3 Beëindiging van de gaswinning uit het Groningenveld

Beëindiging van de gaswinning uit het Groningenveld

Aan de orde is de behandeling van:

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de Gaswet en Mijnbouwwet in verband met de beëindiging van de gaswinning uit het Groningenveld (36441).

De voorzitter:

Dan is nu aan de orde het veel grotere debat, waar wij een substantieel gedeelte van de dag mee bezig zullen zijn. Dat luistert naar de naam Wijziging van de Gaswet en Mijnbouwwet in verband met de beëindiging van de gaswinning uit het Groningenveld (36441).

We hebben tien sprekers van de zijde van de Kamer.

De algemene beraadslaging wordt geopend.

De voorzitter:

Ik geef graag als eerste het woord aan mevrouw Beckerman van de fractie van de SP. Zij heeft een spreektijd aangevraagd van twintig minuten.

Mevrouw Beckerman (SP):

15 november 2017 rond een uur of tien 's ochtends — ik kan het gevoel van die dag eigenlijk nog zo aanraken. Het was een historisch moment. Die dag vernietigde de Raad van State het gaswinningsbesluit. Gedupeerde Groningers, de Groninger Bodem Beweging en de Groninger overheden hadden gewonnen van de Staat, Shell en Exxon. Het was groots, na 54 jaar gaswinning, en veiligheid die was opgeofferd voor winsthonger. Groningers wisten die twee machtige multinationals, Shell en Exxon, en het derde oliebedrijf, de Staat, op hun knieën te krijgen. Nadat het gaswinningsbesluit werd vernietigd, kondigde minister Wiebes aan: we stoppen met de winning van gas uit het Groningenveld. Een jaar later liet minister Wiebes weten dat het snel kon gaan. De kranten kopten "gaswinning Groningen stopt al in 2022".

Vandaag, zo'n zesenhalf jaar nadat de Raad van State het gaswinningsbesluit vernietigde, bespreken we dan eindelijk de wet om die sluiting te regelen. Maar laat ik benadrukken dat het nog steeds historisch is. We moeten dit doen. Tegelijkertijd zegt die traagheid natuurlijk ook heel veel. Want voor veel Groningers is natuurlijk ook duidelijk dat de winning stopt, maar de ellende blijft. Deze wet moeten we steunen. Je kunt geen toekomst bouwen zonder vaste grond onder je voeten. Tegelijkertijd vinden we dat de wet gedupeerden meer vaste grond onder de voeten moet geven.

Ons eerste punt is de verjaringstermijn. Nog steeds ontstaat in Limburg schade door mijnbouw. In 1974 werd de laatste mijn daar gesloten. Lange tijd werd gezegd: 30 jaar na sluiting is schade verjaard. Het kostte en kost gedupeerden daar strijd om hun schade vergoed te krijgen. Leren we hier nou van of maken we opnieuw dezelfde fout? Niemand weet exact hoelang er door de gaswinning uit het Groningenveld nog schade ontstaat. Het kan decennia doorgaan.

In deze wet is niet duidelijk hoelang de Staat, Shell en Exxon schade moeten vergoeden. Waarom is dat niet expliciet gemaakt? Door een uitspraak van de Raad van State over twee schadezaken in Limburg moet nu het artikel in het Burgerlijk Wetboek zo gelezen worden dat er niet na het einde van de mijnbouw, maar na het einde van de laatste bodembeweging schade 30 jaar vergoed moet worden. Wij vinden dat we, gezien de gevoeligheid en gezien het feit dat we moeten leren van wat er misging in Limburg, expliciet moeten maken dat de Staat, Shell en Exxon blijven betalen. Met GroenLinks-PvdA hebben we hier een amendement over ingediend. Graag een reactie.

De parlementaire enquête over Groningen was duidelijk: versterk het toezicht; luister naar de toezichthouders. Die toezichthouder, SodM, is kritisch op deze wet op het punt waar het nazorg betreft. Zij adviseren: leg wettelijk vast dat de NAM, Shell en Exxon dus, met een nazorgplan moeten komen. Dat nazorgplan moet dan zien op monitoring, systematisch beheer van data en kennis, en de ontwikkeling van kennis. Bovendien zegt het SodM dat het heel raar is dat het woordje "voorkomen" van nadelige gevolgen niet meer in deze wet staat. Dat staat bij alle mijnbouw in de wet, behalve nu straks voor het Groningenveld. Daarom hebben wij met GroenLinks-PvdA twee amendementen hierover, en daar willen we natuurlijk ook graag een reactie op.

Die opstelling van Shell en Exxon blijft gewoon een regelrechte schoffering van gedupeerden. Zij blijven weigeren hun rechtvaardige deel te betalen van de ellende in Groningen. Zij eisen nu dat zíj gecompenseerd moeten worden voor wat hún is aangedaan, in plaats van dat ze betalen voor wat ze gedupeerden hebben aangedaan. Direct na de presentatie van de parlementaire enquête gaf Shell — en zo noemden ze dat in hun eigen woorden — "een eerste reactie" en zeiden ze, ik citeer: "Wij hebben hier als bedrijf belangrijke lessen te leren. Kijkend naar de toekomst geloven we dat het beter kan en moet. We zijn met de overheid in gesprek om een manier te vinden om daar invulling aan te geven." Vervolgens kwam er dus helemaal niks. Geen tweede reactie, niks. Geen belangrijke lessen geleerd. Niks wat beter kan en moest, is ook beter geworden. Ze gingen door met wat ze altijd deden: winst boven Groningers stellen. Nog steeds proberen ze uit te zuigen wat uit te zuigen valt, nu door de schadeafhandeling en versterking te frustreren door elke cent te willen laten verantwoorden. En nu blijkt dat ze achter gesloten deuren een arbitragezaak tegen de Staat starten. 7 december 2023 hebben Shell en Exxon die zaak aangemeld. Maar we weten dat als Kamer alleen maar omdat we de formatiestukken kregen. Waarom, zo vraag ik aan het kabinet, is dit niet met de Kamer gedeeld, terwijl het zo gevoelig ligt? En waarom stelt de Staat zich niet veel harder op tegen deze schandalige en schofferende oliebedrijven? Waarom geven we de bedrijven nog steeds het privilege van arbitrage? En, als ze weigeren te betalen, waarom dan niet bezit en vergunningen intrekken? Daar had GroenLinks-PvdA weer een amendement over ingediend.

Maar in plaats van dat we ons harder opstellen tegenover Shell en Exxon, zien we eigenlijk het omgekeerde in het Nationaal Programma Groningen. Bij geld dat Groningen kreeg vanwege de ellende die werd aangericht zien we opnieuw allemaal Shellprojecten. Zo blijft Groningen een wingewest. Wat zien we daar? We zien waterstofplannen van Shell met onder andere de Gasunie waarmee ze grote hoeveelheden windenergie willen opwekken. Mijn fractie vindt dit echt waanzinnig. Zo wordt Shell beloond in plaats van aangepakt. Zo blijft Groningen een wingewest. Graag een reactie.

De gaswinning uit het Groningenveld stopt. Laten we dat, zo zeg ik tegen de Kamer, zo snel mogelijk regelen. Maar daarmee is de ellende niet voorbij, want de schrijnende verhalen van de gedupeerden houden niet op, al waren de woorden uit Den Haag nog zo mooi. Om een voorbeeld aan te halen: het verhaal van Wim Swart. Hij won na een lange strijd zijn rechtszaak van het IMG, maar de Staat besloot met de landsadvocaat in hoger beroep te gaan. Echt werkelijk vlak voor de parlementaire enquête uitkwam, werden gedupeerden zoals Wim Swart nog zo behandeld. Wij dienden toen een motie in: trek de hogerberoepszaak in, help deze gedupeerden. En de staatssecretaris deed dat, waarvoor dank. Sterker nog, net voor de verkiezingen plaatste hij een paginagrote advertentie om dat ook als een van zijn successen te benoemen. "Mooi. Eind goed, al goed", zou je denken. Maar nee. Tot op de dag van vandaag weigert het IMG het vonnis, die gewonnen rechtszaak, geheel uit te voeren. Van de €16.000 die ze hebben uitgegeven aan advocaatkosten, kregen ze er €4.000 terug. Gister kwam meneer Swart opnieuw in actie. Hij zegt: als ze nou al het geld dat ze geïnvesteerd hebben in mij tegenwerken, hadden uitgegeven om mijn schade te repareren, was het allang klaar. Het is maar slechts een voorbeeld, maar dit soort verhalen komen dagelijks binnen.

En daar zit ook een zorg. Want toen minister Wiebes het besluit bekendmaakte dat de Staat wilde stoppen met de gaswinning uit het Groningenveld, volgde een maand later een soort "maar". Hij besloot toen om de versterkingsoperatie te pauzeren. Het sluiten van het gasveld leek bij minister Wiebes een kille rekensom. Die pauze in de versterking, en deze staatssecretaris weet dat maar al te goed, heeft tot op de dag van vandaag gevolgen, net als de ongelijkheid die hiermee is gecreëerd. Elke dag opnieuw — ik zei het net al — krijgen we oude, maar ook nieuwe voorbeelden van ongelijkheid. Ik noem nog één verhaal: Henk-Jan de Haan. Hij woont samen met zijn schoonouders in een twee-onder-een-kapwoning. Ze hebben dezelfde schades en ze hebben hetzelfde formulier ingevuld om immateriële schade vergoed te krijgen. Henk-Jan en zijn partner krijgen twee keer €3.000. Zijn schoonmoeder die in hetzelfde huis woont, één deur verder, krijgt na anderhalf jaar wachten niks. Nog steeds niks.

Het kabinet laat weten dat de reactie op hoe we ongelijkheid kunnen aanpakken, is vertraagd. Waarschijnlijk wordt het nu, net na dit debat, gepresenteerd, hoewel verschillende media al informatie lijken te hebben. Wat een heerlijke manier van doen weer, zeg ik enigszins cynisch. Met GroenLinks-PvdA dienen we op deze wet een amendement in om niet als gevolg van deze wet nieuwe ongelijkheid te creëren. Graag een reactie.

Voorzitter. Met zes amendementen hebben we geprobeerd deze wet te verbeteren. Het is absolute noodzaak dat we dit zo snel mogelijk doen. Maar tegen iedereen die heel makkelijk zegt dat de gaswinning in Groningen stopt, zeg ik: wees eerlijk! Nog uit zeventien andere velden in Groningen wordt gas gewonnen. Wij maken ons grote zorgen over de verbinding van het veld Warffum en Marum met het Groningenveld. Graag een reactie.

Niet alleen uit zeventien velden in Groningen, ook op andere plekken in het land is gaswinning of wordt mogelijk gaswinning of andere mijnbouw gestart. Nabij Schoonebeek dreigen nieuwe oliewinning, gaswinning en afvalwaterinjectie. Op meerdere plekken is gestapelde mijnbouw met zout. Bij Farmsum bij het tankerpark was opnieuw een lekkage van afvalwater met benzeen. Heel veel gedupeerden met schade voeren de strijd die gedupeerde Groningers en Drenten ook jarenlang moesten voeren. Zij moeten nog steeds het onmogelijke doen: bewijzen dat de schade van mijnbouw komt. Zij kunnen geen nee zeggen tegen nieuwe mijnbouw. Er is nog heel veel werk te doen. Er zijn nog veel lessen te leren van de ramp aangericht in Groningen.

Tot slot, voorzitter. Er komt een einde aan de gaswinning uit het Groningenveld. Eigenlijk is het zo'n zin, waarvan je al heel lang hoopt dat je hem zou kunnen uitspreken. Maar het is nog steeds niet zeker. Die sluiting wordt natuurlijk aan allerhande politici toegeschreven. Prima. Hartstikke leuk. Maar laat er geen twijfel over bestaan: de echte helden zijn niet wij, maar de Groningers. Zij dwongen het vernietigen van het gaswinningsbesluit bij de hoogste rechter af. Hoe historisch wij deze wet misschien ook vinden, veel Groningers — en dat is heel pijnlijk — geloven allang niet meer dat de politiek woord houdt. Het heropstarten na één koude dag in januari heeft dat wantrouwen alleen maar gevoed. Dus laten we van deze wet geen politiek spel maken, maar Groningers en Drenten de zekerheid geven en het gasveld direct sluiten. Met GroenLinks-PvdA dienen we een amendement in voor directe sluiting en de ChristenUnie en het CDA dienen hiervoor ook een voorstel in. Wat ons betreft voegen we dat samen. Als we het maar regelen!

Helemaal tot slot wil ik eindigen met de woorden van gedupeerde Margriet Hidding in het Nederlands Dagblad. Ik citeer: "Staatssecretaris Hans Vijlbrief vertelde laatst in het praatprogramma dat hij zijn afscheid wilde vieren met de echte helden uit het gebied, de aardbevingscoaches. Die helpen namens de overheid mensen die door diezelfde overheid vermorzeld dreigen te worden. Aardige mensen ongetwijfeld die goed werk doen, maar niet de echte helden. Dat zijn mensen zoals wij en al die andere slachtoffers die ondanks alle frustratie er elke dag toch maar weer wat van maken, die proberen elkaar vast te houden, die liefdevol proberen te blijven leven, dwars door alle ellende heen, en die proberen te blijven vertrouwen dat deze onrechtvaardige overheid niet het laatste woord zal hebben."

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik graag het woord aan mevrouw Bikker van de fractie van de ChristenUnie.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Voorzitter, dank u wel. Ik wil graag beginnen met een gedicht uit het mooie boekje dat verschenen is van Huub Oosterhuis. Hij schrijft in zijn nawoord het volgende.

Is Groningen het begin

van het einde der wereld?

Plotseling woon je tussen

zigzag gescheurde muren,

adem je slierten gasbel.

Van Overschild tot Uithuizen,

waar mijn voorouders woonden -

Schildwolde, Westwerwijtwerd,

Loppersum, ik fietste daar

lag in de schaduw van olmen,

in het eindeloos wijde,

voelde mij hogelander

hier geworteld gezegend.

Sinds de beving in Huizinge

zijn zeven jaar verstreken -

is je ergste leed

nu eindelijk bijna geleden

na deze "ramp in slowmotion"?

We weten het niet, wij vrezen

onder ons Hoge Land

rommelt een onderwereld

die nog niet is bedwongen.

Moed houden, Grunnen, jij bent

ouder dan de stad Rome.

Dwing het verre Haagse

tot haast en gerechtigheid.

Wat jij deelt met heel deze

lieve bedreigde wereld, is:

hoop op veiligheid, vrede.

Groningen, vrede zij jou.

Dat zijn woorden van de vorig jaar overleden dichter-theoloog Huub Oosterhuis en in 2020 gaf hij zijn bundel met gedichten over Groningen opnieuw uit. Een aanrader, 60 jaar nadat hij de gedichten schreef. Met de Groningse hertaling, als hart onder de riem voor de Groningers, vergezeld van dit naschrift. Hoop op veiligheid, hoop op vrede; zoeken wij het allemaal niet? Hebben wij het allemaal niet nodig, maar in het bijzonder wel de Groninger? Het gevoel van veiligheid, van zekerheid, van gezien en gehoord worden, is daar al vele jaren geleden verdwenen door toedoen van het Rijk. En de conclusies van het parlementaire enquêterapport "Groningers boven gas" waren glas- en glashelder. De belangen van de Groningers zijn structureel genegeerd bij de gaswinning en het morele perspectief ontbrak steeds. Er is dus sprake van een ereschuld die het Rijk moet inlossen. Ik citeer: "Boven alles staat de morele verplichting van het kabinet om de gelofte gestand te doen om het Groningenveld te sluiten in 2023 of uiterlijk 2024." Vandaag wordt deze belofte ingewilligd. Er zal geen gas meer worden gewonnen uit het Groningenveld. Voorgoed dus, als u het aan de ChristenUnie vraagt.

Maar het voelt al wel als een geschonden belofte, want de kraan was al dicht sinds 1 oktober 2023 en toch ging de kraan in januari weer open, en werd die binnen twee dagen weer gesloten, voor de waakvlam. Dit tot grote verbazing en verontwaardiging van vele Groningers. Het opende opnieuw dat luik naar die onzekerheid, naar opnieuw toch weer die gaskraan open, terwijl zo beloofd was: hij gaat dicht. En het was niet nodig geweest. Er was geen sprake van uitzonderlijke kou en toch gebeurde het. Daarom moeten we niet meer talmen, moeten we niet meer wachten. Nee, de definitieve sluiting van het Groningenveld moet niet langer uitgesteld worden dan nodig is. Groningen heeft genoeg, veel te veel onzekerheid gekend.

En wachten tot 1 oktober 2024 is dus ook niet nodig. Ik ben dan wel geen meteoroloog, maar wij weten allemaal dat het niet meer keihard zal vriezen dit jaar. Wat mij betreft stoppen we dus zo snel mogelijk met die winning uit het Groningenveld, want die zou alleen nog plaatsvinden als de bestaande gasopslag bij Norg bij extreme kou zou uitvallen. Dat gaat niet meer gebeuren. Er is dus ook geen reden meer om de mogelijkheid tot gaswinning te verlengen tot 1 oktober. Daarom heb ik samen met de collega's Vedder en Tjeerd De Groot het voorstel gedaan om die datum naar voren te halen. In het amendement hebben we 1 mei gezet. We hebben het al gewisseld, maar ik vind het uitstekend om daarin samen op te trekken en als een hele grote Kamermeerderheid zegt: zo ver mogelijk naar voren, want we willen de Groningers zekerheid geven en de gaskraan kan dicht.

Voorzitter. Met het sluiten van de gaskraan is de problematiek in Groningen verre van voorbij, want misschien is het stoppen van de gaswinning nog wel de makkelijkste hobbel die genomen moet worden op het pad naar eerherstel van de Groninger. De overlast en onveiligheid zal tot ver na 2028 voortduren. De onderwereld onder het Hogeland rommelt nog door, is nog niet bedwongen. De scheuren in de huizen zijn nog niet hersteld, laat staan de scheuren in de harten, de buurten die tegenover elkaar zijn komen te staan, de verloren jaren, de huwelijken onder spanning of gebroken, de stress, de uitgestelde dromen. Daarom zijn we niet klaar na deze wet, zeker niet; er is meer nodig.

Voorzitter. Daarom moet allereerst zekerheid bij schade gegarandeerd worden. Mevrouw Beckerman had het er ook al over: op 31 december 1974 werd de laatste steenkool uit de Oranje-Nassaumijn in Heerlen gedolven, maar 50 jaar na sluiting van die mijn in Limburg doen zich nog altijd schadegevallen voor, veroorzaakt door de mijnbouw van toen. En wie weet hoe lang de Groningse klei of het veen nog zal naschudden? De parlementaire enquête vroeg daarom aandacht voor de benaderbaarheid van de NAM, zolang als dat nodig is. Er moet een aanspreekpunt beschikbaar blijven waar Groningers terechtkunnen. Daarom mijn vraag aan de staatssecretaris: hoe is dat nu gegarandeerd in dit wetsvoorstel? Welke partij neemt de verplichting over als de NAM daar als laatste vergunninghouder niet meer in beeld kan zijn? Daar kunnen we allerlei scenario's voor bedenken, maar die ga ik hier niet uitspinnen. Het gaat mij erom hoe dat verdergaat: wie staat er dan garant, ook in juridisch opzicht? Hoe is dat geborgd? En hoe gaat de staatssecretaris voorkomen dat er geen aanspreekpunt meer is waar de Groninger in 2050 of 2070 terechtkan?

