32 634 Financiering politieke partijen

Nr. 3 BRIEF VAN DE ALGEMENE REKENKAMER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 februari 2011

Hierbij treft u aan een erratum, behorende bij ons rapport Financiering politieke partijen (Tweede Kamer, vergaderjaar 2010–2011, 32 634, nr. 2, p. 11).

Algemene Rekenkamer

drs. Saskia J. Stuiveling,

president

mr. Marcel J.C. Houtkamp,

wnd. secretaris

Gecorrigeerde bladzijde 11 kamerstuk 32 634, nr. 2

Erratum Financiering politieke partijen

dit het geval. De websites van de overige partijen boden hiertoe, voor zover wij konden nagaan, geen mogelijkheden.

Politieke partijen die een subsidie ontvangen in het kader van de WSPP moeten hun jaarverslagen aan het Ministerie van BZK aanbieden. In beginsel maakt het ministerie deze jaarverslagen niet openbaar, maar naar aanleiding van verzoeken op grond van de Wet Openbaarheid Bestuur zijn de jaarverslagen over 2006 en 2007 beschikbaar gesteld via de website van het ministerie.

Vermelding giften in jaarverslagen 2009

Wij hebben de aan het ministerie gezonden jaarverslagen van de politieke partijen over 2009 ingezien om na te gaan welke informatie de partijen hebben opgenomen over private financiering. We hebben geconstateerd dat de rubricering en specificatie van de bronnen van inkomsten van de partijen verschillen vertonen. Giften van € 4 537,80 of meer van anderen dan natuurlijke personen lijken, afgaande op de jaarverslagen, weinig voor te komen. Zeven politieke partijen nemen hierover informatie op in hun jaarverslagen. Twee van deze partijen vermelden giften van meer dan € 4 537,80.

[Erratumtekst] Bij één partij gaat het om een gift van € 15 025 van een bij naam genoemde natuurlijk persoon en bij de andere partij om giften van twee bij naam genoemde stichtingen, die gezamenlijk € 110 000 hebben geschonken. Deze laatste partij heeft daarnaast een gift van een bij naam genoemde natuurlijk persoon ontvangen van € 10 000. [Einde erratumtekst]

De overige vijf partijen vermelden expliciet in hun jaarverslagen dat zij geen giften van € 4 537,80 of meer hebben ontvangen in 2009.

Drie van de tien partijen die over 2009 subsidie ontvingen op grond van de WSPP, geven in hun jaarverslagen niet expliciet aan of zij giften van meer dan € 4 537,80 hebben ontvangen. Bij één van deze drie partijen zijn de verantwoorde ontvangsten naast de subsidie zo beperkt dat deze partij geen giften van € 4 537,80 of meer ontvangen kan hebben.

2.3 Ontwikkeling in wet- en regelgeving

2.3.1 Wetsontwerp financiering politieke partijen

Het Ministerie van BZK heeft enkele jaren geleden een nieuw wetsontwerp voorbereid dat regels stelt voor de subsidiëring en het toezicht op de financiering van politieke partijen (Wet financiering politieke partijen). Dit wetsvoorstel is in april 2006 ook aan de Algemene Rekenkamer voor commentaar voorgelegd op grond van artikel 96 van de Comptabiliteitswet, maar daarna niet aan de Tweede Kamer ter behandeling aangeboden. In 2009 heeft het Ministerie van BZK het wetsontwerp opnieuw ter hand genomen. De verantwoordelijke beleidsdirectie van het Ministerie van BZK10 had toen de verwachting dat het wetsontwerp in het voorjaar van 2010 aan de Raad van State aangeboden zou kunnen worden. Door de val van het kabinet-Balkenende IV in februari 2010, de verkiezingen in juni 2010 en de daaropvolgende kabinetsformatie is het daar niet van gekomen.

De belangrijkste wijzigingen die in de Wet financiering politieke partijen worden voorzien ten opzichte van de WSPP kunnen als volgt worden samengevat:

  • Naast politieke partijen met een verenigingsstructuur, worden ook politieke bewegingen zonder rechtspersoonlijkheid uitdrukkelijk onderworpen aan de regels voor partijfinanciering. Het recht op subsidie blijft overigens voorbehouden aan politieke partijen met een verenigingsstructuur en voldoende leden.

  • Ook politieke bewegingen en landelijke neveninstellingen van politieke partijen moeten giften boven het daartoe nieuw vastgestelde bedrag van € 150 registreren met naam en adres van de gever; voor giften in natura geldt een drempelbedrag van € 700. De norm geldt per individuele neveninstelling.

