22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 1239 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 oktober 2011

Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij zeven fiches aan te bieden die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).

Fiche 1 : mededeling voorstel Gemeenschappelijk standpunt Busan (kamerstuk 22 112, nr. 1236)

Fiche 2 : verordening inzake gemeenschappelijke regels voor de tijdelijke herinvoering van grenstoezicht aan de binnengrenzen in uitzonderlijke omstandigheden (kamerstuk 22 112, nr. 1237)

Fiche 3 : verordening instelling Schengen-evaluatiemechanisme (kamerstuk 22 112, nr. 1238)

Fiche 4 : verordening Interne Markt Informatiesysteem (IMI)

Fiche 5 : wijziging verordening elektronische identificatie (EID) van runderen (kamerstuk 22 112, nr. 1240)

Fiche 6 : Verordening registratiesysteem voor vervoerder van radioactief materiaal (kamerstuk 22 112, nr. 1241)

Fiche 7 : verordening gearomatiseerde wijnbouwproducten (kamerstuk 22 112, nr. 1242)

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

J. P. M. Knapen

Fiche: verordening Interne Markt Informatiesysteem (IMI)

1. Algemene gegevens

Titel voorstel: Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de administratieve samenwerking via het Informatiesysteem interne markt («de IMI-verordening»)

Datum Commissiedocument: 29 augustus 2011

Nr. Commissiedocument: COM(2011) 522 def

Prelex: http://ec.europa.eu/prelex/detail_dossier_real.cfm?CL=en&DosID=200762

Nr. Impact Assessment Commissie en Opinie Impact Assessment Board: Niet opgesteld.

Behandelingstraject Raad: De Verordening zal worden geagendeerd voor de Raad voor Concurrentievermogen. De datum van behandeling in de Raad is nog onbekend. Pools voorzitterschap hoopt nog voor 1 januari 2012 een politiek akkoord te bereiken.

Eerstverantwoordelijk ministerie: Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie

Rechtsbasis, besluitvormingsprocedure Raad, rol Europees Parlement, gedelegeerde en/of uitvoeringshandelingen:

  • a) Rechtsbasis

    Artikel 114 VWEU

  • b) Besluitvormingsprocedure Raad en rol Europees Parlement

    Gewone wetgevingsprocedure: de Raad stemt met gekwalificeerde meerderheid, het Europees Parlement heeft medebeslissingsrecht.

  • c) Gedelegeerde en/of uitvoeringshandelingen

    Artikel 4 geeft de Commissie de bevoegdheid het toepassingsgebruik van het IMI uit te breiden naar een bepaald aantal beleidsterreinen door middel van gedelegeerde handelingen.

2. Samenvatting BNC-fiche

Korte inhoud voorstel

Het Interne Markt Informatiesysteem (IMI1) is een digitaal netwerk dat helpt de administratieve samenwerking tussen overheden op het gebied van de interne markt te verbeteren. Er wordt al twee jaar lang in de praktijk gebruik van gemaakt, deze verordening geeft het IMI nu ook een juridische basis. In de Verordening wordt veel ruimte besteed aan de bescherming van persoonsgegevens en privacyaspecten. Verder worden de verschillende taken en verantwoordelijkheden van de betrokken partijen verduidelijkt. Ook gaat de verordening in op de wijze van uitbreiding van het IMI naar meerdere beleidsterreinen op de interne markt.

Bevoegdheidsvaststelling en subsidiariteits- en proportionaliteitsoordeel

Bevoegdheid:

Artikel 114 VWEU, gedeelde bevoegdheid. Nederland ondersteunt de bevoegdheid van de Unie op dit terrein. Wel zou de Europese Commissie nader moeten toelichten waarom artikel 197 VWEU (administratieve samenwerking) voor dit voorstel geen beter geschikte rechtsgrondslag is, juist in het licht van de ambitie om het gebruik van IMI naar andere beleidsterreinen uit te breiden.

