Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 maart 2019
Hierbij bied ik u de rapportage «Analyse ontwikkeling energierekening» aan1, die 18 maart 2019 is gepubliceerd door het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL).
Deze rapportage is op mijn verzoek opgesteld en betreft een nieuwe analyse voor de
gemiddelde energierekening ten opzichte van de Nationale Energieverkenning (NEV) 2017
(Kamerstuk 30 196, nr. 559). Het PBL heeft bij de analyse nauw samengewerkt met het CBS. Het PBL en het CBS
gaan in de rapportage ook in op de verschillen met het cijfer voor de energierekening
in 2019 dat het CBS op 16 februari jl. heeft gepresenteerd. Zoals het PBL zelf ook
aangeeft, is in de analyse de aankondiging van het kabinet op 13 maart jl. om de belasting
op de energierekening van huishoudens per 2020 te verlagen, niet meegenomen.
Deze analyse van het PBL bevestigt het beeld van een stijgende energierekening voor
huishoudens. Bij de presentatie van de doorrekeningen van het Klimaatakkoord op 13 maart
jl. (Kamerstuk 32 813, nr. 306) heeft het kabinet aangekondigd de belasting die huishoudens via hun energierekening
betalen, aanzienlijk te gaan verlagen. Het kabinet staat voor een evenwichtige lastenverdeling
van de transitie en wil dat die voor iedereen haalbaar en betaalbaar is. Daarom wordt
per 2020 de bijdrage die huishoudens aan de Opslag Duurzame Energie (ODE) betalen,
verlaagd naar een 1/3 deel van het totaal in plaats van 50% zoals tot op heden. Het
gevolg is dat de energiebelasting voor huishoudens in 2020 daalt ten opzichte van
2019 en daalt ten opzichte van deze analyse van het PBL.
Zoals aangegeven in de eerste reactie kabinet op de doorrekening van het ontwerp-Klimaatakkoord
(Kamerstuk 32 813, nr. 307), zal het kabinet de komende weken gebruiken om te komen tot een definitief pakket
aan klimaatmaatregelen, inclusief de precieze vormgeving van de verschuiving van de
ODE-lasten.
Het kabinet heeft alleen directe invloed op de belastingtarieven. De belastingtarieven
worden verlaagd, maar het is mogelijk dat de totale energierekening stijgt, door ontwikkelingen
in bijvoorbeeld de marktprijzen of het energieverbruik als gevolg van een strenge
winter. Daar heeft de overheid geen invloed op.
De analyse van PBL
Het PBL heeft de ramingen voor de gemiddelde energierekening voor 2020 uit de NEV
2017 geactualiseerd op basis van recente cijfers. In de analyse van de NEV 2017 gaf
het PBL een raming voor de energierekening in 2017 en 2020. Het PBL heeft aangegeven
de actualisatie over dezelfde jaren te doen.
Het PBL raamt voor 2020 nu dat de energierekening hoger uitvalt dan het PBL in 2017
raamde voor 2020. Voor een belangrijk deel is de hogere raming van het PBL voor 2020
het gevolg van externe factoren zoals hogere prijzen in de markt en voor een kleiner
deel is dit het gevolg van hoger verbruik dan in 2017 geraamd. Een ander verschil
is dat het PBL in 2017 het beleid van dit kabinet nog niet verwerkt had, omdat het
regeerakkoord toen nog niet was gesloten. Het kabinet heeft in haar communicatie over
de hoogte van de energierekening de gevolgen van het regeerakkoord wel altijd meegenomen.
In de rapportage lichten het PBL en het CBS toe wat de verschillen zijn tussen de
gehanteerde methode voor het ramen van de energierekening in 2020 door het PBL en
de methode die het CBS in zijn publicatie over de energierekening van 16 februari
jl. heeft gebruikt. Het CBS hanteert hogere verbruikscijfers – vanwege een ander gemiddeld
huishoudtype en constant verbruik – en andere prijzen – van januari 2019 in plaats
van ramingen over langere termijn – dan het PBL. Daarnaast heeft het CBS-cijfer betrekking
op 2019 en gaat de analyse van het PBL over 2020. De verschillende cijfers zijn dus
niet 1-op-1 vergelijkbaar.
Zoals het PBL ook in zijn rapportage aangeeft, is in deze raming voor 2020 het kabinetsvoornemen
om de energiebelasting voor huishoudens te verlagen niet meegenomen. Dit voornemen
is niet meegenomen in deze analyse, omdat het PBL uitging van vastgesteld en voorgenomen
beleid op 1 maart 2019. Daarmee zal het belastingdeel van de energierekening lager
zijn dan in de analyse van het PBL.
De analyse van het PBL en het CBS geeft de complexiteit aan van de cijfers over de
energierekening. Ik streef naar eenduidige informatievoorziening over de energierekening.
Ik ben hierover momenteel in gesprek met het PBL, het CBS en het Nibud en met andere
betrokken partijen in de samenleving.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes