenaar wiens salarisschaal 15 of hoger is kan het bevoegd gezag een incidentele toelage toekennen vanwege uitzonderlijke prestaties die het voldoende functioneren overtreffen.

  • 2. De toekenning uit het eerste lid is alleen mogelijk in de volgende situaties:

    • a. het behalen van uitzonderlijke resultaten waarover vooraf werk- en prestatieafspraken zijn gemaakt; of

    • b. het leveren van eenmalige onvoorziene uitzonderlijke prestaties.

  • 3. De incidentele toelage bedraagt op jaarbasis maximaal één maandsalaris.

G

Aan artikel 18 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 11. Het eerste lid is niet van toepassing op de ambtenaar wiens salarisschaal 15 of hoger bedraagt.

H

Artikel 19 komt te luiden:

Artikel 19

  • 1. Aan de ambtenaar kan een toelage worden toegekend om reden van werving of behoud tot een maximum van € 45.400,– per kalenderjaar.

  • 2. Het eerste lid is niet van toepassing op de ambtenaar wiens salarisschaal 15 of hoger bedraagt.

I

Artikel 20 komt te luiden:

Artikel 20

  • 1. Aan de ambtenaar kan als tegemoetkoming in de representatiekosten een toelage worden toegekend tot een maximum van 5% van het salaris.

  • 2. De ambtenaar die een vergoeding als bedoeld in het eerste lid ontvangt, kan de volgende kosten niet declareren:

    • a. kosten in verband met aanschaf van kleding en schoeisel;

    • b. kosten in verband met aanpassing en inrichting van de eigen woning;

    • c. kosten in verband met persoonlijke verzorging;

    • d. kosten in verband met ontvangsten van bescheiden omvang in de eigen woning;

    • e. fooien;

    • f. het aanbieden van een drankje en rookwaar aan een zakenrelatie tijdens een bespreking, anders dan een lunch of een diner;

    • g. het aanbieden van attenties of geschenken ter zake van recepties, jubilea en dergelijke aan medewerkers, collega’s of zakenrelaties;

    • h. vakliteratuur, abonnementen en kantoorbenodigdheden, voor zover deze niet rechtstreeks door de werkgever worden betaald;

    • i. contributies vakvereniging, niet zijnde een beroepsvereniging.

J

Na artikel 20 wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 20a

  • 1. Aan een ambtenaar wiens salarisschaal 15 of hoger is, kan een periodieke toelage worden toegekend door het bevoegd gezag in het kader van de individuele ontwikkeling in de functie, het individueel structureel goed functioneren, werving en behoud of een andere gewichtige reden.

  • 2. De maximale hoogte van de periodieke toelage is voor:

    • a. de landelijke korpschef € 21.000,– per jaar;

    • b. korpsleiding, plaatsvervangend korpschef en politiechefs 11% van het persoonlijke salaris per jaar;

    • c. overige ambtenaren van schaal 15 tot en met 18 11% van het persoonlijke salaris per jaar.

  • 3. Het besluit tot toekennen en de hoogte van de periodieke toelage zal jaarlijks aan het eind van elk kalenderjaar opnieuw worden getoetst.

K

Aan artikel 25a wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Dit artikel is niet van toepassing op de ambtenaar wiens salarisschaal 15 of hoger bedraagt.

L

Aan artikel 26 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 5. Dit artikel is niet van toepassing op de ambtenaar wiens salarisschaal 15 of hoger bedraagt.

M

Aan artikel 27 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 17. Dit artikel is niet van toepassing op de ambtenaar wiens salarisschaal 15 of hoger bedraagt.

N

Bijlage I wordt vervangen door bijlage II bij dit besluit.

ARTIKEL III

In het Besluit reis-, verblijf-, en verhuiskosten politie wordt na artikel 31, een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 31a Tijdelijke tegemoetkoming dubbele woonlasten politiechef

  • 1. In aanvulling op artikelen 29 tot en met 31, omvat de verhuiskostenvergoeding in geval van dubbele woonlasten voor een politiechef van een regionale eenheid als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel h, van de Politiewet 2012, welke tussen 1 januari 2013 en 1 januari 2014 een verzoek daartoe indient, een tegemoetkoming in de kosten voor de duur van ten hoogste twee jaar. Indien de politiechef voordat hij aanspraak maakt op deze tegemoetkoming, gebruik heeft gemaakt van de vergoeding van pensionkosten, bedoeld in artikel 27, tweede lid, wordt de periode waarin daarvan gebruik is gemaakt, in mindering gebracht op de in de eerste zin genoemde maximale duur. Deze periode wordt eerst in mindering gebracht op het eerste jaar, bedoeld in het tweede lid. Tevens vervalt het recht op de vergoeding voor pensionkosten.

