Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2014-2015 | nr. 109, item 24 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2014-2015 | nr. 109, item 24 |
De voorzitter:
Op verzoek van de fractie van de ChristenUnie benoem ik in de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het lid Slob tot lid in de plaats van het lid Voordewind.
Op verzoek van de SGP-fractie benoem ik in de algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking het lid Dijkgraaf tot lid in plaats van het lid Van der Staaij en het lid Van der Staaij tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Dijkgraaf.
Op verzoek van de aanvragers stel ik voor om de dertigledendebatten over de thuiszorghulp in Oss en omgeving, over de toekomst van de thuiszorg, over het verhogen van het Defensiebudget, over de gevolgen van de bezuinigingen op de langdurige zorg, over passend onderwijs en over mensen die verdwalen in het nieuwe zorgstelsel, van de lijst af te voeren.
Op verzoek van een aantal leden stel ik voor, enkele door hen ingediende moties opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde genoemde termijn van twee maanden voor de volgende moties opnieuw gaat lopen: 31409-76; 33979-88; 34104-44; 34104-45; 34104-46; 29984-591; 31757-62.
Ik stel voor, de volgende stukken van de stand van werkzaamheden af te voeren: 33118-18; 29383-237; 29453-382; 34120-2; 26485-198; 31490-167; 31490-172; 28844-81; 33818-70; 26643-360; 2015Z09572; 2015Z09626; 33716-32; 33716-33; 2015Z08809; 32761-83; 32317-283; 21501-20-983; 22112-1970; 26643-359; 21501-34-244; 29754-305; 32725-3; 2015Z09450; 34000-57; 28165-189; 30196-313; 29453-383; 19637-1947; 19637-1954; 19637-1990; 19637-1985; 19637-1992; 19637-2007; 32175-57; 32175-56; 32317-282; 34000-V-71; 25764-91; 31271-17; 29237-164; 25883-236; 25883-247; 25883-243; 32716-19; 30982-20; 29544-601; 28684-429; 28684-437; 34000-XII-68; 34000-59; 28760-38; 28760-39; 31936-262; 31936-268; 31936-259; 31936-241; 31936-256; 29665-211; 31936-263; 24804-85; 31936-260; 29665-213; 29665-214; 29665-209; 30175-206; 31936-264; 28286-778; 31936-266; 31936-267; 33962-61; 33962-7; 29984-586; 30196-303; 30196-302; 33652-31; 33652-33; 33652-32; 33652-34; 29893-182; 29893-187; 29893-190; 30952-193; 21501-08-563; 27858-312; 22112-1958; 31409-72; 22112-1953; 33858-33; 21501-08-561; 21501-08-562; 2015Z10326; 31936-271; 29665-216; 29665-215; 31936-269; 31936-270; 21501-33-541; 21501-33-543; 29362-242; 29362-240; 21501-33-537; 21501-33-534; 29893-192; 29893-191; 31409-82; 31409-79; 34122-2; 34122-3; 31409-80; 31409-78; 29862-26; 29862-27; 33450-45; 34230-1; 23645-595; 33450-46; 31710-35; 31710-39; 31710-36; 31710-37; 27625-333; 27625-334; 22112-1935; 27625-336; 28966-28; 27625-335; 30015-50; 30080-75; 30080-76; 32698-21; 32698-22; 18106-229; 18106-231; 32861-12; 34000-J-25; 32861-14; 27625-339; 28694-129; 30872-167; 34000-XII-63; 34000-XII-65; 32861-8; 32861-13; 29984-605; 29538-139; 29538-138; 29538-146; 29538-147; 30597-375; 23235-108; 29689-618; 23235-118; 25657-182; 25657-183; 25657-181; 34104-64; 29282-229; 2015Z12148; 33683-55; 31765-145; 29689-620; 31765-141; 32793-189; 31765-142; 31765-28; 30597-185; 25268-115; 25268-111; 31765-143; 29689-610; 29509-49; 32620-149; 34000-XVI-96; 32402-69; 31765-97; 31765-94; 29247-190; 31765-93; 32620-128; 31765-92; 32620-124; 32620-121; 31016-76; 33750-XVI-58; 32793-106; 29247-183; 31765-69; 31765-68; 31765-65; 29247-172; 29247-164; 31016-22; 33000-XVI-148; 32011-34; 32011-32; 32793-169; 32011-29; 33522-8; 32793-111; 33590-19; 32011-26; 32011-23; 29689-619; 29689-613; 