7 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor toe te voegen aan de agenda van de Kamer: 

  • -Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Wet handhaving consumentenbescherming en enige andere wetten in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2015/2302 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende pakketreizen en gekoppelde reisarrangementen, houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 en van Richtlijn 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van Richtlijn 90/314/EEG van de Raad (PbEU, L 326) (Implementatiewet richtlijn pakketreizen en gekoppelde reisarrangementen) (34688); 

  • -Wijziging van enkele wetten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Verzamelwet SZW 2018) (34766). 

Ik deel mee dat de volgende aangehouden moties zijn vervallen: 27858-387; 25834-127; 31839-588; 27858-379; 27838-23; 34550-X-94; 34550-X-96. 

Aangezien voor een aantal stukken de termijn is verstreken, stel ik vast dat wat deze Kamer betreft de volgende daarbij ter stilzwijgende goedkeuring overgelegde stukken zijn goedgekeurd: 34772-1; 34774-1; 34744-2; 34777-1; 34778-1; 2017Z13006; 23908-(R1519)-133; 24493-(R1557)-77. 

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor de volgende door hen ingediende moties opnieuw aan te houden: 34725-X-7; 34550-X-103. 

Ik stel voor de volgende stukken van de stand van werkzaamheden af te voeren: 29502-143; 32043-370; 30196-558; 31936-399; 31936-397; 34775-XVI-12; 32645-88; 34104-194; 34775-XVI-10; 33134-(R1972)-11; 26234-204; 21501-07-1462; 34775-XIII-4; 32637-291; 32043-385; 31936-398; 29689-867; 2017Z12701; 2017Z12574; 2017Z12715; 2017Z12570; 33104-13; 33625-248. 

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten. 

De voorzitter:

Mevrouw Agema, u heeft het woord. 

Mevrouw Agema (PVV):

Dank u wel, voorzitter. We hebben het dinsdag tijdens het mondelinge vragenuur gehad over het weesgeneesmiddel Orkambi voor taaislijmpatiënten. We hebben inmiddels via de media vernomen dat er een geaccepteerd bod zou zijn van zowel de minister als de fabrikant maar dat er geen deal is. Het tweede punt is dat de minister in het mondelinge vragenuur heeft aangegeven nu haar poot stijf te willen houden omdat er nog 200 geneesmiddelen volgen. Die politieke lijn steun ik niet en daarom zou ik dit willen bediscussiëren in de Kamer. We hebben zojuist ook een brief gekregen van de specialisten, die aangeven dat de "zeer geringe werking" die het Zorginstituut aangeeft, een misleidende term is. Dat wil ik ook graag bediscussiëren. Daarom wil ik graag een debat aanvragen over het niet vergoeden van Orkambi. 

De heer Arno Rutte (VVD):

Voorzitter. Ik heb hier een brief of een mail van de lobbbyist van Vertex, waarin ze letterlijk zeggen: wij gaan akkoord met het bod van de minister. Ik heb slechts één oproep, niet aan de minister maar aan de fabrikant: kom je zwart-op-wit gedane belofte na, stop met dit cynische spel over de rug van patiënten en ... 

Mevrouw Agema (PVV):

Dit slaat nergens op, voorzitter. We gaan nu hier een debat voeren ... 

De voorzitter:

Nee, het woord is aan meneer Rutte. 

De heer Arno Rutte (VVD):

En daarom steunen wij de oproep voor een debat niet. 

De voorzitter:

Dus u steunt het debat niet. 

Mevrouw Agema (PVV):

Dit slaat echt nergens op. 

Mevrouw Bergkamp (D66):

Voorzitter, we hebben tijdens het vragenuur informatie gekregen van de minister. Vervolgens is er een heel raar proces ontstaan en onduidelijkheid over hoe het nu zit met dit medicijn. De minister heeft een brief gestuurd naar de Kamer die ik heel erg helder vind en waaruit blijkt dat de bal nu echt ligt bij de fabrikant. Dus ik steun de oproep van de VVD om aan de fabrikant te vragen om duidelijkheid te bieden. Mevrouw Agema stelt een aantal andere vragen. Ik kan me voorstellen dat we wel een brief van de minister vragen om daar antwoord op te geven en dat we ook aan de minister vragen om de Kamer goed op de hoogte te houden. Maar de bal ligt nu bij de fabrikant. 

