Handeling
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | nr. 16, item 20 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | nr. 16, item 20 |
Voorzitter: Kamminga
Begrotingen Koninkrijksrelaties en BES-fonds 2025
Aan de orde is de behandeling van:
-het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2025 (36600-IV).
De voorzitter:
Aan de orde is de begrotingsbehandeling van Koninkrijksrelaties (36600-IV). Ik heet uiteraard de leden van harte welkom. Ik heet ook de staatssecretaris van harte welkom bij deze begrotingsbehandeling. De mensen op de tribune en die het elders volgen, heet ik van harte welkom.
We hebben tien sprekers op de sprekerslijst. Er is een verzoek. Bij een begrotingsbehandeling hebben we natuurlijk een standaardvolgorde, maar de heer Ceder heeft verzocht of hij als vierde spreker mag, dus na de heer Bamenga, omdat hij nog naar een andere Kamerverplichting moet. Ik kijk heel even rond of daar bezwaar tegen is. Dat zie ik niet. Dan gaan we de heer Ceder als vierde spreker uitnodigen.
Ik wil voorstellen dat we vijf vragen of interrupties doen. U kan zelf weten of u dat in tweeën doet, maar u heeft vijf losse interrupties. Als u een vervolgvraag stelt, tel ik dat als een tweede interruptie. Dat geldt voor beide termijnen, zowel voor de eerste termijn van de zijde van de Kamer die we vandaag hebben, als morgen tijdens de termijn met de staatssecretaris.
Ik wil niet meer van uw tijd opnemen dan nodig, dus dan gaan we snel aan de slag.
De algemene beraadslaging wordt geopend.
De voorzitter:
De eerste spreker van de zijde van de Kamer is de heer White van GroenLinks-PvdA.
De heer White (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel, voorzitter. Vorige week bracht de Raad van State een spontaan advies uit over 70 jaar Statuut voor het Koninkrijk. De samenvatting van dit advies is dat er meer gelijkwaardigheid binnen ons Koninkrijk moet komen. Daar sluit GroenLinks-PvdA zich van harte bij aan en dit uitgangspunt zal ook de rode draad zijn van mijn inbreng. Ik zal vandaag niet alles behandelen, maar ik zal een aantal thema's die belangrijk zijn voor de eilanden en mijn fractie aan de orde stellen.
Voorzitter. Allereerst over de sociale staat van Caribisch Nederland. Helaas is er nog steeds veel armoede op de BES-eilanden. Veel mensen hebben een laag inkomen en de kosten van het levensonderhoud zijn hoog, voor vele mensen te hoog. Er zijn allerlei problemen rondom volkshuisvesting, zorg, onderwijs, openbaar vervoer en digitale bereikbaarheid. Dit draagt er mede toe bij dat veel mensen dagelijks moeite hebben om rond te komen. Al vele jaren strijden de mensen op de eilanden en wij hier in het parlement voor een fatsoenlijk sociaal minimum en voor goede en betaalbare voorzieningen.
Daar hoort ook de uitdaging bij van het niet door de eilanden zelf kunnen produceren van voedsel. Er zijn gelukkig kleine stapjes gezet, maar er moet nog heel veel gebeuren. De lijst met aanbevelingen in het rapport van de commissie-Thodé is nog lang niet geïmplementeerd. Later dit jaar krijgen we pas de kabinetsreactie. Kunnen we ervan uitgaan dat er dan ook direct concrete maatregelen voorgesteld worden? Van mooie woorden kunnen de mensen op de eilanden immers niet rondkomen. De BES-eilanden zijn nu veertien jaar onderdeel van het land Nederland, maar de achterstanden zijn nog steeds niet weggewerkt. Ik schaam mij daar behoorlijk voor. Graag een uitgebreide reactie van de staatssecretaris op dit punt.
Vooruitlopend op verdere maatregelen noem ik nu actuele zorgen over het wegvallen van de energietoeslag in 2025. Dit raakt de meest kwetsbare gezinnen op de eilanden. Wat kan het kabinet hieraan doen? Het betreft een klein bedrag op de totale rijksbegroting, maar voor de mensen met lagere inkomens op de eilanden betekent het een wereld van verschil.
Een ander belangrijk punt betreft het onderwijs op de eilanden. Er zijn grote zorgen over de toegankelijkheid van kwalitatief goed onderwijs. Dit komt door de schaal van de eilanden, het gebrek aan voldoende gekwalificeerde leraren en het gebrek aan vervolgopleidingen. Het kabinet zegt te willen inzetten op het versterken van de zelfredzaamheid van de eilanden. Dan is goed en toegankelijk onderwijs de allereerste randvoorwaarde. Ik zou hier graag meer over willen lezen in de plannen van het kabinet. Wat zijn die plannen van het kabinet dan?
Voorzitter. Net als hier in Europa, worden ook in het Caribisch gebied de gevolgen van klimaatverandering steeds groter. Als geheel Koninkrijk hebben we het klimaatakkoord van Parijs ondertekend. Dit schept voor de regering verplichtingen. Er moeten voldoende stappen gezet worden om de gevolgen van klimaatverandering op de BES-eilanden tegen te gaan en we moeten de CAS-eilanden adequaat ondersteunen bij hun aanpak van de gevolgen van de klimaatverandering. Wat gaat het kabinet doen om ervoor te zorgen dat het gehele Koninkrijk de afspraken uit het Parijsakkoord uitvoert? GroenLinks-PvdA is er allesbehalve gerust op dat er voldoende gebeurt. Het is niet voor niets dat de bewoners van Bonaire samen met Greenpeace een rechtszaak tegen de Staat zijn begonnen. Deze zaak is nu onder de rechter, maar het is natuurlijk al beschamend dat het zover is gekomen. Deelt de staatssecretaris deze mening? Wat gaat het kabinet doen om te voorkomen dat de rechtszaak voortgezet moet worden? Is het namelijk niet veel verstandiger om snel met de bewoners en de eilandbesturen om de tafel te gaan om een verstandig plan op te stellen?
Voorzitter. Aan het begin van mijn inbreng verwees ik al naar het advies van de Raad van State. Dit is een lijvig stuk met veel beschouwingen en aanbevelingen. Ik begrijp dat het kabinet nog geen alomvattende reactie heeft geschreven. Ik wil wel graag aandringen op een spoedige kabinetsreactie. Die is in het belang van het gehele Koninkrijk. Voor nu wil ik alvast een concreet punt uit het advies aan de orde stellen. Dat is allereerst het oplossen van het democratisch tekort. Al decennia wordt hierover gesproken. Het vorige kabinet had in het regeerakkoord opgenomen dat hier een oplossing voor zou komen. Helaas is dit nog steeds niet gebeurd en dit kabinet heb ik er tot nu toe nog niet over gehoord. Wat GroenLinks-PvdA betreft moeten we nu echt snel aan alle koninkrijkburgers dezelfde politieke rechten geven. Daarbij hoort dus ook het actieve kiesrecht voor het parlement, waar de wetten die het hele Koninkrijk raken, worden goedgekeurd. De Raad van State doet hiertoe ook een oproep. Graag een reactie hierop van de staatssecretaris.
Voorzitter. Tot slot heb ik nog een aantal overige punten die ik graag wil benoemen. Allereerst is er de vraag over de opvang van vluchtelingen uit Venezuela. Wij krijgen nog steeds ernstige signalen dat de opvang onvoldoende is en in strijd is met de mensenrechtenverdragen. We zijn als Koninkrijk verplicht om de mensenrechten van iedereen binnen het Koninkrijk te waarborgen. Hoe staat het hiermee? En wat gaat het kabinet doen om de situatie te verbeteren?
Afrondend over de invulling van de gelden voor het tegengaan van de doorwerking van het slavernijverleden. De staatssecretaris is verantwoordelijk voor die gelden, die gereserveerd zijn voor de eilanden. Hoe staat het met de invulling daarvan?
Dat was het, voorzitter. Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. U heeft een interruptie van de heer Ceder van de ChristenUnie.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik ben het over een hoop eens met de heer White, maar ik hoop in dit debat ook te zien hoe wij een paar stappen richting de toekomst kunnen maken. Mijn ervaring van de afgelopen drie jaar is dat het vaak om de korte termijn gaat. U stipte zojuist punten aan waarvan ik hoop dat wij als Kamer deze periode kunnen gaan nadenken over hoe die eruit zouden moeten zien. Een daarvan is het democratisch deficit. Zoals u weet, komen ministers en gevolmachtigden samen. Daar waar gelijkwaardigheid gepredikt wordt, merk je dat Nederland het over belangrijke keuzes over het Koninkrijk voor het zeggen heeft. U zegt: we moeten naar het democratisch deficit kijken. Ik ben tegelijkertijd benieuwd wat GroenLinks-PvdA zou voorstellen. Heeft u daar misschien een visie op? Ik ben het met u eens dat we het moeten doen. Tegelijkertijd ben ik zoekende naar wat het betekent. Misschien kunnen we, met de viering van het Statuut in zicht, kijken of het Statuut aan herziening toe is. Ik ben even benieuwd wat het voor GroenLinks-PvdA betekent om het democratisch deficit te herstellen.
De heer White (GroenLinks-PvdA):
Het is van belang dat het construct gebouwd wordt met de eilandbewoners zelf en met de vertegenwoordigers van de eilanden. Het idee is om samen met de Kamer te bekijken hoe we daar vorm aan kunnen geven. Wij willen het advies van de Raad van State volgen. Er zijn een aantal oplossingsrichtingen genoemd. Wat we vooral niet moeten doen, is het wiel opnieuw uitvinden. Wat mij betreft gaan we de lijn die de Raad van State adviseert, volgen.
De voorzitter:
Dank u wel. Ik zie geen verdere interrupties meer. Ik dank u voor uw inbreng namens GroenLinks-PvdA. Dan nodig ik de volgende spreker van de zijde van de Kamer uit. Dat is de heer Van Haasen namens de PVV.
De heer Van Haasen (PVV):
De begrotingen Koninkrijksrelaties en het BES-fonds 2025 zijn niet de meest opzienbarende delen van de totale begroting. Het BES-fonds functioneert als een soort gemeentefonds voor de speciale gemeenten, zodat die hun wettelijke taken kunnen uitvoeren. De regering wil in Caribisch Nederland waar mogelijk dezelfde regels hanteren als in Europees Nederland, met het "comply or explain"-principe. Terwijl gemeenten in Europees Nederland de komende jaren zware bezuinigingen te verwerken krijgen, worden deze lastenverzwaringen niet opgelegd aan openbare lichamen overzee. Voor Caribisch Nederland is er dus geen sprake van een zogenaamd ravijnjaar, zonder dat daar een comply or explain vereist is. Ondanks dat er geen bezuinigingen zijn, zijn er wel investeringen die nuttig zijn voor de eilanden, zoals de orkaanbestendige haven op Saba en initiatieven om de lokale productie voor gezond en vers voedsel op alle zes de eilanden te intensiveren. Dit zal niet alleen leiden tot meer welvaart, maar ook tot een betaalbaardere en gezondere voedselvoorziening.
Voorzitter. In tegenstelling tot wat we hier in Nederland vaak zien, zullen milieueisen de broodnodige investeringen in het wegennet van Bonaire niet tegenhouden. Gelukkig maar, want onnodige milieumaatregelen zouden daar ook alleen maar voor vertraging zorgen.
Voorzitter. Dan de CAS-eilanden. Curaçao en Sint-Maarten kregen na de staatkundige hervormingen in 2010 hun schulden gesaneerd voor een gezonde start. Helaas is deze opzet tenietgedaan. Vooral op Curaçao zijn de schulden alleen maar verder opgelopen. Dit kunnen we moeilijk een gezonde ontwikkeling noemen. Veel langlopende bulletleningen hoeven pas aan het einde van hun looptijd te worden afgelost. Maar als dat moment komt, worden deze leningen simpelweg geherfinancierd en omgezet naar nieuwe nog langer lopende leningen.