  • 2. De tegemoetkoming bestaat uit het bedrag van de daadwerkelijk gemaakte kosten van de huisvesting en bedraagt het eerste jaar ten hoogste 18% en het tweede jaar ten hoogste 15% van de bezoldiging met een maximum van € 1.552,79 per maand.

  • 3. Onder de daadwerkelijk gemaakte kosten van de huisvesting, bedoeld in het tweede lid, worden verstaan:

    • a. het bedrag van de huur van de (tijdelijke) woning in het werkgebied van de regionale eenheid waar de politiechef is aangesteld, vermeerderd met de kosten voor elektriciteit, gas en water; of

    • b. de rente van schulden ter verwerving van de woning in het werkgebied van de regionale eenheid waar de politiechef is aangesteld, vermeerderd met de kosten voor elektriciteit, gas en water.

  • 4. De tegemoetkoming gaat in op de eerste dag van de maand na de benoeming waarop de dubbele woonlasten ontstaan, maar niet eerder dan op de eerste dag van de maand waarop de tegemoetkoming wordt aangevraagd, en eindigt met ingang van de eerste dag van de maand waarin de woning waar de politiechef tot zijn aanstelling woonde, is verkocht, of na afloop van de in het eerste lid bedoelde maximale duur. De datum van verkoop wordt bepaald op de dag dat de akte betreffende de overdracht van de woning bij de notaris is gepasseerd.

  • 5. De tegemoetkoming wordt slechts verleend indien:

    • a. de politiechef in het werkgebied van de regionale eenheid binnen een jaar na zijn aanstelling een woning huurt of koopt; en

    • b. de woning waar de politiechef tot zijn aanstelling woonde kenbaar in de verkoop staat en de rente van de schulden ter verwerving van die woning drukt op het huishouden van de politiechef.

  • 6. De eventuele verschuldigde loon- en inkomstenbelasting over de tegemoetkoming worden door de regionale eenheid aan de politiechef vergoed.

ARTIKEL IV

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2013. Indien het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst, uitgegeven wordt na 31 december 2012, treedt het in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst, en werkt zij terug tot en met 1 januari 2013.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

’s-Gravenhage, 20 december 2012

Beatrix

De Minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten

Uitgegeven de zevenentwintigste december 2012

De Minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten

Bijlagen

Bijlage I bij artikel II, onderdeel A

Bijlage IA bij artikel 8, derde lid, Besluit bezoldiging politie

schaal

Salaris

19

€ 9098,26

Bijlage II bij artikel II, onderdeel N

Bijlage I bij artikel 8, eerste lid, Besluit bezoldiging politie op basis van 36 urige werkweek

 

schaal

                                 

bedrag in €

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

17

18

 

1.312,00

0

0

                               

1.312,00

1.378,00

1

1

                               

1.378,00

1.445,00

2

2

0

                             

1.445,00

1.536,00

3

3

1

0

                           

1.536,00

1.624,00

4

4

2

1

                           

1.624,00

1.704,00

5

5

3

2

0

0

                       

1.704,00

1.776,00

6

6

4

3

1

1

0

                     

1.776,00

1.837,00

7

7

5

4

   

1

                     

1.837,00

1.911,00

8

8

6

5

2

2

                       

1.911,00

1.973,00

9

9

7

6

3

3

2

                     

1.973,00

2.036,00

10

10

8

7

4

                         

2.036,00

2.099,00

 

11

9

8

5

4

3

0

                   

2.099,00

2.150,00

 

12

10

9

6

5

                       

2.150,00

2.209,00

 

13

11

10

7

6

4

1

0

                 

2.209,00

2.284,00

   

12

11

8

7

5

                     

2.284,00

2.341,00

   

13

12

9

8

 

2

1

                 

2.341,00

2.396,00

   

14

13

10

 

6

 

2

                 

2.396,00

2.471,00

     

14

11

9

7

3

3

0

               

2.471,00

2.528,00

       

12

10

8

4

 

1

               

2.528,00

2.571,00

       

13

11

                       

2.571,00

2.616,00

       

14

12

9

5

4

                 

2.616,00

2.668,00

         

13

10

   

2

               

2.668,00

2.724,00

         

14

11

6

5

                 