De voorzitter:

Dus u steunt het debat niet. 

Mevrouw Kooiman (SP):

Voorzitter, de SP en ik denk heel veel van mijn collega's hebben eenzelfde mail gehad van de lobbyist van Vertex. Ik denk dat dit juist aanleiding is om het hierover te hebben. Want wie liegt hier dan eigenlijk? 

Mevrouw Agema (PVV):

Wie liegt er dan, ja? 

De voorzitter:

Dit is een regeling en geen debat. Steunt u het debat? 

Mevrouw Kooiman (SP):

Ja, natuurlijk. Als er dan toch een brief komt, laat de minister dan, zoals ze al heeft aangegeven, daarin ook ingaan op alle mogelijkheden over hoe we deze farmaceutische industrie kunnen aanpakken en mogelijk Vertex kunnen omzeilen. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter, er is al veel gezegd. Ik denk ook dat hier echt een spel wordt gespeeld over de rug van patiënten heen. Ik wil hier ook duidelijkheid over van de minister. Dus ook van mij de vraag om een brief: houd de Kamer goed op de hoogte. Maar ik vind ook dat de bal nu echt bij Vertex ligt, bij de fabrikant. Die moet over de brug komen. Dus ik steun het debat nu niet. 

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Voorzitter, gelet op de ernst van het onderwerp en op de nog bestaande onduidelijkheid en het feit dat er nu snel duidelijkheid moet komen, steunen wij het debat. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Voorzitter. Inhoudelijk is dit zeer belangrijk voor een paar honderd patiënten, maar wat mij betreft ligt de bal echt bij de producent. Die heeft een aantrekkelijk aanbod gekregen en dat moet die nu maar eens accepteren. Steun voor de lijn van de heer Rutte en dus graag een brief van de minister over de gang van zaken. 

De voorzitter:

Van de heer Arno Rutte. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Van de heer Arno Rutte. 

Mevrouw Ellemeet (GroenLinks):

Voorzitter, het blijkt nu weer dat er heel veel maatschappelijke onrust is. Dat is aanleiding voor een debat. Dus steun voor het debat. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Voorzitter, er wordt hier een schandalig spel gespeeld, over de rug van heel veel doodzieke mensen, door een farmaceut, een cowboy. Ik vind het heel triest dat mevrouw Agema zich blijkbaar voor dat karretje laat spannen. Ik vind het dus goed om ... 

Mevrouw Agema (PVV):

Voorzitter, daar neem ik direct afstand van. Het is juist mevrouw Keijzer die de minister hiermee weg laat komen! Het zijn de vier coalitiepartijen die de bal hier neerleggen, zowel bij mij als bij die fabrikant. Met die fabrikant heb ik niks te maken, maar de minister heeft hier gezegd dat er geen deal was, terwijl de fabrikant vier weken geleden akkoord is gegaan met een bod. 

De voorzitter:

Dit is precies de reden waarom ik vind dat de regeling echt kort moet zijn, zonder te veel meningen eromheen, want die horen bij een debat. 

Mevrouw Agema (PVV):

Ik laat me door mevrouw Keijzer niets in mijn schoenen schuiven. 

De voorzitter:

Mevrouw Keijzer steunt het debat niet. Dat is duidelijk. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Voorzitter, dat is correct. Er ligt een heel mooi aanbod. Het is goed dat een farmaceut, die echt geen tekort aan geld heeft ... 

De voorzitter:

Nee, mevrouw Keijzer, dat heeft u al gezegd. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

... dit aanbod aanneemt, in het belang van al die zieke mensen. 

Mevrouw Gerbrands (PVV):

Voorzitter, deze hele discussie is tot stand gekomen door een vraag die ik tijdens het vragenuur heb gesteld. De minister heeft gezegd dat het bod niet is geaccepteerd. 

De voorzitter:

Wacht even. U bent ook van de PVV, terwijl mevrouw Agema hier namens de PVV staat. Dat hoort niet. 

Mevrouw Gerbrands (PVV):

Ja, maar de discussie is begonnen naar aanleiding van een vraag van mij en een aanvullende vraag. De minister heeft in het vragenuur gewoon de waarheid niet verteld. 

De voorzitter:

Nogmaals mevrouw Gerbrands: dit hoort niet. 