Voorzitter. Het roept ook de vraag op hoe de andere partijen uit het gasgebouw, ExxonMobil en Shell, betrokken worden bij de hersteloperatie. Het kan niet zo zijn dat ze weglopen en dat ze alleen kiezen voor de juridische gevechtshouding. Met de eenzijdige start van een arbitragezaak door de oliereuzen zie ik donker in hoe deze partijen hun eerlijke bijdrage gaan leveren aan het verdelen van de kosten van schadeherstel. Dat is een ontzettend pijnlijke constatering. Ik vraag de staatssecretaris om een reflectie daarop. En op welke manier kunnen we wegen zoeken om juist ook met de olies het gesprek te voeren over zoiets als maatschappelijk verantwoord ondernemen? Dat verwachten we immers allemaal in dit land, juist ook van bedrijven die jarenlang geprofiteerd hebben van de gaswinning. Daarom is het ook goed om hen structureel te wijzen op hun maatschappelijke verantwoordelijkheidszin, want ook in de toekomst zal er gas gewonnen worden in Nederland, mogelijkerwijs bijvoorbeeld onder de Noordzee. Nu gebeurt het alleen bij het afgeven van een winningsvergunning en niet bij het goedkeuren van een winningsplan. Dergelijke winningsvergunningen worden heel vaak afgegeven zonder einddatum. Door maatschappelijke verantwoordelijkheidszin ook te toetsen bij jaarlijkse winningsplannen en niet alleen bij winningsvergunningen, is dit een mogelijkheid om daar invulling aan te geven. Daarom sluit ik me graag aan bij de voorstellen die de heer De Groot hierover heeft gedaan in de vorm van een amendement. Waar we wat de ChristenUnie betreft in ieder geval geen gas winnen, is onder Natura 2000-gebied, de Waddenzee. Deze kwetsbare natuur moeten we niet bedreigen met eventuele bodemdaling.

Voorzitter. Ondertussen worden in Groningen verbeteringen gemerkt in de afhandeling van schades, maar lang niet overal en nog lang niet in alle gevallen. En dan spreken we niet alleen over de ingewikkelde gevallen, zoals we bij agrarische bedrijven zien of bij funderingsbreuken, want ook bij "normale" schadegevallen is er in veel situaties nog geen verbetering te merken, zeker als de schade al van voor 2012 dateert. Ziet de staatssecretaris dat ook? En op welke termijn moeten alle Groningers in hun schadeafhandelingstraject die verbetering wel ervaren? Met het wegnemen van de bron van de aardbevingen worden niet de pijnlijke gevolgen van de aardbevingen weggenomen, zoals de verschillen in behandeling van schades tussen straat- of buurtgenoten. Ik herinner me nog goed dat ik in Ten Boer stond en naar de verschillende batches keek en bij ieder een verschillend verhaal hoorde. Ik herinner me wat voor ongemak dat ook onderling gaf. Het wachten op het antwoord op het rapport van de Commissie Verschillen duurt voort. Ondertussen staan die gemeenschappen dus nog wel onder druk. Ik noem het voorbeeld van de Stadsweg in Ten Boer. Bijna alle omliggende huizen komen in aanmerking voor sloop-nieuwbouw. De bewoners van deze straat niet. Deze bewoners leven letterlijk in een wereld van verschillen, of beter: in een gebied van verschillen. Ze zijn geholpen met het rapport-Van Geel als hun huizen ook aardgasvrij-gereed gemaakt kunnen worden, maar we wachten nog steeds op het antwoord van het kabinet op dat rapport. Wanneer komt dat? Ik had gehoopt dat het er al zou liggen, ook gezien onze commissiebehandeling. Daarin hebben we goed met de staatssecretaris van gedachten gewisseld, ook over wat dat financieel zou betekenen en of deze Kamer daarin een bijdrage had moeten leveren of niet. Terug naar de bewoners van de Stadsweg. Wat kan de staatssecretaris ook voor hen concreet betekenen?

Voorzitter. Eerherstel roept om een vlotte uitvoering van de maatregelen uit Nij begun, misschien nog wel meer in herstel van de harten van mensen en de samenleving. Kan de staatssecretaris aangeven hoe het staat met de voortgang van de sociale en economische agenda? De kwartiermaker voor de sociale agenda, Henk Nijboer, is gestart. We zien heel erg uit naar zijn uitwerking. Ik vind het mooi dat onze collega zich daar nu zo voor inzet. Dat doet hij met hart en ziel; daar ben ik van overtuigd. Wanneer kunnen we meer verwachten over de economische agenda? Welke kwartiermaker is daar benoemd of hoe staat het ermee? We zijn erg benieuwd. We kunnen eigenlijk niet wachten.

Op papier gaat de 20 miljard verandering brengen in Groningen, maar papier is geduldig en het geld is tot op heden nog niet in Groningen aangekomen. We wachten nog steeds op de Groningenwet, en als u het mij vraagt op een bijbehorend Groningenfonds. Wanneer kunnen we daar meer van verwachten? Wanneer kunnen gemeenten en de provincie Groningen rekenen op het geld dat hun is toegezegd?

Als ik dan nog een laatste zaak uit het herstellen van de ereschuld aan Groningen mag uitlichten, is het wel de armoede in Groningen. De armoede ligt gemiddeld 30% hoger dan in de rest van het land. De langdurige armoede is zelfs 45% hoger. Ik vind het altijd weer confronterend om dat uit te spreken, omdat dit juist het gebied is waar Nederland jarenlang zo veel rijkdom van heeft ontvangen. Het rapport Inzicht in impact van het Kennisplatform Leefbaar en Kansrijk Groningen legt daar opnieuw pijnlijk de vinger op. Er is namelijk een eeuw lang energie gewonnen, eerst uit veen en toen uit gas, maar de winsten vloeiden weg. De baten zijn met het beëindigen van de gaswinning ook weg. De armoede blijft. Kan de staatssecretaris garanderen dat ondanks het wegvloeien van de baten de inzet op armoedebestrijding zal blijven volgen? Als Groningen dan straks dé leverancier is van nieuwe energie in de vorm van waterstof, ook al is een deel windenergie, gaan de baten daarvan dan wel landen in Groningen en ommeland? Hoe wordt dat geborgd?

Voorzitter. Het is maar een van de zaken waar dat dikke rapport de vinger op legt. Ik mag het eigenlijk wel een boek noemen. Heeft de staatssecretaris dat boek al tot zich genomen? Het brengt namelijk heel letterlijk en figuurlijk in beeld welke maatschappelijke gevolgen de gaswinning heeft. Het geeft ook prachtige denkrichtingen voor de toekomst. Hij heeft het vast al bestudeerd, maar ik zou hem daarom willen vragen om het ook te gebruiken bij het schadeherstel en om de sociale en economische agenda voor Groningen nog verder te verbeteren.

Voorzitter, ik rond af. Vandaag wordt er een belangrijke en goede stap gezet. Het is een eerste stap op weg naar het eerherstel van Groningen, op weg naar hoop en veiligheid. Groningen, vrede zij met jou.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan de heer Tjeerd de Groot van de fractie van D66.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Dank u, voorzitter. Ik was lid van de tijdelijke commissie ter voorbereiding van de parlementaire enquête naar de gaswinning in Groningen. Dat was maar kort, maar in die tijdelijke commissie ga je de vraagstelling voorbereiden. Je gaat daar dus ook naartoe. Ik denk dat iedereen hier in deze zaal en in het bijzonder de staatssecretaris, die daar natuurlijk heel veel is geweest, bij de mensen daar aan tafel heeft gezeten. Ik moet zeggen dat de verhalen van die mensen me buitengewoon hebben geraakt. Het heeft me pijnlijk bewust gemaakt van wat een enorme verantwoordelijkheid de overheid hierin heeft. De mensen die daar in Groningen wonen, zijn de ongewilde helden van dit verhaal. Ik zat niet in de parlementaire enquêtecommissie zelf, maar een jaar geleden kwam dat naar buiten, en dat is ook goed verwoord. De Groningers zijn niet gehoord, hun veiligheid is genegeerd en in plaats daarvan stonden winstmaximalisatie en leveringszekerheid centraal. De staatssecretaris zei terecht: de Groningers hebben altijd gelijk gehad. Zij zijn de ongewilde helden van dit verhaal.

Daarom verdient Groningen perspectief. Elk perspectief begint gewoon met duidelijkheid. De gaswinning was de bron van alle ellende waarmee de Groningers tot op de dag van vandaag te maken hebben. Op 1 oktober is de gaswinning beëindigd, en dat was een mijlpaal. Maar die duidelijkheid was er toch niet helemaal, want de gaskraan ging toch weer eventjes open. We willen allemaal dat dat gewoon niet meer gebeurt. Dat draagt niet bij aan het herstel van vertrouwen dat zo dringend noodzakelijk is.

Het is dus goed dat we vandaag spreken over de wetswijziging die de winning uit dat Groningenveld wettelijk verbiedt. Die duidelijkheid dat het Groningenveld echt nooit meer geopend zal worden, moet zo snel mogelijk worden geboden. Daarom dienen we samen met de ChristenUnie en het CDA een amendement in waarmee wordt beoogd om de winning uit het Groningenveld niet pas per 1 oktober maar al per 1 mei te verbieden. Het lijkt me heel goed om dat samen te doen met mevrouw Beckerman van de SP, die zich natuurlijk al jaren met hart en ziel voor de Groningers inzet. Ik hoop dat we dat dat amendement ook Kamerbreed kunnen aannemen.

Ik heb toch nog twee vragen aan de staatssecretaris. Hoe snel kan deze wet in werking treden? Wat is zijn verwachting daarvan? Is hij bereid om al te handelen in lijn met de hopelijk spoedig aangenomen wet zolang de Eerste Kamer er nog niet naar heeft gekeken?

Voorzitter. Met het sluiten van het Groningenveld is het leed voor de Groningers helaas nog niet voorbij. Hoewel eind vorig jaar iedereen duidelijkheid had moeten hebben over de veiligheid van hun huis, is deze deadline niet gehaald. Dit betekent dat duizenden Groningers nog steeds niet weten of ze in een veilig huis wonen en of hun kinderen veilig in bed liggen. Dat is gewoon niet acceptabel. Daar moet echt zo snel mogelijk een einde aan komen. Ik heb daarover een paar vragen. Hoe kan het zijn dat veel Groningers nog steeds in deze onduidelijkheid leven? Kan de staatssecretaris toezeggen dat alle Groningers voor 1 mei duidelijkheid hebben over de veiligheid van hun huis? Hoe staat het met de uitvoering van de motie-Boulakjar/Vedder over de verduurzaming van de Groningse huizen? Naast het ontbreken van duidelijkheid over de veiligheid van hun woning begint voor veel Groningers de ellende pas met een tijdelijke woning, het schadeherstel, het versterken of misschien zelfs sloop-nieuwbouw.

Het is onze plicht als Kamer om hier direct bij betrokken te blijven. Als D66 willen we naast andere reguliere commissiedebatten over Groningen jaarlijks een plenair debat over de Staat van Groningen houden. Wanneer kunnen we de eerste versie van de Staat van Groningen verwachten, vraag ik aan de staatssecretaris.

Voorzitter. Er moet mij nog iets van het hart. Op 26 maart vorig jaar zat de president-directeur van Shell bij WNL op Zondag. Daar uitte zij kritiek op het besluit om de gaswinning te stoppen per 1 oktober 2024. Volgens de president-directeur van Shell moest de gaswinning véél eerder worden stopgezet. Haar exacte woorden waren: het veld moet dicht en dat kan dit jaar al. Daarbij verwees zij naar 2023. En dat gebeurde ook eerder, want per 1 oktober 2023 werd de gaskraan van het Groningenveld dichtgedraaid. Nog geen twee maanden later begon Shell samen met Exxon een arbitragezaak tegen de overheid. Shell en Exxon vinden dat ze meer geld van de overheid moeten krijgen voor het eerder sluiten van het Groningenveld. Dat is toch onbestaanbaar! Deze opstelling is diepbeschamend: in de media roepen dat het gasveld eerder gesloten moeten worden, maar vervolgens via rechtszaken en arbitrageprocedures op alle mogelijke manieren dwarsliggen. Hier komt iets achter weg, want hiermee verliezen Shell en Exxon niet alleen hun geloofwaardigheid, maar laten ze ook zien dat ze niets begrijpen van de situatie waarin veel Groningers tot op de dag van vandaag verkeren. Hoe kijkt de staatssecretaris naar deze vertoning van Shell en Exxon? En is er al meer duidelijkheid te geven over de mogelijkheid om deze partijen, Shell en Exxon, te dwingen mee te betalen aan de verduurzaming van Groningen? Hier roept de eerder aangenomen motie-Boulakjar verder toe op.

De maatschappelijke verantwoordingszin van Shell is op dit dossier ver te zoeken. Wat D66 betreft gaan we het gedrag van algemene mijnbouwbedrijven veel zwaarder laten meewegen bij het goedkeuren van winningsplannen. Met andere woorden: als een bedrijf zich maatschappelijk onverantwoord gedraagt, dan moet dat een reden voor de overheid kunnen zijn om nieuwe winning door datzelfde bedrijf te weigeren. Daarom komen we met een amendement dat precies dit regelt. Bedrijven die lak hebben aan hun maatschappelijke rol, hebben wat D66 betreft niets te zoeken bij nieuwe winning. Graag een reactie van de staatssecretaris. Het amendement hebben we samen met de ChristenUnie ingediend.

Voorzitter. Dan de gaswinning in de Waddenzee. We kunnen het vandaag namelijk ook gewoon goed doen. In Groningen heeft de gaswinning tot onherstelbare schade geleid. Nu we het hebben over de Mijnbouwwet, is het onze taak om ervoor te zorgen dat dit nooit meer kan gebeuren. Onherstelbare schade dreigt ook in de Waddenzee te worden aangericht, als gevolg van nog meer gaswinning. De Waddenzee is een uniek gebied en het is wereldwijd erkend als UNESCO-werelderfgoed. Onlangs hebben 370 wetenschappers gewaarschuwd voor de gevolgen van mijnbouw en gaswinning. Ondanks die waarschuwingen gaat die mijnbouw tot op de dag van vandaag gewoon door. Er wordt gas en zout gewonnen. Er ligt dus zelfs — dat is al vaker besproken — een aanvraag van Shell om bij Ternaard nog meer gas te winnen in de Waddenzee. Omwonenden zeggen ook: doe het niet. Wetenschappers zeggen: doe het niet; het is niet verantwoord. Gelukkig kwam de staatssecretaris gisteren met het bericht dat het op basis van nieuwe cijfers over de zeespiegelstijging niet anders kan dan die vergunning te weigeren. Dat is goed nieuws. Maar het is nog geen definitief nieuws. De NAM krijgt namelijk nog de kans om te bewijzen dat winning geen nadelige gevolgen zou hebben voor de natuur en de Waddenzee. Daarmee is de deur naar gaswinning bij Ternaard dicht, maar nog niet op slot. Wat betekent dit, vraag ik aan de staatssecretaris. Hoe vaak moeten we nog horen dat de natuur niet zit te wachten op nieuwe gaswinning? Wat D66 betreft gaat de deur naar gaswinning bij Ternaard niet alleen dicht, maar ook op slot. Daarom dienen we een amendement in dat precies dat regelt: geen gaswinning bij Ternaard. Dat besluit is goed nieuws, maar er vindt ook al winning van zout en gas plaats op de Waddenzee. De Waddenzee en de Waddeneilanden verdienen een perspectief op een natuurgebied zonder winning van gas en zout. Daarom komen we ook met een amendement, in lijn met de eerder gepresenteerde contourennota van het kabinet, om het afgeven van nieuwe vergunningen voor mijnbouw op de Waddenzee te verbieden. Dan komt er uiterlijk in 2035 een definitief einde aan de winning in de Waddenzee. Ik hoop dat we ook dat amendement gewoon met de Kamer kunnen aannemen.

Voorzitter, ik rond af. De ongewilde helden in dit verhaal zijn de Groningers. Laten we voorkomen dat de held nog verder lijdt. Laten we ervoor zorgen dat we als overheid onze verantwoordelijkheid nemen. Vandaag is een belangrijke stap om de gaswinning in Groningen definitief te sluiten, maar laten we ook de lessen die we hebben geleerd in Groningen benutten om de verdere gaswinning op de Waddenzee te stoppen.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik graag het woord aan de heer Bushoff van de fractie van GroenLinks-Partij van de Arbeid.

De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):

Dank u wel, voorzitter. Als geboren en getogen Groninger is het woord voeren over Groningen en de ellende die mijn provinciegenoten is aangedaan iets wat je raakt en iets wat misschien wel extra beladen is, met name ook als ik terugdenk aan al die schrijnende verhalen die ik van jongs af aan al hoorde en die ik eigenlijk nog steeds elke week hoor, als ik weer terugga naar huis, naar Groningen. Zo was ik de afgelopen weken in Garmerwolde, in Appingedam en meermaals in Ten Boer. Overal waar je komt, is het vertrouwen in de overheid van heel gewone en doorgaans gezagsgetrouwe mensen geknakt. Het is volledig weg. Ik kan dat goed begrijpen. Cor, die aan de Wedmanstraat in Ten Boer woont, verwoordde het heel treffend toen hij bij de actie was die mevrouw Beckerman heeft georganiseerd, een heel goede actie van een paar weken geleden. Ik sprak hem afgelopen vrijdag weer en toen vroeg ik hem of ik een stukje van zijn tekst in dit debat mocht citeren. Hij omschreef het gevoel van Groningers heel treffend door allerlei woorden te gebruiken, die beginnen met "on". Ik zou graag een aantal van die woorden met u willen delen, voorzitter, en met de Kamer, omdat het mij raakte toen ik ze hoorde. "Onkunde, onmacht, onwil, onbetrouwbaar, onuitvoerbaar, onbegrijpelijk, onuitlegbaar, ongelijke behandeling, onpersoonlijk, onrust, ongeloofwaardig, onherkenbaar. Het gevolg: een onzekere toekomst."

Om een heel klein begin te maken met het wegnemen van die onzekere toekomst is het noodzakelijk dat de bron van al deze ellende, de gaswinning, stopt. Het is dan ook goed dat we vandaag de wet die dat regelt, behandelen. Ik wil daarover in drie blokken iets zeggen. In de eerste plaats ga ik wat zeggen over het stoppen van de gaswinning en dat dat nog wat sneller moet. In de tweede plaats wil ik het hebben over de ellende waar Groningers nog steeds in zitten en waarmee ze nog elke dag te maken hebben, omdat ik denk dat dit ook in dit debat een plek verdient. Als derde wil ik het hebben over het verantwoordelijk houden van Shell en Exxon.

