Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2010-2011 | 32773 nr. 1 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2010-2011 | 32773 nr. 1 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 mei 2011
In het debat over de lijst met hervormingen en stelselherzieningen van 18 november 2010 heb ik toegezegd uw Kamer bij gelegenheid van Verantwoordingsdag 2011 informatie te verstrekken over de laatste stand van zaken op het terrein van 17 hervormingen. Meer specifiek heb ik aangegeven om, met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2011, inzicht te geven langs de lijnen van de motie Pechtold (31 070, nr. 18).
In het eerder genoemde debat heb ik gemeld dat het eenmalig verstrekken van separate verantwoordingsinformatie over 17 hervormingen niet op zichzelf staat. De Kamer is regelmatig geïnformeerd over de wijze waarop het kabinet de hervormingen in gang wil zetten. Ministers en staatssecretarissen hebben daarover in de afgelopen paar maanden regelmatig met uw Kamer van gedachten gewisseld. Daarbij gaat het veelal niet om zelfstandige prioriteiten, maar om complexen van maatregelen die een bestaand stelsel tot beweging of hervorming beogen aan te zetten. De Kamer is actief betrokken bij de uitwerking en wordt op de hoogte gehouden van de relevante contacten met anderen, zoals vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties.
Ter illustratie hiervan wijs ik op de recente ondertekening van een concept-bestuursakkoord tussen Rijk en VNG en de betekenis daarvan voor de hervormingen van de AWBZ, de decentralisatie van de ruimtelijke ordening en het ontwerpen van een uniforme regeling om de afstand tot de arbeidsmarkt voor mensen met een beperking te verkleinen. Het kabinet neemt verantwoordelijkheid voor richting en vormgeving, legt concrete voorstellen voor aan de Kamer en de samenleving en dáár vindt het debat plaats over de precieze weg waarlangs de hervorming gestalte krijgt. Zo hoort het ook te gaan. Het kabinet probeert met zo beperkt mogelijke interventies een zo groot mogelijk effect te bereiken.
Voor het kabinet is het van belang dat de interventies bijdragen aan de essentie van het regeerakkoord: een kleinere en krachtige overheid die Nederland sterker, welvarender en veiliger maakt. Daartoe investeren we in de kracht van Nederland, brengen we de overheidsfinanciën op orde, en wordt de overheid zelf kleiner, krachtiger en dienstverlenender.
Het op orde brengen van de overheidsfinanciën en het terugbrengen van de staatsschuld zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Niet iedere grote bezuiniging is echter tegelijkertijd ook een hervorming of stelselwijziging. De aangewezen hervormingen leveren een beperkte, maar niet onbelangrijke bijdrage aan de bezuinigingen. Het niet ingrijpen in stelsels, organisatie, taken of werkwijzen zou op langere termijn tot onevenredige stijging van kosten kunnen leiden, zoals op het terrein van de huurmarkt, de zorg (stelselherziening AWBZ en invoering prestatiebekostiging cure), de veiligheid (vorming nationale politie), en de sociale zekerheid (hervorming van de AOW, Werken naar Vermogen). Dan komt ook de kwaliteit van voorzieningen en daarmee gemoeide middelen onevenredig onder druk te staan. Het is de taak van het kabinet daarin richtinggevende keuzes te maken. Dat geldt ook voor de overheid zelf. Die is te groot, te versnipperd, te gestapeld. Verschillende hervormingen dragen bij aan een compacte en dienstverlenende overheid: de opschaling van het provinciaal bestuur in de Randstad, de decentralisatie van de ruimtelijke ordening, de vorming van een Nationale Politie en ook de stelselherziening van de publieke omroep draagt daaraan bij.
De crisis en de vergrijzing vergroten het beroep op de eigen kracht en verantwoordelijkheid van mensen en organisaties. Iedereen in dit land wordt daarop aangesproken en gevraagd te investeren in de kracht van Nederland. Of het nu gaat om economie, bedrijvigheid, infrastructuur, veiligheid, zorg, innovatie, cultuur, kennis of het aanwenden van talent in werk of opleiding. Het kabinet koppelt gerichte intensiveringen aan hervormingen, zoals bij het bedrijfslevenbeleid, duurzame energie, het asiel- en migratiebeleid, onderwijs (prestatiebeloning, leenstelsel masterfase, strategische agenda hoger onderwijs), (ouderen-)zorg en de aanscherping van het strafrecht. Dat alles laat onverlet dat ondersteuning beschikbaar blijft voor hen die daarin niet zelfstandig kunnen voorzien. Ook die waarborgen zijn gegeven in de hervormingen, zoals die in de ouderenzorg, de arbeidsmarktpositie voor mensen met een beperking en de sociale huurwoningmarkt.
Alle maatregelen uit het regeerakkoord, waaronder de 17 hervormingen uit deze brief, krijgen een vertaling in de begroting en het jaarverslag. Daarmee worden zij opgenomen in de route die de normale verantwoordingsdocumenten doorlopen. Dat is naar de opvatting van het kabinet de beste wijze om de samenhang met bestaand beleid te borgen en kwaliteit van de verstrekte informatie te toetsen. Hierbij hebben zowel de Tweede Kamer als de Algemene Rekenkamer een eigen rol te vervullen. De prioriteiten zijn met het regeer- en gedoogakkoord gegeven en hun budgettaire consequenties volgen zoveel mogelijk de reguliere budgetcyclus. Dit betekent dat ze veelal in de begrotingsartikelen worden opgenomen. Mocht een koppeling aan een budget of artikel niet mogelijk zijn dan kan de eerstverantwoordelijke minister gebruik maken van zijn beleidsagenda om transparantie te bieden aan de Kamer. Het kabinet zal niet aanvullend op het regeerakkoord een nadere selectie van politieke prioriteiten definiëren.
In aanvulling op wat eerder met de Kamer is besproken treft u in de bijlage bij deze brief een schematische uitwerking van de laatste stand van zaken op het terrein van 17 hervormingen aan. Per hervorming is aangeven welk budgettair beslag hiermee is gemoeid, welke concrete maatregelen uit het Regeerakkoord de hervorming of stelselwijziging ondersteunen, welke voortgang is geboekt in de eerste periode van 2011 en welke de te verwachten acties zijn in de komende periode.