Mevrouw Gerbrands (PVV):

Er wordt dus een spelletje gespeeld. Er mag hier dus niet gezegd worden dat de bal ... We moeten opheldering hebben van de minister. Er wordt hier namelijk een smerig spelletje gespeeld, en niet alleen door de farmaceut, maar ook door de minister. 

De voorzitter:

Sorry, ik ga nu ingrijpen. U krijgt niet meer het woord. Mevrouw Kuiken, ik zie u bij de interruptiemicrofoon staan, maar u bent ook al geweest. Even kijken. Er is geen meerderheid voor het houden van een debat. 

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Voorzitter, ik wil nog een nieuw procesvoorstel doen. 

De voorzitter:

Een nieuw procesvoorstel? Dat is ook nieuw. 

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Juist. Omdat de emoties ... 

De voorzitter:

Wacht heel even, mevrouw Kuiken. Uw microfoon staat uit, dus er komt niks van in de Handelingen. Ik kijk even naar mevrouw Agema. U heeft geen meerderheid voor het houden van een debat, maar u kunt ook tellen, dus dat zag u ook aankomen. 

Mevrouw Agema (PVV):

Ja, voorzitter, maar ik heb wel genoeg steun voor een dertigledendebat. 

De voorzitter:

Ja, klopt. 

Mevrouw Agema (PVV):

Laat ik wel wezen: ik ben niet bij gesprekken geweest. Dus als mevrouw Keijzer het in haar hoofd haalt om naar mij te wijzen ... Dat is nog het meest ongepast. 

De voorzitter:

Mevrouw Agema, dank u wel. 

Mevrouw Agema (PVV):

Ik ben geen onderdeel van de onderhandelingen. Voorzitter, ik wil dit wel rechtzetten. Ik ben geen onderdeel, maar dat zijn de minister en de fabrikant wel, die beiden zeggen een bod te hebben geaccepteerd. Beiden zeggen dat er geen deal is, terwijl de vier partijen die een coalitie gaan vormen, samen zeggen: ja, maar het was de fabrikant. Ik was er niet bij. 

De voorzitter:

Helder. Ik zie dat mevrouw Keijzer wil reageren, maar het is klaar. Het spijt me. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Ik wil een punt van orde maken. 

De voorzitter:

Een punt van orde. Dat punt ken ik, inderdaad. Het is mooi geweest. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Voorzitter, het is echt een punt van orde. 

De voorzitter:

Daar hou ik u aan, mevrouw Keijzer. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Voorzitter, ik stel het zeer op prijs dat u het kort probeert te houden, maar als u mevrouw Agema en mevrouw Gerbrands in de gelegenheid stelt om te reageren, dan moet u mij ook in die gelegenheid stellen. 

De voorzitter:

Nee. U weet precies hoe het werkt, mevrouw Keijzer. Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. 

Het woord is aan de heer Jasper van Dijk namens de SP. 

Nou, het gaat lekker. Tjongejonge! Wat gaat u weer vragen, meneer Jasper van Dijk? 

De heer Jasper van Dijk (SP):

Uitsluitend relevante zaken, voorzitter. 

De voorzitter:

Nou, vertel! 

De heer Jasper van Dijk (SP):

Voorzitter. Oost-Europese chauffeurs die maandenlang leven in hun cabine, dat is moderne slavernij. We zagen het gisteren bij Nieuwsuur. Chauffeurs die overigens €235 per maand verdienen. Vanwege de rust- en rijtijden horen transportbedrijven boetes te krijgen voor dit soort praktijken, maar dat gebeurt niet, want in Nederland wordt hier niet op gecontroleerd. 

De voorzitter:

En u wilt een debat? 

De heer Jasper van Dijk (SP):

Dat is gunstig voor bedrijven maar een race-to-the-bottom in Europa. 

De voorzitter:

Dank u wel. 

De heer Jasper van Dijk (SP):

Daar komt de slotzin, voorzitter. De SP wil daar een eind aan maken. Daarom wil ik een debat met — let op! — de toekomstige minister van Sociale Zaken en de toekomstige minister van Infrastructuur en Milieu. Of Verkeer en Waterstaat, dat moeten we nog zien. 