Subsidiariteit: positief

Proportionaliteit: positief

Implicaties/risico’s/kansen

De Verordening vergroot de rechtszekerheid voor bevoegde instanties omtrent het gebruik van het IMI voor de lange termijn. Bovendien biedt het een adequate oplossing in de langlopende discussie tussen de Europese Toezichthouder voor Gegevensbescherming en de Europese Commissie over de privacybescherming via het IMI. Daarnaast wordt hiermee de weg vrijgemaakt voor een uitbreiding van het IMI, zodat er op meer terreinen efficiënt kan worden samengewerkt tussen overheden in verschillende Europese landen.

Nederlandse positie

Nederland verwelkomt de verordening. In het verleden heeft Nederland hier veelvuldig op aangedrongen. De interne markt is meer dan abstracte regelgeving, juist in de praktijk wordt de interne markt vormgegeven. IMI vergroot de samenwerking tussen bevoegde autoriteiten, en daarmee de kennis en het begrip van elkaars procedures en werkwijzen. Bovendien draagt IMI bij aan de vermindering van administratieve lasten voor burgers en bedrijven, doordat overheden onderling contact kunnen hebben, en de burger, beroepsbeoefenaar of ondernemer dus minder snel naar een ander loket zullen doorverwijzen.

3. Samenvatting voorstel

Het Interne Markt Informatiesysteem (IMI) is een digitaal vraag- en antwoordsysteem, waarbij overheden contact kunnen zoeken met overheden in andere lidstaten, bijvoorbeeld bij vergunningverlening en de registratie van een buitenlandse dienstverlener of de erkenning van beroepskwalificaties. Ook kunnen ze vragen stellen over de betrouwbaarheid van ondernemers, werknemers of beroepsbeoefenaars. Het systeem heeft enkele honderden vooraf ingestelde vragen, met bijbehorende meerkeuze standaardantwoorden. Deze zijn vertaald in alle officiële talen van de Unie, zodat iedere autoriteit in zijn eigen taal kan communiceren. Daarnaast biedt het systeem de mogelijkheid om in lege tekstvelden aanvullende informatie of vragen in te voeren, welke niet wordt vertaald. Verder kent het systeem een zoekprogramma, waarmee overheden in andere lidstaten gevonden kunnen worden, vergelijkbaar met een digitaal telefoonboek. Het systeem wordt sinds februari 2008 vrijwillig gebruikt voor de Richtlijn Erkenning Beroepskwalificaties (richtlijn 2005/36/EG) en is sinds 28 december 2009 verplicht voor overheden in het kader van de Dienstenrichtlijn (richtlijn 2006/123/EG). Vanaf april 2011 is er een proef gestart om IMI te gebruiken voor de Detacheringsrichtlijn (richtlijn 96/71/EG). Tot nu toe loopt deze pilot voorspoedig. In de toekomst zal het IMI ook worden toegepast in het kader van de Richtlijn Grensoverschrijdende Patiëntenzorg (2011/24/EU),

Tot op heden werd het gebruik van het IMI steeds geregeld in de desbetreffende richtlijn, of een daarbij behorende uitvoeringshandeling. Hierdoor bestaan verschillen in rechtsgrondslag en procedures tussen de verschillende beleidsthema’s waarvoor het IMI wordt gebruikt. Met de voorliggende verordening krijgt het IMI een eigen rechtsbasis, waardoor de rechtszekerheid wordt vergroot.

In de verordening wordt de wijze van uitbreiding van het IMI naar andere beleidsthema’s geregeld, staan de verschillende rollen en verantwoordelijkheden beschreven. Daarnaast gaat de verordening in op bescherming van persoonsgegevens en privacy van de betrokkenen. Bovendien schept de verordening expliciet de mogelijkheid het IMI te gebruiken voor administratieve samenwerking tussen overheden binnen één lidstaat (bijvoorbeeld tussen twee Nederlandse gemeenten) en wordt er ingegaan op welke voorwaarden niet-EU landen deel kunnen nemen aan het IMI.