29323-95; 32279-68; 32620-154; 29689-606; 34104-37; 29689-598; 29248-281; 29689-565; 21501-31-375; 21501-31-373; 21501-31-372; 31532-145; 22112-1936; 21501-31-363; 21501-31-359; 30234-128; 30234-131; 30234-130; 30234-127; 34000-VI-85; 30234-125; 30234-126; 30234-124; 30234-122; 30234-123; 30234-121; 30234-118; 30234-117; 2015Z01753; 34200-XVI-6; 32012-27; 32012-23; 32012-24; 31765-83; 31765-84; 30111-66; 32620-106; 33000-XVI-165; 32012-17; 31765-144; 25268-108; 25268-104; 25657-174; 25657-173; 25657-172; 2015Z11468; 32847-147; 26643-362; 2015Z12115; 33464-4; 32847-170; 29453-391; 29453-393; 32847-168; 32847-148; 27926-243; 27926-245; 33436-42; 29453-392; 29453-381; 28973-164; 31532-138; 31532-142; 27858-298; 22112-1819; 21501-33-470; 21501-30-323; 22112-1799; 22112-1800; 22112-1802; 28982-137; 33858-3; 32637-120; 33041-8; 33529-28; 21501-33-463; 32615-16; 24446-54; 33553-18; 28286-772; 29754-312; 29279-246; 2015Z11937; 34000-VI-96; 33997-47; 33997-46; 32824-93; 30977-115; 29754-309; 29754-307; 30821-22; 29754-270; 29754-272; 27859-76; 29517-90; 32891-26; 2015Z06224; 31135-52; 2015Z09383; 2015Z08290; 31497-169; 32820-129; 31511-19; 31289-243; 32820-135; 32820-98; 32820-101; 34000-VIII-5; 32820-133; 31482-92; 29544-618; 31482-93; 32820-132; 32820-134; 31288-411; 31288-393; 31288-435; 31289-203; 2015Z11155; 34000-VIII-94; 31289-235; 31289-245; 30079-59; 29754-310; 30234-120; 30234-129; 2015Z11129; 2015Z10884; 33948-14; 31524-244; 33495-62; 33495-67; 33495-65; 33495-69; 27923-202; 31293-258; 27923-197; 31511-18; 34000-VIII-95; 31511-17; 31511-12; 31524-239; 31524-217; 34000-VIII-77; 34000-VIII-8; 31511-14; 30183-29; 31293-246; 31289-232; 31511-15; 34000-VIII-97; 34200-VIII-1; 34000-VIII-100; 34000-VIII-89; 34200-VIII-7; 34200-VIII-6.
Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda:
-het VAO Nationale veiligheid, crisisbeheersing en brandweerzorg naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 3 september, met als eerste spreker mevrouw Berndsen-Jansen van D66;
-het VAO Pensioenonderwerpen naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 3 september, met als eerste spreker mevrouw Lodders van de VVD.
Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.
De voorzitter:
Ik geef het woord aan de heer Jasper van Dijk van de SP.
De heer Jasper van Dijk (SP):
Voorzitter. Afgelopen weekend was er een uitzending van EenVandaag waarin het onderzoek naar de wapenolie PX-10 bij Defensie ernstig in twijfel werd getrokken. Volgens dat onderzoek zouden er geen kwalijke gevolgen zijn. De uitzending laat echter zien dat er ernstige twijfels zijn over dat onderzoek. Er zijn dus heel veel vragen omdat het ook gaat om mensen met ernstige gezondheidsklachten. Bovendien zijn er vragen te stellen over de informatieverstrekking door de minister op dit onderwerp. Daarom vraag ik een debat aan. In het vragenuurtje is al om een brief gevraagd, wat mij uitstekend lijkt, maar ik vraag een debat aan over PX-10.
Mevrouw Hachchi (D66):
Na het vragenuurtje mag het, denk ik, duidelijk zijn dat het voor de D66-fractie heel belangrijk is dat hier snel een debat over komt. Ik zou bijna willen zeggen: met of zonder stemverheffing.
De heer Teeven (VVD):
De gezondheid van militairen gaat ook de VVD zeer aan het hart. Ik heb de minister net in het vragenuurtje horen zeggen dat zij bereid is om eventueel een contra-expertise uit te voeren. Zij zal hierover iets schrijven in de brief die is gevraagd door de fractie van de Partij van de Arbeid. Ik zie eerst de brief tegemoet en dan kijken we verder. Geen steun voor het debat.