Laat ik beginnen met het eerste punt, het stoppen van de gaswinning. Ik vind dat je als politicus en als volksvertegenwoordiger de dure verplichting hebt om van nature een beetje optimistisch te zijn en om er vertrouwen in te hebben dat je iets beter kan maken. Je moet er echt in geloven dat het ook echt beter kan. Want als je dat als volksvertegenwoordiger niet meer hebt, als politici dat vertrouwen niet meer hebben, hoe kun je dan verwachten dat inwoners dat vertrouwen in de overheid nog wel hebben? Hoe optimistisch ik ook wil zijn en hoe graag ik het vertrouwen wil hebben dat je iets beter kan maken, dat valt me wel heel zwaar als het om Groningen gaat. Toen de reactie van het kabinet op de parlementaire enquête Nij begun en op alle maatregelen kwam, vatte mijn voorganger Henk Nijboer het treffend samen. Hij zei: "Ik denk dat er eigenlijk geen beginnen aan is". Ik denk dat dat gevoel op dit moment bij nog veel meer Groningers leeft. Daarom is het zo belangrijk dat we wel stappen proberen te blijven zetten om de gaswinning naar nul terug te brengen. Dan is het sluiten van de gaskraan een heel belangrijke stap. Een historische stap, zou je kunnen zeggen. Maar overal waar ik kom in Groningen, spreek ik mensen die zeggen: ja, het zal wel, maar ik geloof het nog niet; ik moet het eerst nog maar zien. Dat is mede ingegeven doordat in januari, nadat de gaswinning zou stoppen, de gaswinning toch weer werd opgestart. Precies dat laat zien waarom het noodzakelijk is dat we niet alleen wettelijk vastleggen dat de gaswinning teruggaat naar nul, maar dat we het ook zo snel mogelijk doen. Daarom is het goed dat er verschillende initiatieven vanuit de Kamer zijn om de wet op dit punt te wijzigen en ervoor te zorgen dat de gaswinning nog eerder naar nul wordt teruggebracht. Het is goed dat we dat wettelijk vastleggen.

Als we de gaswinning dan hebben stopgezet en we hebben dat wettelijk vastgelegd — ik hoop dat de Kamer in overgrote meerderheid de voorstellen steunt, die ervoor gaan zorgen dat dit zo snel mogelijk kan gebeuren — dan is dat een historisch besluit. Dan is dat te danken aan al die strijdvaardige Groningers. Maar tegelijkertijd is daar de ellende van de Groningers nog niet voorbij: de vlag gaat in Groningen nog niet uit.

Voorzitter. Dat brengt mij bij mijn tweede punt, mijn tweede blok van mijn inbreng over deze wetsbehandeling. Dat betreft de ellende die voor de Groningers nog steeds voortduurt. In het begin van mijn betoog haalde ik Cor al eventjes aan. Cor is ook een inwoner van de Wedmanstraat in Ten Boer. De mensen in de Wedmanstraat zitten nog steeds in onzekerheid. Hebben zij te maken met een onveilig huis? Wordt hun huis zo meteen verstevigd? Krijgen zij te maken met sloop-nieuwbouw? Wat gebeurt er met hun huis? Voor heel veel Groningers is die vraag al jaren een vraag waarmee ze opstaan en mee naar bed gaan. Die onzekerheid vreet aan je; die is slopend. Als je dan eindelijk uit die onzekerheid bent gekomen, omdat je weet waar je aan toe bent, dan is dat vaak na ellenlange procedures.

Een deel van de Groningers moet dan vervolgens hun thuis verlaten om in een wisselwoning te gaan wonen. Een voorbeeld van twee mensen die dat meemaakten, raakte mij enorm. Het gaat om een ouder echtpaar. De vrouw woont in het centrum van Ten Boer, haar echtgenoot in een verzorgingstehuis daar vlakbij. Haar echtgenoot kwam een tijd terug in een rolstoel terecht en moest daarom naar dat verzorgingstehuis. Maar elke ochtend en elke middag kwam die man nog bij haar op bezoek. Zo zagen zij elkaar nog. Maar mevrouw moest, hoewel ze op leeftijd was, naar een wisselwoning, buiten het centrum, verder weg van voorzieningen, verder weg van haar man. Zo kon het gebeuren dat zij niet meer op eigen gelegenheid haar man kon bezoeken. Haar man bood aan om in zijn elektrische rolstoel naar haar toe te komen, maar dat had ze hem verboden, want dat was te gevaarlijk. Zo gebeurt het dat in Groningen mensen gaan scheiden, niet omdat ze niet meer van elkaar houden, maar omdat ze niet meer dicht bij elkaar kunnen wonen door de ellende die heel veel Groningers is aangedaan.

Voorzitter. Het toont aan hoe schrijnend de situatie voor heel veel mensen nog is op het moment dat zij in de molen zitten van juridische procedures, een wisselwoning en versterking van hun eigen woning. Ik vraag de staatssecretaris daarom om expliciet toe te zeggen dat in de toekomst veel meer rekening wordt gehouden met dit soort situaties. Als oudere mensen, die misschien slecht ter been zijn of in een speciale situatie verkeren, zoals deze man en vrouw, van wie de man dichtbij in een verzorgingshuis woont, dan moet daar rekening mee worden gehouden als die vrouw naar een wisselwoning moet verhuizen. Kan de staatssecretaris toezeggen dat dit beter gaat en dat mensen in zulke gevallen dichtbij voorzieningen kunnen blijven wonen? Dat is volgens mij helemaal niet zo veel en gek gevraagd als je wat ouder bent en slecht ter been bent.

Voorzitter. Dat brengt mij bij mijn volgende punt, namelijk de voorzieningen. Ik zou graag van de staatssecretaris willen weten of hij kan aangeven hoeveel voorzieningen in de komende tijd in Groningen onder druk staan omdat ze mogelijk moeten sluiten. Hoeveel buslijnen, zwembaden, bibliotheken en dorpshuizen moeten er nog gesloten worden in Groningen, of dreigen in de toekomst, misschien in 2026, na het welbekende ravijnjaar, te moeten sluiten? Is de staatssecretaris het met GroenLinks-PvdA eens dat het eigenlijk een beetje dweilen met de kraan open is als je aan de ene kant investeert in de leefbaarheid van Groningen — laat er geen misverstand over bestaan: dat is ontzettend hard nodig — maar aan de andere kant voorzieningen alsnog de deuren moeten sluiten? Is de staatssecretaris het met GroenLinks-PvdA eens dat we er in ieder geval voor moeten zorgen dat het huidige voorzieningenniveau in Groningen niet verder verschraalt? Gaat hij alles op alles zetten om dat te voorkomen?

Is de staatssecretaris ook bereid om toe te zeggen dat die mooie oude kerken, die monumentale panden, panden die het landschap, het karakter en de ziel van Groningen bepalen, allemaal blijven zoals ze zijn, mogelijk na versterking, en dat die niet verdwijnen? Kan de staatssecretaris ook dat garanderen?

Voorzitter. Dan kom ik bij mijn laatste punt in dit blok. Wat misschien nog wel erger is dan gebouwen die de deuren moeten sluiten, gebouwen waar scheuren in zitten, huizen waar scheuren in zitten en die ziel en dat karakter van Groningen die verloren gaan, is dat gemeenschappen gebroken worden en dat er scheuringen ontstaan in dorpen. Dat komt door onuitlegbare verschillen. Zo was ik vrijdag nog even in Ten Boer. Daar heb je de Fivelstraat. Aan de ene kant van de straat vindt volledige sloop-nieuwbouw plaats. Aan de andere kant van de straat worden huizen volledig verduurzaamd. De blokjes daarachter bestaan uit allemaal nieuwe woningen. Eén straat daar in de buurt zit al twee jaar lang in een bouwput, maar krijgt verder helemaal niks. Ik zou de staatssecretaris willen uitnodigen om dat uit te leggen. Of deelt de staatssecretaris de opvatting van GroenLinks-PvdA dat dat onuitlegbaar is?

Voorzitter. Dit soort onuitlegbare verschillen zorgen voor extra veel spanningen in hechte dorpsgemeenschappen. Die zorgen voor scheuringen in de gemeenschapszin. Het maakt dat mensen die vaak heel redelijk zijn — in dit geval zat ik bij Pinie en Thijs aan de keukentafel — met de handen in het haar zitten. Ik denk dat het noodzakelijk is dat we in deze wet vastleggen dat het stoppen van de gaswinning in de toekomst niet mag leiden tot grotere verschillen. Ik denk ook dat het noodzakelijk is dat we de uitkomsten van de Commissie Verschillen, de commissie-Van Geel, allemaal omarmen en dat we zo nodig boter bij de vis leveren om ervoor te zorgen dat alle Groningers, conform dat advies, straks wonen in een schadevrij, veilig en duurzaam huis.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Volgens mij stelt de heer Bushoff vragen over dezelfde weg als ik, namelijk over de Stadsweg in Ten Boer. Je ziet daar precies dat het gebied eromheen wel in aanmerking komt voor sloop-nieuwbouw, en deze bewoners niet. Mijn vraag aan de heer Bushoff is of hij met mij deelt dat het belangrijk is dat we snel inzicht hebben in wat het kabinet voorstelt rondom het rapport-Van Geel, zodat we er ook als Kamer naar kunnen kijken. Een kabinet kan demissionair zijn, maar op welke manier kunnen we als missionaire Kamer aan het rapport gevolg geven? Wij kunnen gewoon elke dag de beslissing nemen. We hebben dit al gedeeld in het commissiedebat. Ik kan me voorstellen dat we hierop dit voorjaar echt de stappen gaan zetten die keihard nodig zijn.

De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):

Op zich deel ik die wens van mevrouw Bikker. De Kamer wil heel graag weten wat de reactie van het kabinet wordt op de Commissie Verschillen, op de commissie-Van Geel. Tegelijkertijd denk ik dat we als Kamer ook al een beetje de vlucht naar voren kunnen nemen. Volgens mij moeten we de aanbevelingen uit dat rapport gewoon omarmen en is het niet te veel gevraagd om te zeggen dat alle inwoners van het aardbevingsgebied recht hebben op een schadevrij, veilig en duurzaam huis. Ik denk dat we dat in ieder geval als uitgangspunt moeten omarmen. Ik verwacht ook dat het kabinet dat gaat doen. Dat hoop ik. Als er daarvoor meer middelen nodig zijn, hoop ik dat we die middelen vrijmaken.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Ik denk dat wij elkaar op dit punt behoorlijk goed kunnen vinden. Vandaag behandelen we natuurlijk de wet die de gaskraan dichtdoet. Dat vind ik nog steeds een heel belangrijk moment. Maar ik kan me ook goed voorstellen dat wij als Kamer uitspreken — dat hoeft niet eens per motie of zo — dat we de komende maand echt eens even aan de slag gaan met hoe we dit een verder vervolg kunnen geven, los van de wet. Dat moet nu niet deze wetgeving ingewikkelder gaan maken. Wat mij betreft moet die zo snel mogelijk naar de Eerste Kamer, zodat dit helder is voor Groningen. Maar we kunnen ook als Kamer zeggen: we gaan aan het rapport-Van Geel en de Commissie Verschillen met urgentie een verder vervolg geven. Ik ben het zeer eens met de heer Bushoff dat we daarin niet moeten afwachten, maar doorpakken. Ik zou het heel mooi vinden als deze commissie dat ook met elkaar gaat doen.

De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):

Dat is een goed idee volgens mij.

De heer Peter de Groot (VVD):

Ik was afgelopen vrijdag in Loppersum en Zeerijp. Ik ga uw betoog niet herhalen. Ik heb eigenlijk hetzelfde gesprek gehad, over de verschillen maar ook over hoe de versterking en de schadehersteloperatie in de praktijk verloopt. Ik wachtte even op uw antwoord aan mevrouw Bikker over middelen. Ik dacht: u begint vast over middelen. Maar wat stelt u voor over hoe we dat soort gebieden, dorpen, dorpskernen of gemeenschappen zouden moeten aanpakken? Zij krijgen brieven van het IMG, de NCG, de gemeente en verschillende adviseurs. Hele pakken papier komen er. Zo ontstaan er vanzelf ook verschillen. Hoe kijkt de heer Bushoff van GroenLinks-PvdA aan tegen de organisatie rondom zo'n operatie in zo'n dorp? Wat zouden we daar, los van het geld, moeten doen? Want we kunnen er meer geld tegenaan gooien, maar dat is geen garantie dat het beter zal gaan.

De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):

Ik had dit blokje weggelaten in mijn eigen betoog, omdat het wel aan iets heel fundamenteels raakt. Het raakt namelijk aan de vraag hoe je vindt dat je de versterking en de schadeaanpak in Groningen zou moeten organiseren. Ik denk dat het geen geheim is dat zowel de SP als toen nog de PvdA vonden en vinden dat je schadeherstel en versterking eigenlijk gezamenlijk zou moeten aanpakken middels één integrale aanpak, zoals ze dat volgens mij in beleidstaal noemen. Zelf ben ik ook altijd gecharmeerd geweest van die klassieke wijk- en dorpsvernieuwingsaanpak uit de jaren zeventig: van deur tot deur gaan, vragen wat mensen nodig hebben en dan per wijk of per dorp kijken of je de huizen schadevrij kan maken, moet versterken of kan verduurzamen. Ik denk dat in het rapport van de commissie-Van Geel ook een stukje staat over het volgen van die van-deur-tot-deuraanpak. Ik denk dat dat heel goed is. Ik denk ook dat de staatssecretaris hierin nog wel stappen kan zetten ter verbetering, ondanks dat hij misschien niet meer het hele systeem ondersteboven wil halen. Mijn weg vooruit zou dus zijn om via die van-deur-tot-deuraanpak op een klassieke wijk- en dorpsvernieuwingswijze de versterking aan te vliegen. Het klopt dat dat niet altijd betekent dat er dan meer middelen nodig zijn, maar ik denk wel dat je op deze wijze meer recht doet aan de verschillende situaties waar mensen in zitten en daar dus ook tot betere oplossingen kan komen dan we tot nog toe hebben kunnen doen.

De heer Peter de Groot (VVD):

Dank voor het antwoord, zeg ik via de voorzitter. Daar was ik wel een beetje naar op zoek. De ambitie van de VVD is om er gewoon voor te zorgen dat mensen echt ontzorgd en geholpen worden, ook in de verschillende problematieken. U heeft het over versterking, schadeherstel, verduurzaming en andere dingen, maar wij willen ook dat mensen niet meer tien verschillende brieven krijgen, want ze zien door de bomen het bos niet meer.

Mijn tweede vraag gaat over het feit dat dat kan betekenen dat iemand zo'n gemeenschap wat dat betreft ontzorgt, maar dat het daardoor ook wat langer kan duren. Uiteindelijk hebben we namelijk wel de kennis en capaciteit nodig van mensen die dat kunnen bundelen en door het hele gebied heen kunnen uitrollen. Hoe kijkt de heer Bushoff daarnaar? Ik ben gewoon even op zoek naar hoe ver we met elkaar kunnen komen als het echt over die effectieve aanpak gaat, zodat er ook meer geld bij de mensen terechtkomt en de ongelijkheid niet zal toenemen.

De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):

Ik wil daar twee dingen over zeggen. Ten eerste. Ik twijfelde even, maar het moet me toch een beetje van het hart dat ik het wel lastig vind dat het feit dat mensen die tien verschillende brieven krijgen deels komt doordat wij er natuurlijk wel voor gekozen hebben om schadeherstel en versterking apart te organiseren en om allerlei verschillende instituten op te tuigen, in plaats van één aanpak voor één huis en een van-deur-tot-deuraanpak te hebben. Als je het aan de Partij van de Arbeid, mijn voorganger Henk Nijboer en mijzelf had gevraagd, dan was dat het meest wenselijk geweest. Ik denk dat dat had kunnen voorkomen dat mensen met al die verschillende instanties van doen hadden. Het maakt mensen niet uit of de schade wordt hersteld of dat er wordt versterkt. Het gaat mensen erom dat ze zo meteen gewoon weer in een veilig huis wonen. Het zal ze een worst wezen welke instantie daarvoor verantwoordelijk is en hen daarbij helpt. Het liefst hebben ze één gezicht waar ze terecht kunnen zodat ze zo meteen in een veilig, schadevrij en als het even kan duurzaam huis wonen. Ik denk dat dat uitgangspunt nog steeds best wel ver nagestreefd kan worden zonder de huidige aanpak weer helemaal overhoop te gooien. Ik denk dat dat nodig is, want we zien nog steeds dat heel veel mensen — dat zijn inderdaad de mensen die u en ik allebei spreken — verschillende brieven krijgen en door de bomen het bos niet meer zien. Er is dus nog steeds heel veel ruimte voor verbetering. Mensen moeten één gezicht hebben en één aanpak voor hun huis.

Voorzitter. Ik vervolg mijn betoog. Ik ben bijna klaar met dit tweede blok over de ellende waar Groningers nog in zitten. Ik was aangekomen bij het stuk over de onuitlegbare verschillen. Ik zei het al, we moeten in deze wet vastleggen dat het stoppen van de gaswinning er niet toe mag leiden dat de verschillen in de toekomst weer groter worden. In het interruptiedebat met mevrouw Bikker zei ik al dat het nodig is dat we het rapport van de commissie-Van Geel gaan omarmen en daaraan uitvoering gaan geven, zodat iedereen zo meteen een fijn, veilig, schadevrij en duurzaam huis heeft.

Er is nog één punt waarop ik de staatssecretaris om een toezegging zou willen vragen. Er zijn namelijk ook mensen, bijvoorbeeld Thijs en Dinie aan de Stadsweg, die heel graag in hun huis willen blijven wonen en die eerder dachten: weet je wat, met dat beetje spaargeld dat we hebben, gaan we investeren in ons huis, zodat we hier in de toekomst fijn kunnen blijven wonen. Als zij zo meteen bijvoorbeeld in aanmerking zouden komen voor verduurzaming van hun huis, terwijl ze daarvoor zelf al geld hebben uitgetrokken, moeten ze gecompenseerd worden. Het lijkt mij niet meer dan redelijk dat mensen die zelf hebben gezorgd voor het versterken van hun huis, het herstellen van schade of het verduurzamen van hun huis en daarin zelf recentelijk hebben geïnvesteerd, gecompenseerd worden als blijkt dat ook zij in aanmerking komen voor allerlei regelingen. Kan de staatssecretaris toezeggen dat dit soort compensatie er komt en dat dit eventueel ook onderdeel wordt van wat hij klaarblijkelijk vanavond, wellicht, in Groningen gaat aankondigen? Ik ben benieuwd.