– Impact assessment Commissie

Er heeft geen impact assessment plaatsgevonden. Volgens de Commissie is dit niet noodzakelijk omdat het voorliggende voorstel een bundeling is van de reeds bestaande juridische instrumenten waarin het gebruik van het IMI wordt geregeld. Naar de mening van de Commissie behoeven er op dit moment dan ook geen alternatieve beleidsopties overwogen te worden. Nederland betreurt de keuze van de Commissie om de voor- en nadelen van het Interne Markt Informatiesysteem niet vooraf te onderzoeken, te meer nu het IMI een juridische basis krijgt. Zeker met het oog op de gewenste uitbreiding van het systeem, is een objectief onderzoek naar de verwachtte vermindering van administratieve lasten wenselijk.

4. Bevoegdheidsvaststelling en subsidiariteits- en proportionaliteitsoordeel

a) Bevoegdheid

De interne markt is een gedeelde bevoegdheid van de Unie en de lidstaten (Art. 4, lid 2, sub a WVEU). De Unie is bevoegd om maatregelen vast te stellen op het gebied van de interne markt en de werking ervan te verzekeren (art. 26 WVEU). Momenteel functioneert IMI bij vragen of problemen met grensoverschrijdende dienstverlening of buitenlandse beroepskwalificaties op de interne markt. Daarmee is de keuze voor artikel 114 VWEU voor de hand liggend. Het voornemen bestaat om het (bindend) gebruik uit te breiden naar andere beleidsterreinen. In dergelijke gevallen is het noodzakelijk dat de Commissie het voortouw neemt en zich inzet voor een Europees netwerk van overheidsorganisaties. Wel zou de Europese Commissie nader moeten toelichten waarom artikel 197 VWEU (administratieve samenwerking) voor dit voorstel geen geschikte rechtsgrondslag is, juist in het licht van de ambitie om het gebruik van IMI naar andere beleidsterreinen uit te breiden.

b) Subsidiariteits- en proportionaliteitsoordeel: positief

Subsidiariteitoordeel: positief

De doelstelling van het Interne Markt Informatiesysteem is het bevorderen een betere grensoverschrijdende administratieve samenwerking tussen overheden in verschillende lidstaten, door het verwijderen van praktische obstakels, zoals taalproblemen, en verschillen in werkcultuur. Een dergelijk doel kan niet door de lidstaten zelf worden gerealiseerd. Maatregelen op het niveau van de Europese Unie zijn vereist en zelfs wenselijk. Gezien het karakter van IMI als een Europees communicatie-instrument dat door de Commissie ontwikkeld is en beheerd wordt, zal voor dit systeem een gemeenschappelijk pakket regels moeten worden vastgesteld.

Proportionaliteitoordeel: positief

Het IMI is een bestaande ICT-omgeving, waar in het verleden al veel in is geïnvesteerd. Deze bestaande architectuur kan intensiever gebruikt worden door andere beleidsterreinen op het IMI aan te sluiten. Het is hierbij echter wel belangrijk dat het oorspronkelijke karakter van IMI, namelijk een communicatiesysteem voor overheidsdiensten, behouden blijft. De Verordening regelt enkel de noodzakelijke aspecten van het IMI en gaat daarmee niet verder dan noodzakelijk. In tegendeel, in andere regelgeving zal het gebruik voor specifieke instrumenten (zoals verordeningen en richtlijnen) moeten worden omschreven en vastgelegd. Hierbij kan de vraag worden gesteld of de gekozen aanpak wel de meest effectieve is. Mogelijk is het efficiënter om meer in deze IMI-verordening vast te leggen, zodat er minder kans is op discrepantie tussen de verschillende instrumenten waarvoor het IMI in de toekomst zal worden gebruikt.

c) Nederlands oordeel over de voorstellen op het gebied van gedelegeerde en/of uitvoeringshandelingen