De minister-president,
minister van Algemeen Zaken,
M. Rutte
Budgettair beslag | Concrete maatregelen RA | Voortgang (stand april 2011) |
---|---|---|
– | – Opschaling van het provinciaal bestuur in de Randstad (Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht en Flevoland), ook om nieuwe bestuurlijke hulpstructuren te voorkomen. – Overdragen bevoegdheden op het gebied van vervoer en infrastructuur van rijk, provincies, regio’s en gemeenten in de Randstad aan een te vormen Infrastructuurautoriteit. | – Met provincies en gemeenten wordt verkend welke bestuurlijke samenwerking aansluit bij de maatschappelijke opgaven in de Randstad en hoe bestuurlijke drukte kan worden verminderd. Doel is een goed beeld te krijgen van bestaande en nieuwe initiatieven, zoals het voorgenomen onderzoek naar de bestuurlijke fusie van Noord-Holland, Utrecht en Flevoland, de ontwikkelingen rondom de samenwerking van de stadsregio’s Rotterdam en Haaglanden en ontwikkelingen in de metropoolregio Amsterdam en de samenwerking met Utrecht. – De Kamer ontvangt voor de zomer de visie van het kabinet, waarin o.a. nader zal worden ingegaan op de inrichting van het bestuur in de Randstad. – Het komend half jaar zullen voorstellen worden voorbereid voor de wijze waarop de bestuurlijke drukte wordt verminderd en de uitvoeringskracht versterkt. – Parallel aan de voorbereiding van de voorstellen wordt een wetsvoorstel voorbereid voor de afschaffing van de WGR+. Verwachte indiening bij de Kamer is eind 2011. |
Budgettair beslag | Concrete maatregelen RA | Voortgang (stand april 2011) |
---|---|---|
Er komt structureel € 1,4 mld. beschikbaar voor de SDE+. | – Omvorming Stimuleringsregeling Duurzame Energie in een SDE+-regeling. | – De SDE is per 1 januari 2011 gesloten voor nieuwe projecten. De Kamer is meermalen (o.a. 11 en 30 november 2010 (31 239, nrs. 102 en 103)) geïnformeerd over de voortgang en heeft op 22 april 2011 een brief ontvangen met de contouren van de nieuwe SDE+. – Gelet op de benodigde aanpassing van de regelgeving en de voorbereidingstijd voor de sector , is het streven de SDE+ op 1 juli 2011 open te stellen. Hiervoor is vooralsnog geen wijziging van het Besluit SDE nodig. Parallel aan de openstelling in 2011 is het traject gestart om het Besluit SDE te wijzigen zodat vanaf 2012 de mogelijkheden voor kosteneffectieve opties kunnen worden uitgebreid. – Indiening wetsvoorstel: naar verwachting aan het begin van de zomer. |
Budgettair beslag | Concrete maatregelen RA | Voortgang (stand april 2011) |
---|---|---|
– | – Ontwikkelen stimulerend beleid voor de huidige en toekomstige economische topgebieden van Nederland. – Dit beleid richt zich integraal op alle relevante vestigings- en ondernemingscondities voor de topgebieden, waaronder regeldruk, aanbestedingsbeleid, duurzaamheid, fiscaliteit, hoofdkantoren, onderzoek en innovatie, exportbevordering en financiering. – De verlaging van € 500 mln. aan subsidies voor (internationaal) ondernemerschap en innovatie wordt gecompenseerd door lastenverlaging via vennootschapsbelasting en de WBSO. – De resterende middelen voor de versterking van de positie van bedrijven en ondernemers worden ingezet d.m.v. het innovatiefonds. | – De Kamer is op 4 februari 2011 (32 637, nr. 1) geïnformeerd over de contouren van het nieuwe bedrijfslevenbeleid. Hierover heeft 31 maart 2011 een algemeen overleg plaatsgevonden. – Topteams zijn per topsector aan de slag. De adviezen zijn medio juni gereed. Deze zullen worden gebruikt bij de uitwerking van de nota bedrijfslevenbeleid die deze zomer naar de Kamer zal worden gestuurd. – Vóór Prinsjesdag ontvangt de Kamer de integrale beoordeling van alle beleidsagenda’s en een beschrijving van het uitvoeringsproces van de agenda’s. – Na de zomer zal bekend worden gemaakt hoe de beschikbare middelen (bedrag oplopend tot ca. € 1,5 mld. in 2015, aangevuld met investeringen door het bedrijfsleven en kennisinstellingen) voor de topsectoren zal worden ingezet. |
Budgettair beslag | Concrete maatregelen RA | Voortgang (stand april 2011) |
---|---|---|
In de kabinetsperiode groeit de AWBZ per saldo van € 24,9 naar 30,6 mld. | – Overheveling van dagbesteding en begeleiding van de AWBZ naar de WMO. – Het solide maken en wettelijk verankeren van het persoonsgebonden budget. – Overheveling van de jeugd-lvg en jeugd-ggz naar een wettelijk kader voor jeugd. – Beperken doelgroep AWBZ (IQ-maatregel). – Omschakeling van handelingsfinanciering naar uitkomstfinanciering. – Uitvoering AWBZ door zorgverzekeraars vanaf 2013. – Verdere ontwikkeling van het scheiden van wonen en zorg. – Overheveling van de revalidatiezorg naar Zvw. | – PGB-stop is per 1 januari 2011 opgeheven. – De Kamer is op 27 januari 2011 geïnformeerd over de ambities op hoofdlijnen in de AWBZ voor de komende jaren (Vertrouwen in de zorg, 32 620, nr. 2). – Op 21 april 2011 is een concept-bestuursakkoord ondertekend. In het akkoord zijn o.a. afspraken gemaakt over de decentralisatie van de functie begeleiding naar de WMO en overheveling jeugd-lvg en jeugd-ggz (deel AWBZ) naar jeugdkader (gemeenten). – Het CVZ zal begin juni met een uitvoeringstoets komen over de doelgroep IQ-maatregel. – De Kamer wordt uiterlijk voor de zomer geïnformeerd over: • stelselwijziging AWBZ (begin juni); • stelselwijziging zorg voor jeugd; • overheveling revalidatiezorg van de AWBZ naar de ZVW. |