Voorzitter. Dat brengt mij bij mijn laatste punt in dit debat, namelijk de verantwoording die Shell en Exxon dienen af te leggen over Groningen. Shell en Exxon hebben in Groningen ontzettend veel ellende aangericht en hebben daar eigenlijk nog nooit ook maar enigszins rekenschap van gegeven. Sterker nog, als je verwacht dat het na het enquêterapport Groningers boven gas wel ingedaald zou zijn, dan kom je van een koude kermis thuis. Waar namelijk bij een deel van de mensen inmiddels, gelukkig, is geland dat we de Groningers boven het gas moeten stellen, stellen Shell en Exxon nog steeds geld boven Groningers. Daarvan getuigt het feit dat zij nota bene een arbitragezaak zijn begonnen tegen de Staat.

Jarenlang hebben ze miljarden verdiend aan Groningen en alles gedaan om elke euro aan compensatie die ze misschien moesten uitkeren, drie keer om te draaien. Ze hebben de boel getraineerd met juridische procedures. Al die tijd zaten Groningers in ellende. Pas toen het Shell en Exxon te heet onder de voeten werd, omdat er gedreigd werd met een strafzaak, zeiden zij: "Weet je wat? We doen afstand van dat winningsrecht. Geef ons maar een winningsplicht. Overheid, bepaal maar hoeveel gas we gaan winnen." Vervolgens bepaalt de overheid dat we minder gaan winnen — dat is heel goed —- en dat de gaswinning naar nul gaat. En dan ineens zeggen Shell en Exxon: nu willen wij daar knaken voor zien. Het is werkelijk waar te idioot voor woorden. Het getuigt echt van een gebrek aan moreel kompas. Ik denk dat we Shell en Exxon verantwoordelijk moeten houden voor wat zij hebben gedaan in Groningen.

Voorzitter. Dat betekent, denk ik, dat we hen moeten dwingen met een belastingheffing, waarover zij geen juridische procedures kunnen voeren, om bij te dragen aan Groningen. Dat betekent ook dat alle gesprekken die nu gevoerd worden over Groningen tussen het ministerie van EZK en Shell en Exxon, wat mij betreft gewoon moeten stoppen. Daarmee kappen nu. Dat betekent ook dat we ze volgens mij op dezelfde wijze moeten gaan behandelen als we de tabakslobbyisten hebben behandeld, namelijk dat zij niet meer welkom zijn bij onze ministeries. Laat de boodschap helder zijn: Shell en Exxon, jullie hebben hier bij onze overheid niks te zoeken en niks om je hand voor op te houden; we bestrijden jullie in de rechtszaal en we zorgen er met een heffing voor dat jullie eerlijk gaan bijdragen aan Groningen. Met een aantal amendementen in deze wet zorgen we er dan ook voor dat we vastleggen dat zij nog lange tijd verantwoordelijkheid blijven dragen voor de Groningse bodem. Denk aan monitoring, het nemen van voorzorgsmaatregelen, als die nodig zijn, en het nog lange tijd verantwoordelijk zijn voor schade die ontstaat naar aanleiding van de gaswinning, ook al is die al gestopt.

Voorzitter. Dat brengt mij bij mijn laatste zinnen in de eerste termijn. Ik eindig waarmee ik begon, namelijk dat het als Groninger soms best pittig is om hierover het debat te voeren. De kunst is volgens mij om aan de ene kant blij te zijn met de stappen die worden gezet, ook door deze staatssecretaris, en om tegelijkertijd te benoemen — dat is ook rechtvaardig — dat nog bij geen van de Groningers die ik spreek, de vlag uit gaat. Ik probeer hen van betere oplossingen te voorzien. Dat heb ik vandaag proberen te doen en dat zal ik de komende tijd, zolang ik het woord over Groningen in uw zaal mag voeren, ook blijven doen.

Dank u wel.

De voorzitter:

Heel goed. Dank u wel. We gaan luisteren naar de heer Kops van de fractie van de PVV.

De heer Kops (PVV):

Voorzitter, dank u wel. Het is alweer een jaar geleden dat de parlementaire enquêtecommissie haar eindrapport heeft gepresenteerd. We weten allemaal nog dat de conclusies en aanbevelingen die daarin stonden, bikkelhard waren. Dan is het eigenlijk des te pijnlijker dat we nu, een jaar later, moeten constateren dat het in Groningen nog niet bepaald goed gaat. Er is in Groningen maar liefst meer dan 2.200 miljard kuub gas gewonnen. Dat heeft 336 miljard euro opgeleverd, maar ook meer dan 1.600 aardbevingen. Dat is dan nog exclusief de aardbevingen die hebben plaatsgevonden sinds het verschijnen van het rapport.

Voorzitter. Aan de gaswinning uit het Groningenveld komt per oktober 2024 definitief een einde, maar de crux is wel dat de ellende in Groningen rondom versterken en schadeafhandeling daarmee nog niet voorbij is. Integendeel, want het gaat nog altijd niet goed. Ik kom daar later op terug.

Voorzitter. Eerst een korte terugblik. In 2018 heeft het kabinet besloten om de gaswinning uit het Groningenveld op een zo kort mogelijke termijn af te bouwen en definitief te beëindigen. Later in 2018 behandelden we een wetsvoorstel, namelijk de Wet minimalisering gaswinning Groningen. We waren daar toen heel kritisch op, kortgezegd omdat die wet heel onduidelijk was, weinig zekerheid bood, laat staan dat er een einddatum voor de gaswinning in stond. We waarschuwden toen voor juist nog meer onzekerheid en nog meer willekeur. Ik benoem dat omdat we exact die willekeur aan het begin van dit jaar hebben gezien. Een paar maanden daarvoor, in oktober '23, was de gaskraan feitelijk al dichtgedraaid. Maar — heel typisch — de vlag ging in Groningen niet uit. Ik zeg "typisch", maar het is ook begrijpelijk. Er waren geen feestelijke bijeenkomsten of wat dan ook omdat het vertrouwen nog altijd niet op orde was. Het wantrouwen overheerste. En terecht. "Eerst zien, dan geloven", werd er gezegd. Terecht. Want begin januari werd de gaskraan opeens weer opengedraaid. Volgens de staatssecretaris was dat nodig "om een acuut capaciteitstekort te voorkomen indien tegelijkertijd de gasopslag zou zijn uitgevallen". Twee dagen later ging de gaskraan toch weer dicht. Er bleek eigenlijk helemaal niets aan de hand te zijn. Maar de onrust, of beter gezegd de woede, was er in Groningen natuurlijk niet minder door. Er was onrust, want: kijk, zie je wel; de gaskraan gaat gewoon weer open. Maar ook was er woede, want: waarom zijn we er überhaupt niet over geïnformeerd? Het herwinnen van het vertrouwen, het inlossen van die ereschuld, waar we het zo vaak over hebben gehad, gaat op deze manier natuurlijk niet werken.

Voorzitter. De vraag is wel hoe het precies zit met de leveringszekerheid wanneer de gaswinning al bij twee dagen vorst hervat moet worden. Hoe zit dat dan als dat straks überhaupt fysiek niet meer kan? De staatssecretaris schrijft in zijn brief: "Aan het einde van de winter van 2023/2024 zal duidelijk zijn hoe vol de gasopslagen zitten, hoe de nieuwe stikstofinstallatie functioneert, de mate waarin de capaciteitsvraag verder is gedaald, bijvoorbeeld door minder export, en het aanbod is gestegen." De winter is nog niet ten einde — touché! — maar kan de staatssecretaris wellicht nu al op die punten ingaan? Gasopslagen, stikstof; hoe staat het er nu precies voor?

Voorzitter. Ik zei het net al, de staatssecretaris citerende: dalende vraag door minder export. Dat is treffend, want onderdeel van het afbouwen van de gaswinning uit het Groningenveld is een wijziging van de Gaswet in 2020, getiteld Het beperken van de vraag naar laagcalorisch gas van grote afnemers. Dat kwam er in het kort op neer dat het voor de negen grootste afnemers van gas, goed voor zo'n 3 miljard kuub per jaar, vanaf oktober 2022 verboden werd om nog langer laagcalorisch gas, dus Gronings gas, aan het net te onttrekken. Vervolgens hadden zij de keuze om over te stappen op hoogcalorisch gas of om helemaal van het gas af te gaan. Hoe is dat nu eigenlijk in de praktijk gegaan per oktober '22?

Voorzitter. Ik stel die vragen omdat in de memorie van toelichting bij dit wetsvoorstel staat dat ook Franse, Duitse en Belgische grootverbruikers zo'n omschakeling maken, maar wel met verschil dat die omschakeling in België pas dit jaar gereed zal zijn en in Frankrijk en Duitsland pas in 2029/2030. Hoe zit dat, hoe kan dat? Betekent dit dat landen als Frankrijk en Duitsland nog zo lang laagcalorisch gas krijgen, oftewel pseudo-Gronings gas? Hoe kan het dat in Nederland de grootafnemers in staat zijn gebleken om af te stappen van dat Groningse gas — en terecht — maar dat dit in Frankrijk en Duitsland blijkbaar niet kan? Is dat zo in die exportcontracten geregeld? Wat zit daarachter? En kan die dalende vraag door minder export dan niet versneld worden als men in Duitsland en Frankrijk gewoon een beetje opschiet? En zo nee, is het uitbreiden van die stikstofcapaciteit dan voornamelijk bedoeld voor Frankrijk en Duitsland of voor onszelf? Hoe zit dat? Graag een reactie van de staatssecretaris.

Voorzitter. Dan terug naar Groningen. Hoe staat het ervoor? Dat de gaswinning uit het Groningenveld wordt gestopt, mag er natuurlijk niet toe leiden, bewust of onbewust, dat de schadeafhandeling en versterking op een lager pitje komen te staan — nog lager, zou ik zeggen. Mevrouw Beckerman had het er al over: hoe zit het met het nazorgplan? Het is dus al een jaar na die parlementaire enquête. Er werden toen grote woorden gesproken over het inlossen van de ereschuld. Feitelijk werden daarmee nieuwe beloften gedaan. Het zijn juist beloften die de afgelopen jaren keer op keer werden gebroken. Dat maakt het herstellen van het vertrouwen des te moeilijker. Precies daar schiet het dan ook tekort.

Voorzitter. Er zijn in dit debat al veel voorbeelden voorbijgekomen. Ik noem toch nog een ander voorbeeld van twee weken geleden over het dorp Garrelsweer. Het wordt een "ontwricht dorp" genoemd, waar de inwoners sinds de enquête bar weinig zijn opgeschoten. Een jaar later zijn ze gewoon niks opgeschoten. Ik noem mevrouw De Bruin die al 25 jaar in dat dorp woont, maar sinds mei vorig jaar niet meer in haar eigen woning maar in een wisselwoning. Haar eigen woning moet worden versterkt, maar sinds december liggen alle werkzaamheden stil. Er gebeurt gewoon helemaal niks, oftewel: vertraging op vertraging. Hoe kan dat nou? De enquête was toch glashelder? De conclusies waren glashelder: maak de schadeafhandeling milder, makkelijker, menselijker; geef duidelijkheid over de versterking et cetera, et cetera. Maar het tegendeel lijkt nu te gebeuren. Dus ik stel nogmaals de vraag: hoe kan dat en wat gaat de staatssecretaris hieraan doen? Wanneer heeft iedereen, echt iedereen, op z'n minst díe duidelijkheid? Kan daaraan, net als aan het definitief stoppen van de gaswinning uit het Groningenveld, ook een keiharde datum worden gekoppeld?

Voorzitter. Mevrouw De Bruin formuleert het heel treffend. Zij vreest dat Groningen opnieuw vergeten wordt. Want, zo zegt ze, die parlementaire enquête is een beetje weggezakt bij iedereen. Dat kan natuurlijk niet. Kan de staatssecretaris garanderen dat dat niet gebeurt en ook echt niet gaat gebeuren?

Voorzitter. Gedupeerden voelen zich bovendien ongelijk behandeld. Ze ervaren willekeur. Dat ervaren ze niet alleen zo en dat voelen ze niet alleen zo; als je goed naar de praktijk kijkt, dan zie je dat het ook echt zo is. Ook die voorbeelden kennen we allemaal: het ene huis wordt versterkt en het andere huis, dat praktisch precies hetzelfde is, niet. Het is totaal niet uit te leggen. Het is willekeur, omdat het IMG de ene scheur wel wil vergoeden, maar de andere scheur in exact dezelfde muur dan weer niet. Het gevolg is dan dat mensen bezwaar maken of in beroep gaan. Kortom, daardoor duurt het allemaal nog langer en wordt het vertrouwen er niet bepaald groter op.

Voorzitter. Gedupeerden die bezwaar maken, kunnen kiezen voor een vaste vergoeding per scheur. Maar, zo vraag ik, geldt dat dan ook voor de scheur die het IMG juist niet wil vergoeden? Daar gaat het bezwaar juist over. Kortom, het is heel onlogisch en heel onduidelijk allemaal.

Voorzitter. Gedupeerden die in beroep zijn gegaan, komen hier dan weer niet voor in aanmerking, terwijl zij dan juist nog langer op hun geld moeten wachten. Als ik het zo uitspreek, begrijp ik het niet. Het is zo onlogisch. Dit kan en moet toch echt veel beter, zeker nu we een jaar verder zijn na die parlementaire enquête? Het geld is er, zou je zeggen. Het komt alleen niet bij de gedupeerden terecht.

Dan wil ik het nog even kort hebben over de uitvoeringskosten, want dat is behoorlijk schrikken. In 2022 ging er per uitgekeerde euro 74 cent naar de uitvoering. Maar, zo lezen we, in 2023 ging er per uitgekeerde euro €1,42 naar de uitvoering. Klopt dat, vraag ik de staatssecretaris. Die uitvoeringskosten zijn dus, als dit klopt, gestegen, terwijl de staatssecretaris al jaren geleden heeft beloofd die kosten juist te zullen verlagen. Hij zei: "Ja, ik ga het uitzoeken; ik ga het IMG daartoe bewegen. En zo niet, dan ga ik maatregelen nemen." Zo ongeveer zei hij het toen in het debat. Dus hoe kan dat? Wat gaat de staatssecretaris doen?

En die gaswinning stopt dus definitief per oktober 2024. Ik geef toe, het is misschien wensdenken, oké, maar wat zou het toch mooi zijn als er nu aan schadeafhandeling en versterking ook een keiharde datum gekoppeld zou kunnen worden. Wat zou het toch mooi zijn als per die datum, ook die oktober 2024, in Groningen alles geregeld zou zijn, en al die gedupeerden, die zo in de ellende zitten, eindelijk hun leven weer zouden kunnen oppakken.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar mevrouw Teunissen van de Partij voor de Dieren.

Mevrouw Teunissen (PvdD):

Voorzitter, dank u wel. Eindelijk, eindelijk, eindelijk komt er een eind aan de gaswinning in Groningen. Volgens de Partij voor de Dieren is een zo snel mogelijke sluiting noodzakelijk, dus waarom kiest de staatssecretaris ervoor om pas 1 oktober de gaskraan te sluiten? In de winter is het niet langer noodzakelijk meer dat deze gaskraan openblijft. We moeten nu echt alles op alles zetten om ervoor te zorgen dat de gaskraan niet langer dan nodig nog openblijft. Mocht zich in de toekomst toch nog een tekort voordoen, dan adviseert ook de Gasunie bij een gastekort industriële gebruikers af te schakelen. Dat is ook waar de Partij voor de Dieren al jaren voor pleit. Mijn vraag aan de staatssecretaris is: wordt hiervoor nu een plan uitgewerkt bij het ministerie? Hoe staat het met het afschakelplan om zo veel mogelijk te kunnen besparen op aardgas?

De Groningers hebben al die tijd lang in onzekerheid gekregen over of de gaskraan op een koude dag toch weer opengedraaid zou worden, met een groot risico op nieuwe bevingen. Mensen in Groningen hebben heel erg lang gewacht op dit moment. Groningers, en niet de multinationals, moeten eindelijk op één komen te staan, en de gaskraan dicht is een belangrijke stap daartoe. Maar we zijn er nog niet. We hebben een ereschuld. Veelbesproken is het Nij begun. Ik spreek dat natuurlijk verkeerd uit; maar ja, het is aan de Groningers onder ons om dat wel goed te doen. Daarover leven nog steeds heel veel onduidelijkheden. Hoe wordt de regio, met name de volksvertegenwoordiging en de inwoners, op dit moment betrokken bij het Nij begun, en hoe wordt dit geborgd? En wie besluit uiteindelijk over de bestuurlijke opzet en de verantwoording? Kan de staatssecretaris ook iets meer zeggen over zijn eigen regierol? En is hij het met de Partij voor de Dieren eens dat Shell en Exxon geen rol meer kunnen spelen in deze plannen, aangezien zij de Groningers zo ontzettend veel schade hebben berokkend?

Voorzitter. Dan zijn er partijen die minder tevreden zijn met het sluiten van de gaskraan, en dat zijn de bedrijven — ik noemde ze net al even — die hier jarenlang gigantisch van hebben geprofiteerd, namelijk Shell en Exxon. Het is goed dat de staatssecretaris erkent dat de Kamer beter geïnformeerd had moeten worden over de arbitragezaak die deze twee partijen hebben aangespannen, omdat hun miljarden nu op de tocht staan. Kan de staatssecretaris toelichten waarom hij de informatie over de arbitragezaak niet in eerste instantie heeft gedeeld met de Kamer? De opstelling van deze bedrijven is schandalig, na al die jaren van het frustreren van de schadeafhandeling. In het akkoord op hoofdlijnen dat de partijen in 2018 tekenden, gaven de bedrijven nog aan af te zien van verdere claims op het gas dat nog niet was opgepompt. En toen bleek dat de gaskraan toch nog eerder dicht kon, werd duidelijk dat ze het onderste uit de kan wilden halen. Al vanaf het begin zijn de samenwerkingsafspraken tussen de NAM en de Staat voor een groot deel onttrokken aan het zicht van de buitenwereld. De samenwerkingsovereenkomst uit 1963 wordt in 2018 alleen openbaar omdat deze in een archief wordt gevonden door een omwonende. Er zijn ook al decennialang ongemakkelijk korte lijntjes tussen Shell, Exxon en het kabinet: de premier en de voormalige CEO van Shell die elkaar als vrienden omschrijven, de NAM die namens het ministerie Kamervragen beantwoordt. En ook nu weer een brief over arbitrage die amicaal de aanhef "beste Hans" heeft en die pas met de Kamer wordt gedeeld als het niet anders kan. Dit moet afgelopen zijn. Kan de staatssecretaris beloven dat hij vanaf nu openheid van zaken geeft aan de Kamer en het bredere publiek? En kan hij beginnen met het openbaar maken van alle stukken over de arbitragezaak?