2.724,00

2.796,00

           

12

7

 

3

               

2.796,00

2.867,00

           

13

8

6

                 

2.867,00

2.953,00

           

14

9

7

4

               

2.953,00

3.019,00

             

10

 

5

0

             

3.019,00

3.094,00

             

11

8

                 

3.094,00

3.138,00

                 

6

1

             

3.138,00

3.182,00

             

12

9

                 

3.182,00

3.231,00

                 

7

2

             

3.231,00

3.281,00

             

13

10

                 

3.281,00

3.347,00

             

14

 

8

3

             

3.347,00

3.360,00

               

11

                 

3.360,00

3.460,00

               

12

9

4

             

3.460,00

3.564,00

               

13

10

5

0

           

3.564,00

3.659,00

               

14

11

6

1

           

3.659,00

3.770,00

                 

12

7

2

           

3.770,00

3.882,00

                 

13

8

3

0

         

3.882,00

3.987,00

                 

14

9

4

1

         

3.987,00

4.092,00

                   

10

5

2

         

4.092,00

4.196,00

                   

11

6

3

0

       

4.196,00

4.297,00

                   

12

7

4

1

       

4.297,00

4.399,00

                   

13

8

5

2

       

4.399,00

4.507,00

                   

14

9

6

3

0

     

4.507,00

4.576,00

                     

10

7

4

1

     

4.576,00

4.681,00

                     

11

8

5

2

     

4.681,00

4.812,00

                     

12

9

6

3

0

   

4.812,00

4.942,00

                     

13

10

7

4

1

   

4.942,00

5.074,00

                     

14

11

8

5

2

   

5.074,00

5.205,00

                       

12

9

6

3

0

 

5.205,00

5.337,00

                       

13

10

7

4

1

 

5.337,00

5.475,00

                       

14

11

8

5

2

 

5.475,00

5.617,00

                         

12

9

6

3

0

5.617,00

5.763,00

                         

13

10

7

4

1

5.763,00

5.939,00

                         

14

11

8

5

2

5.939,00

6.120,00

                           

12

9

6

3

6.120,00

6.308,00

                           

13

10

7

4

6.308,00

6.500,00

                           

14

11

8

5

6.500,00

6.700,00

                           

  15

12

9

6

6.700,00

6.906,00

                             

13

10

7

6.906,00

7.118,00

                             

14

11

8

7.118,00

7.337,00

                             

  15

12

9

7.337,00

7.564,00

                               

13

10

7.564,00

7.797,00

                               

14

11

7.797,00

8.039,00

                               

15

12

8.039,00

8.278,00

                                 

13

8.287,00

8.493,00

                                 

14

8.493,00

8.700,00

                                 

15

8.700,00

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

De afgelopen jaren staat het uit publieke middelen gefinancierde inkomen steeds meer onder politieke en maatschappelijke druk. Mede hierdoor is er voor openbare functies een maximum inkomensnorm vastgesteld (de zogenaamde voor de publieke en semipublieke sector geldende maximum inkomensnorm, in het dagelijks spraakgebruik ook wel aangeduid als «130% norm»). Ook het hoogste management bij de politie vervult in dat kader een voorbeeldfunctie en zal hieraan moeten voldoen. Hiervoor is voor de top van de politie (schalen 15 en hoger) een nieuw uitputtend pakket (financiële) arbeidsvoorwaarden tot stand gebracht. Deze regeling past binnen de kaders van het wetsvoorstel Wet normering topinkomens (Kamerstukken I 2011/2012, 32 600, A). Met dit besluit zijn in het Besluit algemene rechtspositie politie (Barp), het Besluit bezoldiging politie (Bbp) en het Besluit reis-, verblijf-, en verhuiskosten politie de bij het nieuwe beloningssysteem behorende wijzigingen doorgevoerd.

Het zogenaamde BAPT uit 2006/2007 (Beleidskader arbeidsvoorwaarden Politietop) waarin voor een deel overeenkomstige bepalingen waren opgenomen, is met de komst van dit beleid en daaruit volgende regelgeving vervallen.

Bij het opstellen van dit arbeidsvoorwaardenbeleid zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:

  • er is een duidelijk plafond;

  • het inkomen bestaat voor het leeuwendeel uit het salaris.

Toelagen en vergoedingen kunnen aanvullend op het maandsalaris worden toegekend, maar hebben altijd een directe relatie met een prestatie, kosten of een aantoonbare arbeidsmarktsituatie.