Budgettair beslag | Concrete maatregelen RA | Voortgang (stand april 2011) |
---|---|---|
In de kabinetsperiode lopen de uitgaven aan de curatieve zorg op van € 35,2 naar 43,7 mld. Daarnaast leiden nieuwe systeemkeuzes in de curatieve zorg leiden tot een besparing van € 330 mln. structureel. | – Uitbreiden van de vrije prijsvorming (B-segment). – Verbeteren van de prijs-/kwaliteitsverhouding door de invoering van uniforme productdefinities (DOT’s). – Afschaffing functionele bekostiging vanwege het gelijktrekken van de bekostigingssystematiek. In de bekostigingssystematiek worden ook kwaliteitscriteria opgenomen. – In verantwoord tempo afschaffen van de ex-post compensaties voor zorgverzekeraars. – Winstuitkering mogelijk maken onder voorwaarden die ervoor zorgen dat de publieke belangen van het zorgstelsel gewaarborgd zijn. – Doorzetten wetsvoorstel Wet Marktordening Gezondheidszorg (WMG) waarmee wordt beoogd de macrobeheersing van de uitgaven in ieder geval in de transitiefase te versterken. | – De Kamer is op 14 maart 2011 geïnformeerd over de uitwerking van de prestatiebekostiging in de cure (Zorg die loont, 32 620, nr. 6): • uitbreiden zgn. B-segment van ca. 35% naar ca. 70% per 2012; • financiering o.b.v. ca. 4000 DOT-zorgproducten i.p.v. ruim 35 000 DBC’s. Om de risico’s bij de overgang te beperken, wordt een tweejarig transitiebedragmodel opgezet; • afschaffing van de macronacalculatie bij de verzekeraars per 2012. Overige ex-post compensaties in de risicoverevening worden in een strak tijdpad tot 2015 tot nul teruggebracht. De Kamer heeft in het AO Prestatiebekostiging en dure geneesmiddelen op 6 april gedebatteerd over deze voornemens en ingestemd met het door de minister van VWS voorgenomen beleid. De NZa zal de kabinetsvoornemens omtrent prestatiebekostiging nader uitwerken in beleidsregels en beschikkingen ten behoeve van invoering in 2012. – De Kamer is 27 april 2011 geïnformeerd over het waarborgen van continuïteit van noodzakelijke zorg, als een instelling in problemen komt. – Op dit moment vinden voorts onderhandelingen plaats tussen verzekeraars, aanbieders en het kabinet om te komen tot een beheerste volumegroei voor de komende kabinetsperiode. – Wetsvoorstel voor de winstuitkering ziekenhuizen zal deze zomer worden ingediend. |
Budgettair beslag | Concrete maatregelen RA | Voortgang (stand april 2011) |
---|---|---|
Voor dit beleidsterrein is in 2011 € 915 mln. begroot. Hierop wordt € 60 mln. structureel omgebogen. | – Doeltreffende uitvoering van het Dublin-verdrag, de Dublin-verordening en bijbehorende regelgeving. – Categoriaal asielbeleid vervalt, met inbegrip van wettelijke grondslag. – De behandeling van aanvragen voor asiel vindt zo effectief, efficiënt en zorgvuldig mogelijk plaats. – Hogere eisen aan deze wijze van gezinsvorming en gezinshereniging waaronder zodanige opleidingseisen dat een kansrijke integratie bij voorbaat verzekerd is. – Onderzocht zal worden of en in hoeverre aanscherping van het arbeidsmigratiebeleid mogelijk en wenselijk is. – Aanscherpen eisen verblijfsvergunning. – Terugkeer- en uitzetbeleid wordt geïntensiveerd. – Strafbaarstellen illegaliteit. – Rijkswet personenverkeer. | – Verlenen bijstand aan Griekenland bij de opvang van asielzoekers m.h.o.o. op een doeltreffende uitvoering van het Dublin-verdrag binnen het kader van recente uitspraken van het EHRM. – De Kamer is op 22 februari 2011 (19 637, nr. 1400) geïnformeerd over de wijze waarop de asielprocedure wordt bekort en vereenvoudigd, m.n. door het stapelen van procedures zoveel mogelijk te voorkomen. – Over de inzet en werkwijze van het kabinet ten aanzien van de wijziging van enkele Europese richtlijnen om te komen tot een restrictiever migratiebeleid, met name op het gebied van gezinsvorming en gezinshereniging, is de Kamer verschillende malen geïnformeerd (o.a. 32 175, nr. 15). Tevens zijn position papers t.b.v. de lidstaten en de EU-instellingen opgesteld. – De Kamer is op 14 april 2011 (29 407, nr. 118) geïnformeerd over de integrale, en diverse aspecten omvattende benadering van de arbeidsmigratie van EU-burgers uit de lidstaten in Midden- en Oost-Europa. – De mogelijkheid van mobiele grenscontroles is n.a.v. een uitspraak van de Raad van State uitgewerkt in een wijziging van het Vreemdelingenbesluit. Dit besluit is in april om advies aan de Raad is voorgelegd. – I.o.m. andere EU-lidstaten wordt de situatie m.b.t. een toetreding van Roemenië en Bulgarije tot Schengen bezien. – De Kamer ontvangt voor de zomer een notitie over strafbaarstelling van illegaliteit. – Het voorontwerp van het wetsvoorstel ter wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 inzake asiel en asielprocedures zal de zomer in consultatie gaan. |
Budgettair beslag | Concrete maatregelen RA | Voortgang (stand april 2011) |
---|---|---|