Voorzitter. Welke lessen trekt de staatssecretaris uit de opstelling van Shell en Exxon? Is hij het met de Partij voor de Dieren eens dat we de veiligheid van de Groningers en niet langer de winsten van deze bedrijven blijvend voorop moeten stellen? Het is niet verbazingwekkend dat Shell en Exxon het sluiten van de gaskraan aanvechten. Het is namelijk structureel hun manier van werken, ook elders. Kijk naar de recordwinst van 36,7 miljard die Shell in 2022 maakte over de ruggen van veel Nederlanders die door de Russische inval in Oekraïne hun energierekening niet meer konden betalen. Maar denk ook aan de Buskabaai op Curaçao waar Shell tot de jaren vijftig olieafval stortte om het bedrijf vervolgens voor een symbolisch bedrag van € 1 te verkopen aan de overheid en wegliep van enige verplichting om maar troep op te ruimen. Of denk aan Exxon, die in Guyana nog steeds een natuurramp aan het veroorzaken is en de opbrengsten nauwelijks deelt met het land zelf. En nu dus ook over de ruggen van de Groningers, waar deze bedrijven tientallen miljarden verdienden en nu procedures starten om minder schade te hoeven vergoeden en om vooral zelf wel een vergoeding te ontvangen.

Voorzitter. Shell krijgt elk jaar zeker 2 miljard aan belastingvoordelen en andere fossiele subsidies, Exxon minimaal 1 miljard. Als uit de arbitragezaak blijkt dat de belastingbetaler nog meer moet betalen aan Shell en Exxon voor hun rol in deze hele destructie van Groningen, moeten we dekking daarvoor zoeken in het korten van hún belastingvoordelen en moeten we het niet afwentelen op de belastingbetaler. Dat kan bijvoorbeeld door het belasten van olieproducten als grondstof en het stoppen met het verstrekken van gratis emissierechten. Als we dat voor de komende jaren berekenen, komen we vast een heel eind. Is de staatssecretaris bereid om eventuele compensatie van Shell en Exxon te financieren uit het schrappen van fossiele subsidies?

Voorzitter, tot slot. Na alle schade die is aangericht in Groningen, moeten we voorkomen dat we opnieuw de fout in gaan door nog meer gaswinning in de Waddenzee toe te staan. Het is goed nieuws dat de staatssecretaris aangeeft dat hij heeft besloten om voorlopig geen toestemming te geven voor meer gaswinning, maar de deur staat nog steeds op een kier. Laat dit nou een keerpunt zijn en laten we de natuur nu echt op één zetten. Kan de staatssecretaris stappen zetten om echt deze fossiele plannen definitief naar de prullenbak te verwijzen en eindelijk definitief te stoppen met meer gaswinning onder de Noordzee?

Dank u wel.

De voorzitter:

U bedankt. Dan geef ik graag het woord aan de heer Peter de Groot van de fractie van de VVD. Na de eerste termijn van de Kamer zal ik schorsen voor de lunch. Het woord is aan de heer De Groot.

De heer Peter de Groot (VVD):

Dank u wel, voorzitter. Zoals ik net al tegenover de heer Bushoff heb aangegeven, was ik afgelopen vrijdag in Loppersum en Zeerijp om in gesprek te gaan met de mensen die daar wonen en die de afgelopen jaren te maken hebben gehad met aardbevingen als gevolg van de gaswinning. Zij hebben eigenlijk te maken met steeds weer wisselende aanpakken van schadeherstel aan huizen, scholen en andere gebouwen, ook om deze te versterken. Ik heb daar zelf ervaren hoe belangrijk het is dat de schadehersteloperatie beter gaat verlopen. Ik heb in het commissiedebat al aandacht gevraagd voor het feit dat er meer geld en elke euro die besteed wordt aan schadeherstel naar de inwoners moeten gaan en dat toegezegde afspraken nagekomen worden. Nadat het jaar 2023 dus in het teken stond van de uitkomsten van de parlementaire enquête en het 50 puntenplan in het teken heeft gestaan van het daadwerkelijk erkennen van de schade in Groningen, de emotionele schade en de schade als gevolg van de gaswinning, is het zaak dat de koers die de afgelopen jaren is ingezet om de gaswinning in Groningen te stoppen, gevolgd blijft worden. Daarom is het dan ook goed dat we vandaag spreken over de wetsaanpassing die dit ook daadwerkelijk gaat realiseren. Het definitief sluiten en weghalen van de bronputten zal voor veel mensen pas echt een signaal zijn dat er geen gas meer gewonnen wordt uit het Groningenveld. Dat is iets waar heel veel inwoners lang naar hebben uitgekeken.

De VVD heeft het voornemen om over te gaan tot definitieve sluiting al jaren gesteund. En ook nu de wet er echt ligt, spreekt de VVD haar steun daarvoor uit. De sluiting is nodig om te gaan werken aan het terugvinden van de rust van alle inwoners. De VVD realiseert zich als geen ander dat het nog decennialang op zich zal laten wachten voordat er rust en stabiliteit is en het herstel zal zijn afgerond. Want ondanks de sluiting zullen er voorlopig nog bevingen zijn en de hersteloperatie zal succesvoller moeten worden, zoals ik net al aangaf.

Om tot definitieve stuiting en het opruimen van de winputten over te gaan moet er na een jaar nadat we deze wet vaststellen, plannen liggen maar daarna wordt het best wel onduidelijk. Want welke eisen worden dan aan deze opruimplannen gesteld, is mijn vraag aan de staatssecretaris. Hoe snel wordt er dan overgegaan tot uitvoering? Het is voor Groningers namelijk belangrijk dat die onzekerheid wordt weggenomen en dat gebeurt pas op het moment dat men buiten ook ziet dat die installaties weggaan. De VVD vindt het belangrijk dat Groningers goed worden meengenomen in het proces van sluiten en opruimen, dat er duidelijke communicatie hierover ontstaat en dat het zorgt voor rust. Ik verneem hierop graag de reactie van de staatssecretaris.

Een van de andere beloftes die gedaan zijn bij Nij begun is het snel oplossen van het geschil tussen het Rijk en de NAM. Want voor Groningers grijpt dit geschil steeds terug naar de gevoelens over de strijd die zijzelf hebben moeten voeren tegen de NAM. Hoe gaat de staatssecretaris ervoor zorgen dat dit geschil niet verder oploopt en dat dit ook sneller wordt afgehandeld? Wat gaat hij daarover delen, vooral met Groningers?

Het definitief sluiten van de gaswinning is geen lichtzinnig besluit te noemen, niet voor de zekerheid die nodig is voor de Groningers maar ook niet in de tijd waarin dit besluit genomen is. Het sluiten vindt plaats ten tijde van de oorlog in Oekraïne, waarbij Nederland en Europa energieonafhankelijk willen zijn. De VVD staat volledig achter het besluit om te sluiten maar de realiteit is dat dit niet zonder consequenties kan. Het heeft grote effecten voor de leveringszekerheid van energie en dit moet opgevangen worden. De VVD heeft het initiatief genomen om onder andere voor de leveringszekerheid en zelfs als voorloper van het afbouwen van de gaswinning in het Groningenveld garanties daarop te hebben en niet afhankelijk te zijn van de energieleverantie vanuit onvrije landen. De VVD heeft meerdere moties ingediend voor een snellere aanpak van bijvoorbeeld de gaswinning op de Noordzee. Ondanks het versnellingsplan voor gaswinning op de Noordzee is er tot op heden geen versnelling gerealiseerd. Sterker nog, het niveau dreigt juist af te nemen. Er moeten dus aanvullende maatregelen worden genomen. Ik heb in het vorige debat daar ook een motie over ingediend.

Afsluitend, voorzitter. We gaan als Kamer vandaag een belangrijke stap zetten voor alle mensen in Groningen, een volgende stap om de leefbaarheid weer terug te brengen in dit gebied, om te werken aan het wegnemen van de onzekerheid over de aardbevingen en om die juist te doen afnemen en om levens weer rust te geven, door het besluit om de gaswinning definitief te sluiten. Geen besluit zonder consequenties, maar de VVD staat er volledig achter.

Tot zover, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Een vraag van mevrouw Beckerman.

Mevrouw Beckerman (SP):

Er gaan nu heel veel dingen door mij heen, maar ik zat op een gegeven moment echt, zeker bij de interruptie die de VVD pleegde bij de heer Bushoff, te twijfelen tussen: is dit nou ongekend hypocriet of is dit fantastisch nieuws? Ik licht dat toe. We hebben hier jarenlang, jarenlang, gesmeekt richting de VVD: stop met die wanstaltige bureaucratie, met die waanzin die je gedupeerden aandoet met aparte trajecten voor schadeherstel en aparte trajecten voor onveiligheid en elke keer maar weer nieuwe instituten en nieuwe regels. En elke keer zei de VVD: nee hoor, dat gaan we doen. Laat ik dan maar hoopvol zijn: is vandaag dan eindelijk het keerpunt?

De heer Peter de Groot (VVD):

Ik laat die kwalificatie bij mevrouw Beckerman, maar u heeft gehoord wat ik heb gevraagd. Ik heb ook aangegeven wat ik daar heb gezien. Ik zal daar heel concreet over zijn. Ik was in Zeerijp. Ik heb de stapels brieven gezien. Dat wil niet per se zeggen dat de lijnen zoals die neergezet zijn, verkeerd zijn, zoals de heer Bushoff volgens mij ook heeft gezegd. Maar het gaat volgens mij om hoe dat samenkomt in zo'n dorp. Daar zit de crux van waar dit over gaat. En als ik dan die stapels brieven zie en zie dat mensen eigenlijk niet eens meer weten op wie ze moeten antwoorden, naar wie ze brieven moeten terugsturen en wat er gebeurt, dan zou ik ervoor pleiten dat er gewoon projectleiders komen in die dorpen die dat samenvoegen en die die mensen helpen, zodat in de praktijk op een eenduidige manier de versterking en de schadeafhandeling — daar is nu ook verduurzaming bijgekomen — gaan lopen. U vraagt aan mij, zeg ik via u, voorzitter, tegen mevrouw Beckerman, of er vandaag hoop is ontstaan. Nou, ik ben een nieuwe woordvoerder op dit terrein. Ik zoek niet met m'n ogen dicht in Groningen. Ik ga daarheen om met open ogen en open vizier te kijken wat ik als woordvoerder namens de VVD kan bijdragen aan wat er beter kan in de schadeversterking en de schadeafhandeling. Dat zal ik dus ook niet nalaten, mevrouw Beckerman.

Mevrouw Beckerman (SP):

Ik wil altijd heel graag hoopvol zijn, maar er was ooit een gedupeerde die tegen mij zei: hoop is uitgestelde teleurstelling in dit dossier. Ik heb ook weleens bij het spreekgestoelte gestaan met vier brieven bij me van een gedupeerde. Eentje was uit 1999, waarin werd gezegd: ja, u heeft inderdaad schade. Een volgende brief zei: o nee, toch niet, dus we gaan het niet uitkeren. En dan kwam er weer een brief die hoop gaf en dan weer een brief die daar een streep doorheen zette. En dat ging zo door en die mevrouw is nog steeds niet uit haar kapotte huis. Ik herhaal: 1999. Ik hoop dus dat die woorden van de VVD ... Hij zegt: ik ben de nieuwe woordvoerder en ik schrik ervan wat voor puinhopen we daar hebben aangericht. Maar ik wil dan ook zaken doen, want woorden zijn goedkoop. Wat betekent dit dus concreet vandaag? Wij hebben al heel vaak het voorstel gedaan om met een aanpak te komen van deur tot deur, waarbij je aan mensen vraagt: wat is u aangedaan door de overheid en hoe gaan we het oplossen? Is de VVD nu om? Gaan we tot zo'n aanpak komen? Gaan we die weerzinwekkende bureaucratie die is opgetuigd, slopen?

De heer Peter de Groot (VVD):

Mevrouw Beckerman gebruikt hele grote woorden als "om" en "eindelijk" en ... Ze gebruikt heel veel woorden, maar ze kent mij ook. We staan hier vandaag voor de Groningers. We staan hier vandaag om het besluit te nemen om het gasveld definitief te sluiten. We zullen nog vaak met elkaar praten over of het schadeherstel, de versterking en de verduurzaming die erbij gekomen is, snel genoeg gaan. Ik heb het in het commissiedebat ook al gezegd, maar ik zal er alles aan doen om dat sneller en effectiever te laten verlopen. Als het daarvoor nodig is dat we in de praktijk ervoor zorgen dat er één aanspreekpunt komt per 150, 200 of 300 huizen om ook de verschillen die er zijn voor die mensen te kunnen oplossen en om ervoor te zorgen dat we de brieven die de mensen thuis krijgen, verstaanbaar maken en om ervoor te zorgen dat er meer snelheid komt, dan kunnen we daar prima het debat met elkaar over voeren. Maar dat is echt wat anders dan dat we het gaan hebben over de hoofdstructuren die er zijn. Wij moeten het verschil maken voor de mensen ter plaatse. Ik zie aan uw mimiek, zeg ik via de voorzitter, dat u zoiets heeft van: jee, wat is dit? Als VVD kijken we vooruit. We moeten vooruitkijken. We moeten die mensen helpen. Dat is de reden waarom ik dit pleidooi houd. Ik heb in de praktijk namelijk gezien dat het beter kan. Mijn motivatie daarvoor is om ervoor te zorgen dat niet €0,65 van elke euro naar de organisaties gaat, maar dat we ervoor zorgen dat het proces effectiever wordt, dat er meer geld naar de Groningers gaat, dat het sneller gaat en dat mensen het goed kunnen meemaken en begrijpen.

Mevrouw Beckerman (SP):

Ik snap het ook dat je als nieuwe woordvoerder zegt: joh, ik zie dit. Maar snapt de heer De Groot ook waarom ik die grote woorden gebruik? Er was een parlementaire enquête nodig om recht te doen aan Groningen. Dat is het zwaarste middel. Dat was nodig om dit bloot te leggen. Zelfs na die parlementaire enquête vroegen wij opnieuw: stop met die bureaucratische waanzin; stop met mensen helemaal gek maken met weer nieuwe regels, weer brieven, weer brieven, weer nieuwe regels, weer een nieuw instituut. Nog steeds zei de VVD: nee. Ik dank de woordvoerder, maar ik hoop ook dat hij snapt waarom er zulke grote woorden en zulke emoties in dit debat zitten. Ik ga proberen om hier een voorstel op te maken. Laat dan inderdaad vandaag dat keerpunt zijn, omdat u ook in Groningen heeft gezien wat er is aangericht. Wat ons betreft moet dat echt die deur-aan-deuraanpak zijn, die ook door de commissie-Van Geel is voorgesteld en waarvan we nog steeds wachten op de reactie van het kabinet. Dus ik vraag nogmaals: snapt de heer De Groot, vraag ik via de voorzitter, waarom dit zo zwaar ligt en waarom het nodig is om nu dat advies van de commissie-Van Geel uit te voeren?

De heer Peter de Groot (VVD):

Ik snap het heel erg goed, hoor. Alle respect daarvoor. Mevrouw Beckerman heeft zich jarenlang helemaal vastgebeten in het dossier. Ik zie ook dat het haar raakt. Ik heb alle begrip daarvoor. Ik wil gewoon rekenschap geven van hetgeen ik zelf zie wat daar beter kan. Dat betekent niet dat het IMG straks niet meer bestaat, denk ik. Dat betekent wel dat wij er in de praktijk voor zorgen dat mensen beter geholpen worden met die operatie. Dat is echt wat anders dan werken aan hoofdstructuren. Ik zal een voorbeeld noemen. Ik zou heel graag willen dat mensen niet van tien verschillende organisaties brieven krijgen maar gewoon van één iemand. Daar zijn ze enorm mee geholpen. Deze mensen moeten hun huis uit. Deze mensen moeten dit allemaal verstouwen naast dat ze hele normale gezinnen runnen, een hele normale baan hebben en een heel normaal sociaal leven hebben. Ik zou heel graag zien dat de mensen daarin beter geholpen worden en dat verschillen niet groter worden. Daar ben ik het dan mee eens.

De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):

Ik wil toch proberen een enkel misverstand mogelijk te voorkomen. Die eindeloze hoeveelheid aan brieven, die de heer De Groot ook heeft gezien, al die juridische procedures waar mensen in terecht zijn gekomen en al die verschillende loketten waar mensen naartoe moeten, komen natuurlijk ergens uit voort. Die komen voort uit wantrouwen richting de Groningers, geldbelangen die boven de Groningers werden gesteld en een verkeerde basis voor de aanpak van schade en herstel, namelijk dat volledig splitsen in plaats van het samen oppakken. Erkent de heer De Groot dat die drie redenen ten grondslag liggen aan de brieven en de ellende waarover de mensen nu ook hem aan de keukentafel vertellen?

De heer Peter de Groot (VVD):

Wat ik daarop wil zeggen, is: wat ik daar afgelopen vrijdag gezien heb, gaat ook over heel andere dingen. Het is natuurlijk noodzakelijk dat er bij een schadehersteloperatie getoetst wordt of er asbest in een huis zit. Daar heb je een partij voor nodig die aan de deur komt, die langskomt. Dat moet ook gebeuren. Natuurlijk krijg je van dat bedrijf een brief. Mijn punt gaat niet zozeer over wat u hier aandraagt. Mijn punt gaat over het volgende. Stel dat er iemand langskomt voor het asbest, voor de vleermuizen en om de scheur te beoordelen. Dat zijn allemaal verschillende partijen. Dat moet allemaal opgevolgd worden in brieven richting het IMG of de gemeente. Het is een hele wirwar van papierwerk. Daar zit een heel groot ontzorgingspunt als het gaat om hoe mensen op dit moment de hersteloperatie ervaren. Daar wil ik echt wat aan doen. Ik wil ervoor zorgen dat dat sneller gaat en dat mensen beter geholpen worden.

De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):

Het is mij nog niet helemaal duidelijk. Ik hoor nu eigenlijk twee opties van de VVD. Ofwel ze zeggen: we accepteren alle structuren die er zijn, we accepteren dat er nog steeds wantrouwen is en dat het geld soms nog steeds boven de Groningers wordt gesteld. Het gevolg daarvan — al die brieven en al die juridische procedures — is vervelend en we zorgen ervoor dat er iemand komt, dat er een soort nieuw oliemannetje komt dat alle problemen die hieruit voortvloeien voor de Groningers gaat oplossen. Dat is de ene optie. Dat beluister ik nu eigenlijk een beetje. Of zegt de VVD inderdaad: nee, we pakken het bij de bron aan, bij de kern, en we zeggen dat we minder wantrouwen willen en dat we willen dat geld niet langer boven de Groningers wordt gesteld. Dan krijg je ook minder brieven en minder juridische procedures. Welke van die twee smaken is het nou bij de VVD?

De heer Peter de Groot (VVD):

Ik denk dat wij heel veel bureaucratie kunnen wegnemen door bijvoorbeeld, zoals u dat noemt, een oliemannetje aan te stellen. Ik denk dat dat heel erg goed kan. Wij moeten ervoor zorgen dat mensen geholpen worden door iemand die dicht bij hen staat. Maar we hebben een nieuw begin gemaakt. Het gaat over het herwinnen van vertrouwen. Dat is ook wat we aan het doen zijn met elkaar. We moeten ervoor zorgen dat we die gaswinning stoppen en dat het geld dat we gereserveerd hebben voor versterking en herstel, goed terechtkomt bij de mensen. Daar praten we hier vandaag over. Dat is mijn kader waarmee ik hier vandaag sta. En dat is wat ik ook gestand wil doen.

