22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 1321 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 januari 2012

Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij 15 fiches aan te bieden die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).

Fiche 01:Verordening betreffende een monitoring en rapportage systeem broeikasgassen en overige klimaatrelevante informatie (Kamerstuk 22 112, nr. 1317)

Fiche 02: Richtlijn alternatieve beslechting consumentengeschillen (Kamerstuk 22 112, nr. 1318)

Fiche 03: Verordening online beslechting consumentengeschillen (Kamerstuk 22 112, nr. 1319)

Fiche 04: Verordening Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij voor 2014–2020 (Kamerstuk 22 112, nr. 1320)

Fiche 05: Verordening inzake de implementatie en exploitatie Europese satelliet navigatie systemen

Fiche 06: Verordening Europees Instituut voor Innovatie en Technologie (EIT) met besluit over de Strategische Innovatie Agenda van het EIT (Kamerstuk 22 112, nr. 1322)

Fiche 07: Verordening inzake grondafhandelingsdiensten op EU-luchthavens en tot intrekking richtlijn 96/67/EG (Kamerstuk 22 112, nr. 1323)

Fiche 08: Verordening betreffende gemeenschappelijke regels voor de toewijzing van slots op luchthavens in de Europese Unie (Kamerstuk 22 112, nr. 1324)

Fiche 09: Verordening geluidsgerelateerde exploitatiebeperkingen op civiele luchthavens in de Europese Unie (Kamerstuk 22 112, nr. 1325)

Fiche 10: Verordening programma concurrentievermogen(MKB’s) COSME 2014–2020 (Kamerstuk 22 112, nr. 1326)

Fiche 11: Mededeling over de toekomst van de BTW (Kamerstuk 22 112, nr. 1327)

Fiche 12: Verordening wijzigingen Informatienet Landbouwbedrijfboekhoudingen (ILB) (Kamerstuk 22 112, nr. 1328)

Fiche 13: Verordening betreffende het geluidsniveau van motorvoertuigen (Kamerstuk 22 112, nr. 1329)

Fiche 14: Europa in de wereld: verordeningen voor de instrumenten van extern beleid 2014–2020 (Kamerstuk 22 112, nr. 1330)

Fiche 15: Verordening Europees grensbewakingssysteem (EUROSUR) (Kamerstuk 22 112, nr. 1331)

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, H. P. M. Knapen

Fiche: Verordening inzake de implementatie en exploitatie Europese satelliet navigatie systemen

1. Algemene gegevens

Titel voorstel: Voorstel voor een verordening inzake de implementatie en exploitatie van Europese satelliet navigatie systemen.

Datum Commissiedocument: 5 december 2011.

Nr. Commissiedocument: COM(2011)814.

Prelex: http://ec.europa.eu/prelex/detail_dossier_real.cfm?CL=nl&DosId=201137

Nr. Impact Assessment Commissie en Opinie Impact Assessment Board: SEC(2011)1448.

Behandelingstraject Raad: TTE-Raad – Transport.

Eerstverantwoordelijk ministerie: Ministerie van Infrastructuur en Milieu.

Rechtsbasis, besluitvormingsprocedure Raad, rol Europees Parlement, gedelegeerde en/of uitvoeringshandelingen:

  • a) Rechtsbasis: Artikel 172 Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

  • b) Besluitvormingsprocedure Raad en rol Europees Parlement: Gewone wetgevingsprocedure, gekwalificeerde meerderheid in de Raad en medebeslissingsrecht EP.

  • c) Gedelegeerde en/of uitvoeringshandelingen: De Commissie stelt gedelegeerde handelingen voor ten aanzien van het vaststellen van de noodzakelijke voorwaarden om comptabiliteit en interoperabiliteit met andere systemen (art 5) en de veiligheid van de GNSS systemen (art 14) te garanderen. Verder is de raadplegingsprocedure voorzien voor delegatiebesluiten (GSA/ESA) van de Commissie en de onderzoeksprocedure voor besluiten over de locaties van grondinfrastructuur en voor belangrijke beslismomenten voor de evaluatie en de uitvoering van het programma. Het huidige GNSS comité blijft bestaan en heeft tot taak de Commissie te controleren in haar uitvoeringsbevoegdheden.

2. Samenvatting BNC-fiche

Ten behoeve van de verdere bouw en exploitatie van de Europese systemen voor satellietnavigatie doet de Commissie voorstellen voor de financiering en het beheer van het programma.

Er is sprake van gedeelde bevoegdheid. Subsidiariteit is positief omdat projecten van deze omvang alleen door Europese samenwerking tot stand kunnen komen. Proportionaliteit is positief omdat nieuwe wetgeving noodzakelijk is voor de verdere bouw en exploitatie.

Dit betreft met de financiële basis in het MFK en een aangepast bestuur gericht op een efficiënte uitvoering van het programma.

De Commissie legt met het voorstel een basis voor het resterende deel van de bouw en de eerste jaren van de exploitatie. Ook wordt een aangepaste beheerstructuur voorgesteld.