Structurele besparingen: – € 50 mln. door vereenvou-diging omge-vingsrecht; – € 100 mln. op de aanleg en verbetering van de primaire waterkeringen. Waddenfonds: t/m 2026 jaarlijks € 33 mln. begroot, jaarlijkse korting € 5 mln. (vanaf 2012). | – Bundeling en vereenvoudiging van wet- en regelgeving op het gebied van het omgevingsrecht, vereenvoudigen en modernisering milieuregelgeving en versobering en modernisering van de Algemene wet bestuursrecht. – Ruimtelijke ordening meer overlaten aan provincies en gemeenten. – Het toezicht en de regie op het gebied van ruimtelijke ordening en volkshuisvesting gaat naar de provincies. | – De Kamer is op 22 februari 2011 (32 660, nr. 1) geïnformeerd dat voor de zomer een actualisatie van het mobiliteits- en ruimtelijke ordeningsbeleid volgt. Dit nieuwe beleid actualiseert in ieder geval de Nota Mobiliteit, de Nota Ruimte, de Mobiliteitsaanpak en Randstad 2040 en zal worden opgenomen in een rijksstructuurvisie Infrastructuur en Ruimte. Bij de rijksstructuurvisie zal een selectieve AMvB Ruimte worden gevoegd waarmee de nationale belangen worden geborgd. – De decentralisatieafspraken zijn voor een belangrijk deel vastgelegd in het concept-bestuursakkoord met de medeoverheden van 21 april 2011. Voor de zomer van 2011 vindt nadere uitwerking plaats. Dit betreft de afspraken t.a.v. het ruimtelijk-economisch domein (incl. natuur) en het bestuursakkoord water. – De Kamer is op 23 maart 2011 (31 953, nr. 39) geïnformeerd dat voor het zomerreces de uitgewerkte ambitie en aanpak van het omgevingsrecht naar de Tweede Kamer wordt gestuurd. In voorjaar 2012 volgt een uitgewerkt wetsvoorstel. – De Kamer is op 21 maart 2011 (29 684, nr. 91) geïnformeerd over de decentralisatie van het Waddenfonds. Hierin is aangegeven dat het Waddenfonds per 2012 (incl. korting) naar de provincies zal worden gedecentraliseerd en is uitgewerkt hoe de rol en betrokkenheid van de Rijksoverheid rond de bestuurlijke organisatie van de Wadden wordt vormgegeven. |
Budgettair beslag | Concrete maatregelen RA | Voortgang (stand april 2011) |
---|---|---|
Voor deze hervorming is in 2012 € 10 mln. en structureel € 250 mln. beschikbaar. | – Er komt meer ruimte voor prestatiebeloning, zowel van personen als van teams. – Geobjectiveerd goede prestaties van docenten worden sterker beloond door het introduceren van opbrengstgerichte financiële beloningen voor (teams van) leraren. – PO/VO/MBO; prestatiebeloning wordt op basis van objectief gemeten leerwinst ingevoerd. | – In het AO (20 januari 2011) n.a.v. de nota Werken in het onderwijs is aangekondigd dat de komende jaren via experimenten wordt onderzocht welke vormen van prestatiebeloning het meest effectief zijn in, en ruimte bieden aan po, vo en mbo. Rond de zomer zal een regeling worden gepubliceerd die scholen in staat stelt om te experimenteren met prestatiebeloning. Deze regeling geldt in elk geval voor drie jaar. Daarnaast start het werven van scholen voor de experimenten (i.s.m. sectorraden, gemeenten en schoolbesturen). In aankomend schooljaar (’11-’12) starten de eerste experimenten. Deze worden daarna uitgebreid. Op basis van de resultaten wordt de structurele invoering vormgegeven. Zodra de resultaten van de experimenten bekend zijn, wordt de balans opgemaakt. De bedragen voor prestatiebeloning voor 2015 zijn aangepast t.o.v. het regeerakkoord. Dit ter temporisering van bezuiniging op passend onderwijs en verhoogd collegegeld voor langstudeerders. – Voor de zomer ontvangt de Kamer het actieplan professionalisering. |
Budgettair beslag | Concrete maatregelen RA | Voortgang (stand april 2011) |
---|---|---|
Het structurele bedrag van het leenstelsel in de masterfase is € 110 mln. In het regeerakkoord is structureel € 300 mln. gereserveerd op de aanvullende post t.b.v. het verhogen van de intensiteit HO | – Voor de masterfase wordt een sociaal leenstelsel ingevoerd. De basisbeurs en aanvullende beurs blijven bestaan in de bachelorfase. – Het rapport van de commissie Toekomstbestendigheid hoger onderwijs (commissie-Veerman) wordt uitgevoerd, met inbegrip van ruimte voor selectie, profilering van de instellingen op kwaliteit gerichte bekostiging met minder perverse financiële prikkels en het stimuleren van excellentie. – Om het studierendement te verhogen zal van langstudeerders een hoger collegegeld worden gevraagd. | – De Kamer heeft op 14 maart 2011 de beleidsnotitie studiefinanciering Studeren is Investeren (31 288, nr. 160) ontvangen. Het wetsvoorstel behandelt o.a. de invoering van het leenstelsel in de masterfase en zal in oktober 2011 bij de Kamer worden ingediend (inwerkingtreding voorzien op 1 september 2012). – Op 7 februari 2011 is de kabinetsreactie op het rapport van de commissie Toekomstbestendig Hoger Onderwijs Stelsel (Commissie-Veerman) (31 288, nr. 150) naar de Kamer gestuurd. Als prioriteiten voor deze kabinetsperiode zijn benoemd: kwaliteitsverhoging als belangrijkste prioriteit en meer ruimte voor selectie; meer differentiatie in het hbo; versterking van het academisch profiel van het wo; profilering van instellingen bevorderen; betere benutting van en meer focus en massa in onderzoek; een bekostigingssystematiek die meer sturend is op kwaliteit en missie. – De Strategische Agenda voor Hoger Onderwijs, Onderzoek en Wetenschap zal eind juni 2011 naar de Kamer worden gezonden. In de Agenda voor zal de integrale agenda voor de genoemde terreinen worden gepresenteerd. Tevens wordt daarin een bestedingsplan opgenomen voor de betreffende intensiveringen uit het regeerakkoord. – Het wetsvoorstel «Ruim baan voor talent» (32 253) – als eerste uitwerking van meer ruimte voor selectie – is op 29 maart door de Tweede Kamer aanvaard. – De Kamer is op 13 april 2011 (32 618, nr. 32) geïnformeerd over de temporisering van de maatregelen langstudeerders. Op 26 april is het wetsvoorstel verhoging collegegeld langstudeerders door de Tweede Kamer aanvaard. |