  • Politieke partijen moeten giften van meer dan € 3 000 met naam en adres van de gever melden in hun financieel verslag. Deze bepaling geldt niet voor bijdragen van politieke ambtsdragers op grond van een eigen regeling van een partij of voor legaten. Bij verkiezingen voor de Tweede Kamer geven partijen de Kiesraad twee tot drie weken voor de verkiezingen een overzicht van de in het laatste halfjaar door de partij of kandidaten ontvangen giften van meer dan € 3 000. De Kiesraad maakt dit overzicht openbaar.

  • Een politieke partij mag per donateur (natuurlijke persoon of rechtspersoon) maximaal € 50 000 per jaar ontvangen.

  • De partij registreert schulden van en leningen aan de partij met naam en adres van de schuldeiser; schulden en leningen boven € 25 000 worden in de financiële verantwoording opgenomen met naam en adres van de schuldeiser.

  • De regeling geldt ook voor giften van natuurlijke personen. Bijdragen in natura vallen expliciet onder de regeling.

  • Er komt een andere verdeling van de subsidie. Het aantal leden van politieke partijen gaat zwaarder tellen ten opzichte van het aantal Kamerzetels. Deze verhouding is nu nog 35:65; volgens het voorstel wordt dat 50:50.

  • Het totale subsidiebedrag wordt verlaagd tot € 13,6 miljoen per jaar bij aanvaarding van het voorstel.

  • Nieuw in het parlement gekozen politieke partijen mogen hun subsidie gebruiken voor de uitgaven die zij hebben gedaan in de verkiezingsperiode.

  • De Kiesraad verzorgt de toekenning van de subsidie en houdt toezicht op de naleving van de wet. De Kiesraad kan een bestuurlijke boete opleggen bij overtreding van de gestelde regels.

De financieringsregels over ontvangen bijdragen gelden niet voor regionale, provinciale en gemeentelijke onderdelen van de partij. Naar aanleiding van een advies van de Kiesraad is hiervan afgezien. De raad betwijfelt onder meer of een dergelijke regeling proportioneel is in relatie tot het doel van het wetsvoorstel. Bijdragen van afdelingen aan de centrale partijorganisatie worden als bijdrage aan de partij aangemerkt.

Tijdens de behandeling van de begroting 2011 van het Ministerie van BZK is het wetsontwerp opnieuw aan de orde geweest. De minister van BZK heeft daarbij op 2 december 2010 aangekondigd dat hij het oorspronkelijke wetsvoorstel nogmaals tegen het licht wil houden. Zijn inzet is om zo snel mogelijk tot indiening over te gaan, maar een concrete toezegging heeft hij daarover niet gedaan. Het Kamerlid Heijnen heeft naar aanleiding daarvan tijdens de begrotingsbehandeling een motie ingediend, waarin de minister wordt gevraagd om het wetsvoorstel vóór 1 maart 2011 in te dienen. 11 Deze motie is op 7 december 2010 aangenomen.

2.3.2 Initiatiefwet openbaarheid giften aan politieke partijen

Eind november 2010 hebben de Kamerleden Dibi (GroenLinks) en Schouw (D66) een voorontwerp van een initiatiefwet gepresenteerd tot wijziging van de Wet Subsidiëring politieke partijen in verband met de openbaarmaking van giften aan politieke partijen.

Het voorontwerp houdt in dat een politieke partij giften vanaf € 1 500 (per donateur) op jaarbasis openbaar moet maken. Dit geldt zowel voor giften van natuurlijke personen als voor giften van rechtspersonen. Verder moeten politieke partijen bekend maken welke rechtspersonen aan hen gelieerd zijn. Ook giften aan deze rechtspersonen vallen volgens het voorontwerp onder de verplichting tot openbaarmaking. Het voorontwerp voorziet ook in een sanctiebepaling. Bij overtreding van de bepalingen kan een boete van maximaal € 20 000 worden opgelegd.


X Noot
10

Directoraat-generaal Bestuur en Koninkrijksrelaties/Directie Openbaar bestuur (dit is in het rapport van de Algemene Rekenkamer noot 10 op blz. 11).

X Noot
11

Tweede Kamer, vergaderjaar 2010–2011, 32 500 VII, nr. 7 (dit is in het rapport van de Algemene Rekenkamer noot 11 op blz. 12).

Naar boven