De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):

Dan constateer ik toch dat ik — om in de woorden van mevrouw Beckerman te blijven, die hier als eerste op interrumpeerde — heel hoopvol begon en teleurgesteld eindig. Blijkbaar willen we alle onderliggende structuren die ervoor zorgen dat Groningers in deze ellende zitten, niet aanpakken. Nee, we willen eigenlijk alleen maar nóg iemand, nog een instituut of nog een persoon ernaast zetten die gaat helpen met het sorteren van al die brieven. Ik vind dat best pijnlijk. Ik heb even meegeschreven met het betoog van de heer De Groot. Hij zei: pas als de putten echt sluiten, zullen mensen dat zien en voelen dat het beter gaat. Dan pas zal die onzekerheid weer weggaan. En het heeft al veel te lang geduurd. Dat zijn letterlijke woorden van de heer De Groot. Als ik dat hoor, denk ik: dan kan de heer De Groot toch alleen maar de voorstellen steunen om het Groninger gasveld nog eerder dan op 1 oktober definitief te sluiten?

De heer Peter de Groot (VVD):

Ik wil eerst nog even reageren op het eerste punt. Volgens mij komen er nu heel veel partijen langs om mensen te helpen. Zo heb ik dat zelf gezien, maar volgens mij moeten we daar dan nog verder met elkaar over praten. Volgens mij kosten heel veel partijen heel veel geld. Het gaat er juist om dat we ervoor zorgen dat er van elke euro meer geld naar de Groningers gaat. Daar ben ik al mee gestart in het commissiedebat dat we enkele weken geleden hebben gehad. Dat betekent dus dat je niet heel veel partijen langs moet laten komen. Dat betekent dat je beter één partij langs kunt laten komen om ervoor te zorgen dat problemen worden afgehandeld. Dus laten we daar gewoon verder met elkaar naar kijken. Bij het hele interruptiedebat dat we nu met elkaar voeren, is het mijn intentie dat meer van elke euro naar de mensen toe gaat en dat er minder geld, dat er minder overheadkosten blijven hangen. Het geld moet bij de mensen terechtkomen. Dat is het antwoord op het eerste deel van uw interruptie.

Het tweede deel van de interruptie is de vraag: bent u bereid om een eerdere sluiting van het Groninger gasveld te steunen? Ik verwacht ook niet dat we hele strenge winternachten hebben in de zomer. Ik zie daar het probleem dus niet zozeer. Ik hoor graag van de staatssecretaris of dat uitvoeringstechnisch of op andere gronden problemen met zich meebrengt, maar ik zie dat ook niet. Dus volgens mij hoeft dat geen probleem te zijn.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Ik ben blij met dat laatste antwoord, maar ik wil het eerste punt nog even wat preciseren. Volgens mij hebben wij hier als Kamer, met moties van mevrouw Beckerman en moties van mijn voorganger collega Nico Drost, unaniem uitgesproken dat we aan de slag gaan met die gebiedsgerichte deur-tot-deuraanpak, echt in het licht van de commissie-Van Geel. We hebben gezegd: ga dat nou ook verwerken in hoe we Nij begun verder gestalte geven. Mijn zorg is nu dat de VVD, eigenlijk met ontzettend goede intenties, weer een nieuw iets erin voegt wat verder eigenlijk vooral nieuwe problemen met zich meebrengt. Ik vrees dat dat iets is wat we hier als Kamer al zo vaak met de beste intenties toch hebben veroorzaakt. Het zou mij veel meer waard zijn als we zeggen: nu gaan we ook in volle vaart door met wat wij als Kamer unaniem hebben uitgesproken; namelijk die gebiedsgerichte deur-tot-deuraanpak als uitvoering van rapport-Van Geel. Dat zou mij veel meer waard zijn dan wanneer we weer een nieuw deurtje openen voor weer een nieuwe manier van kijken. Ik ben heel benieuwd hoe de heer De Groot dat ziet.

De heer Peter de Groot (VVD):

Ik kan er eigenlijk heel kort over zijn. Ik heb die aanpak genoemd. Daar ging mijn zorg ook een beetje over. Het lijkt nu een soort semantische discussie te worden over hoe we het dan precies aan die deur doen. Ik denk dat we aan die deur hetzelfde willen. Dat denk ik. Alleen heb ik dat afgelopen vrijdag nog niet gezien. Daar zit mijn zorg; hoe snel gaan we dat dan doen? Hoe snel gaan we ervoor zorgen dat mensen beter geholpen worden? En hoe gaan we om met heel veel onduidelijkheden en de verschillen die daardoor ontstaan? Zo kwam er een voorbeeld voorbij dat ik toch graag hier genoemd wil hebben: "Ik heb de zevende brief gehad; ik laat hem maar even liggen." Als je de brief dus laat liggen, betekent het dat je niet datgene krijgt waar je dus recht op hebt. Je schade wordt niet goed hersteld. Dan ontstaan de verschillen. Dat heb ik heel duidelijk gezien. En dat is wat ik ook niet wil.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Goed dat de heer De Groot zich informeert en zich blijft informeren. Ik denk dat mevrouw Beckerman zeker ook nog heel veel voorbeelden kan geven van die vermoeidheid en murwheid. Een ander voorbeeld is het helemaal geen vertrouwen meer hebben dat de overheid ook nog maar iets gaat doen. Of de vraag of je überhaupt de schade gaat melden, want wat zal dat allemaal wel niet tot gevolg hebben als je dat hele proces weer ingaat? Hoeveel mensen komen er weer je huis binnen? Dat herkennen we allemaal en willen we voorkomen.

Mijn zorg is dat we hier opnieuw nieuwe dingetjes aan gaan reiken die het stelsel eigenlijk ingewikkelder maken, maar de mensen in Groningen er niet op vooruit laten gaan. Daarom zou ik zeggen: het rapport-Van Geel ligt er; we hebben nu dit debat met elkaar, maar zodra we weer verder kunnen, moeten we meteen de volgende stap zetten als Kamer. We moeten telkens het spoor dat we inzetten verder ingaan, zodat Groningers weten wat de Kamer een keer heeft gezegd. Om het voort te brengen zitten ze daar als teckels in de broekspijpen van het ministerie van EZK. Ze zitten ook als teckels in de broekspijpen op het moment dat er ambtelijke bureaucratie is die niet nodig is, om te voorkomen dat mensen langer in de ellende zitten. Als we dat idee met elkaar vasthouden, dan houden we die vaart erin. Daar zou ik de heer De Groot graag als medestander in houden.

De heer Peter de Groot (VVD):

Gelet op hetgeen ik in Groningen heb gezien, zal ik me inhouden om hier nieuwe praatjes en nieuwe ideeën rond te strooien. Ik zal me eerst eens conformeren aan wat er is afgesproken. Dat is de reden waarom ik uitkijk naar de kabinetsreactie op de Commissie Verschillen. Uiteindelijk moeten we goed kijken naar wat we daarmee gaan doen. Met name om ervoor te zorgen — gelet op wat ik daar gezien heb en waar we nu over debatteren, namelijk hoe het in de praktijk gaat met het schadeherstel en het versterken — dat we het een en ander beter laten verlopen.

Mevrouw Beckerman (SP):

Ik maak me echt wel zorgen over de vraag of wat de VVD nu voorstelt een nieuw probleem is of een oplossing. Wil hij er een voorbeeld bij geven? Jan Honderd woont in Westerwijtwerd. Vijf jaar geleden was dat bijna het epicentrum van een aardbeving. Daar staat zijn huis. In januari belde hij nog eens op naar de NCG: wanneer komen jullie kijken, mijn huis is onveilig. Zij kwamen langs en toen zeiden ze: "Meneer Honderd, u heeft ook schade." Toen zei hij: "Ja, maar dat nemen jullie nu toch in één keer mee, dat was toch de afspraak?" "Nee, daar moet u het volgende instituut voor bellen." Dus hij belt het volgende instituut. "Ja, wij komen ook langs." Hij zegt: ja, maar er is vandaag net iemand geweest van de overheid. "Nee meneer Honderd, wij moeten ook langskomen." Twee instituten. Zegt meneer Honderd: ja, maar wacht eens even, jullie gingen toch samenwerken? "O, u wilt dat het dossier gezamenlijk wordt opgepakt?" Toen kwam het oliemannetje waar de heer De Groot nu ook voor pleit. Dan komt de derde persoon langs. Die derde persoon heeft puur als functie om die eerste twee instituten te laten samenwerken. Snapt de heer De Groot, vraag ik via de voorzitter, dat je, als je niks doet aan de oorzaken van deze waanzin, alleen maar meer bureaucratie kan toevoegen?

De heer Peter de Groot (VVD):

Ik denk dat het voorbeeld dat mevrouw Beckerman geeft echt oprecht is. Ik heb het ook vaak zo gevoeld. Ik denk dat we duizend verschillende voorbeelden kunnen geven van waar mensen tegen aanlopen. Mijn oprechte intentie is om ervoor te zorgen dat de frustraties bij mensen worden weggenomen en dat ze beter geholpen worden. Zoals ik net al zei: het moet erover gaan dat we meer van die euro's bij die mensen laten neerkomen. Dat is de ambitie waarmee ik hier vandaag sta. Dat staat even los van de wetsbehandeling over het sluiten van het Groningenveld. Laat ik in ieder geval dit zeggen: het is niet mijn bedoeling om een extra laag, een extra persoon, een extra kostenpost ertussen te zetten, want dat gaat ervoor zorgen dat er nog minder geld naar de Groningers gaat, waar zij recht op hebben. Dat is niet de bedoeling. Mijn hele pleidooi was erop gericht om met name bij de mensen aan de keukentafel ervoor te zorgen dat het gemakkelijker, efficiënter en beter gaat verlopen. Laten we gewoon verder praten met elkaar. Dat zou mijn aanbod zijn, want het gaat volgens mij heel erg over een organisatievraagstuk. Daar zit bij mij ook veel frustratie. Laten we verder praten om te kijken waar en hoe we dit het beste oplossen.

De voorzitter:

Kort, afrondend.

Mevrouw Beckerman (SP):

Dat is mooi, want bij Jan Honderd zijn nu twee instituten langs geweest. De persoon die de verbinding moest zijn, heeft niet afgebeld maar is nooit gekomen. Hij zit dus alsnog met twee dossiers en hij zit alsnog in een kapot en onveilig huis. Die oorzaak moeten we wel zien. Die oorzaak is dat elke cent nog steeds vergoed moet worden en dat elke cent nog steeds als rekening naar Shell en Exxon moet gaan. De gedupeerden hebben daar last van. Heel fijn dat de VVD nu wel met oplossingen komt, maar we moeten echt naar de kern kijken. Waar ontstaat dit probleem? Dat probleem ontstaat als je alles tot op de millimeter wilt verantwoorden en wilt narekenen.

De heer Peter de Groot (VVD):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dan gaan we luisteren naar mevrouw Vedder van de fractie van het CDA.

Mevrouw Vedder (CDA):

Dank, voorzitter. De eerste keer dat ik op deze plek mocht staan, was tijdens het plenaire debat over het enquêterapport over Groningen. Toen begon ik met het verhaal over een jongetje dat aan destijds minister Wiebes vroeg of er voor zijn wisselwoning een bankje kon worden neergezet. Zijn ouders maakten regelmatig ruzie met elkaar en ze hadden veel last van stress en spanningen in huis. Het leek hem en zijn zusje zo fijn dat als er een bankje voor die wisselwoning stond, zij even buiten konden gaan zitten, terwijl hun ouders binnen alle problemen het hoofd probeerden te bieden. De minister had aan die jongen geantwoord dat hij dacht dat dat wel zou moeten lukken. Het bankje is er nooit gekomen. Het verhaal is mij altijd bijgebleven, omdat het voor mij zo symbolisch is voor heel veel dingen die er in Groningen spelen. Het is een verhaal van onmacht, van grote problemen en van een eindeloze strijd, zelfs over de allerkleinste dingetjes. En het is vooral een verhaal over je vergeten voelen.

Voor mij is dat de kern: we hebben de afgelopen decennia toegestaan dat dit gebeurde. In Groningen is in de afgelopen decennia langzaam het besef binnengedruppeld: wij doen er hier blijkbaar niet toe; wij zien Nederland rijk worden van ons leed en wij blijven achter met een onbeantwoorde, en in het begin zelfs ronduit genegeerde, hulpvraag. Men beseft: Vadertje Staat, waar we zo veel vertrouwen in hadden en waarvan we dachten dat het een betrouwbaar schild van bescherming voor ons was, staat helemaal niet naast ons, maar pal tegenover ons, soms zelfs in de rechtszaal. Dat heeft een diep gat geslagen in het vertrouwen. Als ik nu de mensen spreek in Groningen, is dat een van hun grootste zorgen die ze met mij delen. Ze zeggen: wij zien hier een hele generatie kinderen opgroeien in een wereld, waarin ze hebben geleerd dat het normaal is dat grote mensen om hen heen niet in staat zijn om hen te beschermen. Ze zijn niet in staat om hen te beschermen tegen een onveilig huis en niet in staat om hen te verlossen van spanningen in het gezin. En de grote mensen in Den Haag lijken het niet eens te willen om ze daartegen te beschermen.

Het signaal dat ik dus krijg, is als volgt. "We zien daar een generatie kinderen opgroeien die zijn afgehaakt, die het vertrouwen in de overheid niet eens per se hebben verloren, maar het gewoon nooit hebben kunnen opbouwen, omdat dit hun wereld is waarin ze zijn opgegroeid. We zien dat terug in hoe ze in het leven staan en hoe ze naar de samenleving kijken. We maken ons daar zorgen om." Dat is voor mij een kernpunt waar ik heel graag vanaf deze plek een steentje aan hoop bij te dragen. Het werken aan herstel, het werken aan scheuren in huizen, in de harten van mensen en in gemeenschappen, begint wat mij betreft met het ons in ieder geval houden aan onze beloftes. En liever doen we nog een beetje meer dan we hebben beloofd, en zetten we een stapje extra.

Vandaag gaat het over de sluiting van het Groningenveld. Het is bijna niet voor te stellen dat we deze woorden uiteindelijk in deze zaal kunnen uitspreken, zeker als ik zie hoe mijn voorgangers en sommige van mijn collega's in deze zaal daar zo hard en zo lang aan hebben moeten sleuren. Maar het is mooi dat die dag er is, want het is essentieel voor Groningen dat die duidelijkheid er eindelijk komt. Die duidelijkheid komt er wat ons betreft in de vorm: gewoon beton erin. Duidelijker dan dat wordt het niet, denk ik. En wat ons betreft doen we dat niet in oktober, maar eerder. Een aantal collega's van mij hebben dat net ook al aangestipt. Het CDA wil zo snel mogelijk die duidelijkheid aan Groningen bieden, omdat de Groningers daar gewoon domweg recht op hebben. Graag horen wij van de staatssecretaris hoe hij kijkt naar het amendement van ChristenUnie en CDA, maar uiteraard ook hoe hij kijkt naar het andere amendement.

Mijn tweede punt betreft de zorgplicht. Het CDA vindt het cruciaal dat als de gaswinning straks definitief is gestopt — we hopen dat dit heel snel zal zijn — de zorgplicht van de NAM dan blijft bestaan en de mensen erop kunnen rekenen dat alle maatregelen worden genomen die nodig zijn om de nadelige gevolgen te beperken, de schade te herstellen en de mensen recht te doen. Wij vinden het moeilijk te verteren dat de bedrijven die nu aan de lat staan voor het schadeherstel en de versterkingsoperatie, Shell en Exxon, doodleuk een arbitragezaak zijn begonnen tegen de Staat over compensatie van hun gederfde inkomsten. Graag een reflectie hierop van de staatssecretaris. Dat biedt niet heel veel vertrouwen, zeg ik maar even licht sarcastisch, dat het moreel plichtsbesef bij deze bedrijven zo in hun DNA zit gegoten dat we er gewoon op kunnen rekenen dat ze vanuit een soort vanzelfsprekendheid die maatschappelijke rol gaan oppakken. Ik durf daar in ieder geval niet op te leunen. Ik zou dus graag willen weten van de staatssecretaris hoe hij daarnaar kijkt. Hoe kunnen we zeker weten dat die zorgplicht blijft bestaan?

We zijn erover geïnformeerd dat er gesprekken gevoerd werden — of gevoerd worden, dat weet ik niet — over het overnemen of het afkopen van die aansprakelijkheid. Over het overnemen van die aansprakelijkheid van Shell en Exxon door het Rijk gaat mijn tweede vraag. Ik zou de staatssecretaris tot een stuk zelfreflectie willen uitdagen. Ik ben een Drent, maar als ik als Groninger zou moeten kiezen of ik meer vertrouwen heb in Shell en Exxon of in de Staat als het erom gaat dat zij voor mij zullen zorgen, dan vind ik die keuze heel erg moeilijk. Als we dus het pad gaan aflopen dat die verantwoordelijkheid uiteindelijk bij het Rijk komt te liggen, dan weten we zeker dat het Rijk er altijd zal zijn, maar gaat het Rijk dan ook doen wat het belooft? We hebben al heel vaak laten zien dat dat niet altijd het geval is. Hoe zorgen we er dan voor dat die rust en dat vertrouwen die de mensen verdienen, er dan is? Ik sluit me kortheidshalve aan bij de vragen van zowel de SP als de ChristenUnie over de wijze waarop dit geborgd wordt en waarom dit in de wettekst nog niet duidelijk is opgenomen. Ik wil daar graag meer van weten.

Tot slot wil ik terug naar het jongetje dat om dat bankje vroeg. Groningen heeft namelijk van heel Nederland het hoogste percentage kinderen die de provincie willen verlaten. Ik snap dat heel goed. Want als je ziet dat de baten uit jouw provincie, als wingewest, verdwijnen naar gebieden waar de banen er al zijn, waar de infrastructuur er al is en waar de voorzieningen al op orde zijn, waarom zou je dat dat niet achternagaan? Wat maakt dan dat je toekomst ziet in Groningen? Ik vind dat een hele verdrietige kant van dit dossier. Het feit dat in Groningen de meeste kinderen weg willen, is het stille verdriet van Groningen. Zonder jeugd is er namelijk geen toekomst. We hebben het tegelijkertijd over de ereschuld, over Nij begun en over recht doen aan Groningers. Ik kan het Groningers moeilijk kwalijk nemen dat ze zich zorgen maken of ze erop kunnen leunen dat die ereschuld echt naar hen toekomt, dat er een nij begun komt, dat ze nu eindelijk worden gezien en dat ze niet genegeerd gaan worden.