Hoewel er verzachte omstandigheden zijn, zoals de economische gevolgen van de coronapandemie, kan door de huidige geopolitieke onzekerheid de volgende economische crisis op de loer liggen, wat nog meer schuldenstapeling met zich mee kan brengen. Volgens artikel 36 van het Statuut moeten we elkander hulp verlenen, maar dat betekent ook dat we elkander moeten beschermen tegen een onhoudbare schuldenlast.
De voorzitter:
Voor u vervolgt: u heeft al gezien, denk ik, dat de heer Ceder klaarstaat voor een interruptie. De heer Ceder.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Zoals u ziet, probeer ik van dit debat iets vrolijks te maken. Ik haak even in op het vorige punt. Het ging erover dat er wordt bezuinigd. Volgens mij is het standpunt van de PVV: hoe kan het nou dat dat niet gebeurt op Bonaire en Sint-Eustatius samen, want comply or explain. Het is natuurlijk wel zo dat we dat niet toegepast hebben als het gaat om het sociaal minimum en de standaarden. Op heel veel vlakken is het op de BES-eilanden duurder om interne voorzieningen te hebben dan hier in Europees Nederland. Zelfs bij het vaststellen van het sociaal minimum was de PVV daar ook tegen. Ik raak een beetje in de war. Aan de ene kant zegt de PVV "comply or explain", dus de bezuiniging geldt ook voor de BES, maar een gelijke welvaartsstandaard geldt dan weer niet voor de PVV en dan hoor ik u niet zeggen "comply or explain". Ik ben benieuwd of u dat zou kunnen toelichten.
De heer Van Haasen (PVV):
Dan heeft u me niet helemaal goed begrepen. Het enige wat ik hiermee wil aangeven, is dat niet alles gelijk verdeeld wordt. Hier wordt zwaar bezuinigd terwijl dat daar niet gebeurt, terwijl men op de eilanden het gevoel heeft dat ze vaak achtergesteld worden. Hiermee wil ik eigenlijk aangeven dat dat niet altijd het geval is. U heeft het over het sociaal minimum, maar op de BES-eilanden hebben ze bijvoorbeeld geen ziektekostenverzekering. Daar ben je gratis verzekerd. Het is dus niet allemaal zwart-wit in het nadeel van de BES-eilanden. Dat wilde ik hiermee aangeven.
De voorzitter:
Uw derde interruptie van de vijf.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Oké, dan gebruik ik 'm toch nog even. Ik ben in ieder geval blij met de opheldering. Volgens mij zegt de PVV dat het juist positief is dat er minder wordt bezuinigd op de BES. Als dat zo is, vind ik dat een hele mooie constatering. De PVV maakt daarmee wel een draai en daar ben ik blij mee, want niet zo lang geleden heeft de heer Wilders gezegd dat Caribisch Nederland voor één euro op Marktplaats gezet zou kunnen worden. Dat waren stevige woorden. Kan ik hieruit ook voor de komende jaren opmaken dat de PVV, even los van het regeerakkoord, ook over Caribisch Nederland en de waarde daarvan zegt dat dat bij dit Koninkrijk hoort? Want er ligt ook nog een wetsvoorstel van de VVD in de koelkast — volgens mij staat u daar sympathiek tegenover — om het veel makkelijker te maken om uit het Koninkrijk te stappen. Ik ben even benieuwd of dit een herbezinning is van de PVV ten aanzien van de waarde van het Caribisch deel van het Koninkrijk.
De heer Van Haasen (PVV):
In principe is het natuurlijk zo dat op 10-10-10 Curaçao en Sint-Maarten, na Aruba in 1986, hebben gekozen om zelfstandig te zijn. Dat moeten ze dan ook gewoon lekker doen, om het zo maar eens te zeggen. De andere drie eilanden zijn nu een onderdeel van Nederland geworden en zijn geen onderdeel meer van de Nederlandse Antillen. Voor die drie zullen we moeten zorgen net zoals we voor onze gemeentes hier in Nederland zorgen, omdat ze een speciale gemeente zijn. Ze zijn alleen maar een speciale gemeente omdat ze niet onder een provincie vallen, maar direct onder het ministerie. Maar voor de rest zien wij de BES-eilanden gewoon als een onderdeel van Nederland. Het overige deel van het Caribisch Koninkrijk, dat zelfstandig is, zien wij als zelfstandige landen. Die moeten zich dan ook als een zelfstandig land gedragen en ook hun eigen broek ophouden, maar wel binnen het Koninkrijk. Mochten zij de noodzaak zien om daaruit te stappen, dan is dat voor ons van harte welkom.
De voorzitter:
Dank u wel. U heeft nog een interruptie van de heer White, GroenLinks-PvdA.
De heer White (GroenLinks-PvdA):
Goed om te horen dat de BES-eilanden en de CAS-eilanden worden gezien als een echt onderdeel van ons Koninkrijk. Dat stemt mij heel erg positief. Ik hoorde net ook een opmerking over goed financieel bestuur. Het is, denk ik, van belang dat dat op een goede manier gebeurt. Ik wil graag vragen of de heer Van Haasen het erover eens is dat goed financieel bestuur niet ten koste mag gaan van de minima, van de mensen aan de onderkant van de samenleving. Vanwege de kleine bezetting op de eilanden kunnen bezuinigingen daar namelijk veel meer gevolgen hebben.
De heer Van Haasen (PVV):
Wij zien dat het bestuur onder Nederlands toezicht op de BES-eilanden best goed gaat, met wat uitzonderingen daargelaten. Over het algemeen hebben de BES-eilanden hun zaakjes best aardig op orde. Wij zien juist op de CAS-eilanden veel strubbelingen met goed bestuur. Over dat deel maken we ons het meest zorgen.
De voorzitter:
Dan zie ik de heer Bamenga en de heer Van Nispen staan bij de interruptiemicrofoon. Eerst de heer Bamenga van D66.
De heer Bamenga (D66):
Dank u wel voor uw bijdrage. Ik heb een vraag. U bent onlangs op de eilanden geweest met de commissie voor J&V. Ik ben benieuwd wat u daarvan heeft meegenomen naar Nederland, want ik begrijp dat de commissie voor J&V in gezamenlijkheid heeft gezegd: we willen meenemen wat we daar gehoord hebben en daar gaan we ook Kamervragen over stellen. Ik begreep dat de PVV de enige partij was die deze Kamervragen niet heeft ondersteund. Ik ben dus benieuwd waarom u deze Kamervragen niet heeft ondersteund. Die werden namelijk in gezamenlijkheid gesteld om de eilanden vooruit te helpen.
Dan mijn tweede vraag. Ik hoop dat het ...
De voorzitter:
Dat tel ik als tweede vraag.
De heer Bamenga (D66):
Als tweede?
De voorzitter:
Laten we het even een voor een doen, zodat meneer Van Haasen eerst deze vraag kan beantwoorden.
De heer Bamenga (D66):
Laten we dat doen. Prima.
De heer Van Haasen (PVV):
Ik ben met de commissie voor Justitie en Veiligheid inderdaad naar de Benedenwindse Eilanden Curaçao en Bonaire geweest. De commissie heeft daarna 41 vragen opgesteld. Een aantal van die vragen ging over het verschil tussen Rijksverantwoordelijkheden en landsverantwoordelijkheden. Die werden nogal eens door elkaar gehaald. Dat is een van de redenen waarom we dat niet medeondertekend hebben. Mijn collega Aardema, die woordvoerder Justitie en Veiligheid is, zou ook meegaan, maar die kon niet mee wegens ziekte. Ik vond het ook niet gepast om als woordvoerder Koninkrijksrelaties vragen in te dienen bij de commissie voor Justitie en Veiligheid.
De voorzitter:
Had u nog een vervolgvraag, meneer Bamenga? Ziet u daarvan af? Ja? Dan de heer Van Nispen, SP.
De heer Van Nispen (SP):
Ik wilde hier eigenlijk geen vraag over stellen, maar als er onwaarheden worden verteld, voel ik me toch geroepen om daar iets van te zeggen. De heer Van Haasen heeft steeds de kans gehad om zich ertegenaan te bemoeien. Hij heeft het nu over onwaarheden, maar hij heeft geen moment geprobeerd om daar iets aan te doen. We hebben steeds geprobeerd om open kaart te spelen, zo van: doe mee. Maar goed, dat even als reactie op de heer Bamenga. Er waren namelijk meerdere leden uit deze zaal bij aanwezig. Dat wil ik toch even rechtgezet hebben. De heer Van Haasen heeft alle kans gehad om zich er gewoon bij te voegen en fouten te corrigeren als die erin zouden zitten. Hij heeft alle kans gehad. Maar de vraag die ik wilde stellen, gaat over de bezuinigingen.
De heer Van Haasen (PVV):
Mag ik hier niet op reageren?
De heer Van Nispen (SP):
U mag daar zo op reageren, maar ik wilde eerst nog een vraag stellen, want anders telt het weer als een tweede vraag.
De voorzitter:
U mag daarop reageren, maar we behandelen eerst de vraag.
De heer Van Nispen (SP):
De vraag die ik wil stellen gaat over de bezuinigingen. De heer Van Haasen zei net: er zijn forse bezuinigingen in Nederland. Dat klopt. Die zijn echt veel te fors. We hebben het daar ook over gehad bij de begroting van Binnenlandse Zaken. We moeten straks kiezen: bezuinigen op sport en cultuur of de kinderboerderij sluiten. Nou ja, de heer Van Haasen kent al die voorbeelden. Hij stelt hier dus niet voor om diezelfde bezuinigingen ook te laten gelden voor Bonaire, Sint-Eustatius en Saba. Of heb ik dat toch verkeerd begrepen?
De heer Van Haasen (PVV):
Dat heeft u toch verkeerd begrepen. Ik heb uw collega Ceder net uitgelegd dat ik dit voorbeeld alleen maar gaf om aan te geven dat het niet zo is dat Caribisch Nederland altijd maar wordt achtergesteld. In dit geval worden ze dus niet achtergesteld en wordt er dus alleen een bezuiniging in Nederland doorgevoerd. Die krijgen zij niet voor hun kiezen. Daarom gaf ik dit voorbeeld.
Ik kom nog even terug op het verhaal over de schriftelijke vragen. De commissie voor Justitie en Veiligheid heeft die 41 vragen samengesteld. Ik heb ernaar gekeken. Vanaf het begin heb ik gezegd dat ik er waarschijnlijk niet achter kon staan. Toen werd aan mij gevraagd of ik het voor wilde leggen aan mijn fractie. Ik heb voorgesteld om dat te doen. Dat heb ik gedaan en er kwam een negatief advies over. Zodoende hebben wij die vragen niet medeondertekend, dus mede om de reden die ik net gaf. Ik vertel dus geen onwaarheden; dit is hoe het er van mijn kant uitzag.
De voorzitter:
Dank voor die verheldering. Ik zou hier eigenlijk geen welles-nietesspelletje van willen maken, want volgens mij is het ook een beetje buiten de orde van dit debat. Een vervolgvraag nog.
De heer Van Nispen (SP):
Ik heb die vragen zelf opgesteld, dus ik vind het wel vervelend als hier wordt gezegd dat er onwaarheden in staan. Dat is namelijk niet het geval. Als de heer Van Haasen vindt dat er onjuistheden in staan en dat die voor hem reden kunnen zijn om er niet aan mee te doen, had hij ze moeten corrigeren. Dan ben je eerlijk met elkaar. Maar goed, prima. Hij heeft niet meegetekend en dat mag de heer Van Haasen zelf weten, maar volgens mij is het een gemiste kans.