Nederland staat positief tegenover het voorstel. Wel wil Nederland meer helderheid krijgen over:

de verantwoordelijkheidsverdeling;

de opbouw van de kosten en mogelijke kostenbesparingen;

de invloed van de lidstaten op veiligheidskwesties.

Nederland hecht eraan dat besprekingen over de Europese satellietnavigatieprogramma’s niet vooruitlopen op de integrale besluitvorming betreffende het MFK.

3. Samenvatting voorstel

Op 18 januari 2011 heeft de Europese Commissie een mededeling met een tussentijds verslag gepubliceerd over de stand van zaken van de Europese GNSS 1 programma’s EGNOS 2 en Galileo (COM(2011)5). Hierin wordt aangegeven dat het huidige budget voor EGNOS en Galileo (€ 3,4 miljard voor de periode 2007–2013) onvoldoende is en extra budget nodig is voor het afbouwen en exploiteren van beide systemen.

Dit voorstel maakt onderdeel uit van de voorstellen inzake het Meerjarig Financieel Kader (MFK). De Commissie stelt een maximum bedrag van € 7,897 miljard (lopende prijzen) voor uit de EU begroting voor de periode 2014–2020. De Commissie stelt voor om dit bedrag als plafond vast te leggen in een aparte bepaling in de MFK-verordening. Het bedrag is opgebouwd uit de volgende elementen:

  • afbouwen van m.n. Galileo;

  • jaarlijkse operationele kosten.

De verordening bevat ook een bestuurlijk model met bijbehorende taakverdeling voor de Commissie, de GSA en ESA voor de exploitatie van EGNOS en Galileo. De Commissie wijst hiervoor het Europese GNSS agentschap aan. Het agentschap is momenteel verantwoordelijk voor veiligheidaccreditatie en marketing/PR van de systemen. Met dit voorstel krijgt het agentschap de volgende extra taken:

  • initiëren en monitoren van veiligheidsprocedures en uitvoeren van audits op dit gebied;

  • garanderen van de operatie van het Galileo veiligheidscentrum (GSMC);

  • functioneren als PRS autoriteit;

  • leveren van technische expertise aan de Commissie;

  • andere taken die de Commissie met het agentschap overeenkomt door middel van een delegatie overeenkomst. Het gaat daarbij om operationele taken gerelateerd aan onder meer infrastructuur management, onderhoud, certificering, standaardisatie procedures en het promoten van applicaties en diensten in de markt.

Hierbij gaat de Commissie uit van een geïntegreerd model waarin de verantwoordelijkheid voor de infrastructuur en de exploitatie inclusief de Commercial Service wordt neergelegd bij de GSA. De Commissietaak is beperkt tot algemene aansturing, bewaking van de voortgang en budgetverantwoordelijkheid.

De Commissie zal in 2012 een voorstel doen om de nieuwe rol van het agentschap, die gebaseerd zal zijn op de GNSS verordening, te verankeren (wijzigen van de verordening 912/2010).

4. Bevoegdheidsvaststelling en subsidiariteits- en proportionaliteitsoordeel

  • a) Bevoegdheid: Er is sprake van een gedeelde bevoegdheid (rechtsbasis artikel 172 VWEU). De Commissie is door de Raad aangewezen als programmamanager en daarmee medeverantwoordelijk voor de ontwikkeling van de programma’s. NL kan zich hierin vinden.

  • b) Subsidiariteits- en proportionaliteitsoordeel: De subsidiariteit wordt positief beoordeeld. EGNOS en Galileo zijn Europese programma’s en kunnen gezien de omvang en kosten alleen effectief en efficiënt worden ingericht en voortgezet op EU-niveau.

    De proportionaliteit wordt eveneens positief beoordeeld. Nederland acht het noodzakelijk dat er wetgeving komt voor de exploitatiefase. De verordening 638/2008 heeft alleen betrekking op de ontwikkel-, validering- en bouwfase. Het voorstel betreft gedeeltelijk de verdere bouw van de systemen en richt zich ook op de exploitatiefase. Hiervoor is een nieuwe financiële basis nodig en een aangepaste structuur.

  • c) Nederlands oordeel over de voorstellen op het gebied van gedelegeerde en/of uitvoeringshandelingen: Nederland heeft er geen bezwaar tegen dat de Commissie voor onbepaalde tijd de delegatiebevoegdheid krijgt op het gebied van compatibiliteit en interoperabiliteit (o.a. samenwerking derde landen) en voor de veiligheid en veilige exploitatie van het systeem.

    Het voorstel bevat twee verschillende procedures voor het comité. Als wordt verwezen naar de raadplegingsprocedure kan het comité een advies geven. De Commissie dient hier zoveel mogelijk rekening mee te houden. Als wordt verwezen naar de onderzoeksprocedure kan het comité een bindend advies geven. De Commissie dient zich hier aan te houden. De raadplegingsprocedure is onder meer van toepassing op de jaarlijkse uitgaven van de Commissie, afspraken tussen de Commissie en het Europese GNSS agentschap en ESA. De onderzoeksprocedure is onder meer van toepassing op het meerjarige werkprogramma en beslissingen die van invloed zijn op het overall management van het programma.

