Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 oktober 2021
Bij brief van 25 augustus 2021, 21 september 2021 en 6 oktober 2021 (Kamerstuk 19 637, nrs. 2768, 2771 en 2773) heb ik uw Kamer geïnformeerd over de capacitaire situatie bij het Centraal Orgaan
opvang asielzoekers (COA) en de maatregelen die worden genomen om de bestaande krapte
aan opvangplekken tegen te gaan en te voorkomen dat crisisnoodopvang moet worden ingezet.
De afgelopen periode zijn veel stappen gezet om op de korte termijn geschikte opvangmogelijkheden
voor asielzoekers te realiseren. Alle daarbij betrokken partijen ben ik zeer erkentelijk.
Van enkele voorbeelden heb ik u reeds geïnformeerd, zoals de noodopvanglocatie in
de Zeelandhallen in Goes en de tijdelijke inzet van een aantal defensielocaties.
Ondanks deze extra locaties is de druk op de asielopvang de afgelopen periode toegenomen.
Het tekort aan opvangplekken is vooral zichtbaar aan het begin van het asielproces
in Ter Apel. Nieuw binnenkomende asielzoekers kunnen niet meer worden opvangen in
andere locaties, waardoor zij de nacht moeten doorbrengen in paviljoens buiten het
azc. Dit zorgt voor inhumane en onveilige situaties en raakt de asielsystematiek en
het nationale belang voor Nederland om aan de vitale aspecten daarvan te blijven voldoen,
in het bijzonder de kwaliteit en veiligheid van de opvang.
Om dit acute opvangtekort tegen te gaan, moeten op zeer korte termijn extra opvangplekken
worden gerealiseerd. In deze urgente situatie is het niet altijd mogelijk om één of
twee weken de tijd te nemen om een evenementenhal of groot paviljoen gereed te maken
voor de opvang van asielzoekers. Daarom zal het COA in de komende periode kleinere
paviljoens, tenten en andere flexibele modaliteiten inzetten, waar nodig met behulp
van Defensie, het Rode Kruis en andere partijen. Zoals dat thans gebeurt naast het
bestaande azc in Almere waar 400 tot 500 extra opvangplekken worden gerealiseerd.
Deze zullen zo spoedig mogelijk worden vervangen door tijdelijke gebouwen op hetzelfde
terrein. Daarnaast worden op zeer korte termijn in Groningen en Amsterdam extra opvangplekken
gecreëerd.
Ik besef dat het een zeer onwenselijke situatie is om asielzoekers op deze wijze op
te vangen, zeker in deze tijd van het jaar. Daarom zet ik alles op alles om dit zo
kort mogelijk te laten duren juist omdat dit een vitaal aspect is van onze asielaanpak,
waar Nederland ook belang bij heeft. Bij gelijkblijvende omstandigheden is evenwel
niet uitgesloten dat de komende periode vaker voor een zo kort mogelijke periode gebruik
zal worden gemaakt van deze aanpak.
Naast een tekort aan reguliere opvangplekken, heeft het COA op dit moment ook een
significant tekort aan opvangplekken voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen
(amv’s). De instroom van amv’s is de afgelopen maanden fors gestegen, waardoor de
bezetting snel is toegenomen. Hierdoor is het niet altijd meer mogelijk om amv’s in
de juiste type amv-opvang te plaatsen. Ook is het aantal amv’s in de opvang sneller
gegroeid dan het mogelijk is geweest om nieuwe medewerkers aan te nemen. Dit gaat
ten koste van de kwaliteit van begeleiding. Met het COA zet ik daarom in op het snel
verwerven van specifieke locaties om amv’s op te vangen. Daarnaast is het COA druk
bezig met het werven van veel nieuwe medewerkers. Daarbij gaat bijzondere aandacht
uit naar het werven van medewerkers die amv’s kunnen begeleiden. Ook stichting Nidos,
voogdij organisatie voor amv’s, heeft te weinig opvangplekken voor deze doelgroep.
Het is zaak dat deze kwetsbare groep opvang en begeleiding krijgt die is toegesneden
op hun bijzondere opvangbehoeften.
Met het COA en andere betrokken partijen doe ik er alles aan om op de korte termijn
meer opvangplekken beschikbaar en inzetbaar te krijgen. Nu het ondanks alle inspanningen
niet gelukt is om tijdig voldoende opvangplekken te realiseren, gaat het kabinet ook
met het Veiligheidsberaad in gesprek om deze urgente problematiek te bespreken.
Deze maand zal ik uw Kamer, samen met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
informeren over de voortgang van de gesprekken met provincies en gemeenten. Mochten
er voordien relevante ontwikkelingen zijn, dan informeer ik uw Kamer daar vanzelfsprekend
over.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
A. Broekers-Knol