Ik vind hetgeen over die bezuinigingen belangrijker. De heer Van Haasen zegt dus dat die forse bezuinigingen die voor het Europese deel van Nederland gelden niet ook zouden moeten gelden voor de BES. Dan heb ik hem goed begrepen. Dat vind ik in ieder geval een geruststelling, maar het blijft een schande dat de PVV zo hard bezuinigt op de gemeentes in Europees Nederland. Maar dat is inderdaad een ander onderwerp, voorzitter.
De voorzitter:
Ander onderwerp, inderdaad. Vervolgt u uw betoog, meneer Van Haasen.
De heer Van Haasen (PVV):
Hoewel er verzachtende omstandigheden zijn, zoals de economische gevolgen van de coronapandemie, kan er door de huidige geopolitieke onzekerheid een volgende economische crisis op de loer liggen. Dat kan verdere schuldenstapeling met zich meebrengen. Volgens artikel 36 van het Statuut moeten we elkander helpen. Maar dat betekent ook dat we elkander moeten beschermen tegen een onhoudbare schuldenlast. Veel verplichtingen uit het verleden slokken het budget op, waaronder maar liefst 27,8 miljoen voor het slavernijverleden. Op een totaal van 263 miljoen is dat een aanzienlijk bedrag. Laten we wel wezen, een derde van de bevolking aldaar leeft onder de armoedegrens. Voor hen zou dat geld veel beter besteed kunnen worden. Deze mensen hebben meer behoefte aan brood op de plank dan aan culturele projecten over het slavernijverleden. Wij ontkennen het slavernijverleden echt niet. Het is een zwarte bladzijde uit onze gezamenlijke geschiedenissen. Maar woketermen zoals "slaafgemaakten" worden zelfs daar niet serieus genomen. Ouders in het Caribisch deel van ons Koninkrijk willen vooral een betere toekomst voor hun kinderen, en goede gezondheidszorg, veiligheid en onderwijs. Ik vraag de staatssecretaris dan ook of het mogelijk is om de fondsen voor het slavernijverleden op een creatieve manier in te zetten, zodat mensen er daadwerkelijk iets aan hebben. Onze commissie bezocht in het voorjaar een school op Sint-Maarten waarvan de sporthal in zo'n staat verkeerde dat zelfs een blind paard er geen schade zou kunnen aanrichten, om maar een voorbeeld te noemen.
De voorzitter:
U heeft geconstateerd dat er een aantal mensen is gaan staan. Als eerste was dat de heer Eerdmans van JA21.
De heer Eerdmans (JA21):
Ik heb wel een vraag aan de heer Van Haasen. Als je nu de berichten in De Telegraaf ziet — ik heb het zelf ook gezien in tabel 24 van de begroting — dan lees je dat er nog meer geld dan we al wisten naar de uitwerking van het slavernijverleden gaat. Er zit 200 miljoen in dat fonds, maar er komt nog eens 2,2 miljoen bij, begrijp ik, als ik de begroting goed lees. Klopt dat? Wat vindt de heer Van Haasen daarvan?
De heer Van Haasen (PVV):
Ik heb dat bericht in De Telegraaf natuurlijk net ook gezien. Dat schijnt feitelijk niet te kloppen. Ik wilde dus dezelfde vraag aan de staatssecretaris stellen aan het eind van mijn betoog. Ik hoop dat we daar dan morgen antwoord op krijgen. Het schijnt feitelijk niet te kloppen.
De heer Eerdmans (JA21):
Ik heb de feiten hier. Dat is namelijk tabel 24. Daarin zie je de uitvoeringskosten voor 2024-2025 gewoon toenemen met 2 miljoen. Dus ik denk dat daar niks aan gelogen is. Je kunt dat aan de staatssecretaris vragen, maar als de PVV het echt heel belangrijk vindt — ik begrijp uit de woorden dat het een steen in de schoen is — dan zou ik toch willen weten wat de PVV daarvan vindt en vind ik het opmerkelijk dat de PVV daarvan eigenlijk niet op de hoogte is, zeker als je kijkt naar wat er in het verleden over gezegd is. Collega Bosma heeft hier zelfs een motie ingediend om het gehele bewustwordingsfonds af te schaffen. Hij vond het maar onzin. Wilders noemde het "een schandvlek": de excuses, maar vooral ook de gevolgen daarvan. Mijn motie om geen herstelbetalingen te verrichten naar aanleiding van de excuses van Nederland omdat er geen levend slachtoffer meer is dat je dat excuus kan maken, is hier vorige week aangenomen. Nou gaat het er bij dit geld over dat men er bewust van wordt gemaakt dat wij een slavernijverleden hebben. Ik denk dat dat wel door iedereen onderstreept is. Maar waarom moet daar 200 miljoen naartoe? Is het de mening van de PVV dat die 200 miljoen euro voor het erkennen van ons slavernijverleden op de begroting moet blijven of zegt u dat we daar ook heel veel andere mooie dingen mee kunnen doen?
De heer Van Haasen (PVV):
Ik gaf eigenlijk al aan dat we er ook heel veel andere mooie dingen mee kunnen doen, waar die eilanden veel meer mee gered zijn dan met een podcast over een slavernijverleden of een beeld op iedere hoek van de straat, om het zo maar even te zeggen. Van ons had die 200 miljoen niet gehoeven, maar het geld is door de vorige regering vergeven. Ik heb begrepen dat die 2 miljoen waarover u het net had en die erbij komt ook nog door het vorige kabinet is toegevoegd. Ik weet ook niet hoe we precies zouden moeten regelen dat we betalingen terugdraaien die al geschied zijn.
De voorzitter:
Uw derde vraag, meneer Eerdmans.
De heer Eerdmans (JA21):
Maar hoe kunnen we nou gaan van "complete waanzin" naar "200 miljoen iets anders uitgeven, want het is nou eenmaal besloten door het vorige kabinet"? Waar is dan de PVV, vertegenwoordigd met een staatssecretaris in het kabinet, met het verhaal van "een stop erop", "geen geld", "waanzin", "totaal misgegaan", "we moeten er een stop op zetten", "excuses zijn onzin", "niemand die nu leeft, heeft ooit een slaaf gehad en niemand die nu leeft, is ooit slaaf geweest"? Dat zijn teksten van Wilders. Hoe is het zo misgegaan bij de PVV in de onderhandelingen dat je van zulke zwaar aangezette teksten naar 200 miljoen in een bewustwordingsfonds gaat?
De heer Van Haasen (PVV):
Volgens mij staat in de regeringsverklaring alleen maar dat de eilanden waardevol zijn. Voor de rest staat er helemaal niets in. De rest komt bij het vorige kabinet vandaan. De uitspraken van mijn partijleider die u citeert ... In ons verkiezingsprogramma staat ook nog steeds dat de excuses voor het slavernijverleden ingetrokken moeten worden.
De voorzitter:
Dit is uw vierde interruptie, van de vijf.
De heer Eerdmans (JA21):
Maar dan is de PVV toch volledig door de pomp gegaan? De PVV zei in de verkiezingscampagne: we moeten daar afstand van nemen; we hadden eigenlijk geen excuses moeten aanbieden, maar we moeten zeker geen fonds of allerlei erkenningssubsidies hebben. Nu zit hier nota bene een PVV-staatssecretaris. Voordat De Telegraaf berichtte over die 2,2 miljoen had ik al een probleem met de woorden van de PVV in de campagne en met een fonds van 200 miljoen, want daar is de PVV mee akkoord gegaan. Dan heb je toch zeer beroerd onderhandeld?
De heer Van Haasen (PVV):
Volgens mij is het vorige kabinet akkoord gegaan met die 200 miljoen. Als je moet onderhandelen, dan moet je ook dingen laten. Zo simpel is het. Ik hoop dat u ook ooit een keer mag onderhandelen. Dan weet u misschien hoe het werkt. Volgens mij heeft u dat in Rotterdam al eerder gedaan. Soms moet je dingen laten en soms haal je dingen binnen. Zo simpel is het gewoon.
De voorzitter:
Dank ...
De heer Eerdmans (JA21):
Een persoonlijk feit.
De voorzitter:
Ik geef u nu het woord, maar ik wil iedereen wel oproepen om niet heen en weer te jij-bakken.
De heer Eerdmans (JA21):
Ik zal mijn vijfde interruptie bewaren, voorzitter. Maar ik heb ook in een coalitie gezeten, zelfs landelijk, namelijk met de LPF. Toen was de heer Szabó nog mijn collega van de VVD. Ik weet er dus alles van, maar je kunt dingen weggeven in onderhandelingen of je kunt alles weggeven in onderhandelingen. Volgens mij is dat laatste het probleem.
De heer White (GroenLinks-PvdA):
Dit is echt heel interessant. Volgens mij heeft elk mens water en voedsel nodig. Het is heel moeilijk om daarin een keuze te maken, want als je een van de twee niet gebruikt, ga je gewoon dood. Als we het hebben over kiezen tussen het erkennen en verwerken van de slavernij en andere noden, dan zou ik zeggen: daar valt geen keuze in te maken. Beide moeten gebeuren. Ik ben wel erg benieuwd. Ik hoor de collega zeggen dat hij mensen heeft gesproken die zeggen: we willen die middelen liever gebruiken om andere noden te dichten. Ik ben benieuwd welke mensen hij dan gesproken heeft, want dat zijn niet de mensen die ik spreek. Als ik het grootste deel van de mensen van de eilanden spreek, dan hoor ik dat zij willen en wensen dat de erkenning, verwerking en doorwerking van het slavernijverleden voortgezet worden. Daarom vind ik het ook krachtig dat de staatssecretaris zijn rug recht houdt en dat hij verder gaat op het ingeslagen pad. Nogmaals, ik ben benieuwd welke mensen dat dan zijn. Welke partijen zeggen dat dan?
De heer Van Haasen (PVV):
U bent zelf op de eilanden geweest. Ik ben ook op de eilanden geweest en ik heb daar met mensen gesproken. Zij vinden andere zaken belangrijker. Zij hebben liever brood op de plank dan een monument op de hoek, om het zo maar even te zeggen, want een derde van de bevolking leeft onder de armoedegrens. Denkt u dat het hun wat kan schelen als er ergens een podcast wordt opgenomen waarin mensen hun grieven kwijt kunnen over het slavernijverleden? Dat interesseert ze helemaal niks.
De heer White (GroenLinks-PvdA):
Ik vind het vrij denigrerend hoe de heer Van Haasen spreekt over het leed dat er in de afgelopen honderden jaren heeft plaatsgevonden bij onze voorouders. Ik vind dat heel erg denigrerend. Daaruit blijkt dat er geen enkele vorm van empathie aanwezig is voor de gedeelde geschiedenis die we hebben. Klaarblijkelijk is er ook niet voldoende kennis en informatie over die geschiedenis, want anders kun je zoiets nooit zeggen. Ik ben inderdaad ook op diezelfde reis geweest. Ik heb die mensen niet gesproken en volgens mij zaten wij bij dezelfde gesprekken. Nogmaals, ik ben benieuwd welke mensen en organisaties dat dan zijn geweest, meneer Van Haasen.
De voorzitter:
Meneer Van Haasen, u gaat inderdaad over uw eigen antwoorden.
De heer Van Haasen (PVV):
Ik weet niet of u het in de gaten hebt gehad, maar ik heb buiten de commissie ook mensen ontmoet. Ik heb buiten de commissie ook afspraken gemaakt met mensen die op de eilanden wonen en die niet in een bestuur of organisatie zitten. Zij staan met hun poten in de aarde en moeten dagelijks de touwtjes aan elkaar knopen. Die heb ik gesproken.