De heer De Roon (PVV):
Ik ben het geheel met de heer Van Dijk eens dat hierover in een debat met de minister gesproken moet worden. Ik vraag mij echter wel af wat nu het snelste is, want ik vind wel dat dit gesprek snel moet gaan plaatsvinden. Dan heb ik toch twijfels over een plenair debat en denk ik dat het beter is om dit zo snel mogelijk in een algemeen overleg breed aan de orde te stellen.
De voorzitter:
Dit betekent dat u op dit moment geen steun verleent aan dit verzoek in deze vorm.
De heer Segers (ChristenUnie):
Namens de ChristenUnie-fractie steun ik dit verzoek.
Mevrouw Eijsink (PvdA):
Zoals gezegd heeft de minister zojuist toegezegd een brief te sturen. Wij weten allemaal dat ernstige gezondheidsklachten van militairen en gewezen militairen opgelost moeten worden en we moeten ook voor deze mensen staan. Ik wil de brief afwachten. Wij hebben zojuist geen termijn aan die brief gekoppeld. Aan de heer Van Dijk wil ik zeggen dat ik graag zou zien dat de brief binnen anderhalve week naar de Kamer wordt gestuurd, wat volgens mij moet kunnen. Dan kunnen we daarna bekijken hoe wij de brief inhoudelijk ten behoeve van mensen met gezondheidsklachten zo snel mogelijk met de minister kunnen bespreken.
De voorzitter:
Ik begrijp dat dit uiterlijk volgende week vrijdag is. Dat is anderhalve week.
De heer Knops (CDA):
Steun voor een brief en daarna een debat.
De heer Dijkgraaf (SGP):
In die volgorde geef ik mijn steun: eerst de brief en dan het debat.
De voorzitter:
Mijnheer Van Dijk, u hebt op dit moment niet de steun van de meerderheid van de Kamer voor het houden van een debat. De meerderheid wil graag de brief afwachten. Mevrouw Eijsink heeft gezegd dat de brief snel moet komen; dan kunnen we opnieuw bekijken hoe we wat waar bespreken.
De heer Jasper van Dijk (SP):
Dat is juist, maar ik heb volgens mij wel de steun van meer dan 30 leden. Dat staat in ieder geval genoteerd en we wachten de brief af.
De voorzitter:
De heer Van Dijk meldde dat hij berekend heeft dat ten minste 30 leden een debat willen. Het zijn er 48, om precies te zijn. Wij gaan het dus als een dertigledendebat toevoegen aan de lijst, met drie minuten spreektijd per fractie. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering, inclusief de opmerking van mevrouw Eijsink dat de brief er volgende week vrijdag moet zijn, doorgeleiden naar het kabinet.
Ik geef het woord aan de heer Krol van de fractie van 50PLUS.
De heer Krol (50PLUS):
Voorzitter. Eerst stuurt het kabinet 9.000 mensen weg bij het UWV en dit weekend laat de eerste man van het UWV, de heer Thissen, in De Telegraaf weten dat de menselijke maat terug moet. De fractie van 50PLUS vraagt daarom een brief en een debat met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en daarin moet vooral worden ingegaan op deze rare tegenstelling. Ik wil graag weten wat volgens de minister de koers moet zijn van het UWV.
De voorzitter:
U wilt een brief en daarna een debat met de minister over de inhoud van die brief.
Mevrouw Schut-Welkzijn (VVD):
Dit is zeker een belangrijk probleem. Dit soort zaken bespreken we altijd in de algemene overleggen over SUWI en mijn voorstel is om dat dan ook te doen. Ik steun wel het verzoek om een brief voorafgaande aan een volgend algemeen overleg.
De voorzitter:
U steunt dus niet het verzoek om een debat.
De heer Ulenbelt (SP):
Mijn partij is voor de menselijke maat. Wij waren tegen hetgeen hier nu is gebeurd. Wij geven dus alle steun.
De heer Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk):
Wij steunen het verzoek om een brief met daarin ook een uitleg van de uitspraak van de nieuwe directeur van het UWV, de heer Thissen, en wij steunen het verzoek om een debat.
De heer De Graaf (PVV):
Wat ons betreft kan het in een AO worden besproken.
De voorzitter:
U steunt dus niet het verzoek om een debat.
De heer Van Vliet (Van Vliet):
De meeste werklozen zijn dat tegen hun zin. Het UWV moet de menselijke maat vasthouden, dus wij steunen het verzoek om een debat.
Mevrouw Voortman (GroenLinks):
GroenLinks geeft ook steun.
Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
Ik steun de nieuwe lijn van het UWV, maar ook het verzoek om een debat. Wij moeten met de minister nog wel bespreken hoe dat in de praktijk uitwerkt en waar dan nog eventuele belemmeringen zijn. Ik steun dus het verzoek om een brief en een debat.