5. Financiële implicaties, gevolgen voor regeldruk en administratieve lasten

  • a) Consequenties EU-begroting: De Commissie stelt een maximum bedrag voor van € 7,897 miljard (lopende prijzen) voor de periode 2014–2020. De financiering voor de (verdere) bouw en exploitatie komt hiermee volledig uit de EU begroting.

  • b) Financiële consequenties (incl. personele) voor rijksoverheid en/ of decentrale overheden: Geen.

  • c) Financiële consequenties (incl. personele) voor bedrijfsleven en burger: Het Nederlandse bedrijfsleven participeert in de bouw van het systeem. Verder bevat het voorstel bepalingen voor het aanbestedingsbeleid. De Commissie gaat uit van eerlijke en open concurrentie, maar ook gebruik maken van verworven kennis in eerdere fases van het programma. Dit laatste zou niet concurrentieverstorend mogen werken. Verder dient extra aandacht te worden aan de mogelijkheden van nieuwe aanbieders en het midden- en kleinbedrijf. Hiermee wil de Commissie monopolieposities voorkomen. Mogelijke verplichtingen tot het plaatsen van deelcontracten buiten het eigen consortium wil de Commissie per contract bezien.

  • d) Gevolgen voor regeldruk/administratieve lasten voor rijksoverheid, decentrale overheden, bedrijfsleven en burger: Er zijn geen directe gevolgen in de zin van regeldruk/administratieve lasten.

6. Implicaties juridisch

  • a) Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving en/of sanctionering beleid: N.v.t.

  • b) Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen), dan wel voorgestelde datum inwerkingtreding (bij verordeningen en beschikkingen) met commentaar t.a.v. haalbaarheid: De verordening treedt per 1 januari 2014 in werking.

  • c) Wenselijkheid evaluatie-/horizonbepaling: De Commissie zal voor 30 juni 2018 met in evaluatierapport rapporteren over de onder de verordening bereikte resultaten.

7. Implicaties voor uitvoering en handhaving

  • a) Uitvoerbaarheid: Geen.

  • b) Handhaafbaarheid: Geen.

8. Implicaties voor ontwikkelingslanden

Geen.

9. Nederlandse positie

Nederland verwelkomt het voorstel en zal het voorstel op kritisch/opbouwende wijze behandelen.

Financiering

De onderhandelingen over de Europese satellietnavigatieprogramma’s (EGNOS en Galileo) maken voor wat betreft de financiële aspecten integraal onderdeel uit van de onderhandelingen over het Meerjarig Financieel Kader (MFK) 2014–2020. Nederland is het eens met het principe van financiering van de verdere bouw en exploitatie tot 2020 uit het EU budget met inachtneming van de Nederlandse inzet in de MFK onderhandelingen. Nederland hecht eraan dat besprekingen over de Europese satellietnavigatieprogramma’s niet vooruitlopen op de integrale besluitvorming betreffende het MFK. De beleidsmatige inzet van Nederland ten aanzien van de satellietnavigatieprogramma’s zal ondersteunend moeten zijn aan de Nederlandse inzet in de MFK-onderhandelingen, te weten een substantiële vermindering van de Nederlandse afdrachten aan de EU en een hervormde begroting die is toegespitst op de prioriteiten van dit decennium. Binnen dit kader blijft vanzelfsprekend de ruimte bestaan om op de inhoud actief in te spelen op het verloop van de onderhandelingen.

Uit het voorstel in de huidige vorm volgen geen consequenties voor de Nederlandse begroting. Mochten deze onverwacht toch ontstaan dan dienen de bestaande begrotingsregels in acht te worden genomen die inhouden dat de beleidsverantwoordelijke departementen de financiële gevolgen moeten opvangen binnen de eigen begroting, conform de regels budgetdiscipline.

Kosten

Nederland vindt dat uit een nadere toelichting op de kosten van exploitatie moet blijken dat deze reëel zijn. Hiervoor dient de Commissie nadere financiële informatie te geven.

Nederland vindt dat als er toch kostenoverschrijdingen komen dat deze niet voor rekening van de Lidstaten moeten komen maar voor programma’s in het kader van het MFK.

Bestuur

Nederland is het op hoofdlijnen eens met de verdeling van werkzaamheden en bevoegdheden tussen de Commissie, ESA en de GSA, maar zal verduidelijking vragen over de (eind)verantwoordelijkheid. Nederland hecht aan de continuering van onafhankelijk advies over de voortgang van het programma, zoals verankerd in verordening 683/2008. Tevens dient de invloed van de lidstaten op veiligheidsaangelegenheden goed te worden geregeld.

De keuze van de Commissie voor geïntegreerd management van infrastructuur en exploitatie laat onverlet de inspanning die de Commissie moet leveren om de private sector optimaal te betrekken.

Aanbestedingsbeleid

Nederland kan zich vinden in de bepalingen die een raamwerk vormen voor de aanbesteding van werkzaamheden.


X Noot
1

Global Navigation Satellite System.

X Noot
2

European Geostationary Navigation Overlay Service.

Naar boven