Budgettair beslag | Concrete maatregelen RA | Voortgang (stand april 2011) |
---|---|---|
Vanaf 2013 wordt het mediabudget stapsgewijs verlaagd, met een bedrag van € 200 miljoen structureel in 2015. | – Er wordt bezuinigd op de publieke omroep zonder de kwaliteit aan te tasten. Indien hierdoor het aanbod verschraalt, vervalt er een televisienet. – Themakanalen worden alleen uit de eigen middelen van omroepen gefinancierd. – Waar mogelijk vindt een bundeling of nauwere samenwerking van omroepverenigingen plaats. – De Nederlandse Publieke Omroep (NPO) krijgt een taakstellende bezuiniging en reduceert bureaucratie, management en coördinatie in de verhouding met de omroepen en laat hen meer ruimte. De NPO beperkt zich tot audiovisuele taken. – Het muziekcentrum voor de omroep (MCO) wordt afgeschaft. – De Wereldomroep richt zich op zijn kerntaken waaronder het brengen van het vrije woord en wordt gefinancierd uit de begroting voor Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking. – De beschikbaarheid van programmagegevens wordt verruimd. – Landelijke en regionale publieke omroepen worden meer geïntegreerd, bijv. door regionale vensters op een landelijk net. Besparingen komen ten goede aan de regionale omroep. – Het kabinet komt met voorstellen voor de volgende concessieperiode die ingaat in 2015 t.a.v. het aantal netten, de vorm van lidmaatschap van de omroepverenigingen en de bovengrens van 400 000 leden. | – De Kamer is op 3 december 2010 geïnformeerd over de uitgangspunten voor de stelselherziening publieke omroep (32 500 VIII, nr. 80). Op dit moment wordt in kaart gebracht welke besparingen binnen de landelijke publieke omroep mogelijk zijn door efficiënter werken, minder bureaucratie en fusies van omroepen. Voor de zomer informeert het kabinet de Kamer bij brief waarin de bezuinigingsmaatregelen nader worden toegelicht op basis van de eerste resultaten van het onderzoek. Het wetsvoorstel met noodzakelijke technische wijzigingen (verlaging van de rijksbijdrage vanaf 2013, bekrachtiging fusie NPS en Educom) ontvangt de Kamer in de zomer van 2011. – Een wijziging van de Mediawet is in voorbereiding en zal medio 2012 worden aangeboden aan de Kamer. Het wetsvoorstel regelt o.m. de taak en organisatie van de landelijke publieke omroep vanaf 2016, de verantwoordelijkheid voor de regionale publieke omroep en de Wereldomroep en de herpositionering van omroeporkesten. Inwerkingtreding is voorzien per 1 juli 2013. – Het kabinet gaat na welke delen van het MCO kunnen blijven bestaan. I.s.m. o.a. het MCO en de landelijke publieke omroep worden scenario’s ontwikkeld. De uitkomsten zijn in juni bekend en worden aangeboden aan uw Kamer. – Vanaf 2013 wordt de Wereldomroep bekostigd uit de begroting van het ministerie van Buitenlandse zaken. Het kabinet beziet welke kerntaken van de Wereldomroep voor financiering in aanmerking komen en hoe deze worden vormgegeven. |
Budgettair beslag | Concrete maatregelen RA | Voortgang (stand april 2011) |
---|---|---|
Het structurele bedrag van de hervorming is -€ 200 mln. Voor cultuur is op de rijksbegroting structureel € 711 mln. beschikbaar. | – De overheid schept condities op het gebied van kunst en cultuur die de kwaliteit verhogen en de toegankelijkheid waarborgen. – Er komt meer aandacht voor de verdiencapaciteit van cultuur. – De cultuurkaart en de innovatie- en matchingregeling worden geschrapt. – Met name de fondsen worden samengevoegd en omgevormd tot een cultureel investeringsfonds. – Het kabinet komt met een voorstel voor een «Geefwet». – Behoud en onderhoud van monumenten blijven taken van de overheid. | – Op 6 december 2010 heeft het kabinet de Kamer geïnformeerd over het nieuwe cultuurbeleid (32 500 VIII, nr. 98). Voor een nieuwe, kleinere basisinfrastructuur worden vijf criteria toegepast: kwaliteit en spreiding, publiek en ondernemerschap, participatie en educatie, rijkscollectie of aanbod van internationale betekenis en focus op kernpunten. Tevens is een stelselwijziging aangekondigd: een nieuwe basisinfrastructuur met één nieuwe subsidiecategorie voor alle instellingen. – Om instellingen z.s.m. duidelijkheid te bieden, is de Kamer op 11 maart jl. geïnformeerd (32 500 VIII, nr. 149) dat 2013 als startjaar voor de nieuwe basisinfrastructuur zal worden genomen. – Vooruitlopend op de wetswijziging wordt voor de aanvraagprocedure een ministeriële regeling ontwikkeld, waarin de uitgangspunten en criteria voor een nieuwe basisinfrastructuur zijn uitgewerkt. De Kamer krijgt de hoofdlijnenbrief en een concept-ministeriële regeling in de eerste helft van juni, na ommekomst van het advies van de Raad voor Cultuur, toegezonden. – De wijziging van de Archiefwet in verband met decentralisatie Regionaal Historische Centra zal naar verwachting per 1 januari 2013 worden ingevoerd. – De wijziging van de Wet op het specifiek cultuurbeleid zal naar verwachting per 1 januari 2013 worden ingevoerd. |
Budgettair beslag | Concrete maatregelen RA | Voortgang (stand april 2011) |
---|---|---|
In de kabinetsperiode groeit de AWBZ per saldo van € 24,9 naar 30,6 mld. | – Het kabinet investeert in de kwaliteit van de ouderenzorg door verhoging kostendekkendheid van de ZZP’s. Daarmee kunnen 12 000 medewerkers worden geworven en/of kunnen huidige professionals aanvullend worden geschoold. – Verbetering van de kwaliteit van instellingen voor ouderenzorg, door o.a. de inrichting van een kwaliteitsinstituut. – Versterking patiëntenrechten in wet cliëntenrechtzorg en een beginselenwet zorginstellingen. – Verbetering werkwijze IGZ. – Bevorderen van inzet buurtzorg. – Bevorderen kleinere zorginstellingen, door een zorgspecifieke fusietoets en de bevoegdheid van het IGZ om instellingen te splitsen. – Substantieel terugdringen overhead in de gezondheidszorg. – Extra maatregelen nemen om ouderenmishandeling tegen te gaan. | – De houtkoolschets «Beginselenwet zorginstellingen» is op 17 januari 2011 aan de Kamer verzonden (32 604, nr. 1). Het wetsvoorstel zal voor de zomer naar de Kamer worden verzonden. Inwerkingtreding is voorzien voor 2013. – In het actieplan Ouderen in veilige handen van 30 maart 2011 (29 389, nr. 30) is de wijze waarop het kabinet ouderenmishandeling wil tegengaan uiteengezet. Een brief over de stelselwijzigingen in de AWBZ en verbetering van de kwaliteit in de ouderenzorg wordt uiterlijk begin juni aan de Kamer verzonden. – De Kamer heeft op 4 maart 2011 de Arbeidsmarktbrief voor zorg (29 282, nr. 111) ontvangen. Voorts is de Kamer op 12 april 2011 geïnformeerd (29 282, nr. 122) over een plan van aanpak voor de werving van 12 000 medewerkers in de ouderenzorg. De Kamer zal dit plan na het zomerreces ontvangen. – De Kamer zal voor de zomer worden geïnformeerd over de buurtzorg. – De Kamer zal voor de zomer worden geïnformeerd over de oprichting van een Kwaliteitsinstituut. – De nota van wijziging Wet cliëntenrechten zorg zal komende maanden aan TK worden verzonden. Inwerkingtreding is voorzien voor tweede helft van 2012. |
Budgettair beslag | Concrete maatregelen RA | Voortgang (stand april 2011) |
---|---|---|
Het budgettaire beslag is circa € 5,5 mld. in 2011. De hervorming levert structureel € 230 mln. op. Daarnaast wordt er structureel 370 mln. geïnvesteerd in de (politie) sterkte. | – Er komt een nationale politie onder verantwoordelijkheid van de minister die belast is met de zorg voor veiligheid. De minister wordt eindverantwoordelijk voor het beheer. – Er komen tien politieregio’s waarbij de grenzen van de tien arrondissementen van de gerechtelijke kaart leidend zijn. – Het wetsvoorstel tot wijziging van de Politiewet (30 880) wordt aangepast. – De organisatie van de politie wordt efficiënter en effectiever. | – De Kamer is 14 december 2010 en 18 februari 2011 geïnformeerd over het voornemen één landelijk korps onder verantwoordelijkheid van de minister van VenJ (29 628, nrs. 231 en 237) te creëren. Op 22 februari 2011 heeft de minister van VenJ overeenstemming bereikt met de korpsbeheerders over de samenwerking tijdens de transitie naar de Nationale Politie. – De Kamer heeft op 31 maart 2011 het uitvoeringsprogramma inzake de nationale politie en nadere informatie over de transitiefase ontvangen (29 628, nr. 241) en het uitvoeringsprogramma besproken in het Algemeen Overleg met de Vaste Commissie voor VenJ op 7 april 2011. De actuele stand van zaken: • de nota van wijziging bij het eerder ingediende wetsvoorstel tot vaststelling van een nieuwe politiewet (30 880), is 21 februari jl. om spoedadvies aan de Raad van State gezonden. De nota van Wijziging Politiewet 1993 wordt naar verwachting in mei 2011 aan de Tweede Kamer aangeboden; • de Invoerings- en Aanpassingswet is op 4 april 2011 om advies aan de Raad van State gezonden; • de kwartiermaker nationale politie is per 15 mei 2011 van start gegaan met de opbouw van de nationale politie; • de 10 kwartiermakers/politiechef regionale eenheid worden naar verwachting benoemd op 1 juli 2011; de tien beoogde regioburgemeesters worden voordien aangewezen; • de kwartiermakers bedrijfsvoering/politiedienstencentrum en operatieën worden z.s.m. aangesteld; • de Voorziening tot samenwerking Politie Nederland (VtsPN) wordt per 1 mei 2011 onder rechtstreekse verantwoordelijkheid van de minister van VenJ gebracht. |
Budgettair beslag | Concrete maatregelen RA | Voortgang (stand april 2011) |
---|---|---|
Er wordt € 85 mln. structureel geïntensiveerd op het terrein van veiligheid. Dit is verdeeld over de justitiële keten. | – Daders worden harder aangepakt, slachtoffers krijgen een sterkere positie. Er komt een beslagtitel in het strafrecht om in een vroeg stadium beslag te leggen op middelen van verdachten die onder meer ten goede kunnen komen aan de schadevergoeding en proceskosten van slachtoffers. – In een aanwijzing aan het OM en politie wordt vastgelegd dat personen die zichzelf in eigen huis of bedrijf verdedigen tegen overvallers of inbrekers niet worden geconfronteerd met een aanhouding tenzij de rechter-commissaris op vordering van het OM besluit tot inbewaringstelling van de zelfverdediger omdat er duidelijke aanwijzingen zijn van eigenrichting. – Het kabinet komt met een voorstel dat zwaardere straffen stelt op geweld tegen politie, brandweer, ambulancepersoneel en andere gezagsdragers. – Het kabinet komt met een voorstel dat inhoudt dat een TBS-gestelde bij onttrekking aan zijn verlof tenminste een jaar lang geen verlof krijgt tenzij zwaarwegende persoonlijke omstandigheden zich daartegen verzetten. De instroom in de TBS wordt beperkt, zonder de risico’s voor de samenleving uit het oog te verliezen. – Invoeren minimumstraffen. – Bij het oplossen van cold cases wordt herziening ten nadele (wetsvoorstel 32044) mogelijk met terugwerkende kracht en tegelijkertijd ook voor de delicten doodslag