Mevrouw Bruyning (NSC):
Ik wil collega Van Haasen wel even wijzen op het feit dat je hier natuurlijk je partijbelangen vertegenwoordigt, maar dat je absoluut niet kan zeggen dat de term "slaafgemaakte" niet serieus wordt genomen door mensen op de eilanden. Wie heeft collega Van Haasen daarover gesproken en door wie is dat gezegd? Het is eigenlijk superbeledigend dat u dat doet. Er kijken mensen mee; heel Nederland kijkt mee. Het is een heel zwaar verleden geweest. Eerst noemt u het een zwarte bladzijde uit de geschiedenis en vervolgens haalt u uw eigen verkiezingsprogramma erbij. Ik snap niet meer wat u vindt. Heeft u empathie? Deelt u het wel, deelt u het niet? U moet kiezen. Het is kiezen of delen; het kan niet allebei.
De heer Van Haasen (PVV):
Ik zeg gewoon eerlijk — ik zeg het nog genuanceerd — dat ik werd uitgelachen toen ik vertelde dat hier de term "slaafgemaakte" werd gebruikt. Dat is geen fabeltje; dat is gewoon een feit.
Mevrouw Bruyning (NSC):
Het is een feit omdat ú het zegt. Daarom wordt u uitgelachen. U bent de persoon die het verkondigt. U bent niet de aangewezen persoon om het te hebben over termen die gebruikt worden en om aan te geven of termen wel of niet kloppen.
De voorzitter:
Ik wil wel vragen om via de voorzitter te spreken, want ik neem aan dat u niet mij bedoelde.
Mevrouw Bruyning (NSC):
Excuses, voorzitter. Uiteraard via de voorzitter.
De heer Van Haasen (PVV):
Ik sprak met mensen en heb hun verhalen verteld over hoe het slavernijverleden hier in Nederland beleefd wordt. Zij vertellen mij dat het bij hen heel anders leeft. Ik heb de term "slaafgemaakte" gebruikt en daarom werd ik uitgelachen. Dit probeer ik nog genuanceerd te brengen. Ik vind dat ik dat netjes gedaan heb. Dan verwacht ik niet dat ik een verwijt krijg van deze Kamer.
De voorzitter:
U vervolgt uw betoog.
De heer Van Haasen (PVV):
Voorzitter. Tot slot. De PVV is diep verontrust over de aanhoudende berichten van corruptie en misstanden onder bestuurders van de eilanden. Het is absoluut onacceptabel dat zelfs ministers en Statenleden zich schuldig maken aan omkoping, fraude en manipulatie van verkiezingen. Dit ondermijnt niet alleen de rechtsstaat, maar ook het vertrouwen van de bevolking in hun eigen bestuur. Voor de PVV is het van essentieel belang dat niet alleen wordt geïnvesteerd in de rechtsstaat, maar ook dat er keihard wordt opgetreden tegen corrupte bestuurders. Corruptie mag nooit worden afgedaan als een onderdeel van de Caribische cultuur. Dat is totaal onaanvaardbaar. Dit is niet alleen noodzakelijk om het vertrouwen in het bestuur te herstellen, maar ook cruciaal voor de maatschappelijke stabiliteit en rechtvaardigheid op de eilanden.
Dank u, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Ik zie geen verdere interrupties. Dan dank ik u voor uw inbreng namens de PVV. Dan nodig ik de heer Bamenga uit namens D66.
De heer Bamenga (D66):
Bon dia, good morning, good afternoon, goedemorgen, goedemiddag, aan iedereen, en in het bijzonder aan onze rijksgenoten die meekijken of -luisteren vanuit Aruba, Bonaire, Curaçao, Saba, Statia en Sint-Maarten.
Voorzitter. Vorig jaar bleek dat een op de drie mensen op Saba, Statia en Bonaire in armoede leefde. Dit ondanks het feit dat mensen soms een, twee of drie banen hebben. Een beschamende en bizarre realiteit in een rijk Koninkrijk als Nederland. Dankzij de D66-motie-Wuite is twee jaar geleden de commissie-Thodé in het leven geroepen, die een jaar later haar rapport uitbracht. De aanbevelingen waren glashelder: laat het sociaal ijkpunt los en voer een menswaardig sociaal minimum in. Het vorige kabinet heeft daar stappen in gezet door in lijn met het rapport-Thodé het minimumloon en de uitkeringen te verhogen en een sociaal minimum van 1.750 dollar in te voeren. Het is goed dat we dit gedaan hebben, maar we moeten erop toezien dat dit genoeg is en genoeg blijft, in het bijzonder voor ouderen en moeders met kinderen. Waar blijft de verdere uitwerking van de adviezen van de commissie-Thodé? Wordt er automatische indexatie ingevoerd? Hoe gaat de staatssecretaris om met de specifieke noden van ouderen en moeders met kinderen?
Voorzitter. Een stijgende zeespiegel, heftigere orkanen en mislukte oogsten: het water staat Caribisch Nederland aan de lippen. Het is zo urgent dat Bonaire nu, vertegenwoordigd door Greenpeace, de Staat Nederland aanklaagt. Wat vindt de staatssecretaris hiervan en wat moet er op korte termijn node gebeuren om Caribisch Nederland beter te beschermen tegen de gevolgen van klimaatverandering? Waar blijft de uitwerking van de motie- Ceder/Wuite om te komen met een deltaplan, speciaal voor Caribisch Nederland? Hoe staat het met de klimaattafel voor Bonaire? En in hoeverre zijn Statia en Saba hierbij aangesloten?
Voorzitter. Constructief samenwerken betekent onder andere dat je doet wat je zegt en zegt wat je doet. Dat geldt voor een menswaardig sociaal minimum, maar dat betekent ook dat beloften over investeringen in het verdienvermogen van de eilanden worden nagekomen. Het schrappen van het Groeifonds door dit kabinet treft de eilanden onevenredig hard. Van de 130 miljoen die eerder was gereserveerd, is nog maar 80 miljoen overgebleven. Waarom is hiervoor gekozen? Is het kabinet bereid om de bezuinigde 50 miljoen alsnog vrij te maken voor het verdienvermogen en de toekomst van Caribisch Nederland? Naar aanleiding van de motie-Wuite is er onderzoek gedaan en een advies uitgebracht over het versterken van het verdienvermogen van de eilanden. Dit onderzoek adviseert de oprichting van een Economisch Groeiplatform Carib. Waarom slaat de staatssecretaris dit advies in de wind?
Voorzitter, afrondend. We zijn één koninkrijk, nos ta un reino, we are one kingdom. Dat is de realiteit en de belofte die we als Kamer én kabinet moeten waarmaken naar álle burgers binnen het Koninkrijk. Het vorige kabinet heeft laten zien wat het opbouwen van een nieuwe vertrouwensband betekent: ieder begin is broos. Daarom doe ik aan dit kabinet de oproep: wees voorzichtig met het broze vertrouwen van onze Caribische rijksgenoten; afspraak is afspraak.
De voorzitter:
Ik zie geen interrupties, dus dan dank ik u voor uw inbreng namens D66. Ik zie de heer Ceder al naar voren komen lopen voor zijn inbreng namens de ChristenUnie.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Dank, voorzitter. Goedendag, bon dia, good day aan eenieder die hier is of meekijkt via de livestream.
Voorzitter. De afgelopen jaren zijn er flinke stappen gezet om de verbondenheid met het Caribisch deel van het Koninkrijk te versterken. Denk aan het invoeren van een sociaal minimum op de BES per 1 juli 2024, mede op aandringen van onze motie, die door een aantal partijen is ondersteund. Maar ook zijn er flinke stappen gezet als het gaat om economische kansen voor de Caribische eilanden, de strijd tegen armoede en het verlagen van de kosten. Ik wil vanuit hier ook met name oud-minister Carola Schouten, die zich hiervoor heeft ingezet vanuit de SZW-kant en nu burgemeester van Rotterdam is, specifiek bedanken voor haar inzet, maar ook voor haar aandacht voor de eilanden.
Voorzitter. Tegelijkertijd zijn er nog uitdagingen die ik graag wil bespreken. Er zijn bijvoorbeeld nog steeds te grote verschillen met Europees Nederland voor basisvoorzieningen als elektriciteit, telecom en drinkwater. Daarom een aantal specifieke vragen. Hoe gaat de staatssecretaris de leefbaarheid op de BES-eilanden waarborgen als de koopkrachtsubsidies aflopen na 2024? Er dreigen een groot gat en een grote kostenstijging. Tijdens het interparlementair overleg dit jaar kwam bij Caribische parlementsleden naar voren dat de Caribische landen toch vaak niet de weg weten naar de Europese fondsen voor ontwikkeling. Dat is voor zowel Nederland als de eilanden een gemiste kans. Hoe staat het met de vooruitgang daarmee? Wordt alles benut? Zet de staatssecretaris zich ten aanzien van de veiligheidskant nog in voor een tbs-kliniek in het Caribisch gebied, zodat gedetineerden die tbs opgelegd krijgen niet allemaal naar Nederland toe moeten, maar ook in het Caribisch gebied de zorg kunnen krijgen die ze nodig hebben? Hoe gaat de staatssecretaris ervoor zorgen dat vrouwenrechten uit het Verdrag van Istanbul ook eindelijk in het Caribisch deel worden toegepast? Wat gaat de staatssecretaris doen om eindelijk ook een fatsoenlijke connectiviteit en ov-voorzieningen tussen de eilanden te regelen?
Voorzitter. Ik heb hierop een aantal amendementen ingediend en ik heb nog een aantal moties. Ik kijk uit naar de beantwoording en zal kijken op grond waarvan ik wel of geen motie indien. Ik reken uiteraard op steun van de Kamer.
Dank u wel, voorzitter. Ik kijk uit naar de beantwoording.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Ceder. Ook bij u zie ik geen interrupties. Ik zie mevrouw De Vries al staan voor haar inbreng namens de VVD. In dit geval moet ik "mevrouw Aukje de Vries" zeggen omdat er meerdere leden zijn met de achternaam De Vries.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Dank u wel, voorzitter. Ik kan wel zeggen dat ik best heb uitgekeken naar de begroting van Koninkrijksrelaties. Want wat gaat er veranderen? Eerst was er een D66-staatssecretaris en nu is er een PVV-staatssecretaris. De begroting voor 2025 lijkt wel erg op de vorige. Er is een begrotingsartikel toegevoegd over het slavernijverleden en bij de andere begrotingsartikelen staan er geen beleidswijzigingen voor 2025. Wat is de stempel die dit kabinet drukt op deze begroting? Wat gaat dit kabinet anders doen voor de landen in ons Koninkrijk en de openbare lichamen? Zoek de verschillen. Feit lijkt dat er weinig tot niets wijzigt. En dat wekt toch wel verbazing, zeker gelet op eerdere uitspraken van de kant van de PVV dat de Antillen op Marktplaats moeten worden gezet en dat het een boevenbende is. Kan de staatssecretaris reflecteren op die uitspraken?
Voorzitter. Als het gaat om Curaçao, Aruba en Sint-Maarten, de landen in ons Koninkrijk, wil de VVD vooral inzetten op goed bestuur, financiële degelijkheid en hervormingen. Het bestuur op de CAS-eilanden is instabiel, alleen al dit jaar. In augustus is het kabinet van Curaçao gevallen, in september is het kabinet van Aruba gevallen en in mei viel het kabinet van Sint-Maarten, zeventien dagen na het aantreden. Nog zorgelijker: recent is de Arubaanse minister Croes gearresteerd vanwege mogelijke betrokkenheid bij fraude bij verblijfs- en werkvergunningen. In het verleden was er een veroordeling van Schotte, voormalig premier van Curaçao, voor corruptie, witwassen en valsheid in geschrifte. In 2020 werd Heyliger, voormalig premier op Sint-Maarten, veroordeeld voor het aannemen van steekpenningen en witwassen. Het ging om jarenlange verrijking ten koste van de burgers, en dat in het Koninkrijk der Nederlanden.