Als we nou eens de KPI, om het zo maar even ordinair plat te slaan, een daling van het percentage jongeren dat weg wil uit de provincie centraal stellen als streven. Als dat het overkoepelende doel zou zijn van alle maatregelen die we nemen wat betreft die ereschuld en Nij begun, op de weg naar herstel, naar perspectief, voor Groningen. Als we dan zien dat het percentage kinderen dat Groningen wil verlaten substantieel daalt, zijn we blijkbaar de goeie dingen aan het doen. Dan is er blijkbaar een generatie die weer ziet: "Groningen is de plek waar ik mij veilig voel, waar ik mij geworteld voel en waar ik mijn toekomst zie. Ik houd van deze plek. Deze plek houdt ook van mij. Ik gun mijn kinderen dat. Hier blijf ik, want hier hoor ik thuis." Ik weet dat dat een zachte kant is. Het is gek om dat een KPI te noemen. Maar als we de maatregelen die we nemen en de middelen die we vrijmaken steken in dingen die ervoor zorgen dat kinderen weer perspectief zien in hun eigen provincie, dan ben ik ervan overtuigd dat we op weg zijn naar werkelijk perspectief dat mensen in hun hart raakt en dat niet opgaat aan prestigeprojecten. Dat is mijn hartenkreet.

Voorzitter, daar sluit ik mee af.

De voorzitter:

Dank u wel. We hebben nog twee sprekers te gaan voor de lunch. Ik geef nu graag het woord aan de heer Vermeer van de fractie van BBB.

De heer Vermeer (BBB):

Voorzitter, collega's, mensen op de tribune en bovenal de mensen in Groningen en omgeving. Eindelijk, eindelijk is na jaren ellende, stress, verdriet en onzekerheid een definitief einde in zicht voor de gaswinning in Groningen. Met het voorstel dat we hier nu met z'n allen bespreken, wordt de gaswinning uit het Groningenveld per 1 oktober van dit jaar formeel beëindigd, of wellicht nog eerder als dat mogelijk is. Er is een lange weg bewandeld om op dit punt te komen. Daar zijn talloze mensen dag in, dag uit voor aan het werk geweest, in verschillende rollen. Ontzettend veel mensen hebben bijgedragen door hun problemen open en bloot op tafel te gooien, hoe pijnlijk dat ook was en is. Maar bovenal is er heel veel geduld en doorzettingsvermogen getoond door de Groningers zelf. Dat geduld en doorzettingsvermogen is getoond terwijl de aarde bleef schudden, de huizen bleven scheuren en het vertrouwen in een veilig thuis en een betere toekomst niet altijd in zicht is en was. Ik kan daarvoor alleen maar heel veel respect hebben. Ondanks alle pijn, al het verdriet en alle frustraties zijn jullie niet letterlijk in opstand gekomen. Er is veel geleden in stilte. Dat sloopte en sloopt mensen van binnenuit.

Herstel is dus nodig. Na de vernietigende conclusies van de parlementaire enquête is gebleken dat de overheid ernstig tekort is geschoten en dat veel inwoners van Groningen en Drenthe met de gevolgen van gestapelde mijnbouwschade zijn blijven zitten. De gevolgen van niet alleen gaswinning, maar ook zoutwinning en grootschalige grondwateruittrekkingen hebben geleid tot kapotte woonhuizen, boerderijen, mestkelders, bedrijfspanden en monumenten. Ongericht geld uitkeren lost helemaal niets op. In en samen met Groningen moeten we gaan bewijzen dat het oplossen van problemen loont. BBB wil dat de regie komt te liggen in de regio zelf, met een overheid die niet bepaalt maar die ondersteunt. We willen dit voor de gedupeerden, voor de samenleving maar ook voor het vertrouwen in de overheid, en met aandacht voor de mentale gevolgen. Het uitgangspunt daarbij is wat ons betreft simpel: elke woning in het aardbevingsgebied moet schadevrij, veilig en verduurzaamd uit deze donkere periode in de Groningse geschiedenis komen. De economische en sociale agenda voor Groningen moet de toekomst van Groningen verder borgen, niet van bovenaf geregisseerd, maar ten dienste van de Groningers zelf. Dat is een ereschuld inlossen; dat is schatplichtig zijn en laten zien dat je het snapt.

Voorzitter. Dan het wetsvoorstel zelf. Op het moment van de beoogde sluiting van het gasveld is naar verwachting een groot deel van de maatregelen die nodig zijn om onze leveringszekerheid te garanderen, gerealiseerd. De sluiting lijkt een formaliteit. Maar dit wetsvoorstel markeert vooral het definitieve einde van een periode die veel pijn en verdriet heeft veroorzaakt bij Groningers. De belofte die de overheid heeft gedaan om uiterlijk in oktober de gaswinning te beëindigen, wordt wat ons betreft bij de stemmingen ingewilligd. Maar het verdriet en de pijn zijn met deze wetswijzigingen niet verdwenen. De resultaten van de parlementaire enquêtecommissie die onderzoek heeft gedaan naar 60 jaar gaswinning zijn iets meer dan een jaar geleden gepresenteerd. De conclusies waren vernietigend. De gevolgen van deze 60 jaar aan mijnbouw zijn enorm. De schade is diep voelbaar en gaat verder dan scheuren in de muur. Ook de fysieke en mentale gezondheid van de Groningers heeft schade opgelopen en eveneens is het vertrouwen van Groningers diep, diep geraakt.

Dat vertrouwen herstellen is waar wij nu mee verder moeten. Die taak is nog niet afgerond, nog lang niet. De taak die nu voor ons ligt, is de taak om dat vertrouwen te herstellen. Binnen de overheid hebben we nog weleens de neiging om het oplossen van een bepaalde situatie te rooskleurig in te schatten. Er worden beloftes gedaan en afspraken gemaakt die niet waargemaakt kunnen worden, terwijl ze wel verwachtingen scheppen bij de gedupeerden. De Nationale ombudsman heeft eind oktober 2023 een rapport gepubliceerd dat nader ingaat op de vraag hoe overheden omgaan met schadeafhandeling en gedupeerden. De Ombudsman concludeert dat we hersteltrajecten te snel willen regelen, onder te veel druk en gejaagdheid — "te snel" is natuurlijk een ingewikkeld begrip, als je ziet hoelang we hiermee al bezig zijn. Dit terwijl er vaak vooraf niet goed bepaald wordt wat het doel van het hersteltraject moet zijn. Er wordt gebruikgemaakt van ICT-systemen en werkprocessen die niet zijn ingericht voor die taak. De lijst van de Nationale ombudsman gaat nog wel even door. Herkent de staatssecretaris met al zijn ervaringen van de afgelopen tijd de conclusies van het rapport "Herstel bieden: een vak apart" in relatie tot het aflossen van de ereschuld richting Groningen?

Het rapport geeft ook een aantal oplossingen. De eerste is simpel, maar allicht ook de moeilijkste: doe alleen beloftes die waargemaakt kunnen worden. Ook wij moeten ons dat hier vandaag realiseren, met alle voorstellen die straks gepresenteerd worden in de vorm van amendementen en moties. Communiceert dit goed naar bij uitstek de gedupeerden, maar ook naar beleidsmakers en uitvoerders? Dit is niet alleen een advies aan de bewindslieden, maar ook aan ons als Kamer, en eerlijkheid duurt het langst. Daarnaast is "communiceren" het toverwoord. Neem van begin af aan de gedupeerden mee in het hersteltraject, wees duidelijk naar gedupeerden en uitvoerders, bepaal welke houding je aanneemt en vooral welke houding passend is, gezien al het leed dat veroorzaakt is. De heer Peter de Groot gaf naar mijn mening een aantal goede voorbeelden uit brieven, want ook wat er in brieven staat — de teksten, al die koppen erboven — en de hele procedure eromheen: dat is houding en die houding bepaalt veel voor de mensen die het ontvangen.

Is de staatssecretaris op de hoogte van alle aanbevelingen van de Nationale ombudsman? Welke lessen trekt hij concreet hieruit voor de komende periode? Ik vraag dit met een reden, want Nij begun moet een goede uitvoering krijgen. Nij begun moet het vertrouwen krijgen. Communicatie en het bij elkaar krijgen van de juiste mensen is nu van belang. Daarbij moeten wij ervoor waken dat wij als Rijk blijven bepalen welke keuzes in Groningen gemaakt worden. Een motie hierover, vanochtend ingediend in het tweeminutendebat, komt dinsdag in stemming.

Voorzitter. Ik rond af. Groningers zijn ten koste van alles decennialang het wingewest van Nederland geweest. Daar komt nu een einde aan en dat is goed, maar daarmee zijn we er nog niet, want de gevolgen zijn nog steeds overal voelbaar in Groningen en omgeving. Het vertrouwen is laag. Dat tij moet nog steeds gekeerd worden. Laten we er alles aan doen om de ereschuld weg te werken en samen naar een nieuw begin te gaan. Maar eerst moet de gaswinning wettelijk en letterlijk gesloten worden, want alleen een punt zetten maakt ruimte voor een nij begun.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. De laatste spreker van de zijde van de Kamer is de heer Holman van de fractie van NSC.

De heer Holman (NSC):

Dank u wel, voorzitter. Als laatste. Het zal u niet verbazen dat ons verhaal in grote lijnen zal aansluiten bij de voorgaande sprekers. Vandaag hebben we het inderdaad over een historisch besluit. 65 jaar geleden werd in Slochteren een van de grootste gasvelden ter wereld aangeboord. Dat heeft Nederland ongekend veel welvaart gebracht. Met die inkomsten hebben we onze economie, infrastructuur en verzorgingsstaat kunnen opbouwen. Maar inmiddels weten we ook wat dat nog meer heeft veroorzaakt en wie daarvoor een enorm hoge prijs hebben betaald. Daarom staan we hier nu.

Voorzitter. Nieuw Sociaal Contract is een nieuwe partij. Voor mij, als inwoner van Noord-Drenthe, is het debat hierover niet nieuw. Ik volg het al jaren op de voet door erover te lezen in het Dagblad van het Noorden, door gesprekken met vrienden en kennissen en door wat ik met eigen ogen heb gezien. Ik weet en zie welke emotie er speelt. Ik weet en zie wat een onrecht de Groningers is aangedaan.

Kortgeleden hebben wij als nieuwe fractie ons eerste gezamenlijke werkbezoek gehad. Op de vraag waar we heen moesten, hadden wij noorderlingen snel een antwoord: naar Groningen. Tot onze verbazing lukte het alle fractieleden, zelfs die uit het westen, om op een vrijdagochtend om 9.45 uur bij elkaar te komen in het provinciehuis. Vervolgens hebben we de Ommelanden bekeken. Daar hebben we het gehad over Ter Apel, het belang van goede treinverbindingen met het Noorden, de economie, en de industriële potentie van de Eemshaven. Natuurlijk ging het met name over de grote schade van de gaswinning, de grote schade aan gebouwen en de minstens zo grote schade aan het vertrouwen in de overheid. We hebben mensen gesproken die jarenlang in totale onzekerheid hebben verkeerd, die de scheuren in hun muren zagen ontstaan, die eindeloos in de stress zaten en vervolgens jarenlang niet serieus zijn genomen. De overheid heeft daar fout op fout gestapeld. We hebben hetzelfde gezien als wat de heer Bushoff in Ten Boer heeft gezien. De verhalen over wat dat met mensen heeft gedaan, blijven je bij. Die verhalen sterken ons in de overtuiging dat dit echt niet kan. Groningen verdient duidelijkheid en die willen we vandaag geven.

Voorzitter. Ons is duidelijk geworden dat Nij begun, hoe goed ook, nog niet volledig recht doet aan wat de Groningers is aangedaan en de fysieke en emotionele schade niet wegneemt. De ereschuld aan de Groningers is daarmee niet ingelast. Het vertrouwen in de overheid is nog erg klein en heel broos. Mevrouw Bikker heeft dit heel goed uitgelegd. Daarom wil ik de staatssecretaris oproepen: houd zicht op hoe het gaat en waar het tekortschiet. Kijk ook uit voor onverklaarbare verschillen in behandeling, want dat kan leiden tot een groot gevoel van onrecht. Is de staatssecretaris het met mij eens dat er voldoende budget moet zijn om het rechtvaardig af te handelen en dat er nooit een aanleiding mag zijn om dat niet te doen? We kunnen ons in grote mate aansluiten bij de woorden van mevrouw Beckerman, bij haar beschrijving van de situatie en wat er nodig was.

Ik wil het heel kort ook nog even hebben over Schoonebeek. Daar gaat het in feite over hetzelfde, hoewel het dan oliewinning is. Daar gaat het ook over de vraag: hoe ga je met burgers om? Wij roepen de staatssecretaris op om over het laatste stukje waar verschil over is te stappen en om als Rijk de verantwoordelijkheid te nemen om de noodzakelijke bijdrage te leveren.

Ik heb nog een aantal vragen over de NCG. Waarom wordt de NCG nog steeds aan 2028 als einddatum voor de versterking gehouden? Zij zouden toch juist de ruimte moeten krijgen om meer naast de bewoners te gaan staan en echt kwaliteit te leveren? Hoe past dat bij PEAG en Nij begun? Ik heb ook een vraag over verduurzaming. Hoe kijkt de staatssecretaris daarnaar? Wij krijgen veel signalen dat er veel onduidelijkheid en vertraging is. Waarom heeft hij er niet voor gekozen de NCG te vragen om dit te coördineren voor het versterkingsgebied? Hoe kijkt hij naar het Rli-rapport over fundering? Is dit in het versterkingsgebied een extra opgave? Want de funderingsproblemen in Woltersum en Het Veen zijn aanzienlijk.

Voorzitter. Dan wil ik het hebben over de sluiting. Zoals gezegd, moeten we Groningen vandaag duidelijkheid geven. We moeten dus nu besluiten om de gaswinning te stoppen en alles op alles te zetten om te voorkomen dat er nieuwe aardbevingen komen, ook al zit er nog voor miljarden gas in de grond. De veiligheid en het welzijn van mensen gaat voor. Wij steunen dus de definitieve sluiting. Er is een amendement ingediend om eventueel vroeger te gaan sluiten. In principe staan we daar heel positief tegenover, maar ik vraag wel aan de staatssecretaris: is dit mogelijk en uitvoerbaar? Als dat zo is, dan steunen wij dat heel graag. We hebben nog wel een paar vragen. Hoe ziet de definitieve ontmanteling eruit? Worden de putten daadwerkelijk volgestort met beton en wat is daarvan het gevolg? Worden de grote installaties compleet ontmanteld en wordt de grond weer opgeleverd als landbouwgrond, zoals het ooit begonnen is?

De voorzitter:

Een vraag van mevrouw Vedder.

Mevrouw Vedder (CDA):

Ik hoor mijn collega Holman net zeggen: "In principe staan we er positief tegenover." Dat laatste stukje van de zin juich ik van harte toe, maar ik schrok me eerlijk gezegd best wel een beetje kapot door het eerste stukje. Waarom zegt u "in principe"? Ik hoop toch dat ook NSC er samen met de rest van de Kamer van overtuigd is dat het gasveld gewoon dicht moet. Ik hoop ook dat we niet weer het hele debat over of dat wel of niet "in principe" een goed idee is, opnieuw gaan voeren, maar dat die sluiting gewoon gaat gebeuren.

De heer Holman (NSC):

Of ik heb me niet goed uitgedrukt, of u hebt me niet goed begrepen. Het is zonneklaar dat wij voor de sluiting zijn. We willen in principe dus meegaan met het amendement over vervroeging. Daar slaat dat slechts op.

De voorzitter:

Prima.

De heer Holman (NSC):

Laat dat volstrekt helder zijn.

De voorzitter:

Opgehelderd. U gaat verder.

De heer Holman (NSC):

Hoe ziet de definitieve ontmanteling eruit? Hoelang is de NAM aansprakelijk voor schade in de toekomst? Hoe gaat men om met eventuele verontreiniging van de grond?

Voorzitter. Gisteren hebben we een kort debat gehad over hoe we invulling geven aan de behandeling geven van deze wet. Wij stonden alleen in ons voorstel om alleen de eerste termijn te houden inclusief de beantwoording. Dat was ingegeven door amendementen over andere zaken dan de sluiting van het Groningenveld. Wij vinden het vanuit het oogpunt van goed bestuur niet verstandig om dit op die manier te behandelen. Wij hebben afgesproken dat amendementen in principe een week van tevoren worden ingediend, zodat we tijd hebben om er zorgvuldig naar te kijken. Nu we het zo doen, is ons voorstel om vandaag vooral het Groningenveld te behandelen en de amendementen in behandeling te nemen die gaan over het Groningenveld. Laten we het niet hebben over amendementen over andere zaken buiten het Groningse gasveld. We willen ons namelijk graag goed voorbereiden. In de loop van mijn tekst kom ik nog even terug op het waarom. Wij hebben liever dat de sluiting van het Groningse gasveld niet vermengd wordt met andere amendementen. Wij willen het liefst dat de amendementen worden ingediend — een aantal vinden we heel sympathiek en zullen we waarschijnlijk ook steunen — waarna het een en ander naar de Eerste Kamer kan en het besluit over het Groningenveld snel kan worden genomen. Dat is onze intentie, dat is wat wij graag willen. Wij willen zorgvuldig bestuur. Als één dossier heeft geleerd dat wij zorgvuldig moeten zijn, dan is het wel de besluitvorming over het Groningse gasveld. Dat is bij uitstek iets waar we heel goed mee moeten omgaan.

De voorzitter:

Een vraag van de heer Vermeer.

De heer Vermeer (BBB):

Misschien komt hij er zo nog op terug, maar kan de heer Holman aangeven welke informatie hij of zijn fractie mist om deze amendementen te kunnen beoordelen of te zeggen "ze zijn te prematuur, dus stemmen we ze gewoon weg"?

De heer Holman (NSC):

Ik wil het graag uitleggen. Wij vinden een aantal zaken belangrijk. Wij sluiten Groningen, maar naar de toekomst toe vinden wij drie zaken belangrijk. Wij willen graag uitstel voordat wij definitieve besluiten gaan nemen over allerlei andere zaken, zoals waar we in de toekomst gas gaan winnen. Wij vragen de staatssecretaris dan ook om ons informatie te geven over de volgende zaken. Dat betreft als eerste de leveringszekerheid. Hoe ziet de gasbehoefte er in de komende tien jaar uit en hoe gaan we dat doen? Wij horen en zien dat er verschillende opvattingen en meningen bestaan over de functie van bijvoorbeeld de gasopslagen bij Norg en Grijpskerk.

Sommigen zeggen: die kunnen binnen een paar jaar wel dicht. Maar is de leveringszekerheid dan wel gegarandeerd? Wij hebben de indruk dat de NAM liever van de gasopslagen af wil, dan dat zij die ziet als een noodzakelijk gebeuren voor de toekomstige leveringszekerheid. Daar willen wij dus graag duidelijkheid over. De NAM wil bij wijze van spreken het liefst Norg sluiten en het kussengas, die 14 miljard kubieke meter gas, ook winnen, maar we weten helemaal niet of dat wenselijk is en of we dat willen. Wij vinden dat dus geen argument.

De heer Vermeer (BBB):

Kan de heer Holman mij dan even helpen? Welke amendementen gaan daarover? Ik heb namelijk geen amendementen gezien die juist dit punt raken, maar misschien heb ik het helemaal mis.