Voor de uitbreiding van het IMI zal in de desbetreffende richtlijn of verordening een specifieke verwijzing naar deze verordening moeten plaatsvinden. Dat is voor nog niet vastgestelde verordeningen goed realiseerbaar, maar veel lastiger voor reeds vastgestelde verordeningen. Voor een beperkt aantal richtlijnen heeft de Commissie in haar voorstel daarom gekozen om het IMI te kunnen uitbreiden naar de desbetreffende richtlijnen via gedelegeerde handelingen. Het Nederlandse kabinet heeft begrip voor deze pragmatische keuze. Echter, uitbreiding van het IMI dient plaats te vinden, zonder dat de kenmerken van het IMI fundamenteel veranderen. Bovendien moeten de kenmerken van het IMI concrete voordelen bieden voor de desbetreffende beleidsterreinen. Dat lijkt in het huidige voorstel niet evident.

5. Financiële implicaties, gevolgen voor regeldruk en administratieve lasten

a) Consequenties EU-begroting

De Commissie beraamt de kosten voor het IMI voor het jaar 2013 op 1,44 miljoen euro. Dit is ongeveer vergelijkbaar met de kosten die in 2011 en 2012 hieraan worden uitgegeven. Hiervan is ongeveer 1,3 miljoen euro noodzakelijk voor de verdere ICT-ontwikkeling, en zo’n 700 000 euro voor beheer en onderhoud van het systeem. De verwachting is dat de kosten voor de ICT-ontwikkeling de komende jaren zullen afnemen, omdat de ontwikkeling van het IMI bijna volledig is afgerond. De genoemde 1,3 miljoen euro is al een forse afname. Ter illustratie, in de jaren 2006 tot 2009 is jaarlijks gemiddeld 2,1 miljoen euro aan ontwikkeling van de software uitgegeven.

b) Financiële consequenties (incl. personele) voor rijksoverheid en/of decentrale overheden

Het gebruik van het IMI is op dit moment al verplicht als hulpmiddel bij de administratieve samenwerking tussen overheden voor de Dienstenrichtlijn. Ook in het kader van de richtlijn Beroepskwalificaties en de Detacheringrichtlijn wordt van het IMI gebruik gemaakt. Hierdoor zijn er in Nederland inmiddels 545 bevoegde autoriteiten op het IMI aangesloten. Dit betreffen onder andere alle Nederlandse gemeenten, provincies, waterschappen en enkele toezichthouders. Al deze organisaties hebben voorlichting en training aangeboden gekregen, zodat zij het gebruik van het IMI op een efficiënte manier kunnen invoeren in hun werkzaamheden. Verdere uitbreiding van het IMI zal dus naar verwachting niet leiden tot een forse toename van nieuwe bevoegde autoriteiten (omdat de meeste al een IMI-account bezitten). Ook de Nederlandse organisatie en beheer van het IMI is uitgerust voor deze omvangrijke taak.

Het gebruik van het IMI door bevoegde autoriteiten is kosteloos. Deze verordening brengt daarin geen verandering.

Wel maakt de verordening Nederland expliciet verantwoordelijk voor de kosten die noodzakelijk zijn voor opleiding, voorlichting en activiteiten op het gebied van technische ondersteuning (zoals een helpdesk), alsook de kosten voor het beheer van het systeem op nationaal niveau, tenzij daartoe op Europees niveau anders is besloten (artikel 27, tweede lid Verordening). In de praktijk werden deze kosten al door de Nederlandse overheid gedragen.

c) Financiële consequenties (incl. personele) voor bedrijfsleven en burger

Geen.

d) Gevolgen voor regeldruk/administratieve lasten voor rijksoverheid, decentrale overheden, bedrijfsleven en burger