en gewelds- en zedendelicten met dodelijke afloop. Daartoe worden, indien noodzakelijk, de verjaringstermijnen voor doodslag en enige andere gewelds- en zedendelicten aangepast. – Bij ernstige gewelds- en zedendelicten wordt verzekerd dat de persoon na zijn veroordeling in eerste aanleg en hangende beroep of cassatie in hechtenis blijft of wordt genomen. – Grensoverschrijdend gedrag van risicojongeren, individueel en in bendes, wordt teruggedrongen, ook door consequent lik op stuk te geven, zoals door oppakken, berechten en direct straf ten uitvoer brengen. Waar mogelijk wordt snelrecht toegepast (o.a. night courts) – Het kabinet komt met voorstellen tot verlenging van de verjaringstermijn van ernstige gewelds- en zedendelicten. – Indien een dader taakstraffen of maatregelen niet voltooit of voorwaarden bij voorwaardelijke straffen niet nakomt, wordt zoveel mogelijk verzekerd dat vrijheidsbeneming van de dader volgt. – Het kabinet komt met een voorstel tot verruiming van de mogelijkheid tot preventief fouilleren. – Het kabinet zal een voorstel voorbereiden voor een adolescentenstrafrecht voor de groep van 15 tot 23 jaar. | – In januari 2011 is de Wet versterking positie slachtoffers in het strafproces in werking getreden, waarmee de positie van slachtoffers aanmerkelijk is versterkt. In mei 2011 wordt het wetvoorstel uitbreiding van spreekrecht in consultatie gebracht. Ook zal in deze maand een wetsvoorstel in consultatie worden gebracht dat de mogelijkheid introduceert van conservatoir beslag op het vermogen van de verdachte ten behoeve van het slachtoffer. Daarin wordt ook opgenomen dat elke veroordeelde van een misdrijf verplicht wordt een bijdrage te storten in een nader te bepalen fonds. – De Aanwijzing handelwijze bij beroep op noodweer van het OM is op 1 januari 2011 in werking getreden. Hiermee wordt voorkomen dat slachtoffers die zich zelf verdedigen direct als verdachte worden aangehouden. – De strafeisen voor agressie en geweld tegen publieke functionarissen zijn per 31 december 2010 met 200% verhoogd (OM-aanwijzing). – De verlofregeling voor TBS-gestelden is in januari zodanig gewijzigd dat mensen die zich ontrekken aan een TBS-behandeling gedurende een jaar geen recht meer hebben op verlof (29 452, nr. 137); uitvoering overige maatregelen RA m.b.t. TBS in gang gezet (29 452, nr. 138). – In maart 2011 is een wetsvoorstel in consultatie gegaan dat het Wetboek van Strafrecht wijzigt in verband met de invoering van minimumstraffen in geval van recidive bij misdrijven waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van twaalf jaren of meer is gesteld (minimumstraffen voor recidive bij zware misdrijven). – Op 18 februari 2011 is de tweede NvW bij de Wet herziening ten nadele naar de Kamer gezonden (32 044, nr. 8). Hiermee wordt herziening ten nadele met terugwerkende kracht mogelijk en ook herziening ten nadele voor doodslag en gewelds- en zedendelicten met dodelijke afloop. – Eind februari 2011 is in het Arrondissement Utrecht een start gemaakt met de versnelling van de afdoening van eenvoudige strafzaken. – In mei 2011 zal de brief Aanpak criminele jeugdgroepen naar de Kamer worden gezonden. – Het conceptwetsvoorstel, waarbij de verjaringstermijn wordt afgeschaft voor misdrijven waar een gevangenisstraf van 12 jaar op staat, is in consultatie geweest en zal in mei voor advies aan de Raad van State worden voorgelegd. Deze afschaffing geldt ook voor ernstige zedenmisdrijven met kinderen. – Het wetsvoorstel beperking opleggen taakstraffen (32 169) en het wetsvoorstel inzake voorwaardelijke sancties (32 319) zijn inmiddels door de Kamer aanvaard. Het kabinet rekent op inwerkingtreding van beide nieuwe wetten op 1 januari 2012. – Wetsvoorstel verruiming mogelijkheden preventief fouilleren van minister van VenJ is op 7 april 2011 naar verschillende instanties ter consultatie gestuurd. – In mei zal de Kamer nader worden geïnformeerd over de uitwerking van het adolescentenstrafrecht en de strafdienstplicht. |
Budgettair beslag | Concrete maatregelen RA | Voortgang (stand april 2011) |
---|---|---|
Voor de Wajong, Wsw en het flexibel re-integratiebudget is ca. € 6,3 mld. Begroot op de begroting van SZW (2011). De besparingen die betrekking hebben op de maatregelen in het kader van de WWNV bedragen € 0,8 mld. In 2015 en € 1,9 mld. structureel | – Het kabinet wil de WWB/WIJ, Wajong en Wsw hervormen tot een regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt (regeling Werken naar vermogen). De bestaande budgetten voor Wajong, Wsw en WWB/WIJ worden ontschot. – Voor jongeren die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn blijft de Wajong bestaan. De bestaande Wajong-populatie zal vanaf 1-1-2012 worden ingedeeld in «volledig en duurzaam» arbeidsongeschikt en «gedeeltelijk» arbeidsongeschikt, waarbij de uitkering van de gedeeltelijk arbeidsongeschikten per 1-1-2014 wordt verlaagd naar 70% WML. – Mensen met een indicatie voor een beschutte werkplek houden toegang tot de Wsw. Huidige Wsw’ers worden niet herkeurd en kunnen gewoon op hun Wsw-werkplaats blijven werken. Het subsidiebedrag per Wsw-plek zal worden afgestemd op eerder doorgevoerde wijzigingen in de Wsw-cao. – Arbeidsgehandicapten met een beperkte verdiencapaciteit worden zoveel mogelijk via loondispensatie aan de slag geholpen bij reguliere werkgevers. Voor deze groep is een regeling voor begeleid