Mevrouw Van Brenk (50PLUS):

Voorzitter, wij steunen het verzoek van de SP, want de race naar de bodem is schijnbaar nog steeds niet voltooid. Gelijk loon voor gelijk werk! Dus wij steunen het verzoek. 

Mevrouw Visser (VVD):

Voorzitter. Er waren gisteren inderdaad trieste beelden op tv te zien, maar we hebben hierover in juni met de minister van I en M gediscussieerd. Die heeft toen ook toegezegd dat er wel gehandhaafd zou worden. We hebben na het herfstreces een AO over het mobiliteitspakket dat onder andere over dit onderwerp gaat. Ik zou dus eigenlijk aan de heer Van Dijk willen voorstellen om gewoon om een brief te vragen en die te betrekken bij dat algemeen overleg direct na het reces. 

De voorzitter:

Dus u steunt het verzoek niet. Ik zie de heer Pieter Heerma. Het is lang geleden dat ik u voor het laatst bij de regeling zag. 

De heer Pieter Heerma (CDA):

Ja, het is ook een beetje onwennig. De heer Van Dijk kaart een kwestie aan waarvoor ook in de vorige periode door zijn oud-collega Ulenbelt herhaaldelijk in moties aandacht is gevraagd. Volgens mij klopt het dat er na het aankomend reces een AO is gepland. Ik denk dat het heel goed is om naar aanleiding van het verzoek van de heer Van Dijk, dat een langlopende kwestie betreft, een brief van het kabinet te krijgen. Die kan dan betrokken worden bij dat AO. 

De voorzitter:

Dus voorlopig geen steun. 

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Voorzitter, ik houd het kort. Steun. 

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):

Ook steun namens GroenLinks. 

De voorzitter:

Wat zijn jullie ineens kort! 

De heer Van Weyenberg (D66):

Voorzitter. Het is een belangrijk thema. Ik sluit me aan bij de suggestie van de heer Heerma. Dus geen steun. 

De heer De Jong (PVV):

Voorzitter, dit is iets wat we zo snel mogelijk zouden moeten bespreken, hoe we er ook als partijen in staan. Maar alvorens dat te doen zou ik graag een brief willen hebben. Ik zou het onderwerp dan willen bespreken bij het mobiliteitspakket. 

De voorzitter:

Dus voorlopig geen steun. Meneer Jasper van Dijk? 

De heer Jasper van Dijk (SP):

Heb ik genoeg leden voor een dertigledendebat? 

De voorzitter:

Ja. 

De heer Jasper van Dijk (SP):

Dan vraag ik dat graag aan, al is het alleen al om dit ook met de nieuwe minister van Sociale Zaken te bespreken. Het is breder dan alleen het mobiliteitspakket. 

De voorzitter:

U weet dat ik over de planning ga. Het kan dus zomaar dat ik het deze week of volgende week plan. 

De heer Jasper van Dijk (SP):

Volgende week, in de herfstvakantie? Wat leuk. 

De voorzitter:

Nee, dan is het reces. 

De heer Jasper van Dijk (SP):

Gaan we doen. 

De voorzitter:

Dank u wel. Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. 

Dan geef ik nu het woord aan de heer Markuszower namens de PVV. 

De heer Markuszower (PVV):

Dank u wel, voorzitter. De berichten rondom Michael Panhuis in de falende sekskliniek Den Dolder worden steeds schokkender. Waarom kon deze levensgevaarlijke crimineel zo kort na zijn veroordeling vrij rondlopen? Hoe is het überhaupt mogelijk dat criminelen die in dit soort klinieken worden behandeld, zo veel vrijheid krijgen? Hoe is het mogelijk dat zogenaamde "begeleidsters" criminelen niet behandelen, maar met hen het bed in duiken? En — dat is het belangrijkste en daarom wil ik graag zo snel mogelijk een debat — hoeveel figuren zoals Michael Panhuis lopen er op dit moment vrij rond in Nederland? De PVV wil graag, het liefst op zo kort mogelijke termijn, een debat met de minister van Veiligheid en Justitie om over deze en andere vragen opheldering te krijgen. 

De voorzitter:

Ik kijk even. Mevrouw Van Toorenburg wil een opmerking maken? 

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Nee, gewoon hierover. 

De voorzitter:

Oké, dan was de heer Van Nispen de eerste. 

