Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 oktober 2021
Bij brief van 25 augustus 2021 (Kamerstuk 19 637, nr. 2768) en 21 september 2021 (Kamerstuk 19 637, nr. 2771) heb ik uw Kamer geïnformeerd over de capacitaire situatie bij het Centraal Orgaan
opvang asielzoekers (COA) en de maatregelen die worden genomen om de bestaande krapte
aan opvangplekken tegen te gaan en te voorkomen dat crisisnoodopvang moet worden ingezet.
Op dit moment zijn het COA, het Rijksvastgoedbedrijf, vertegenwoordigers van mijn
ministerie en het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in gesprek
met provincies en gemeenten over concrete acties om vergunninghouders zo snel mogelijk
in gemeenten te huisvesten en om extra tijdelijke en reguliere opvanglocaties voor
asielzoekers te realiseren. Op een aantal plekken heeft dit al tot concrete resultaten
geleid, zoals de inzet van noodopvang in de gemeente Goes.
Terwijl de inspanningen onverminderd doorgaan, is aanvullende noodopvang nodig om
reguliere processen in Ter Apel te ontlasten. Dat is nodig omdat de instroom de afgelopen
periode toenam, in combinatie met de obstakels die er zijn in de uitstroom uit opvanglocaties.
Waar het voorheen mogelijk was om reguliere asielzoekers door te plaatsen naar andere
opvanglocaties, is dat vanwege de aanhoudende capacitaire nood niet meer mogelijk.
Alle reguliere locaties in het land zitten vol en ook de noodopvanglocatie in Goes
heeft de maximale bezetting bereikt.
Voor alle asielzoekers betekent de huidige situatie dat de omstandigheden waaronder
zij worden opgevangen en begeleid niet optimaal zijn. Bovendien moeten asielzoekers
vaker verhuizen. Dit vraagt ook veel van de gemeenten en van medewerkers van het COA
en andere betrokken (keten)partners. Het tekort aan aantal opvangplekken geldt nadrukkelijk
ook voor alleenstaande minderjarige asielzoekers (amv’s). Dat leidt thans reeds tot
situaties, in het bijzonder in het aanmeldproces, van te hoge bezetting en onmogelijkheden
om adequaat opvang aan te bieden, ondanks de inspanningen van alle partijen daartoe.
Om een schrijnende situatie te voorkomen en alle asielzoekers, met recht op opvang
van een bed te kunnen voorzien, zijn er acuut oplossingen nodig. Het kabinet heeft
er daarom voor gekozen om defensielocatie legerplaats Harskamp in gemeente Ede langer
in te zetten voor de opvang van maximaal 750 Afghaanse asielzoekers. Daarnaast wordt
het defensieterrein op het Marine Etablissement in Amsterdam weer in gebruik genomen
om maximaal 300 reguliere asielzoekers op te vangen. Deze locaties zullen zo kort
mogelijk worden ingezet, maar uiterlijk tot eind van deze maand. Ik ben de gemeenten
Ede en Amsterdam zeer erkentelijk voor de bereidheid om mee te helpen, zodat asielzoekers
veilig en humaan kunnen worden opgevangen.
Bij gelijkblijvende omstandigheden is evenwel niet uitgesloten dat de komende periode
vaker een beroep zal worden gedaan op gemeenten om voor een korte periode opvangplekken
te realiseren. Met het COA en andere betrokken partijen doe ik er alles aan om de
komende dagen meer opvangplekken beschikbaar te krijgen. Indien blijkt dat het niet
tijdig lukt om afdoende opvangplekken te realiseren op reguliere locaties en noodopvanglocaties,
dan is het mogelijk dat crisisnoodopvang wordt ingezet. Dit laatste is natuurlijk
zeer onwenselijk en probeer ik te voorkomen. Hiertoe vraag ik hulp aan gemeenten,
provincies en vele andere betrokken partijen.
In de loop van oktober zal ik uw Kamer, samen met de Minister van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties, informeren over de voortgang van de gesprekken met provincies
en gemeenten. Mochten er voordien relevante ontwikkelingen zijn, dan informeer ik
uw Kamer daar vanzelfsprekend over.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
A. Broekers-Knol