Het IMI is een belangrijk middel tegen onnodige administratieve lasten voor de ondernemer, burger, de beroepsbeoefenaar en de overheid. IMI geeft autoriteiten de mogelijkheid om de achtergrond van documenten te verifiëren bij andere bevoegde autoriteiten, zodat een ondernemer of burger dit zelf niet behoeft te doen. Administratieve procedures verlopen hierdoor sneller en eenvoudiger. Tevens wordt de noodzaak van kostbare authentieke vertalingen voor officiële documenten van burgers beperkt, omdat autoriteiten in hun eigen taal kunnen communiceren met buitenlandse overheidsinstanties. IMI is wat dat betreft vergelijkbaar met een digitaal fotoboek waarin op termijn alle betrokken instanties binnen de Europese Unie vindbaar moeten zijn. Door de digitale koppeling tussen autoriteiten is de kans kleiner dat de ondernemer of de burger naar een ander loket dient te worden doorverwijzen, omdat bevoegde autoriteiten nu zelfstandig contact kunnen maken met andere overheidsinstanties.

6. Implicaties juridisch

a) Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving en/of sanctionering beleid (inclusief toepassing van de lex silencio positivo)

Het voorstel heeft in beginsel geen gevolgen voor de thans geldende wet- en regelgeving, in het bijzonder de dienstenwet en de algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties. De voorgestelde verordening heeft hoofdzakelijk betrekking op de Europese en algemene aspecten van het IMI. Het raakt slechts in beperkte mate de wijze waarop Nederland uitvoering geeft aan de verplichtingen tot administratieve samenwerking en dan vooral op praktisch en operationeel vlak. Wel behoeft de rol en inkadering van de IMI-coördinator verdere bestudering, mede in relatie tot het contactpunt als bedoeld in artikel 55 Dienstenwet en de coördinatoren opgesomd in artikel 21 dienstenregeling centraal loket en interne markt informatiesysteem. Tot slot kan worden opgemerkt dat voor zover het gebruik van het IMI zich in de toekomst zal uitstrekken tot de aangelegenheden opgesomd in bijlage 2, de juridische inkadering op nationaal niveau opnieuw moet worden bezien.

b) Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen), dan wel voorgestelde datum inwerkingtreding (bij verordeningen en beschikkingen) met commentaar t.a.v. haalbaarheid

Het voorstel noemt nog geen datum van inwerkingtreding, anders dan dat het op een nader te bepalen aantal dagen na publicatie in het Publicatieblad (artikel 28). Naar verwachting zal deze termijn één of enkele maanden betreffen. Omdat er op dit moment al met het IMI wordt gewerkt, en het gebruik onder de Dienstenwet is verplicht gesteld, is een korte termijn niet problematisch en naar verwachting haalbaar.

c) Wenselijkheid evaluatie-/horizonbepaling

De verordening kent geen horizonbepaling. Omdat het IMI een ondersteunend systeem is dat de administratieve samenwerking tussen autoriteiten dient te vergemakkelijken en bovendien gebruikt zal worden voor een aantal verschillende richtlijnen is een horizonbepaling onwenselijk. Een dergelijke termijn zou lijden tot onnodige onzekerheid. Indien de richtlijn of verordeningen, die de administratieve samenwerking verplichtstellen, worden ingetrokken, vervalt tevens de mogelijkheid om het IMI voor die verordeningen of richtlijnen te gebruiken. Dit wordt echter niet expliciet genoemd in de verordening.

De Commissie brengt aan het Europees Parlement en de Raad jaarlijks verslag uit over de werking van IMI. Tevens brengt de Commissie elke drie jaar verslag uit aan de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming over aspecten die verband houden met de bescherming van persoonsgegevens in IMI, met inbegrip van de gegevensbeveiliging. Hiermee lijkt een afdoende evaluatie van de verordening gewaarborgd. Echter, Nederland acht het wel wenselijk dat ook de Lidstaten en het Europees Parlement een afschrift van het verslag over aspecten die verband houden met de bescherming van persoonsgegevens ontvangen.