De heer Pieter Heerma (CDA):
Ik steun ook het verzoek om een brief en een debat.
De heer Van Weyenberg (D66):
Ook D66 steunt het verzoek om een brief en om een debat.
Mevrouw Vermeij (PvdA):
Wij steunen het verzoek om een brief. Daarna bekijken we of we een debat willen voeren en hoe we dat op de snelste manier kunnen doen. Nu steunen wij dus nog niet het verzoek om een debat.
De voorzitter:
Er is brede steun voor de brief. Een meerderheid wil nog even wachten tot de brief er is, voordat zij besluit op welke wijze zij die wil behandelen.
De heer Krol (50PLUS):
U ziet mij dan binnenkort terug om te spreken over dit onderwerp.
De voorzitter:
Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.
U hebt nog een verzoek.
De heer Krol (50PLUS):
Voorzitter. Op 24 maart stond ik hier naar aanleiding van een rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau over mantelzorg en betaald werk. Een meerderheid van de Kamer was toen voor een breed debat over mantelzorg. Vanmorgen lazen we in dagblad Trouw een bericht naar aanleiding van een jaarlijkse enquête van PGGM, waaruit blijkt dat veel mantelzorgers zich niet gesteund voelen door het beleid van de overheid. Een duidelijker signaal is toch niet mogelijk? Daarom verzoek ik de Kamer om steun om het geagendeerde meerderheidsdebat nog deze maand te agenderen.
De voorzitter:
Het is nummer zeventien op de lijst — dat zeg ik er maar bij — dus de Kamer moet daarover een uitspraak doen.
Mevrouw Keijzer (CDA):
Ik steun het verzoek. Bij de behandeling van de Wmo hebben wij allerlei voorstellen gedaan om de positie van mantelzorgers te versterken. Die hebben het toen niet gehaald, maar wij laten geen kans voorbijgaan om daar nogmaals voor te pleiten.
Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
Dit debat is inderdaad al lang geleden aangevraagd. Wij vinden het urgent dat het nu op de agenda komt en steunen dus het verzoek.
Mevrouw Agema (PVV):
Steun.
Mevrouw Van Ark (VVD):
Het is een belangrijk onderwerp. Misschien is het goed om dit verzoek om een debat om te zetten in een verzoek om een AO. Dat kan dan wat ons betreft snel worden gehouden. Wij verlenen geen steun aan het verzoek om het als plenair debat naar voren te halen op de agenda, maar steunen het idee om het om te zetten in een AO.
Mevrouw Tanamal (PvdA):
Steun voor een AO.
De voorzitter:
Mijnheer Krol, u hebt niet de steun van de meerderheid van de Kamer om het als plenair debat zo snel mogelijk op de agenda te plaatsen. Het wordt pas ingepland als het aan de beurt is.
De heer Krol (50PLUS):
Ik heb wel gehoord dat er een heel grote meerderheid is die het snel in een AO wil bespreken; die kans grijp ik graag aan.
De voorzitter:
Ik hoor het graag als dit gebeurd is.
Het woord is aan mevrouw Keijzer van het CDA.
Mevrouw Keijzer (CDA):
Voorzitter. Vorige week heb ik hier twee keer gestaan om een debat over ICT-falen geagendeerd te krijgen. Het staat nu ook weer op de lijst, maar alleen als een verzoek om de minister voor Wonen en Rijksdienst uit te nodigen bij een debat dat "ICT-problemen bij de Sociale Verzekeringsbank" wordt genoemd. Ook vorige week stond weer in de krant dat er op ICT-gebied wordt gefaald, niet alleen bij de Sociale Verzekeringsbank, maar ook bij meerdere ministeries en rijksdiensten. Daarom doe ik het verzoek om een breed ICT-debat te houden, waarbij met name de coördinerend minister, minister Blok voor Wonen en Rijksdienst, wordt uitgenodigd.
De voorzitter:
U zegt eigenlijk dat het niet op een goede manier is verwoord op de lijst. U verzoekt om een debat over ICT-problemen bij de overheid met de minister voor Wonen en Rijksdienst.
Mevrouw Gesthuizen (SP):
Ik verleen het verzoek van mevrouw Keijzer alle steun, maar wil daar wel iets aan toevoegen. Ik denk dat wij hier het best een meerderheidsdebat kunnen voeren met de minister voor Wonen en Rijksdienst, maar dan moet de minister wel echt antwoord kunnen geven op vragen over de verschillende problemen die bij de verschillende ministeries aan de orde zijn. Als hij het gevoel heeft dat dit niet mogelijk is, nodig ik hem van harte uit om ervoor te zorgen dat zijn collega's van andere ministeries erbij aanwezig zijn.