De VVD gunt alle eilanders een goed bestuur dat er is voor hun inwoners in plaats van voor zichzelf. De VVD wil een steviger aanpak van corruptie en van vriendjespolitiek. De VVD wil meer doen aan ondermijnende criminaliteit. Zuid-Amerika en Midden-Amerika zijn als productie- en doorvoerlanden van drugs nabij. De regio gaat gebukt onder drugscriminaliteit, met desastreuze gevolgen zoals in Ecuador. In de regio moeten we dat steviger aanpakken, ook op de BES- en CAS-eilanden. Wat gaat de staatssecretaris meer doen dan nu? Dan kan het toch niet waar zijn dat er wordt bezuinigd op de Koninklijke Marechaussee? Ik ga ervan uit dat dit een onbedoelde fout is en ik hoop dat dit snel rechtgezet wordt, zeker omdat de staatssecretaris in zijn recente brief over de rechtsstaat constateert dat de rechtshandhavingsketen kwetsbaar is en dat er te weinig in wordt geïnvesteerd. De VVD was dus ook onaangenaam verrast toen uit de antwoorden op de feitelijke vragen bleek dat de rijksbrede taakstelling op subsidies nota bene deels ten laste komt van de Koninklijke Marechaussee. De VVD wil dat dit aangepast wordt, en dan niet met een verschuiving naar bijvoorbeeld politie of douane, want investeringen daar zijn ook bikkelhard nodig.
Voorzitter. Nederland geeft steun aan Aruba, Curaçao en Sint-Maarten met gunstige leningen. Daarvoor zijn landspakketten afgesproken. Hoe staat het nu eigenlijk met de daaraan gekoppelde noodzakelijke structurele hervormingen? Enerzijds zit het Curaçao Medical Center in een diepe financiële crisis, die niet alleen het voortbestaan van het ziekenhuis bedreigt, maar ook de toegang tot zorg voor de lokale bevolking. Tegelijkertijd doet Silvania, de minister van Financiën van Curaçao, het voorstel om 3 miljard gulden aan oude belastingschulden kwijt te schelden. Dat kan toch niet waar zijn? De vorige staatssecretaris heeft het wetsvoorstel dat bedoeld was om de landspakketten af te dwingen, ingetrokken. De VVD vraagt zich ten zeerste af of het alternatief werkt. Hoe gaat de staatssecretaris die hervormingen afdwingen?
Voorzitter. Als uitgangspunt voor relaties binnen het Koninkrijk geldt voor de VVD wederkerigheid. Hoe verschillen de voorwaarden die Aruba, Curaçao en Sint-Maarten stellen aan Europese Nederlanders die zich daar willen vestigen, van de omgekeerde situatie? Hoe kijkt de staatssecretaris naar het Statuut voor het Koninkrijk en een expliciete bepaling dat naast Aruba ook Curaçao en Sint-Maarten eenzijdig kunnen verklaren dat ze het Koninkrijk willen verlaten?
Voorzitter, tot slot op het punt van de CAS-eilanden. Wanneer krijgt de Kamer de Rijkswet houdbare overheidsfinanciën Aruba? Ik vraag dit ook omdat de rentelasten op Aruba inmiddels een zeer fors deel van de begroting zijn. Dat is volgens ons niet houdbaar.
Voorzitter. Voor Bonaire, Sint-Eustatius en Saba focust de VVD op de vraag hoe we ervoor kunnen zorgen dat de bewoners van de eilanden het beter kunnen krijgen, ondanks het soms matige of falende bestuur zoals de eerdere taakverwaarlozing op Sint-Eustatius. Het gaat dan om het bestrijden van de armoede door werk, om het verlagen van de kosten voor levensonderhoud, zoals de kosten van boodschappen en wonen, en om de versterking en diversificatie van de economie. Wat gaat het kabinet op die punten doen?
Voorzitter. Het is goed dat in het regeerprogramma staat dat op de BES-eilanden ruim 2.200 betaalbare woningen worden gebouwd. Hoe ziet de verdeling over de eilanden eruit? Bij de overige voorstellen in het regeerprogramma komt vooral de vraag op: hoe? In het regeerprogramma staat de volgende passage: daarbij houdt het kabinet er rekening mee dat deze eilanden elk een geheel eigen context hebben. Uit de beantwoording van de feitelijke vragen werd ik nog niet zo heel veel wijzer over wat daar precies mee bedoeld wordt en hoe dat gaat uitpakken. Er staat ook dat alle verbeteringen voor Europees Nederland op het gebied van bestaanszekerheid in principe van toepassing zijn voor Caribisch Nederland, tenzij er redenen zijn om dat niet te doen. Dit is best vergaand — mijn collega van de PVV sprak er ook al over — zeker in relatie tot de regionale context. Wat wordt daar precies mee bedoeld en hoe gaat deze staatssecretaris dat invullen?
Een Algemene wet bestuursrecht voor de BES-eilanden is natuurlijk prima, maar zal zeker niet alle problemen oplossen rond goed bestuur en financiële degelijkheid. Voor de VVD zullen deze afspraken ook onderdeel moeten zijn van de toekomstige wetsvoorstellen zoals WolBES en FinBES over de herziening van de bestuurlijke verhoudingen tussen het Rijk en de BES-eilanden. Wat wordt de insteek van de staatssecretaris en wanneer krijgt de Tweede Kamer deze voorstellen eindelijk toegestuurd?
Voor alle eilanden wil de VVD de economische zelfstandigheid verbeteren. De afhankelijkheid van de import van voedsel moet en kan sterk verminderen. Voedselproductie op de eilanden moet prioriteit krijgen, om de kosten daarvan voor de eilanders te verlagen. En de eilanden zijn te veel afhankelijk van alleen toerisme. Ook dat moet aangepakt. Wat zijn de plannen daarvoor?
Is het probleem van de doorvoer van Curaçao naar Bonaire met dubbele belastingen opgelost? Ik weet dat het in theorie niet nodig moet zijn, maar in de praktijk komt het blijkbaar toch nog voor, dus ik ben benieuwd hoe daarmee omgegaan wordt.
Tot slot, voorzitter. Het is goed dat er extra geld is geregeld voor de haven van Saba. Zijn de knelpunten met de douane bij de ferry bij de Bovenwindse Eilanden nu eindelijk goed opgelost?
Sint-Eustatius doet te weinig aan de loslopende geiten op het eiland, heeft de staatssecretaris aangegeven. Daarom is volgens mij de bijdrage voor het herstel van het klif bevroren en doorgeschoven naar 2027. De vraag is wel hoe we nu met dat dossier verdergaan, want uiteindelijk zal dat project wel uitgevoerd moeten worden.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. U heeft nog een interruptie van de heer Ceder, die zijn laatste vraag heeft gespaard. Ik doe even een dubbelcheck, maar ik heb er nog één staan. O, nog twee. Ik heb een fout gemaakt; excuus.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik ben allereerst blij dat een van de grootste problemen wordt benoemd, namelijk de geiten. Ik ben blij dat de VVD de eerste is die dat noemt. Misschien volgen er nog meer.
Maar ik wil mijn interruptie aan een ander punt besteden. De ondernemerspartij VVD heeft natuurlijk ook gezien dat er naast het invoeren van het sociaal minimum, dat volgens mij heel goede positieve effecten heeft, ook nog hier en daar de vraag leeft wat we nog voor de ondernemers kunnen doen. U heeft terecht een opmerking gemaakt over de dubbele belastingen. Bij het Belastingplan heeft mijn collega Grinwis een amendement ingediend over de belastingvrije som. Maar ik ben wel benieuwd of de VVD nog concrete voorstellen heeft om het ondernemerschap te stimuleren op de BES of in de Caribische landen, en om ondernemers financieel en belastingtechnisch de ruimte te geven om een inkomen te genereren, wat denk ik ook goed is voor de economie.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Het is wel bijzonder om de ChristenUnie te horen pleiten voor fiscale voordelen voor ondernemers. Ik denk dat we heel goed moeten kijken hoe we kunnen stimuleren dat het ondernemerschap op de eilanden goed van de grond komt. Ik zie dat er ook echt heel veel ondernemers uit Nederland actief zijn. Ik zou willen dat de mensen ter plekke dat ook gewoon gaan doen. Dus ik ben wel benieuwd of er plannen voor zijn om te kijken hoe we dat gaan doen. Ik weet niet of je er direct weer allerlei financiële zaken aan moet koppelen. Ik denk dat je met een aantal bestaande zaken daar misschien ook wel stappen in kunt zetten. Maar u weet dat u altijd een luisterend oor vindt als er voorstellen komen om het ondernemerschap te stimuleren. Maar goed, ik twijfel er echt aan of er direct fiscale voordelen moeten zijn. Ik vind het een beetje een typisch voorstel van de ChristenUnie, moet ik eerlijk zeggen.
De voorzitter:
Tot slot, de heer Ceder.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Het gaat niet om fiscale voorstellen. Het gaat erom dat je de oneerlijkheid die je nu in het systeem ziet, eruit haalt. Daar is de ChristenUnie uiteraard voor. Ik ben blij dat de VVD in ieder geval aangeeft een luisterend oor te hebben als het gaat om voorstellen over ondernemerschap.
Dan mijn laatste punt. Mevrouw De Vries vraagt terecht aan de staatssecretaris hoe hij kijkt naar het Caribische deel van het Koninkrijk. We hebben eerder opgemerkt dat de PVV stevige uitspraken heeft gedaan over het Caribische deel van het Koninkrijk. Het is goed dat dat benoemd wordt. Maar de VVD heeft natuurlijk ook nog een wetsvoorstel in de koelkast liggen dat het makkelijker maakt om uit het Koninkrijk te stappen. Je zou kunnen zeggen: dat is prima; dat moet toch kunnen? Maar er zit natuurlijk ook een bepaalde gedachte achter, namelijk: misschien moeten we wel op een andere manier met elkaar omgaan. U bent nu woordvoerder. Gaat u dat onzalige plan nu eindelijk schrappen en intrekken?
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Nou, dat was niet mijn insteek in elk geval. Ik ben me op dit moment aan het inlezen in dit initiatiefwetsvoorstel, dat eerdere collega's van mij in behandeling hebben gehad. Ik moet eerlijk zeggen dat het me ook wel een beetje verbaast dat er elke keer wordt gezegd: wij willen voor hen bepalen of ze binnen het Koninkrijk moeten blijven. Ik vind het zelf wel bijzonder dat je zegt dat een meerderheid daarover moet besluiten, in plaats van dat een land in ons Koninkrijk dat zelf zou kunnen besluiten. Ik vind het bijna een beetje betuttelend, moet ik eerlijk zeggen. Dus ik pak dat voorstel in ieder geval op. Er is natuurlijk een advies van de Raad van State gekomen. We zullen kijken welke elementen er dan in blijven. Ik ben me er nog in aan het verdiepen, maar het is zeker niet zo dat het in de koelkast zit en daarin blijft zitten.
De voorzitter:
Dan heeft u nog een interruptie van de heer Bamenga van D66.