De doelgroep van deze afspraken betreft de functionarissen die behoren tot de leiding van de politieorganisatie en tewerkgesteld zijn in een functie met een organieke salarisschaal vanaf schaal 15 die ook daadwerkelijk is toegekend. Het hoeft geen managementfunctie te betreffen; het betreft alle functies waarbij minimaal schaal 15 van toepassing is.

Over de inwerkingtreding is afgesproken dat dit nieuwe pakket arbeidsvoorwaarden gelijktijdig in zou gaan met de inwerkingtreding van de Politiewet 2012. Er is niet voorzien in een overgangsregeling. Deze regeling past bij het huidige tijdsbeeld van versobering en bezuinigingen. Daarbij past een snelle effectuering van de afspraken.

Over de inhoud van deze algemene maatregel van bestuur is overeenstemming bereikt met de vakorganisaties.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A

In het aanstellingsbesluit van functionarissen met schaal 15 of hoger zal, naast de gewone onderdelen ook opgenomen worden of ze een verhuisverplichting hebben in verband met het woonplaatsvereiste en de eventuele toekenning en hoogte van een periodieke toelage en een tegemoetkoming in de representatiekosten. Bij verandering in de rechtspositie door pro- of demotie, of verandering van functie wordt het bovenstaande vastgelegd in een nieuw besluit.

Artikel I, onderdeel B en artikel II, onderdeel N

In het verleden is gebleken dat functionarissen met schaal 15 of hoger doorgaans de formele betrekkingsomvang van 36 uur willen uitbreiden naar 40 uur per week en dit wordt doorgaans ook gehonoreerd omdat de inhoud van de functie dit ook rechtvaardigt. Om die reden is besloten de functionarissen in schaal 15 of hoger standaard de betrekkingsomvang van 40 uur per week te geven. In de praktijk komt dit neer op een salariëring van 39,6 uur in verband met de 1% die elke politieambtenaar op jaarbasis conform het Barp meer moet werken. De uitbreiding van 36 naar 40 uur wordt opgenomen in het aanstellingsbesluit. Een en ander neemt echter niet weg dat de functionaris het recht behoudt om een beroep te doen op de Wet aanpassing arbeidsduur voor een lagere betrekkingsomvang dan 40 uur. Dit heeft wel gevolgen voor de opbouw van de vakantie-uitkering en de eindejaarsuitkering. De salarisschalen van de sector politie zijn ingericht op een omvang van 36 uur per week. Het salaris van de schalen 15 tot en met 18 conform bijlage I van het Bbp kunnen naar rato individueel worden aangepast naar aanleiding van de formele arbeidsduur van 40 uur.

Aan de schalen 15 tot en met 18 is een periodiek toegevoegd. Naar aanleiding van het Beloningvergelijkingsonderzoek Politietop werd duidelijk dat het management van de politie ten opzichte van functies van vergelijkbare zwaarte (hoewel in totaliteit een goede verhouding qua beloningsniveau) ten aanzien van het zuivere maandinkomen relatief onderaan de vergelijking staat. Dit leidt ertoe dat het kale maandsalaris verhoogd wordt door uitbreiding van het aantal periodieken in de schalen 15 tot en met 18. De betreffende schalen bevatten dan 15 in plaats van 14 periodieken, waarbij deze bedragen gebaseerd zijn op de betrekkingsomvang van 36 uur per week. Indien de betrekkingsomvang wordt verhoogd conform artikel 12, derde lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie, wordt ook het maandsalaris evenredig aan deze verhoging aangepast.

Artikel I, onderdeel C en Artikel III

Exclusief voor de politiechefs van regionale eenheden is besloten een woonplaatsvereiste in te voeren. De aanleiding om hiertoe te komen is de motie Çörüz (CDA) (Kamerstukken II, 2009–2010, 29628, nr. 169), die is aangenomen naar aanleiding van een algemeen overleg met de Tweede Kamer op 16 december 2009. Door middel van deze motie is de regering verzocht voorstellen te doen voor een woonplaatsvereiste voor korpschefs zoals dat ook geldt voor burgemeesters op grond van de Gemeentewet. Een korpschef moet volgens de motie geworteld zijn in de regio waar hij werkzaam is en snel beschikbaar en oproepbaar zijn. Voor de politiechefs van regionale eenheden houdt dit in dat zij, na het aanvaarden van hun functie verplicht zullen worden te gaan wonen in het werkgebied van de regionale eenheid van tewerkstelling. In verband met de generieke, voor elke ambtenaar geldende aanspraken op een tegemoetkoming in de verhuiskosten op grond van het Besluit reis-, verblijf-, en verhuiskosten politie gaat de politiechef bij voorkeur wonen op een enkele reisafstand van maximaal 20 kilometer ten opzichte van de plaats van tewerkstelling. Deze verplichting dient binnen één jaar na benoeming vervuld te zijn. Indien het opleggen van een woonplaatsvereiste aan de functionaris niet opportuun is, heeft de Minister van Veiligheid en Justitie de bevoegdheid voor deze verplichting ontheffing te verlenen. Om deze ontheffing te verlenen, vraagt de minister formeel advies aan de betreffende regioburgemeester en de hoofdofficier van Justitie. De regioburgemeester consulteert desgewenst de overige burgemeesters in de regionale eenheid.