De heer Van Nispen (SP):

Voorzitter. Als het waar is wat in de krant staat, dan is dat buitengewoon ernstig en dan moeten die problemen in de kliniek liever gisteren dan vandaag worden opgelost. Om die reden hebben wij gisteren op initiatief van het CDA, gesteund door de SP en andere fracties, een brief gevraagd aan de minister. Wij hebben er specifieke vragen over gesteld, omdat ik echt vind dat die problemen snel moeten worden opgelost. Maar omdat deze kwestie niet los gezien kan worden van een zaak die de gemoederen van heel Nederland terecht bezighoudt, is het niet gepast om daarover juist op heel korte termijn te debatteren. Dus als er problemen zijn in de kliniek moeten die per direct worden aangepakt. Ik ga er ook van uit dat de minister dat doet. Dus ook dat moet worden opgenomen in de brief. 

De voorzitter:

Dus geen steun voorlopig voor dit debat. 

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Voorzitter, dit debat moet worden gevoerd. Het gaat nu alleen wel even over de timing. Er is al een brief gevraagd, ook met steun van de Partij van de Arbeid. En wij moeten even weten hoe het strafrechtelijk onderzoek rondom deze persoon gaat lopen. Het wordt heel ingewikkeld om een debat te voeren voordat dit afgerond is. Ik steun dus het debat, maar ik wil wel kijken wat de timing gaat zijn. 

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Ja, voorzitter, daarom hebben wij gisteren hierover een brief gevraagd. Ik zou nog wel een ander aspect erbij willen voegen. Wij hebben enige jaren geleden als Kamer een wet aangenomen die voorkomt dat mensen gemakkelijk echt beloond worden voor niet meewerken aan hun tbs. Het schijnt dat die wet nu al jarenlang stilligt in onze Eerste Kamer. Wij vinden het als Kamer heel erg belangrijk dat die wet wordt behandeld, en wel zo snel mogelijk. Wij weten dat ook de minister hieraan hecht, om dit soort ellende in de toekomst te voorkomen. Zouden wij ook aan onze Eerste Kamer kunnen vragen om met enige urgentie naar deze wet te kijken om ervoor te zorgen dat die wordt behandeld, met de vrijheid van de Eerste Kamer? Maar op zo'n thema geen voortgang boeken is eigenlijk niet uit te leggen. 

De voorzitter:

De Eerste Kamer gaat over haar eigen agenda, maar ik ben wel bereid om deze boodschap over te brengen. 

De heer Van Oosten (VVD):

Ja graag, voorzitter. Wilt u dat signaal overbrengen? Ik kan mij daarbij aansluiten. Geen steun voor dit debat. Daar is nu het momentum niet naar. Ik wil nog wel benadrukken dat de brief die wij gisteren hebben gevraagd, wel met enige vaart moet komen. Als namelijk waar is wat wij lezen in de media over de toedracht in en rondom de kliniek, moeten wij dat weten, maar dan wil ik ook — en daar gaat het mij om — in die brief opgenomen hebben wat de minister daartegen doet en welke maatregelen hij neemt. 

Mevrouw Van Engelshoven (D66):

Voorzitter, geen steun voor het debat, gelet ook op het feit dat gisteren die brief is gevraagd. Gelet op de zorgvuldigheid waarmee je met dit soort zaken moet omgaan, lijkt het mij ook goed dat wij eerst de brief hebben en dan pas een debat. 

Mevrouw Buitenweg (GroenLinks):

Dank u. Ik ben het eens met de collega's dat de brief al gevraagd is, met een aantal toevoegingen, zoals de heer Van Oosten nu ook zei. Ik denk dat wij dat moeten afwachten voordat wij erover gaan praten. 

De heer Krol (50PLUS):

Steun natuurlijk voor de brief. Steun ook voor het verzoek aan de Eerste Kamer. Een debat zou ik op termijn wel willen steunen, maar nu nog niet. 

De voorzitter:

Wat moet ik daaruit begrijpen? Voorlopig geen steun? Dat is het geval; oké. 

Meneer Markuszower, u heeft geen meerderheid voor het houden van een debat. 

De heer Markuszower (PVV):

Dat klopt. 

De voorzitter:

Verder stel ik voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar de Eerste Kamer. 

Daarmee zijn we ook aan het eind gekomen van de regeling van werkzaamheden. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Naar boven