De heer Bamenga (D66):
De VVD begon met goed bestuur als eerste waarde. Daar was ik heel erg blij mee. Goed bestuur betekent: afspraak is afspraak. Dat heb ik ook in mijn bijdrage aangegeven. In het vorige kabinet zijn er afspraken gemaakt op het gebied van het sociaal minimum, het klimaat en het beter stimuleren van het verdienvermogen van de eilanden. Maar nu zien we in de huidige plannen dat daar fors op gekort wordt, namelijk 50 miljoen. Ik was eigenlijk wel benieuwd hoe de VVD hierin staat, zeker in het kader van goed bestuur.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ik denk dat goed bestuur allereerst begint bij het goed besturen van de eilanden zelf. Ik heb daar een aantal dingen over gezegd. Ik vind de ontwikkelingen op het gebied van corruptie en vriendjespolitiek zorgelijk. Daar moet echt een einde aan komen. Het kan ook niet zo zijn dat de eilanden alleen maar zeggen: wij willen de lusten wel hebben, maar de lasten niet. Daarom heb ik ook gevraagd om die hervormingen door te laten gaan. Er worden inderdaad investeringen gedaan, ook op de eilanden. Dat gaat volgens mij om een groot aantal. Er moeten soms keuzes gemaakt worden in waar we het geld aan uitgeven. Ik heb zelf gezegd dat ik het heel belangrijk vind om dat aan die corruptie en ondermijning uit te geven. Daarom vind ik het ook eigenlijk niet te verkopen dat we gaan bezuinigen op de Koninklijke Marechaussee. Dat heeft voor mij op dit moment prioriteit, moet ik heel eerlijk zeggen. Dat is namelijk de basis van goed bestuur. Daarmee zorgen we dat ook daar de rechtshandhavingsketen gewoon goed functioneert. Dat is een hele belangrijke basis voor het verdergaan met goed bestuur en het uitrollen van andere zaken.
De heer Bamenga (D66):
Ik vind het toch wel jammer om dit te horen, zeker als je spreekt over goed bestuur. Je kunt daar niet een aantal elementen uit halen en zeggen: "Weet je wat? Als het mij goed uitkomt, is dít goed bestuur, en als het mij minder goed uitkomt, dan ga ik goed bestuur op een andere manier interpreteren." Volgens mij is het een universele waarde. Op het moment dat je zegt "afspraak is afspraak", als je elkaar de hand geeft, dan is dat een afspraak. Zo heeft het vorige kabinet een afspraak gemaakt om te investeren. Die investering wordt helemaal tenietgedaan. Het houden aan gemaakte afspraken vind ik ook vallen onder goed bestuur. Hoe kijkt de VVD daartegen aan?
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Er kunnen altijd keuzes gemaakt worden in waar we geld aan uitgeven en waaraan niet. Volgens mij heeft mijn collega van de PVV het ook al gezegd. Er is altijd steun en we helpen elkaar binnen het Koninkrijk, maar dat is wat mij betreft niet ongeclausuleerd. We hebben de eilanden ook geholpen met bijvoorbeeld de coronasteun, om te zorgen dat ze daar op een goede manier door zouden komen. Daarvoor hebben we hen wel gevraagd ook in te zetten op die hervormingen. Ik moet eerlijk zeggen dat ik daar nog niet de hardst lopende bestuurders kan vinden om die hervormingen dan maar vorm te geven. Het moet wel van twee kanten komen. Het kan niet van één kant komen. Wederkerigheid, heb ik gezegd, betekent dat we elkaar serieus nemen, ook in de afspraken die we aan de andere kant maken over het doen van hervormingen. Daar zitten zaken van goed bestuur in. Ik heb zonet een lijstje genoemd van wat we voorbij zien komen. Ik vind het echt onbestaanbaar dat dat op dit moment binnen ons Koninkrijk plaatsvindt. Er vindt gewoon corruptie plaats. Dat moet niet kunnen. Daar zouden ook de landen en de bestuurders op de eilanden wat van moeten vinden. Die zouden daarmee bezig moeten zijn.
De heer Bamenga (D66):
Wellicht tot slot. De VVD spreekt hier over een bepaalde ongelijke behandeling die in dit geval eigenlijk wordt toegepast ten aanzien van de Caribische eilanden, en over hoe dat vervolgens hier in het Europese deel van het Koninkrijk georganiseerd wordt. Ik vind eigenlijk dat de VVD ondernemers, maar ook mensen die juist uit het sociaal minimum willen komen en ook ondernemers die graag daarin willen investeren, echt tekortdoet. Wij zullen, afhankelijk van de antwoorden van de staatssecretaris, met voorstellen komen om juist te investeren in het verdienvermogen van ondernemers en om …
De voorzitter:
Wat is uw vraag?
De heer Bamenga (D66):
... klimaatmaatregelen te nemen, maar we zullen ook kijken hoe we mensen met een sociaal minimum verder kunnen beschermen. Ik vind het onbegrijpelijk dat de VVD hier toch onderscheid maakt tussen enerzijds Caribisch Nederland en anderzijds het Europese deel van het Koninkrijk.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ik vind dit echt een hele valse voorstelling van zaken. Ook in Europees Nederland hebben wij moeilijke maatregelen moeten nemen, waar mensen ook de gevolgen van ondervinden. Ik werp het verre van mij dat we hen niet gelijk zouden behandelen. Wij nemen hier in Nederland ook maatregelen. Soms doen we dat door de lasten te verhogen en soms door te bezuinigen op een aantal voorstellen. Daarin is er dus echt geen verschil. U heeft in de afgelopen jaren de VVD aan uw zijde gevonden om het sociaal minimum, het minimumloon en de uitkeringen op de eilanden te verhogen. Maar je moet altijd goed kijken welk effect het heeft op de regio waar de eilanden liggen. Wat zijn de gevolgen? Kunnen ondernemers hun brood nog verdienen? Dus ik werp dit echt verre van mij.
De voorzitter:
De heer Eerdmans voor zijn laatste interruptie.
De heer Eerdmans (JA21):
Die heb ik bewaard voor dit moment. Mijn vraag gaat over het slavernijverleden, waar ik net een interruptiedebatje over had met de PVV. Aan de VVD heb ik dezelfde vraag. Klopt het dat er boven op het fonds slavernijverleden van 200 miljoen, dat dit kabinet voortzet, nog eens 2,2 miljoen bij komt aan uitvoeringskosten voor 2024 en 2025? Is dat juist?
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ik wil vanuit de staatssecretaris de bevestiging krijgen of dat klopt. Ik zou dat best raar vinden, zeker omdat er nu bezuinigingen in staan op de Koninklijke Marechaussee. Ik denk dat we die echt bikkelhard nodig hebben. Het gaat echt niet om hele grote bedragen, maar die bezuinigingen vind ik echt onverteerbaar. Ik wil van de staatssecretaris horen hoe het zit met die andere zaken. Er is een afspraak om 200 miljoen te investeren in het fonds voor het slavernijverleden. Dat is op zich prima, maar wat mij betreft zou er niet per se meer heen hoeven. Mijn prioriteit is dat we op dit moment geen geld weghalen bij de Koninklijke Marechaussee.
De voorzitter:
Omdat u het aldoor kort heeft gehouden, krijgt u een korte beloning, maar wel echt kort.
De heer Eerdmans (JA21):
Zeker, voorzitter. De allerlaatste.
Dat is dan goed nieuws. Als JA21 een amendement zou maken om die 2,2 miljoen weg te halen uit het slavernijfonds en naar de marechaussee over te hevelen, dan krijgt dat steun van de VVD en waarschijnlijk ook van de rest van de coalitie, want het is natuurlijk heel vreemd dat een PVV-kabinet meer geld …
De voorzitter:
Kort.
De heer Eerdmans (JA21):
… aan het slavernijverleden gaat geven dan het vorige. Dat moeten we met z'n allen niet willen, denk ik.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ik moet eerst de uitleg van de staatssecretaris horen. Dan wil ik natuurlijk ook dat amendement nog zien; dat zult u begrijpen. U trekt wat mij betreft dus iets te snel een conclusie. We hebben wel gezegd dat we gezamenlijk gaan kijken naar de dekking van bepaalde voorstellen. Ik denk dat dit iets is wat we dan moeten bekijken.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan zijn we aanbeland bij mevrouw Bruyning, die namens Nieuw Sociaal Contract het woord komt voeren.
Mevrouw Bruyning (NSC):
Dank, voorzitter. Vandaag staan we stil bij een belangrijk onderwerp: de begroting van Koninkrijksrelaties. Bonaire, Sint-Eustatius en Saba spelen een belangrijke rol als onderdelen van het Koninkrijk, en Curaçao, Aruba en Sint-Maarten spelen een belangrijke rol als autonome landen binnen ons Koninkrijk. Vandaag wil ik het hebben over een aantal essentiële thema's, zoals goed bestuur en bestaanszekerheid, maar bovenal wil ik de gelijkwaardige relatie benadrukken die wij binnen het Koninkrijk nastreven.
Goed bestuur is de hoeksteen van het welzijn en de ontwikkeling van elk onderdeel binnen ons Koninkrijk, zowel Europees Nederland als Caribisch Nederland. Het is essentieel dat we ons blijven richten op transparantie en efficiëntie in het bestuur, en de verantwoordelijke rol die wij als parlement daarin kunnen innemen. Wij mogen van het kabinet verwachten dat het er alles aan doet om bestuurlijke structuren en solide financiën continu te versterken. In de begrotingsstukken werd duidelijk dat er een agenda Goed Bestuur wordt uitgerold voor de eilanden. Ik heb daarover een simpele eerste vraag aan de staatssecretaris. Hoe verhoudt deze agenda Goed Bestuur zich tot de soortgelijke agenda die door de minister van Binnenlandse Zaken wordt uitgerold? Is er een Caribische en een Europese versie van deze agenda?
De Caribische delen van het Koninkrijk zijn uniek. Ieder eiland heeft zijn eigen unieke, culturele eigenschappen en werkt met een andere economische context. Maatwerk en het nemen van verantwoordelijkheid zouden hand in hand moeten gaan. Het "comply or explain"-principe is daarom al enige tijd van toepassing. Toch zie ik dit principe in de begrotingsstukken niet of nauwelijks terugkomen. Het principe vormt de cruciale basis voor het gelijkwaardigheidsbeginsel tussen de eilanden en Europees Nederland. Ik zou graag willen dat de staatssecretaris toelicht waarom "comply or explain" zo goed als ontbreekt in de beleidsstukken van de begroting.
Afgelopen jaar heeft deze Kamer een motie aangenomen waarin werd gevraagd om een stapje verder te gaan. Een ingebakken BES-toets in het wetgevingssysteem zou ervoor moeten zorgen dat ieder stukje wetgeving aan de voorkant al wordt getoetst op de haalbaarheid en inzetbaarheid op de eilanden, met aandacht voor de context van de eilanden. Het is goed om in de brief van afgelopen vrijdag terug te lezen dat de staatssecretaris hiermee bezig is, maar is hij nog steeds voornemens om een BES-toets uiteindelijk onderdeel te laten uitmaken van het wetgevingsproces?
Voorzitter. Ik wil ook nog het rapport van de Raad van State over het 70-jarig bestaan van het Statuut voor het Koninkrijk aanstippen. De Raad van State concludeert dat er een flinke upgrade van het Statuut nodig is voor een meer gelijkwaardige relatie. Er zijn flink wat aanbevelingen en voorstellen gedaan, die op waarde kunnen worden geschat. Wat de Raad van State concludeert, is waar: de verhoudingen zijn in veel gevallen ronduit scheef. Ik zou graag aan de staatssecretaris willen vragen om met een uitgebreide reactie te komen op dit rapport. Ik zou ook het liefst zien dat hij hierin optrekt met belanghebbenden van de autonome landen en de eilanden binnen het Koninkrijk. Daarnaast zou ik graag zien dat wij als Kamer samen met de eilanden een overleg inplannen om dit rapport uitvoerig te bespreken.
Bestaanszekerheid is een prioriteit op de eilanden. Het minimumloon stijgt weliswaar, maar de kosten van levensonderhoud stijgen net zo hard mee. Iedere inwoner van de eilanden moet toegang hebben tot alle basisbehoeften. Deze terreinen vragen om doelgerichte investeringen. Het is dan ook positief om terug te zien dat deze regering 80 miljoen euro investeert in belangrijke projecten die raken aan bestaanszekerheid: de haven van Saba, voedselzekerheid en het verkeer op Bonaire. Daarentegen is het teleurstellend om te zien dat er wel flink wordt gekort op subsidies voor bestaanszekerheid. Ik zou de staatssecretaris willen vragen of de investeringen van 80 miljoen euro eenmalig zijn. Hoe zien de doelgerichte investeringen voor bestaanszekerheidsprojecten eruit als deze projecten zijn afgerond? Kortom, het aanpakken van deze projecten is goed en belangrijk, maar daar mag het nooit bij blijven.