Gezien de huidige economische situatie is het denkbaar dat een politiechef zijn oude woning buiten de regionale eenheid nog niet verkocht heeft maar inmiddels vanwege de verhuisplicht al wel een nieuwe (tijdelijke) woning (bijvoorbeeld een pied-à-terre) is betrokken (koop of huur) in de regionale eenheid. In dat geval is het billijk dat er compensatie is voor de huishouding van de betrokken politiechef. Hiervoor is aangesloten bij de al bestaande regeling die er voor burgemeesters en Commissarissen van de Koningin is. Dit houdt in dat bij dubbele woonkosten, gedurende twee jaar, de politiechef een deel van de daadwerkelijk gemaakte kosten vergoed krijgt. Het kan ook zo zijn dat een politiechef zijn huis buiten de regionale eenheid te koop zet maar daarbij ontheffing van de verhuisplicht aanvraagt en dus nog wel in het huis buiten de regionale eenheid blijft wonen. In dat geval, is het mogelijk dat de uitzondering van artikel 66, tweede lid, Barp, door de minister met een jaar wordt verlengd.

Deze bovenstaande compensatie is alleen tussen 1 januari 2013 en 1 januari 2014 aan te vragen en hiermee dus tijdelijk. De motivering hiervoor is dat de politiechefs die per 1 januari 2013 in dienst treden nu geconfronteerd worden met het woonplaatsvereiste en hier niet van op de hoogte waren bij hun aanwijzing. Na inwerkingtreding van dit artikel weten toekomstige politiechefs van deze verplichting en is het voor hen een afweging welke zij zelf kunnen maken om al dan niet te solliciteren op een functie met dit vereiste.

Ten behoeve van de verplichte verhuizing gelden de diverse tegemoetkomingen die in het Besluit reis-, verblijf-, en verhuiskosten politie zijn opgenomen.

Artikel I, onderdeel D en Artikel II, onderdelen B, C, D, G, H, K, L en M

De afspraak is dat het financiële pakket van de topfunctionarissen van politie na 1 januari 2013 alleen nog maar bestaat uit:

  • 1. salaris, vakantie- uitkering en de structurele eindejaarsuitkering conform art. 25b Bbp;

  • 2. pensioenbijdrage en levensloopbijdrage;

  • 3. periodieke toelage politietop (optioneel, besluit bevoegd gezag);

  • 4. incidentele toelage politietop (optioneel, besluit bevoegd gezag);

  • 5. tegemoetkoming representatiekosten (optioneel, besluit bevoegd gezag).

Op geen van de andere mogelijke toelagen en bijdragen, die in het Barp of Bbp voorkomen, kan een ambtenaar die in schaal 15 of hoger zit, een beroep doen. Deze toelagen zijn of al in zijn salaris verwerkt of er wordt vanuit gegaan dat een functionaris van die schaal geen aanspraak heeft op deze toelage.

Artikel II, onderdeel A

Met de komst van de nationale politie is er bij politie in de beloningssystematiek een extra laag boven schaal 18 ingevoerd. Deze salarisschaal 19 geldt alleen voor de korpschef. De politiechefs van de regionale eenheden, de chefs van landelijke eenheden en andere leden van de landelijke korpsleiding kunnen op zijn hoogst schaal 18 hebben. De opzet van salarisschaal 19 is identiek aan die van de oude salarisschaal die gold voor de Topmanagementgroep van de sector Rijk. Dit houdt in dat salarisschaal 19 maar één salarisbedrag kent; deze salarisschaal bestaat niet uit verschillende periodieken. Het salarisbedrag is vastgesteld op € 9.098,26 bruto per maand op basis van een betrekkingsomvang van 36 uur. Dit bedrag wordt voor de sector politie opgehoogd, omdat het voor de ambtenaren met een functie in schaal 15 of hoger in artikel 12, derde lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie, is vastgelegd dat de betrekkingsomvang in de regel 40 uur per week is. De vaststelling van dit salarisbedrag is geënt op de uitkomsten van het Beloningsvergelijkingsonderzoek Politietop. Daaruit kwam naar voren dat de Luitenant-Generaal Defensie en de Secretarissen-Generaal en Directeuren-Generaal van de sector Rijk exact hetzelfde maandsalaris ontvangen: € 9.098,26 bruto per maand.