7. Implicaties voor uitvoering en handhaving

a) Uitvoerbaarheid

IMI wordt sinds februari 2008 gebruikt voor enkele beroepen in het kader van de Richtlijn Erkenning Beroepskwalificaties. Sinds eind 2009 is het gebruik van het IMI bovendien verplicht gesteld onder de Dienstenrichtlijn. Er bestaat dus al redelijk veel ervaring ten aanzien van het gebruik van het IMI. Daarom verwacht het kabinet geen problemen met de uitvoerbaarheid van de verordening.

b) Handhaafbaarheid

De verordening schrijft voor dat bevoegde autoriteiten bij een samenwerking door middel van IMI dienen te waarborgen dat er binnen de kortst mogelijke termijn of binnen de termijn die is voorgeschreven, een adequaat antwoord wordt gegeven (artikel 8.1). Deze verplichting geldt voor iedere bevoegde instantie. Dit kunnen dus naast de Rijksoverheid ook andere overheidsinstanties betreffen, zoals gemeenten, provincies of waterschappen. Om een soortgelijke verplichting uit de Dienstenrichtlijn te kunnen afdwingen, is bij implementatie van de Dienstenrichtlijn de mogelijkheid gecreëerd voor de Minister van Economische Zaken in overeenstemming met de Minister van Binnenlandse Zaken om indien een bevoegde autoriteit in gebreke blijft een aanwijzing te geven om binnen een in die aanwijzing vermelde termijn, alsnog aan die rechtsplicht te voldoen (art. 59a Dienstenwet). Overwogen dient te worden of een dergelijke verplichting ook in andere gevallen dient te moeten worden gecreëerd, danwel dat het Wetsvoorstel Naleving Europese regelgeving publieke entiteiten (NErpe) voldoende waarborgen biedt voor naleving van deze verplichting.

8. Implicaties voor ontwikkelingslanden

Niet van toepassing.

9. Nederlandse positie

Nederland hecht groot belang aan het Interne Markt Informatiesysteem IMI, aangezien dit het daadwerkelijk functioneren van de interne markt in de praktijk bevordert. De samenwerking tussen bevoegde instanties kan leiden tot minder bureaucratie voor ondernemers, burgers en beroepsbeoefenaars, tot gemakkelijker grensoverschrijdend optreden en tot meer vertrouwen in en kennis bij de bevoegde instanties van de lidstaten.

Daarnaast draagt IMI bij aan het verminderen van administratieve lasten voor ondernemers, burgers en overheden. IMI geeft autoriteiten de mogelijkheid om de achtergrond van documenten te verifiëren bij andere autoriteiten, zodat een ondernemer of burger dit zelf niet behoeft te doen. Administratieve procedures verlopen hierdoor sneller en eenvoudiger. Tevens wordt de noodzaak van kostbare authentieke vertalingen voor officiële documenten van burgers beperkt, omdat autoriteiten in hun eigen taal kunnen communiceren. Daarnaast vermindert de koppeling tussen autoriteiten de noodzaak de burger naar een ander loket door te verwijzen, voor veel burgers en ondernemers een grote bron van ergernis.

Nederland verwelkomt deze ontwerpverordening. Al vanaf het begin heeft Nederland de nadruk gelegd op de noodzaak voor een solide juridische basis voor het IMI-netwerk. Deze concept-verordening komt aan deze wens en noodzaak tegemoet.

Op dit moment zijn er vier verschillende juridische instrumenten (een comitologie-besluit, een commissie-aanbeveling, een richtlijn, en een raadsbesluit) die het IMI voorschrijven voor verschillende beleidsterreinen. Dit leidt tot strikte scheiding tussen de verschillende modules van het IMI, waardoor de mogelijkheden van het systeem niet optimaal benut worden. De kenmerken van het IMI verankeren in één juridische basis, komt zowel de rechtszekerheid en het gebruiksgemak ten goede. Bovendien biedt het duidelijkheid omtrent de mogelijkheid om IMI ook in de toekomst te blijven toepassen.