Ik wil over bovenstaand punt nog wel vermelden dat het bedrag van 80 miljoen euro voor de eerdergenoemde projecten vooral afkomstig is uit het Nationaal Groeifonds, zo blijkt uit de begrotingsstukken. Van dit fonds lijkt weinig over te blijven. Er wordt bezuinigd en veel geld vloeit naar de BES in plaats van naar de CAS. Ik wil de staatssecretaris graag vragen of mijn constatering op basis van de begrotingsstukken klopt. Hoe ziet de toekomst van het Nationaal Groeifonds eruit en hoe worden investeringen in Aruba, Curaçao en Sint-Maarten in de toekomst ingevuld? De regering — maar dit geldt ook voor ons als Kamer — moet zich er altijd van bewust zijn dat alle eilanden voor unieke uitdagingen staan. Maatwerk is de sleutel tot de oplossingen.
Afgelopen jaar heeft de Kamer een motie van mij aangenomen over een onderzoek naar de inzetbaarheid van EU-fondsen voor de eilanden. Het is teleurstellend om in de brief van afgelopen vrijdag terug te lezen dat de staatssecretaris vindt dat er op dit moment al genoeg gebeurt op het gebied van het aanspreken van de EU-fondsen. Er is een gezant en de eilanden hebben al genoeg capaciteit, zo viel terug te lezen, maar is dat wel zo? Kan de staatssecretaris aangeven hoe vaak er door de eilanden al aanspraak is gemaakt op EU-fondsen? Wat is er met het geld uit deze fondsen gebeurd? Nieuw Sociaal Contract is ervan overtuigd dat het beschikbaar maken van Europese fondsen de financiële situatie op de eilanden drastisch kan verbeteren.
Dit raakt ook aan een van de beleidsprioriteiten van de regering voor de eilanden: het verbeteren van de zelfredzaamheid van de eilanden. Is de staatssecretaris het met mij eens dat de eilanden helpen met het aanspreken van externe fondsen de zelfredzaamheid en daarmee ook de financiële onafhankelijkheid vergroot? Ik zou de staatssecretaris toch graag willen aanmoedigen om deze motie om te zetten in beleid. Het zou het verlies door de taakstelling namelijk flink kunnen compenseren en de Europese gelden zouden een flinke impuls zijn voor bestaanszekerheid en zelfredzaamheid. Wie zou daar nou tegen kunnen zijn, vraag ik mij hier openlijk af. Ik zou graag zien dat de staatssecretaris terugkomt op de opmerking dat deze motie geen verdere aandacht behoeft te krijgen.
Voorzitter. Caribisch Nederland en Den Haag moeten soms wat meer kunnen leunen op elkaar. De landen en eilanden willen echt niet alleen maar eens in de zoveel tijd een zak geld uit Den Haag ontvangen. Ook op technisch en beleidsmatig gebied moet er ondersteuning zijn, bijvoorbeeld door de eilanden te steunen door het delen van expertise en kennis. Dat kan wederzijds, want wij kunnen ook heel veel leren van wat er aan de andere kant van de wereld gebeurt. De relatie die Europees en Caribisch Nederland met elkaar onderhouden gaat verder dan slechts het bespreken van de financiële platen. Hoe gaat de staatssecretaris ervoor zorgen dat alles op alles wordt gezet om verder te kijken dan geld in de relatie met de eilanden? Wat zouden de eilanden voor ons terug kunnen doen? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de eilanden, ook in het kader van zelfredzaamheid, kunnen leunen op onze kennis?
Voorzitter. Men zou denken dat bij een dergelijke begrotingbehandeling alle kosten en uitgaven netjes op één begroting staan, maar niets is minder waar. Op andere begrotingen staan ook substantiële bedragen vermeld die raken aan situaties op de eilanden. De uitgaven aan Caribisch Nederland op alle dertien overige begrotingen zijn bijna tweeënhalf keer zo hoog als de uitgaven op de begroting Koninkrijksrelaties. Dit raakt aan een duidelijk probleem. Voor het uitvoeren van goed bestuur in Caribisch Nederland is op dit moment te veel sprake van versnipperdheid: versnipperdheid op de begrotingen en versnipperdheid op de zeggenschap die departementen hebben over wat er gebeurt op de eilanden.
Voorzitter. Ik begrijp heel goed dat het niet anders kan en dat de staatssecretaris de coördinerende rol heeft op dit terrein, maar overzichtelijk is het niet. Wat mij betreft bemoeilijkt het ook de vooruitgang die wij willen boeken op de eilanden, want ik kan vandaag niet eens een van mijn zorgenkindjes bespreken: de slechte staat van de ziekenhuiszorg op de BES-eilanden. Dat valt onder een andere begroting. En dat is niet eens het enige onderwerp. Dit jaar heeft de Kamer een motie aangenomen waarin werd opgeroepen tot een verbeterde en gestroomlijnde interdepartementale samenwerking. Ik zie dat er simpelweg te weinig samenwerking is tussen betrokken ministeries. Wat is de status van het onderzoek dat naar aanleiding van deze motie loopt naar dit onderwerp? Hoe vult de staatssecretaris zijn coördinerende rol in? Het is immers zijn eerste debat met de Kamer over Koninkrijksrelaties. Ik zou het heel erg graag willen weten. Hoe zou de staatssecretaris zijn collega's willen aansporen om ervoor te zorgen dat alle begrotingen die raken aan Caribisch Nederland overzichtelijker en uniformer worden? Dan hoeven wij niet te leunen op de expertise van de deskundigen binnen de Tweede Kamer. Als wij er moeite mee hebben, hebben de inwoners van de eilanden er ook moeite mee.
Voor Nieuw Sociaal Contract zijn goed bestuur en bestaanszekerheid twee belangrijke pijlers waarop een samenleving gefundeerd moet zijn. Wat ons betreft voegen wij voor het Caribisch deel drie pijlers toe: rechtvaardigheid, relatie en respect.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Bruyning. Ik zie geen verdere interrupties. Ik zie de heer Van Nispen al naar voren komen, maar de staatssecretaris heeft verzocht om heel even kort zijn handen te mogen wassen. Ik zou dat toch willen toestaan, zodat ook de laatste drie sprekers alle aandacht krijgen. Ik schors echt wel even kort, ook gelet op de tijd, tot 17.30 uur.
De vergadering wordt van 17.25 uur tot 17.29 uur geschorst.
De voorzitter:
Zoals ik al zei, hebben we nog drie sprekers te gaan. De eerste is de heer Van Nispen namens de SP.
De heer Van Nispen (SP):
Dank u wel. Tijdens mijn werkbezoek aan Curaçao en Bonaire ben ook ik een beetje verliefd geworden op de eilanden en op de mensen daar, maar niet op de bestuurlijke cultuur en de staatkundige verhoudingen in ons Koninkrijk. De samenwerking tussen de landen is niet goed en er is geen sprake van gelijkwaardigheid. Er is armoede en grote ongelijkheid, het onderwijs is slecht en jongeren hebben weinig kansen. Het geld dat er is, is oneerlijk verdeeld. Er wordt volop geprivatiseerd, zelfs de publieke ruimte. Veel stranden zijn niet toegankelijk voor iedereen, maar van mensen die er geld aan verdienen. Monumentale panden worden verkocht aan private investeerders. Waar blijft de sociale vooruitgang? Hebben de politici wel belang bij het aanpakken van de ongelijkheid?
Voor de elite op de eilanden is er geen probleem. Die wil de status quo behouden, met niet te veel invloed van Nederland. Maar die wil ook zeker niet uit het Koninkrijk, want dat heeft toch ook wel veel voordelen. Als er een probleem is, zoals een zeer riskante goksector op Curaçao, met risico's voor de integriteit van het bestuur en een risico op witwassen, dan wil men geen bemoeienis. Wat vindt de staatssecretaris daarvan? Is dat terecht?
Neem de gevangenis op Curaçao met wantoestanden, voortgezette criminaliteit en risico op recidive, waar we allemaal last van hebben, en mensenrechtenschendingen in ons Koninkrijk. Nederland wordt daar natuurlijk op aangesproken, maar we zijn niet verantwoordelijk, want Curaçao moet dit oplossen. Maar dat gebeurt niet, want dat is politiek niet opportuun voor die bestuurders. En dan gebeurt er niks. Dat toont toch eigenlijk aan hoe gek onze staatkundige verhoudingen zijn?
Op de eilanden horen we veel dat er sprake is van klassenjustitie. Een gevoel van onrecht dreigt als de kleinere boefjes worden aangepakt, maar de witteboordencriminelen of foute politici ermee wegkomen. Erkent de staatssecretaris dat? Zijn de bestuurders in staat om ook de elite, indien nodig, aan te pakken? Erkent de staatssecretaris dat de onderbezetting bij de politie en het OM niet helpt, waardoor de ingewikkelde zaken, bijvoorbeeld financiële zaken, blijven liggen?
De bewoners van Saba, Sint-Eustatius en Bonaire horen bij ons land. Wanneer zal er volgens de staatssecretaris sprake zijn van een gelijkwaardig niveau van voorzieningen, zoals in de andere gemeentes van Nederland?
Voorzitter. Ik wil er één probleem uitlichten: migratie op Bonaire. De bevolking op Bonaire is explosief gegroeid, verdubbeld in de laatste jaren, door migratie van onder andere rijke Nederlanders, zoals gepensioneerden of mensen met een tweede huis, die vrij naar Bonaire reizen. Dat mag. We zijn immers één land, maar het legt grote druk op de voorzieningen. De infrastructuur loopt vast. Op grote delen van de dag staat het verkeer muurvast. Er is druk op de zorg en op het onderwijs. De prijzen van bijvoorbeeld woningen stijgen fors. Je kunt dit volgens mij niet ongereguleerd laten. De Bonairianen verliezen langzaam hun land, taal en cultuur. Ik vind dat je dat met scherpe keuzes moet durven reguleren. Deelt de staatssecretaris dat? Mag Bonaire Bonaire blijven? De SP vindt dat er geen onbeperkte toegang meer moet zijn voor rijke Nederlanders uit het Europese deel. Wanneer kunnen we een wijzigingsvoorstel van de Wet toelating en uitzetting BES tegemoetzien, bijvoorbeeld met een eis van een maatschappelijke en sociaal-economische binding als voorwaarde voor vestiging, ook voor Europese Nederlanders?
Ik dank u wel.
De voorzitter:
Dank u, meneer Van Nispen, voor uw inbreng namens de SP. Dan is nu het woord aan de heer Vermeer namens BBB.
De heer Vermeer (BBB):
Dank u wel, voorzitter. Voor BBB staan de belangen van de regio's, zowel binnen als buiten Nederland, altijd centraal. Wij benadrukken dan ook dat de Caribische delen van ons Koninkrijk de aandacht en middelen verdienen die nodig zijn om hun zelfstandigheid, veiligheid en welvaart te bevorderen, zonder dat ze afhankelijk zijn van voortdurende steun uit Nederland. In lijn met het hoofdlijnenakkoord wil ik drie punten benadrukken.
