Vragen van het lid Amhaouch (CDA) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en
Klimaat over de opinie «Kost het banen?» (ingezonden 24 augustus 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met de opinie «Kost het banen?»?1
Vraag 2
In hoeverre deelt u het standpunt van de auteur, namelijk dat meer werkgelegenheid
niet langer een voorwaarde zou moeten zijn voor een project, investering of subsidie,
omdat er een tekort aan personeel is?
Vraag 3
Kunt u inzicht geven in welke sectoren de banen afnemen en in welke sectoren de banen
toenemen, kijkend naar de afgelopen 5–10 jaar?
Vraag 4
Vindt u ook dat de arbeidsproductiviteit in Nederland omhoog moet, zodat meer werk
door minder mensen kan worden gedaan en vacatures elders kunnen worden opgevuld?
Vraag 5
Hoe zou de arbeidsproductiviteit in Nederland kunnen worden verhoogd, nadat deze in
2020 met 1,8% is afgenomen ten overstaande van 2019?2 Welk beleid, welke agenda is daar in uw ogen voor nodig?
Vraag 6
Op welke wijze zou versterking van het Smart Industry programma kunnen bijdragen aan
het verhogen van de arbeidsproductiviteit?
Vraag 7
Kunt u op een rijtje zetten welke nationale regelingen er thans zijn om procesinnovatie
te ondersteunen, bijvoorbeeld op het gebied van R&D? Kunt u daarbij tevens aangeven
wat het gebruik van deze regelingen is? In hoeverre hebben midden en klein- (mkb)
en familiebedrijven toegang tot deze regelingen?
Vraag 8
Verwacht u het onderzoek naar aanleiding van de motie-Amhaouch/Bruins over een procesinnovatie-stimuleringsinstrument
voor het brede mkb (Kamerstuk 35 570 XIII, nr. 31) direct na het zomerreces naar de Kamer te kunnen sturen, zoals aangekondigd in de
Kamerbrief Reactie op motie bedrijfsopvolging en initiatiefnota familiebedrijven (Kamerstuk 35 724, nr. 4)? Is het mogelijk dit onderzoek vóór Prinsjesdag te ontvangen?
Vraag 9
Welke kansen biedt procesinnovatie voor de ambities en doelstellingen uit de Nederlandse
Digitaliseringstrategie (NDS) in het algemeen en de digitalisering van onze maakindustrie
in het bijzonder?
Vraag 10
In hoeverre denkt u dat procesinnovatie de kansen voor reshoring, het verplaatsen
van productie terug naar Nederland, verder kan vergroten, omdat bedrijven in Nederland
hierdoor concurrerender en duurzamer kunnen zijn ten overstaande van bedrijven elders
in de wereld?
Vraag 11
Wanneer wordt, in navolging van het SER-advies over reshoring eerder dit jaar, het
vervolgadvies verwacht over «het versterken van de industrie in Nederland als middel
om goede banen in Nederland te behouden en te creëren»?3
Vraag 12
(H)erkent u dat het huidige procesinnovatie-instrumentarium onvoldoende rekening houdt
met de specifieke kenmerken van bepaalde sectoren uit de maakindustrie, zoals de maritieme
sector die wordt getypeerd door hoge investeringsdrempels die maar weinig bedrijven
zelf kunnen voorfinancieren? Hoezeer wordt samen met deze sectoren nagedacht over
oplossingen voor dit (financierings)vraagstuk?
Vraag 13
Bent u bereid om in gesprek te gaan met de verschillende sectoren in de maakindustrie
over hoe procesinnovatie, digitalisering en robotisering te stimuleren en doorontwikkelen,
voor niet alleen de koplopers maar ook het «peloton» aan maakbedrijven, om te voorkomen
dat de arbeidsproductiviteit daalt en daardoor de grote maatschappelijke uitdagingen,
zoals de klimaatopgave, worden vertraagd?