De heer Holman (NSC):

De amendementen die door D66 zijn aangekondigd en die wij op tafel hebben liggen, dus niet de andere amendementen.

De heer Vermeer (BBB):

Dus heel specifiek: dit gaat over die amendementen die gaan over het verbieden of niet mogelijk maken van gaswinning onder de Waddenzee?

De heer Holman (NSC):

Bijvoorbeeld.

De heer Vermeer (BBB):

Wat nog meer dan?

De heer Holman (NSC):

Het is geen amendement, maar de VVD noemt iets over de Noordzee. Niet dat wij het daarmee eens zijn, maar wel met dat we naar de toekomst toe gaan kijken wat er beschikbaar is en hoe we de leveringszekerheid kunnen regelen. Ik heb daar nog twee argumenten bij, maar zover ben ik nog niet, want u stelt de vraag nu.

De heer Vermeer (BBB):

Is het dan niet een beter voorstel om dan een apart debat over leveringszekerheid te doen?

De heer Holman (NSC):

Graag.

De heer Vermeer (BBB):

En laten we dan niet hier al die overwegingen gaan vermengen, want de mensen in Groningen hebben wat ons betreft nu gewoon duidelijkheid nodig.

De heer Holman (NSC):

Dat is exact ons voorstel. Wij willen graag vandaag het besluit nemen dat het gesloten wordt, zekerheid geven aan Groningers en dat zo snel mogelijk doen. Dat is helder. Klaar. Ons voorstel is inderdaad dat we voor een volgende commissievergadering — er komen er best veel aan — de staatssecretaris vragen om duidelijkheid te geven over de volgende onderwerpen.

Ik begin dan even opnieuw: er zijn drie zaken waar wij graag een antwoord op willen hebben. Wij vinden het belangrijk dat wij leveringszekerheid hebben voor de komende jaren en dat die onduidelijkheid met verschillende discussies en inzichten er niet is. Wij zouden graag duidelijkheid willen van de staatssecretaris over de functie van Norg en Grijpskerk naar de toekomst toe. Wat vindt hij daarvan?

Het tweede punt is de betaalbaarheid. Nieuw Sociaal Contract staat voor bestaanszekerheid. We willen niet accepteren dat mensen met lage inkomens hier de prijs voor gaan betalen en dat de energiearmoede verder gaat toenemen. Wij willen de garantie hebben dat de staatssecretaris met een plan komt voor genoeg betaalbaar gas voor mensen die gas nodig hebben, zodat we niet weer in een situatie als twee jaar geleden geraken, toen prijzen de pan uit rezen. En wij willen niet dat leveringszekerheid in het geding komt.

De voorzitter:

Gaat u even verder met uw derde punt, want dan hebben we ze allemaal gehad.

De heer Holman (NSC):

Ja. Ten derde — mevrouw Teunissen pleitte er ook al voor — willen we inzicht krijgen in de mogelijke schadeclaims. De verrassing is dat er mogelijk schadeclaims zijn. Dat kan om grote bedragen gaan. We willen graag weten wat die zijn en wat de consequenties zijn van de keuzes die we nu maken, zodat we volstrekte helderheid hebben over de situatie. Als die vertrouwelijk zijn, dan mag u ons daar vertrouwelijk over informeren. Maar op die drie punten willen wij graag de opvatting van de staatssecretaris weten over hoe we het naar de toekomst toe gaan regelen.

De voorzitter:

Mevrouw Beckerman … Nee, we gaan inderdaad toch naar mevrouw Bikker. U had strafregels, geloof ik, ja! Mevrouw Bikker, gaat uw gang.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Voorzitter, ik heb keurig naar u geluisterd. Ik vind het ook heel goed voor het vervolg van het debat om eerst even te luisteren naar welke gedachten er achter het verzoek van de heer Holman van gisteren zaten. Toen was het me nog niet helemaal helder, maar ik begrijp nu dat hij zegt op drie punten zorgen te hebben. Als ik het afpel, is mijn beeld dat dit met name ziet op het amendement dat gaat over de Waddenzee. Eerst maar gewoon even voor de helderheid de vraag of ik dat goed heb begrepen.

De heer Holman (NSC):

Ja, dat hebt u goed begrepen. Het zou heel best zo kunnen zijn dat we tot dezelfde conclusie komen als D66, De Groot en u wellicht. Maar we willen nu wel even zien dat het een goed doordacht gebeuren is. We praten hier niet over niks. Dit is echt een hele grote zaak en een hele belangrijke wet. Eigenlijk willen we vragen wat de BBB ook vraagt: laten we ons de komende maand laten informeren door de staatssecretaris, zodat we een goede onderliggende argumentatie hebben. Laten we weloverwogen kijken hoe we de toekomst inrichten. Het zou best zo kunnen zijn dat we de conclusies dan met mekaar omarmen, zoals door de heer De Groot verwoord is.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Dank voor die verheldering. Laat één ding helder zijn. Wat we niet moeten hebben in dit parlement is dat we nog meer gaan vertragen op de wet om de gaswinning in het Groningenveld definitief te sluiten vanwege welke gedachte het parlement verder ook heeft. Dat staat voor mij echt voorop. Ik hoop dat we in ieder geval niet daar uit gaan komen, ook niet in de procedurele voorstellen die NSC doet. Het kan zijn dat er een amendement ligt waarover u twijfels heeft, maar dan moeten we daar gewoon eens even goed over wisselen. Dat gaan we zo ook doen. Ik ga u zo ook wat gedachten meegeven die ik heb. Uiteindelijk heb ik dan nog liever dat we over zo'n amendement gewoon stemmen — maar dat we wel doorgaan met in ieder geval heel helder maken aan Groningen dat de winning uit het Groningenveld stopt — dan dat wat welke partij hier ook opwerpt aan amendementen, weer een vehikel tot vertraging zou zijn. Ik zou de NSC-fractie willen oproepen om, zelfs als u zegt dat u dat zelf niet gedaan zou hebben, niet de procedurele stap van vertraging te maken.

Dan mijn vraag ten aanzien van de Waddenzee. Het volgende is wellicht de gedachte van de heer De Groot, maar dat kan hij straks vast ook zelf toelichten. Dit is een moment dat we wetgeving voor hebben liggen. Een volgend moment is, denk ik, de Mijnbouwwet. Dan zijn we echt een heel stuk verder in de tijd. Mijn zorg is dan dat de Kamer daar niet over heeft uitgesproken wat we allemaal, of in ieder geval een heel groot deel van de Kamer, vinden, namelijk dat we het pad van de Waddenzee, UNESCO-werelderfgoed, niet verder op moeten. We zien immers de zeespiegelstijging. Mijn zorg is dat we dat niet bij wet uitspreken en dat we daarmee eigenlijk alleen maar in een ingewikkeldere situatie komen. Ik zou heel graag de reflectie van de heer Holman daarop horen. Als hij daarop zou zeggen — dat zou kunnen — dat hij bezorgd is over de schadeclaims, heeft hij nog steeds de weging te maken of het pad van de winning in de Waddenzee niet erger is en de schade niet groter dan de schadeclaim die eventueel zal volgen.

De heer Holman (NSC):

Ja. Eigenlijk ben ik het met u eens in de zin dat we zo snel mogelijk "Groningen" moeten sluiten. Daar is geen enkele twijfel over. We staan daar volledig achter. We willen niet vertragen. We willen alleen een mate van zorgvuldigheid hebben. Wat betreft de afweging, wij willen wel graag even weten waar wij voor kiezen en met welke argumenten. Hoeveel schadeclaims er komen en om hoeveel miljarden dat gaat, zou ik toch wel graag willen weten. Mevrouw Beckerman was erdoor verrast — o, het was iemand anders — dat we die informatie niet hebben. Dat zal waarschijnlijk niet eens tot een andere uitkomst leiden. Maar uit het oogpunt van zorgvuldig bestuur, zorgvuldige argumentatie en zorgvuldige afweging zeg ik: we moeten Groningen zo snel mogelijk afhandelen en we moeten zo snel mogelijk de amendementen die daarop van toepassing zijn in behandeling nemen en daarin een keuze maken. Dan moet de wet naar de Eerste Kamer en daarna moeten we de wet in werking laten treden. Dat is ons idee. Er zit dus geen licht tussen wat u in feite wilt en wat wij niet willen … Eh, wat wij willen!

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Bijna hadden we een nieuw probleem, maar gelukkig was dat niet aan de orde! Ik constateer dat de NSC-fractie zegt: we maken vaart, het Groningenveld moet dicht. Dat is goed om te horen. Dan over de Waddenzee. Daarover zeg ik wel met klem dat als we daar als parlement nu niet iets over neerleggen, een volgend wetgevend moment echt zo'n stuk later is dat we ook weer een heel stuk verder in het proces zitten. Laten we dan niet de olies, die hier belangen in hebben, groter en groter maken, waardoor we het ingewikkelder maken om daar nieuwe stappen in te zetten. Het is duidelijk dat de zeespiegel zal stijgen en dat dat gevolgen heeft. Iedereen weet dat we er met elkaar voor hebben gezorgd dat de Waddenzee UNESCO-werelderfgoed is. Daarmee hebben we met elkaar en als overheid een verantwoordelijkheid genomen om goed te zorgen voor dat gebied. Ik zou de NSC-fractie dan ook ten zeerste willen meegeven: zie die belangen ook en laat je niet alleen maar angst en twijfel aanpraten over de onbekende grootheden die er eventueel voor een stukje zijn. Het hangt bijvoorbeeld af van wat de gasprijs is. Dat weten wij allebei niet, omdat we niet precies weten wat de ontwikkelingen in de komende decennia zijn. Maar dat blijft zo. Op een gegeven moment moet je ook een principekoers uitzetten: als parlement willen we dit. Dan kunnen we altijd met de staatssecretaris van gedachten wisselen over welke randvoorwaarden er nodig zijn om de risico's te beperken. Ik hoop dat ik daarin de NSC-fractie ook aan mijn zijde vind.

De heer Holman (NSC):

Ik denk dat u ons aan uw zijde vindt. Ik kan letterlijk citeren uit ons verkiezingsprogramma, waarin we iets over Ternaard en het Waddengebied zeggen. U kunt ons daaraan houden en we staan daar nog steeds voor.

Mevrouw Beckerman (SP):

Gisteren schrokken wij wel echt, omdat NSC het voorstel toen deed om vandaag maar één termijn te behandelen van deze wet. Ik vind het heel mooi dat meneer Holman nu zegt: nee, we willen 'm wel helemaal behandelen. Kan NSC de absolute garantie geven dat ze geen verzoek gaan doen om stemming over deze wet uit te stellen? NSC heeft gelijk dat het belangrijk is dat we zorgvuldig wetten maken. Het is ook zo dat we het al heel lang over deze wet hebben. Er is nog iets heel erg belangrijk, en dat is recht doen aan Groningers aan wie al heel vaak beloofd is dat die gaswinning stopt. Kan NSC garanderen dat we dinsdag gewoon gaan stemmen over deze wet?

De heer Holman (NSC):

Absoluut. Het is geenszins de bedoeling om te vertragen. Wij zien het belang in.

De voorzitter:

Genoteerd. Afrondend, mevrouw Beckerman.

Mevrouw Beckerman (SP):

Ik denk dat dat heel cruciaal is. We snappen echt wel dat we hier goed naar moeten kijken. Maar als je in Groningen aan tien mensen vraagt "gelooft u echt dat de gaskraan dicht blijft?", dan zeggen heel veel mensen: nee. Dan kunnen we niet anders dan echt zorgen dat het zo snel mogelijk gebeurt.

Dan heb ik nog een vraag over mijn amendement. De heer Holman stelde net een vraag aan het kabinet. Hij zei: weten we nou wel zeker dat er ook na 30 jaar betaald blijft worden? Dat was precies waar de heer Bushoff en ik tegen aanliepen. Wij hebben een amendement ingediend om in deze wet heel duidelijk te maken dat er geen verjaringstermijn is. We weten namelijk van alle ellende die dat in Limburg heeft opgeleverd. Is de heer Holman, vraag ik via de voorzitter, het ermee eens dat we dat in deze wet klip-en-klaar moeten maken?

De heer Holman (NSC):

Ik vind dat u heel goede voorstellen heeft gedaan. Natuurlijk moeten we dat even bespreken, maar de kans zou heel groot kunnen zijn dat we een heel aantal amendementen, misschien één niet, gaan steunen.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Dank aan de heer Holman voor het verduidelijken van zijn vragen en zijn zorgen. Als je nu de winning op de Waddenzee gaat stopzetten, wat betekent dat voor de leveringszekerheid, de betaalbaarheid en eventuele schadeclaims? Hetzelfde geldt voor Ternaard. Tegelijkertijd geeft de heer Holman ook aan dat het verkiezingsprogramma van NSC heel erg duidelijk daarover is. Dank voor dat commitment. Maar dan gaat het over de zorgvuldigheid. Daar zit de zorg: doen we het dan ook goed? We willen natuurlijk ook duidelijkheid bieden aan de Groningers. Ik heb een heel praktisch voorstel. De amendementen zijn ingediend. De staatssecretaris gaat die beoordelen. Het komt ook niet uit de lucht vallen, zal ik maar zeggen. Het besluit om de hele mijnbouw onder de Waddenzee te stoppen, is al genomen door het vorige kabinet. Er is een contourennota geweest waarin dat ook verder is uitgewerkt. Dat is eigenlijk het einde van een proces dat al heel lang heeft gelopen. Wat betreft Ternaard zijn er ook actualiteiten. We hebben nu de gelegenheid om ook daar nu duidelijkheid te bieden. Ik stel heel praktisch het volgende voor. We luisteren straks naar de staatssecretaris: kan hij goed de zorgen en vragen adresseren? Mocht dat niet zo zijn, dan zal ik u ook van harte ondersteunen om het in een brief te krijgen, vóór de stemmingen, om daar verder op in te gaan. Dan kunt u uw afwegingen maken.

De voorzitter:

Prima. De heer Peter de Groot.

De heer Peter de Groot (VVD):

Ja, voorzitter, er is nog een De Groot in de zaal bij dit debat. Ik wilde graag mijn vraag stellen aan de heer Holman over Ternaard, eigenlijk in het verlengde van mijn collega Tjeerd de Groot. Want zijn amendement ziet erop toe dat, na het bericht van gisteren van de staatssecretaris, de gaswinning in Ternaard direct wordt gestopt. U maakte het punt over leveringszekerheid. Nou, dat punt heb ik namens de VVD ook gemaakt. Maar het gaat natuurlijk ook over goed bestuur: gewoon het vergunningstraject afmaken en de NAM de gelegenheid geven om daarop te reageren. In dat licht zou dat amendement natuurlijk te vroeg komen. Kunt u dan niet gewoon zeggen, na wat u net aangaf — ik steun u daarin — namelijk dat sommige amendementen gewoon te vroeg zijn: "Ja, dit amendement is te vroeg. Dan stemmen we het weg en gaan we later wel kijken hoe we daarmee omgaan"?

De heer Holman (NSC):

De staatssecretaris is tot nu toe redelijk duidelijk geweest over wat hij van gaswinning in de Waddenzee vindt, en hij heeft vrij recentelijk over Ternaard iets gezegd. Dus er is weinig aanleiding om te veronderstellen dat er op korte termijn een keuze wordt gemaakt, en wellicht in de toekomst ook nooit, voor gaswinning bij Ternaard en de Waddenzee. Dus dat is helder, dat is duidelijk, en daarom zeggen wij ook: laten we vandaag over Groningen besluiten, en over alle amendementen van toepassing op Groningen, om de wet zo snel en simpel mogelijk door de Eerste Kamer te krijgen.

De voorzitter:

Afrondend.

De heer Peter de Groot (VVD):

Nee, dat is helder, maar daar ging mijn vraag niet over. Mijn vraag ging hierover. Als u vindt dat goed bestuur belangrijk is, u bang bent voor schadeclaims en u misschien zegt ...

De voorzitter:

De heer Holman zegt het.

De heer Peter de Groot (VVD):

Ja, natuurlijk, voorzitter: namens u. Dus dat de heer Holman zegt ... Heel goed, voorzitter. Mijn vraag ging er dus over, via u, voorzitter ... Kan de heer Holman, via u, dan niet gewoon zeggen: ik stem 'm weg?

De heer Holman (NSC):

Wat was nou dat laatste wat u zei?

De voorzitter:

Ja, nu begrijpt niemand u meer, hè? Sorry, hoor.

De heer Peter de Groot (VVD):

Ik wil heel erg aan de etiquette van dit debat voldoen. Nee, mijn vraag is, voorzitter: waarom stemt de heer Holman het amendement nou niet weg, als we het dan toch volgende week behandelen? Want dan komt het te vroeg.

De heer Holman (NSC):

Omdat we de vraag hier op tafel leggen en we nog een uitgebreid antwoord krijgen van de staatssecretaris, en het zou kunnen zijn dat die een antwoord geeft waardoor je een andere overweging maakt. Maar volgens mij doen we het zo: in eerste termijn brengen wij een punt in, dan krijgen we een reactie, wij heroverwegen bij de tweede termijn wat we vinden en uiteindelijk ga je bij de stemmingen een keuze maken.

De voorzitter:

U heeft hartstikke goed door hoe het werkt, voor een nieuw Kamerlid.

De heer Holman (NSC):

Ja, ja. Ja, ja. Mensen maken ook aantekeningen, zie ik.

De voorzitter:

Goed. U continueert.

De heer Holman (NSC):

Ja. Ik ben ongeveer tot een afronding aan het komen. Dus voor de staatssecretaris ga ik het even herhalen, maar volgens mij heeft hij het heel goed begrepen: een reactie op leveringszekerheid, de betaalbaarheid van gas en wij willen graag inzicht in de financiële claims waarvan we niet weten in welke mate die er liggen. Ik ben zeer benieuwd.

Voorzitter, afsluitend. Ik vond dit een vergadering waarvoor wij in feite allemaal een compliment verdienen, want we hebben tien verhalen gehoord van tien Kamerleden, een inbreng die heel goed is, en volgens mij is het nog nooit voorgekomen in de Kamer dat u zo'n eensgezinde Kamer hebt die met elkaar een historisch besluit gaat nemen in het belang van de Groninger. Ook complimenten voor de staatssecretaris, die met name de laatste jaren een andere invulling heeft kunnen geven aan hoe de overheid omgaat daarmee. En ik denk dat wij niet anders kunnen dan nogmaals onze excuses en verontschuldiging aanbieden aan de Groningers, en zeggen dat wij hopen dat wij nu een begin maken met het herstel van het vertrouwen, en dat wij het goed doen voor de Groningers. En ik wens de Groningers en Groningen alle goeds toe voor de komende jaren.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel.

De algemene beraadslaging wordt geschorst.

De voorzitter:

Ik schors tot 13.50 uur. Dan gaan we verder met de antwoorden van de staatssecretaris.

De vergadering wordt van 13.11 uur tot 13.55 uur geschorst.

Naar boven