31 265 Adoptie

Nr. 77 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 januari 2021

Bij brief van 17 december 2020 heeft u mij gevraagd te reageren op een bericht van het collectief Binnenlandse Afstandskinderen en Geadopteerden / stichting i.o. «Verleden in Zicht» (hierna: BAG) aan uw Kamer inzake de uitvoering van de motie van het lid Bergkamp c.s. (Kamerstuk 31 265, nr. 71) over het op zorgvuldige en wetenschappelijke wijze oppakken van het onderzoek Binnenlandse afstand en adoptie 1956–1984.

In het bericht geeft BAG in de eerste plaats een vanuit haar perspectief chronologisch overzicht van het onderzoek «Binnenlandse afstand en adoptie 1956–1984» door het Verwey-Jonker Instituut en de hieraan gerelateerde gebeurtenissen. In de tweede plaats bevat het bericht een brede oproep om de signalen van BAG serieus te nemen en kracht te zetten op de uitvoering van de motie Bergkamp c.s. in het belang van ethisch, integer, transparant en waarheid vindend onderzoek met maximaal respect voor alle belanghebbenden. Met deze brief voldoe ik aan uw verzoek en zal ik op beide elementen reageren.

Ik wil toewerken naar erkenning van het leed dat belanghebbenden als gevolg van de afstand en adoptie in de periode 1956–1984 hebben ondervonden. Het gaat over een pijnlijk en gevoelig deel van onze geschiedenis, dat het leven van belanghebbenden beheerste en nog steeds beheerst. Velen wachten al lange tijd op erkenning van hun leed. Er gebeurt op dit moment veel:

  • er wordt een verdiepend onafhankelijk onderzoek verricht door het Verwey-Jonker Instituut in opdracht van het WODC;

  • er vindt een omvangrijke en zorgvuldige inrichting van een verificatie- en correctieprocedure voor de gespreksverslagen van het Aanmeldpunt plaats;

  • er is een Commissie van onafhankelijke deskundigen inzake binnenlandse afstand en adoptie ingesteld, die haar opdracht uitvoert; en

  • er vindt communicatie plaats met de organisaties van belangenbehartigers die – begrijpelijk – aangeven vertrouwen te hebben verloren.

2. Chronologisch overzicht

In mijn brief van 15 oktober 2020 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de stappen die ik heb gezet, nadat ik had vastgesteld dat bij de inrichting van het Aanmeldpunt Binnenlandse afstand en adoptie (hierna: het Aanmeldpunt) fouten zijn gemaakt1 . Laatstelijk heb ik uw Kamer op 23 november 2020 geïnformeerd2 over de instelling van de Commissie van onafhankelijke deskundigen inzake afstand en adoptie en de start van de verificatie- en correctieprocedure3 . Hieronder ga ik in op de zaken die BAG heeft beschreven en die verder in de tijd teruggaan.

De start van het onderzoek door het Verwey-Jonker Instituut (augustus 2019)

BAG maakt duidelijk dat het een eigen visie naar voren heeft gebracht met betrekking tot de onderzoeksopdracht en de onderzoeksvragen van WODC aan het Verwey-Jonker Instituut ten behoeve van het onderzoek «Binnenlandse afstand en adoptie 1956–1984». BAG is van mening, zo blijkt ook uit hun overzicht, dat het WODC hiermee in had moeten stemmen. Ik deel die mening niet. Het behoort tot de wetenschappelijke onafhankelijkheid dat het WODC zelf de onderzoeksopdracht vaststelt, zoals ook is vastgelegd in de Regeling wetenschappelijke onafhankelijkheid WODC4 . Alle opmerkingen van BAG en andere organisaties van belangenbehartigers zijn terdege meegenomen en meegewogen in het proces tot vaststelling van de onderzoeksopdracht en de onderzoeksvragen. Een notitie van WODC en Verwey-Jonker Instituut over de opzet van het onderzoek heb ik bijgevoegd bij mijn brief aan uw Kamer van 15 oktober 2020.

Input belanghebbenden in het onderzoek (september 2019)

BAG geeft aan dat niet helder is gemaakt hoe de input van belanghebbenden in het onderzoek zou worden meegenomen. De onderzoekers van het Verwey-Jonker Instituut waren aanwezig bij de startconferentie en hebben zich vergewist van alle daar gegeven reacties. Dat gedurende de looptijd van het onderzoek niet wordt gecommuniceerd over het onderzoek, is een standaard afspraak om de onafhankelijkheid van het onderzoek niet in gevaar te brengen. Over het informeren van belangenbehartigers heb ik uw Kamer in mijn brief van 15 oktober geïnformeerd.

Signalen werkwijze Aanmeldpunt (januari en februari 2020)

De signalen van belangenbehartigers over fouten bij het functioneren van het Aanmeldpunt zijn begin 2020 aan het ministerie voorgelegd. Dat was voor het ministerie de eerste keer dat van deze signalen vernam. Deze zijn voor de eerstvolgende vergadering van de Werkgroep ter bespreking geagendeerd geweest.

