Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Justitie | Staatsblad 2011, 201 | Wet |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Justitie | Staatsblad 2011, 201 | Wet |
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is uitzonderingen op de toepasselijkheid van de positieve fictieve beschikking van de Algemene wet bestuursrecht ingevolge de Dienstenwet in een aantal wetten vast te leggen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Aan artikel 3:10 van de Algemene wet bestuursrecht wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Indien deze afdeling van toepassing is op de voorbereiding van een besluit is paragraaf 4.1.3.3. niet van toepassing.
Artikel 28 van de Dienstenwet wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Het eerste lid is niet van toepassing op de aanvraag om een vergunning, ingesteld bij of ter uitvoering van een verordening of besluit als bedoeld in artikel 288 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
Na het opschrift van Afdeling 3 van hoofdstuk V, Titel III, van de Flora- en faunawet wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Na artikel 111 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op:
a. een aanvraag tot een vergunning als bedoeld in artikel 66;
b. een aanvraag tot een vaststelling van een werkgebied als bedoeld in artikel 81f, en
c. een aanvraag tot een vrijstelling of ontheffing als bedoeld in artikel 107, eerste lid.
Aan artikel 20 van de Handelsregisterwet 2007 wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op een opgave ter inschrijving in het handelsregister.
De Kernenergiewet wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan artikel 15f wordt een lid toegevoegd, luidende:
9. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op de aanvraag om goedkeuring.
B
Aan artikel 17, tweede lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende:
In gevallen als bedoeld in de eerste volzin is met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op de aanvraag om een vergunning.
C
Aan artikel 22, vierde lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende:
Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op de aanvraag om een aanwijzing.
D
Aan artikel 29a, tweede lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende: In gevallen als bedoeld in de eerste volzin is met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op de aanvraag om een vergunning.
E
Aan artikel 33, vierde lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende:
Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op de aanvraag om een aanwijzing.
Aan artikel 25 van de Mijnbouwwet wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op een aanvraag om een vergunning als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a.
In hoofdstuk VIII van de Natuurbeschermingswet 1998 wordt na het opschrift van dat hoofdstuk een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 5 van de Wet ruimtevaartactiviteiten wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op een aanvraag om een vergunning.
Aan artikel 6 van de Wet toezicht accountantsorganisaties wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op de aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 5, eerste lid.
De Wegenverkeerswet 1994 wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan artikel 12 wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op een verzoek tot aanstelling tot verkeersregelaar en verlenging van die aanstelling als bedoeld in het derde lid, onderdeel d.
B
Artikel 101, tweede lid, komt te luiden:
2. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op een aanvraag tot erkenning. Bij ministeriele regeling worden nadere regels vastgesteld met betrekking tot de aanvraag van een erkenning.
Artikel 3.10, vierde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht komt te luiden:
4. Indien op de voorbereiding van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is, zijn tevens de artikelen 13.6, 13.9 en 13.11, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet milieubeheer van toepassing.
Aan artikel 1.3, vierde lid, van de Wet milieubeheer wordt een volzin toegevoegd, luidende: Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op de aanvraag om een beschikking krachtens het eerste lid.
Aan artikel 45 van de Monumentenwet 1988 wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op een aanvraag om een vergunning als bedoeld in het eerste lid.
De Advocatenwet wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan artikel 2 wordt een lid toegevoegd, luidende:
6. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op een verzoek tot inschrijving als bedoeld in het eerste lid.
B
Aan het slot van artikel 9b, derde lid, wordt toegevoegd:
Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op een verzoek om vrijstelling.
C
Na artikel 12 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
De Wet beëdigde tolken en vertalers wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan artikel 4 wordt een lid toegevoegd, luidende:
7. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op een verzoek tot inschrijving als bedoeld in het eerste lid.
B
Aan artikel 8 wordt een lid toegevoegd, luidende:
6. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op een verzoek tot verlenging van de inschrijving als bedoeld in het eerste lid.
De Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan artikel 4 wordt een lid toegevoegd, luidende:
9. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 2, eerste lid.
B
Aan artikel 5, vierde lid, wordt een zin toegevoegd, luidende:
Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op een aanvraag om een ontheffing.
C
Aan artikel 7 wordt een lid toegevoegd, luidende:
9. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op een verzoek tot toestemming als bedoeld in het eerste, tweede en derde lid.