Artikel II, onderdeel E

Op grond van artikel 16 kan aan de ambtenaar een toelage worden toegekend. In dit artikel was ook opgenomen dat de toelage aan een ambtenaar met schaal 15 of hoger kon worden toegekend. Echter, deze toelage is met de nieuwe afspraken landelijke arbeidsvoorwaarden politietop voor deze groep niet meer van toepassing. Vandaar dat artikel 16, derde lid, is herschreven.

Artikel II, onderdeel F

Het bevoegd gezag kan (ook in aanvulling op de periodieke toelage van artikel 16) een incidentele toelage toekennen vanwege uitzonderlijke prestaties die het voldoende functioneren overtreffen. De incidentele toelage moet, in tegenstelling tot de periodieke toelage, meer gezien worden als «lik op stuk-beloning» voor het behalen van een specifiek en concreet resultaat in een voorliggende periode. De toekenning van de incidentele toelage is uitsluitend mogelijk indien er sprake is van de volgende twee situaties:

  • 1. het behalen van uitzonderlijke resultaten waarover vooraf werk- en prestatieafspraken zijn gemaakt;

  • 2. het leveren van eenmalige onvoorziene uitzonderlijke prestaties, zoals het oplossen van een crisis.

De incidentele toelage bedraagt op jaarbasis maximaal één maandsalaris. Het bevoegd gezag beslist om dit bedrag of in volle omvang toe te kennen, of een deel daarvan, of op enig later moment te besluiten daar nog een deel aan toe te voegen. De incidentele toelage is pensioengevend en telt mee voor de opbouw van de vakantie-uitkering.

Artikel II, onderdeel I

Voor de kosten die voortvloeien uit de eisen die de uitoefening van zijn functie stelt ten aanzien van het onderhouden van externe contacten, kan aan een ambtenaar een tegemoetkoming representatiekosten worden toegekend van maximaal 5% bruto van het jaarsalaris. Aan artikel 20 is toegevoegd welke kosten niet declarabel zijn voor de ambtenaar indien hij een tegemoetkoming representatiekosten ontvangt. Voor de zakelijk gemaakte kosten die niet zijn opgenomen in de opsomming van het tweede lid, kan de ambtenaar een declaratie indienen. Onterecht betaalde declaraties moeten door de ambtenaar worden terugbetaald.

Artikel II, onderdeel J

Er kan door het bevoegd gezag aan de functionaris een periodieke toelage worden toegekend in het kader van de individuele ontwikkeling in de functie, het individueel (zeer) goed functioneren, werving en behoud of een andere gewichtige reden van het bevoegd gezag. Deze toelage is gedifferentieerd naar aanleiding van het functieniveau. Het bevoegd gezag beslist of de maximale periodieke toelage wordt toegekend. Een lagere toelage is uiteraard mogelijk en tevens kan de toelage stapsgewijs worden toegekend, zodat rekening kan worden gehouden met verschillen in loopbaanperspectief, individuele groei en persoonlijke kwaliteiten. Aan het einde van elk kalenderjaar zal getoetst worden of de toekenning en hoogte van het toelagebedrag voor het komende jaar aangepast moeten worden. De periodieke toelage is pensioengevend en telt mee voor de opbouw van de vakantie-uitkering.

Artikel IV

Op 1 januari 2013 is de Politiewet 2012 in werking getreden en de Nationale Politie van start gegaan. Gezien de motivering voor de invoering van de Nationale Politie was dit symbolisch ook een goed moment om het nieuwe beloningssysteem voor de politietop, welke de invoering van de nationale politie zullen gaan leiden, in te voeren. Vandaar dat is besloten deze afspraken per 1 januari 2013 van kracht te laten worden en de politietop vanaf dat moment volgens dit systeem te belonen.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt met de daarbijbehorende stukken openbaar gemaakt door publicatie in de Staatscourant.

Naar boven