Als eerste, regionale zelfredzaamheid en bestaanszekerheid. BBB hecht groot belang aan regionale zelfstandigheid en zelfredzaamheid. De inwoners van de Caribische gebiedsdelen moeten de kans krijgen hun eigen toekomst te bepalen, zonder overmatige inmenging vanuit Den Haag. Hoe gaat de regering ervoor zorgen dat de middelen uit deze begroting bijdragen aan de opbouw van een zelfredzame economie in het Caribisch gebied, waarbij de inwoners minder afhankelijk worden van Nederland? Ik noem bijvoorbeeld de inzet van landbouwinnovaties om zelf voedsel te kunnen telen.
Punt twee: veiligheid en criminaliteit in de regio. De eilanden in het Caribisch deel van het Koninkrijk zijn bijzonder kwetsbaar voor internationaal georganiseerde criminaliteit en migratiestromen, vooral vanuit Venezuela, de Dominicaanse Republiek en Haïti. De geografische ligging en beperkte capaciteit maken de eilanden aantrekkelijk als doorvoerhavens voor criminele netwerken vanuit het Zuid-Amerikaanse vasteland. De capaciteitsproblemen binnen de strafrechtketen verergeren deze situatie en de complexe staatsrechtelijke verhoudingen maken het moeilijk om de verantwoordelijkheid helder vast te stellen. Tijdens recente werkbezoeken is duidelijk geworden dat er grote uitdagingen zijn op het gebied van veiligheid en justitie. Bezoeken aan instellingen zoals het Centrum voor Detentie en Correctie Curaçao en de Justitiële Inrichting Caribisch Nederland hebben aangetoond dat er dringend behoefte is aan versterking van de capaciteit en samenwerking binnen de strafrechtketen. BBB wil dat de Nederlandse regering fors inzet op het versterken van de lokale politie en justitiële instanties, zodat de inwoners daar dezelfde bescherming en rechtszekerheid ervaren als wij hier. Welke concrete maatregelen worden genomen om deze regio's beter te beschermen tegen groei in de georganiseerde misdaad en om de capaciteit van de justitiële keten op peil te brengen?
Punt drie: goed bestuur en controle op middelen. Voor BBB is goed bestuur essentieel en dat geldt ook voor de Caribische delen van het Koninkrijk. De middelen die vanuit Nederland naar deze regio's gaan, moeten effectief worden besteed. We willen dat streng wordt toegezien op de besteding van publieke middelen, om corruptie te voorkomen en om ervoor te zorgen dat deze ten goede komen aan de bevolking zelf. Hoe borgt de regering dat de lokale overheden in het Caribisch gebied worden ondersteund, maar ook gecontroleerd, om corruptie en wanbeheer tegen te gaan? BBB pleit voor een Koninkrijk waarin de regio's sterk staan, hun eigen keuzes kunnen maken en waar veilig en goed bestuur vooropstaan. Wij verwachten dat de regering deze prioriteiten stevig oppakt om ervoor te zorgen dat het Caribisch gebied zich onafhankelijk en weerbaar kan ontwikkelen.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Ik zie geen interrupties. We gaan dus door naar de laatste spreker van de zijde van de Kamer. Dat is in dit geval de heer Eerdmans, namens JA21.
De heer Eerdmans (JA21):
Voorzitter, dank je wel. Ik zal er helaas morgenavond niet bij zijn. Misschien is dit ter geruststelling van collega's; dat kan ook. Ik geef dus alles wat ik heb in deze komende minuten. Voorzitter, dat geldt dus ook voor mijn amendement, want ik ga natuurlijk met de VVD een amendement maken om 2,2 miljoen over te hevelen van de slavernij naar de marechaussee. Op dat punt kan ik me dus helaas niet verdedigen, maar dat amendement wordt morgen wel rondgestuurd, voorzitter. Graag daarvan akte nemen.
Namens JA21 wil ik het volgende zeggen.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ik vind het allemaal leuk, maar ik doe niet mee aan deze spelletjes. Ik heb gezegd wat ik gezegd heb en niet wat de heer Eerdmans gezegd heeft dat ik gezegd heb.
De heer Eerdmans (JA21):
Op dit front zit de irritatie bij de VVD hoog. Mijn bedoeling was een kwinkslag, en om inderdaad die 2 miljoen goed veilig te stellen. Ik denk dat ook de heer Van Haasen daar wel oren naar heeft, als ik zijn bijdrage zo hoor.
Voorzitter. De bijzondere gemeenten Bonaire, Sint-Eustatius en Saba …
De voorzitter:
Laten we voor u vervolgt dit punt even afronden. U noemde de heer Van Haasen en die veerde op. De heer Van Haasen van de PVV.
De heer Van Haasen (PVV):
Het lijkt me toch verstandig dat we eerst de beantwoording van de staatssecretaris afwachten voordat we de conclusie gaan trekken dat wij ergens voor of tegen zijn.
De voorzitter:
We houden het er voorlopig even bij dat u een vooraankondiging doet van een amendement.
De heer Eerdmans (JA21):
Ja, die blijft staan, voorzitter. De bijzondere gemeenten Bonaire, Sint-Eustatius en Saba vallen onder directe Nederlandse verantwoordelijkheid. In het rapport Gerichte groei van de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen Caribisch Nederland van afgelopen zomer wordt benadrukt dat er nog flink wat moet gebeuren om de eilanden leefbaar te houden. Bonaire is het grootste van de drie eilanden en barst uit zijn voegen door wat in het rapport "explosieve bevolkingsgroei" wordt genoemd. Het gaat om een verdriedubbeling van 21.000 inwoners nu naar 71.000 inwoners over 25 jaar. Dat is veel voor een eiland dat anderhalf keer zo groot is als Texel. Die groei komt natuurlijk door migratie van gepensioneerden en ondernemers vanuit hier en door arbeidsmigranten vanuit Midden- en Zuid-Amerika. Dat zal druk zetten op de huisvesting, de infrastructuur en de sociale voorzieningen. Ondertussen kampen Saba en Eustatius juist met bevolkingskrimp, waardoor voorzieningen in de zorg en het onderwijs dreigen weg te vallen. De gewaardeerde heer Van Zwol concludeerde bij de presentatie van het rapport dat het beter zou zijn als de BES-eilanden in de toekomst zelf de migratiekaders zouden vaststellen, om de eigen demografische ontwikkelingen adequater bij te kunnen sturen. Hij dringt aan op nieuwe juridische raamwerken. Mijn vraag aan de staatssecretaris is: welke ideeën zitten hiervoor in de pijplijn? Wie krijgt er, mede in het licht van de beperkte ambtelijke capaciteit op de eilanden, het sturingsmandaat? Zijn dat de eilandraden of is dat Nederland?
Voorzitter. Het primaat van bestuur blijft sowieso een heet hangijzer. Sinds de Nederlandse ingreep in het lokale bestuur van Sint-Eustatius in 2018 — toen ging het samengevat om wetteloosheid, financieel wanbeheer, discriminatie, intimidaties, bedreigingen en beledigingen, willekeur en het nastreven van persoonlijke macht — zijn er stappen gezet. Nepotisme en vriendjespolitiek lijken echter vooralsnog niet van het eiland verdwenen.
Voorzitter. Dat soort misstanden zijn ook te vinden in andere Caribische delen van het Koninkrijk. We ontvangen ook meldingen van politici in de eilandraden die spreken over "koloniale neigingen" van Nederland. Dat is tegen het zere been van JA21. Er wordt immers veel tijd, geld en energie geïnvesteerd in de eilanden. Ik moet er wel bij zeggen: als je tegelijkertijd hoort dat Statiaanse ID-kaarten, uitgegeven door BZK, in Nederland niet erkend worden als legitimatiebewijs, dan is de frustratie op dat vlak ook wel te begrijpen. Zo schijnt bij de ingang van het ministerie van BZK eilandraadsleden de toegang te zijn ontzegd. Kijk, dat helpt natuurlijk niet bij het kweken van wederzijds begrip en bij het kwijtraken van het gevoel een tweederangsburger te zijn. Hoe gaat het kabinet die plooien gladstrijken?
Voorzitter. Wat is de algehele visie op de uitdagingen rondom autonomie en bestuurlijke stabiliteit? Graag ook een reflectie op de relatie met Curaçao, Aruba en Sint-Maarten, waar onlangs het financieel toezicht weer is verlengd.
Voorzitter. De totale rijksuitgaven voor Caribisch Nederland zijn gestegen van 364 miljoen euro in 2019 tot inmiddels 628 miljoen in 2024. We gaan richting een verdubbeling, en dat in vijf jaar tijd. Dan gaat er heel veel geld naar de verbetering en het herstel — het is al gezegd — van infrastructuur, ook naar aanleiding van de orkanen Irma en Maria in 2017, naar steun uit de coronatijd en naar het uitbouwen van sociale voorzieningen. Hoe worden de eilanden structureel klaargestoomd voor grotere economische zelfredzaamheid? Welke ontwikkelingen gaat de staatssecretaris stimuleren om de eilanden op het goede pad te zetten? JA21 snapt dat het Caribisch deel van het Koninkrijk zeer vatbaar is voor de directe gevolgen van klimaatverandering. In welke mate investeert Nederland in de stabiliteit van de infra in de projecten voor klimaatadaptatie? Zijn er specifieke samenwerkingsverbanden in ontwikkeling? En is daarin voldoende aandacht voor Nederlandse expertise?
Voorzitter, bijna tot slot. Venezuela en Colombia zijn onze buurlanden. Dat klinkt gek, maar het is natuurlijk wel zo. Als je kijkt naar Aruba en Curaçao, zie je dat daar momenteel zo'n 34.000 Venezolanen leven. Colombia en Venezuela zijn grootexporteurs van cocaïne naar Europa, zoals we weten. In maart werd een netwerk blootgelegd dat zich bezighield met het doorschepen van minimaal 100 miljoen euro aan drugs naar de Rotterdamse haven. Gelukkig varen er weer patrouilleschepen om de drugs te bestrijden aan de bron. Dat is, denk ik, beter dan pas bij de controle in de Rotterdamse haven. Hoe gaat de staatssecretaris zich met zijn collega's ten volle inzetten om de drugshandel en de corruptie ook bij het havenpersoneel in Venezuela en Colombia meer aan banden te leggen?
Voorzitter. Tot slot het slavernijverleden. In 2022 heeft Nederland excuses aangeboden voor het slavernijverleden. Precies een week geleden stemde de Kamer in met mijn motie om niet over te gaan tot herstelbetalingen. Daarmee zet Nederland een punt. Historicus Martin Bossenbroek schreef vorige week in Trouw dat dat eigenlijk precies was wat voormalig premier Rutte had moeten doen in plaats van het zetten van zijn komma. De kous is een keer af. Toch staat in de eerste begroting van Koninkrijksrelaties dat er 28 miljoen zal gaan naar maatregelen voor kennis, bewustwording en doorwerking van het slavernijverleden op de eilanden. Kan de staatssecretaris het kabinetsstandpunt hierover ophelderen? Hoe is het sentiment hierover op de eilanden volgens het kabinet? In 2022 zei mevrouw Otty in het AD: "De gewone mens uit Willemstad maakt zich er nauwelijks druk om. Waarom nu nog excuses maken? Het is zo lang geleden." Is dit geluid van mevrouw Otty representatief? Of ziet de staatssecretaris dat heel anders?
Voorzitter, dank je wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Ik kijk heel even rond, maar ik zie niemand opveren voor een interruptie. Dan zijn wij hiermee aan het einde gekomen van dit deel van het debat. Ik dank iedereen voor hun aanwezigheid en inbreng. Ik wens de staatssecretaris, maar zeker ook zijn ambtenaren, veel succes met het voorbereiden van de beantwoording van de vragen.
De algemene beraadslaging wordt geschorst.
De voorzitter:
Wij hervatten dit morgen weer. Ik schors tot 19.00 uur en dan gaan wij verder met de volgende begrotingsbehandeling, namelijk de begroting Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening.
De vergadering wordt van 17.43 uur tot 19.02 uur geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20242025-16-20.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.