D
Aan artikel 9, derde lid, wordt een zin toegevoegd, luidende:
Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op het verzoek tot toestemming om handboeien te dragen.
E
Aan artikel 10 wordt een lid toegevoegd, luidende:
7. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op de aanvraag om een verklaring van betrouwbaarheid als bedoeld in het eerste lid.
De Wet wapens en munitie wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan artikel 4 wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op een verzoek tot ontheffing.
B
Aan artikel 9 wordt een lid toegevoegd, luidende:
6. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op een verzoek tot erkenning of een verzoek tot het verlengen van een erkenning.
C
Aan artikel 13 wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op een verzoek tot ontheffing.
D
Aan artikel 14 wordt een lid toegevoegd, luidende:
6. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op een verzoek om een consent.
De Drank- en Horecawet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Er wordt een tweede lid toegevoegd, luidende:
2. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op de aanvraag van een vergunning als bedoeld in het eerste lid.
B
Aan artikel 4 wordt een lid toegevoegd, luidende:
6. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in het vijfde lid.
C
Aan artikel 35 wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op de aanvraag om een ontheffing als bedoeld in het eerste lid.
De Wet op de dierproeven wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan artikel 2 van de Wet op de dierproeven wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op een aanvraag om een vergunning als bedoeld in het eerste lid.
B
Na artikel 10a, achtste lid, van de Wet op de dierproeven wordt een lid toegevoegd, luidende:
9. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op een aanvraag voor advies, bedoeld in het eerste lid, van een op de voet van artikel 18a erkende dierexperimentencommissies en op een oordeel, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, gevraagd aan de Centrale commissie dierproeven, bedoeld in artikel 18.
C
Na artikel 16, derde lid, van de Wet op de dierproeven wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in het tweede lid.
1. Indien het bij koninklijke boodschap van 7 mei 2010 ingediende voorstel van wet tot aanpassing van de Advocatenwet, de Wet op de rechtsbijstand en de Wet tarieven in burgerlijke zaken in verband met de positie van de advocatuur in de rechtsorde (Kamerstukken 32 382) tot wet is verheven of wordt verheven, en artikel I, onderdeel B, van die wet eerder in werking treedt dan, of gelijktijdig in werking treedt met deze wet, komt artikel XV, onderdeel A van deze wet te luiden:
A
Aan artikel 2 wordt een lid toegevoegd, luidende:
10. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op een verzoek tot inschrijving als bedoeld in het eerste lid.
2. Indien het bij koninklijke boodschap van 7 mei 2010 ingediende voorstel van wet tot aanpassing van de Advocatenwet, de Wet op de rechtsbijstand en de Wet tarieven in burgerlijke zaken in verband met de positie van de advocatuur in de rechtsorde (Kamerstukken 32 382) tot wet is verheven of wordt verheven, en artikel I, onderdeel B, van die wet later in werking treedt dan deze wet, komt artikel I, onderdeel B, onder 2, van die wet te luiden:
2. Het tweede, derde en zesde lid worden vernummerd tot zesde, achtste respectievelijk tiende lid.
3. Indien het bij koninklijke boodschap van 15 december 2010 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Advocatenwet, de Wet op de rechterlijke organisatie en enige andere wetten ter versterking van de cassatierechtspraak (versterking cassatierechtspraak) (32 576) tot wet is verheven of wordt verheven, en artikel I, onderdeel B, van die wet in werking treedt nadat deze wet in werking is getreden, of gelijktijdig met deze wet in werking treedt, komt artikel 12a van de Advocatenwet als volgt te luiden:
4. Indien het bij koninklijke boodschap van 15 december 2010 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Advocatenwet, de Wet op de rechterlijke organisatie en enige andere wetten ter versterking van de cassatierechtspraak (versterking cassatierechtspraak) (32 576) tot wet is verheven of wordt verheven, en artikel I, onderdeel B, van die wet in werking treedt voordat deze wet in werking is getreden komt artikel XV, onderdeel C, van deze wet als volgt te luiden:
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministers, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot
Gegeven te ’s-Gravenhage, 7 april 2011
Beatrix
De Minister van Veiligheid en Justitie,
I. W. Opstelten
De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
M. J. M. Verhagen
Uitgegeven de derde mei 2011
De Minister van Veiligheid en Justitie,
I. W. Opstelten
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2011-201.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.