Sluiting Aanmeldpunt (april 2020)

De sluiting van het aanmeldpunt was vanaf het begin voorzien voor 1 juni 2020. De openstelling is met twee maanden verlengd, zoals ik uw Kamer heb bericht in mijn brief van 29 mei 20205 . Van de suggestie die BAG wekt als zou er «doelbewust en op grond van utiliteitsoverwegingen haast worden gemaakt of mogelijk word[en] voorgesorteerd» neem ik afstand. Het onderzoek wordt volgens wetenschappelijke standaarden uitgevoerd en een onafhankelijke begeleidingscommissie ziet hierop toe.

3. Oproep

Ik hecht eraan duidelijk te maken dat ik de signalen van belangenbehartigers van zowel afstandsmoeders als binnenlandse afstandskinderen en geadopteerden serieus neem. Dat heb ik hen ook persoonlijk bericht op 18 december 2020 in reactie op de berichten die op het Ministerie van Justitie en Veiligheid zijn ontvangen van zowel BAG als De Nederlandse Afstandsmoeder (hierna: DNA).

Op 23 november 2020 heb ik uw Kamer bericht over de instelling van de Commissie van onafhankelijke deskundigen inzake binnenlandse afstand en adoptie. Hoewel de formele publicatie van het instellingsbesluit op 16 december heeft plaatsgevonden is de Commissie al sinds november haar voorbereiding begonnen en doet zij dat zeer gedegen. Zij heeft zelf op 22 december 2020 organisaties van belangenbehartigers (waaronder BAG en DNA) aangeschreven om zich voor te stellen en de werkwijze te schetsen voor de invulling van haar opdracht.

BAG wenst een «ethisch, integer, transparant en waarheid vindend onderzoek» en doelt hierbij op het bovengenoemde onderzoek door het Verwey-Jonker Instituut. Ik heb geen enkele aanwijzing dat het onderzoek niet aan de toepasselijke wetenschappelijke eisen voldoet en ik heb vertrouwen in de onafhankelijke wetenschappelijke begeleidingscommissie bij dit onderzoek.

4. Tot slot

Om belanghebbenden, die zich bij het Aanmeldpunt hebben aangemeld, te informeren, is een bericht aan hen opgesteld6 . Dit bericht is overeenkomstig de afspraak, die met BAG en DNA op 31 augustus 2020 was gemaakt, aan hen voorgelegd. BAG heeft toen geen inhoudelijke reactie willen geven. DNA heeft inhoudelijk met waardevolle suggesties gereageerd, waarop de tekst is aangepast. Het bericht is op 11 januari 2021 verzonden. Voor het feit dat een reactie op die berichten van BAG en DNA te lang op zich heeft laten wachten zijn excuses aangeboden.

Ik waardeer het zeer dat ik scherp word gehouden door belanghebbenden en de belangenbehartigers. Daarom heb ik besloten DNA en BAG uit te nodigen voor een persoonlijk gesprek. Dat heeft gisteren plaatsgevonden. Wij hebben een intensief gesprek gevoerd waarin BAG en DNA hun zienswijze op het onderzoek en het aanmeldpunt hebben kunnen toelichten. In het gesprek heb ik het voorstel gedaan dat mijn ministerie maandelijks met BAG en DNA de ontwikkelingen in dit complexe dossier bespreekt. Voorts heb ik voorgesteld om op zo kort mogelijke termijn rond de tafel te zitten – bij voorkeur samen met de Commissie van onafhankelijke deskundigen – om over de inrichting van de verificatie- en correctieprocedure te spreken.

Zodra de Commissie van onafhankelijke deskundigen in het kader van haar opdracht haar reflecties heeft gegeven, zal ik opnieuw BAG en DNA uitnodigen om op basis van de aanbevelingen van de Commissie van onafhankelijke deskundigen te bespreken hoe we aan het herstel van vertrouwen kunnen werken.

De vertegenwoordigers van BAG en DNA gaven mij aan zich hier in beginsel iets bij voor te kunnen stellen. Zij zullen hun definitieve standpunt kenbaar maken, zodra zij hun achterban hierover hebben geïnformeerd.

Ik realiseer mij dat er nog veel werk is te verzetten om het vertrouwen van alle betrokkenen terug te winnen, maar ik hoop en vertrouw erop dat bovenstaande stappen daaraan bijdragen.

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker


X Noot
1

Kamerstuk 31 265, nr. 74

X Noot
2

Kamerstuk 31 265, nr. 76

X Noot
3

Stcrt. 2020, nr. 63439 van 16 december 2020

X Noot
4

Stcrt. 2019, nr. 65402 van 2 december 2019

X Noot
5

Kamerstuk 31 265, nr. 69

X Noot
6

Kamerstuk 31 265, nr. 76

Naar boven