Verder kan deze verordening tegemoetkomen aan de veelvuldig geuite bezwaren van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming. Het is bemoedigend om te zien dat het grootste gedeelte van de Verordening inderdaad de privacyaspecten reguleert. De verordening zoekt hierbij aansluiting bij de bepalingen uit Richtlijn 1995/46/EG betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens. Bovendien geeft de verordening de nationale toezichthoudende autoriteiten (in Nederland het College bescherming persoonsgegevens (CBP)) het expliciete recht om de naleving van de nationale wetgeving op het terrein van de bescherming van persoonsgegevens te controleren. Via het IMI wordt frequent privacygevoelige informatie uitgewisseld, zoals informatie over Verklaringen Omtrent Gedrag of sancties in het kader van tucht- en/of strafrecht. Communicatie tussen overheden over personen in individuele gevallen kan voor betrokkenen ingrijpende gevolgen hebben, zoals het al dan niet worden toegelaten tot een bepaald beroep in de lidstaat van zijn keuze. Het is zeer kwalijk indien er onzorgvuldig met dergelijke informatie zou worden omgesprongen. De bepalingen in deze verordening lijken een adequaat middel hiertegen.

Ook maakt de Verordening het optioneel nationaal gebruik van het IMI expliciet mogelijk. Bij de invoering van de Dienstenwet in Nederland is besloten dat Nederlandse overheden IMI ook konden inzetten voor contacten met binnenlandse overheden (artikel 58 Dienstenwet). De voordelen van de voorvertaalde vragenlijsten zijn in dergelijke gevallen minder, maar het intensiever gebruik van het IMI kan leiden tot een makkelijkere acceptatie van het systeem in de dagelijkse werkprocessen. IMI zal daardoor ook bij internationale aanvragen eerder worden toegepast. Nu de Verordening binnenlands gebruik expliciet toestaat, worden onduidelijkheden omtrent verantwoordelijkheden en aansprakelijkheid in geval van binnenlands gebruik tevens verhelderd. Ook andere lidstaten (zoals onder andere Duitsland en Spanje) zijn geïnteresseerd in gebruik van IMI voor binnenlands verkeer. De feitelijke keuze om IMI ook voor binnenlands gebruik toe te staan blijft een nationale beslissing.

Echter, deze ambitieuze agenda van de Commissie mag naar de overtuiging van Nederland niet leiden tot het veronachtzamen van de haalbaarheid van de voorstellen. Nieuwe uitbreidingen van het IMI dienen te passen binnen de bestaande functionaliteiten van het systeem. Voor Nederland dient hierbij het karakter van het IMI bewaard te blijven. Dat wil zeggen dat bij eventuele uitbreidingen zo veel mogelijk bij deze bestaande functionaliteiten aansluiting gezocht te worden. Idealiter dienen processen gesimplificeerd te kunnen worden in de voorvertaalde vraag-en-antwoordmodule. Verder dient het te primair te gaan om directe contacten tussen bevoegde instanties, waarbij (vertrouwelijke) gegevensuitwisseling een belangrijke rol inneemt. Het systeem heeft haar grootste voordelen bewezen in gevallen waarbij grote aantallen bevoegde instanties betrokken zijn, in verschillende lidstaten en de verschillende bevoegde instanties elkaar niet kennen.

Het kabinet ziet een belangrijke rol weggelegd voor het IMI-systeem om de Richtlijn Erkenning Beroepskwalificaties te moderniseren. De werking van deze richtlijn wordt op dit moment geëvalueerd door de Europese Commissie. In haar reactie op het Groenboek, onderstreepte het kabinet de voordelen van het IMI in dit verband. Zo wenst het kabinet dat het gebruik van het IMI verplicht wordt voor de bevoegde autoriteiten die zijn aangewezen voor de behandeling van de erkenningsaanvragen. Ook ziet het kabinet het IMI-systeem als het juiste instrument om de beroepskaart uit te werken tot digitaal sjabloon. Daarnaast kan het IMI bijdragen aan betere gegevensuitwisseling met betrekking tot een eventueel beroepsverbod dat via het tucht- of strafrecht of via een beroepsvereniging is opgelegd, door het IMI-systeem uit te breiden met een het waarschuwingsmechanisme.


X Noot
1

https://webgate.ec.europa.eu/imi-net/.

Naar boven