werken beschikbaar, met loonaanvulling tot maximaal het WML en persoonlijke voorzieningen. Overige middelen voor re-integratie worden alleen nog selectief ingezet voor kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt. | – De Kamer is op 21 april 2011 geïnformeerd over de hoofdlijnen van de nieuwe regeling Werken naar Vermogen (hervorming WWB/WIJ, Wajong, Wsw). – Hieraan voorafgaand heeft het kabinet op 21 april 2011 met de VNG een bestuursakkoord ondertekend over de uitvoering van de nieuwe regeling: • de nieuwe Wet werken naar vermogen zal in zijn geheel worden ingevoerd in 2013. De nieuwe regeling wordt decentraal uitgevoerd door gemeenten. Voor wie (nog) niet in staat is om volledig zelfstandig het wettelijk minimumloon te verdienen kunnen gemeenten in de nieuwe regeling het instrument van loondispensatie inzetten; • binnen de sociale werkvoorziening zal een herstructurering moeten plaatsvinden. Om dit te faciliteren stelt het Rijk een herstructureringsfaciliteit beschikbaar. Sw-bedrijven kunnen daaruit een tegemoetkoming krijgen voor de kosten van herstructurering op basis van een gedegen herstructureringsplan. – Het kabinet zal de benodigde wetgeving voor de nieuwe regeling Werken naar vermogen in 2011 indienen bij de Kamer. |
Budgettair beslag | Concrete maatregelen RA | Voortgang (stand april 2011) |
---|---|---|
Aanpassen fiscale tegemoetkoming pensioenen (Witteveen-kader): € 700 mln. vanaf 2013. Aanpassen AOW-leeftijd: naar 66: € 2 mld. (2020). AOW leeftijd koppelen aan leeftijdsverwachting: 0 mln. (2015), 0,7% BBP structureel (circa € 4,5 mld.). | – Het kabinet streeft naar een sociaal akkoord met werkgevers en werknemers. – Het kabinet wil bevorderen dat werkgevers en werknemers afspraken maken over scholing en langdurige inzetbaarheid. – De AOW-leeftijd wordt verhoogd naar 66 jaar. Bovendien zal het kabinet een voorstel doen om in lijn met de afspraak die sociale partners onderling hebben gemaakt de AOW-leeftijd op den duur te koppelen aan de levensverwachting waarbij minimaal met worden voldaan aan de 0,7% houdbaarheidsopbrengst. – De fiscale bijdrage aan de pensioenopbouw via het Witteveenkader wordt in 2013 beperkt i.v.m. de verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd. – Alleen CAO’s die aandacht besteden aan leeftijdsbewust personeelsbeleid en duurzame inzetbaarheid (scholing) worden algemeen verbindend verklaard. | – Vanwege de noodzakelijke termijnen van wetsbehandeling en de daaropvolgende aanpassing van alle pensioencontracten zal het kabinet op korte termijn een wetsvoorstel naar de TK sturen. Dit wetsvoorstel houdt in een verhoging van de AOW-leeftijd naar 66 jaar in 2020 en invulling van de beperking van het Witteveenkader conform het gedoogakkoord. Een akkoord met sociale partners kan uiteraard tot een aanpassing van deze invulling leiden. |
Budgettair beslag | Concrete maatregelen RA | Voortgang (stand april 2011) |
---|---|---|
Extra uitgaven huurtoeslag (voor 2015 geraamd op € 31,5 mln.). Het budgettair beslag van verstrekking inkomensgegevens en extra huurgeschillenbeslechting is nog niet bekend. | – Corporaties gaan zich nadrukkelijker richten op ondersteuning van hen die niet zelfstandig in huisvesting kunnen voorzien. – Het aantal WSW-punten wordt in regio’s met schaarste verhoogd met maximaal 25-punten, afhankelijk van de WOZ-waarde. – Voor huishoudens met een inkomen tot € 43 000 stijgen de huren bij gereguleerde woningen niet met meer dan de inflatie. – De doorstroming op de huurmarkt wordt bevorderd door voor huurders van een gereguleerde woning met een huishoudinkomen van meer da € 43 000 een maximale huurstijging van inflatie +5% toe te staan. – Huurders van een corporatiewoning krijgen het recht hun woning tegen een redelijke prijs te kopen. – De toewijzing van sociale huurwoningen wordt stapsgewijs beperkt tot lagere inkomensgroepen. – Samenwerking tussen woningcorporaties, thuiszorg en andere maatschappelijke organisaties wordt bevorderd door belemmerende regelgeving weg te nemen. – De «Vogelaarheffing» wordt afgeschaft | – De Kamer is 29 maart 2011 geïnformeerd (27 926, nr. 154) over het voornemen de maatregel inzake de 25 extra punten per 1 juli 2011 in te voeren. De ontwerp-amvb om 25 punten extra in het WSW te introduceren is eind april voorgehangen bij de Eerste en Tweede Kamer (4 weken) (beoogde inwerkingtredingsdatum: 1 juli 2011). – Een wijziging van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (introductie inkomensafhankelijke huurverhoging) is in voorbereiding en zal z.s.m. aan de Kamer worden verzonden; het streven is gericht op invoering per 1 juli 2012. – De Kamer zal, vooruitlopend op een wijziging van de Woningwet en het Burgerlijk Wetboek, voor de zomer worden geïnformeerd over de uitwerking van de passage in het regeerakkoord over het kooprecht. – Met de invoering van de staatsteunregeling voor woningcorporaties is een eerste stap gezet de toegang tot de sociale huursector stapsgewijs te verkleinen. De regeling gaat op in de herziening van de Woningwet. – Het wetsvoorstel herziening Woningwet zal in mei 2011 bij de Tweede Kamer worden ingediend. – Het kabinet brengt vóór de zomer een woonvisie uit. – De heffingswet zal naar verwachting per 1 januari 2014 in werking treden. |
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32773-1.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.