Mevrouw De Caluwé (VVD):
Het verzoek staat op de agenda van de regeling als een verzoek om de aanwezigheid van de minister voor Wonen en Rijksdienst bij een debat over de SVB met de staatssecretaris van Sociale Zaken. Daar zijn wij niet voor. Dat hebben wij vorige week ook al aangegeven. Toen is hetzelfde verzoek gedaan. Toen hebben wij er al op gewezen dat er vanmiddag een procedurevergadering voor Wonen en Rijksdienst is. Wij doen mevrouw Keijzer de suggestie om in die vergadering te verzoeken om een breed ICT-debat met de minister voor Wonen en Rijksdienst. Daar zou ik het bij willen laten. Vorige week hebben wij ook nee gezegd. Wij verlenen dus geen steun aan dit verzoek.
Mevrouw Oosenbrug (PvdA):
ICT blijft een beetje een heikel punt in de Kamer. Ik zou graag een breed AO hierover zien, omdat een AO veel sneller geregeld is. Ik sluit me dus aan bij de woorden van mijn collega van de VVD. Het is belangrijk dat we dit snel bespreken en dat we dat zo breed mogelijk doen, want het gaat niet alleen over de SVB maar over veel meer projecten.
De voorzitter:
Mevrouw Keijzer, ik moest even luisteren en ik formuleer het maar even als volgt. U hebt geprobeerd om het debat dat u vorige week hebt aangevraagd, meer algemeen te maken.
Mevrouw Keijzer (CDA):
Ja, voorzitter. De uitzending van ZEMBLA ging namelijk niet alleen over de Sociale Verzekeringsbank. Vorige week stond in de krant dat dezelfde belangenverstrengeling tussen hoge ambtenaren en ICT-consultants ook bij het ministerie van Justitie aan de orde is; vandaar mijn verzoek. Ik merk dat er op dit moment geen meerderheid voor is. Dat is dan maar zo. Vanmiddag om 16.30 uur is er een procedurevergadering. Daar ga ik dan maar heen in de hoop wel steun te krijgen van de PvdA en de VVD. Dan kunnen we zowel het debat over de uitzending van ZEMBLA als een debat over het toch wel brede ICT-falen bij de overheid voeren. Dan heb ik er eigenlijk twee in een klap, voorzitter!
De voorzitter:
Nou, dat is mooi.
Mevrouw Keijzer (CDA):
Ja, tel uw zegeningen tenslotte.
De voorzitter:
Succes bij de procedurevergadering vanmiddag.
Ik geef het woord aan de heer Van Klaveren.
De heer Van Klaveren (Groep Bontes/Van Klaveren):
Voorzitter. Gisteren kwam het bericht tot ons dat er door duizenden asielzoekers die onder het generaal pardon vielen, is gelogen over hun identiteit. Ook schijnen gemeenten mee te werken aan het wijzigen van die valse identiteit. Wat ons betreft is dat een zeer kwalijke zaak. Mijn fractie wil daarom graag een debat met de staatssecretaris van V en J.
Mevrouw Gesthuizen (SP):
Laat ik de heer Van Klaveren bijvallen. Wat mij betreft mag de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie hierover inderdaad opheldering komen geven in de Tweede Kamer.
De voorzitter:
Steun, dus.
Mevrouw Kuiken (PvdA):
Ik zou graag eerst een brief willen. Het is een zorgelijk signaal en we moeten weten hoe het zit, gebaseerd op meer dan alleen de bronnen van nu. Ik zou dus heel graag een brief willen en dan bekijken of we een AO houden of alsnog een plenair debat. Ik geef nu dus geen steun, maar wellicht wel na ommekomst van de brief.
De heer De Graaf (PVV):
We hebben ook Kamervragen gesteld over dit verhaal. Wij willen de antwoorden daarop graag betrekken bij het debat. Ik steun dus het verzoek.
De heer Oskam (CDA):
Wij willen ook een debat, maar er loopt nu een onderzoek vanuit V en J. We willen dat onderzoek eigenlijk eerst afwachten, zodat we de discussie met de staatssecretaris op basis van de feiten kunnen aangaan. Ik zeg dus ja tegen een debat, maar het moment moet zorgvuldig worden gekozen.
De heer Van Vliet (Van Vliet):
Idem als collega Oskam: steun voor het debat.
De heer Azmani (VVD):
Ik heb zelf ook schriftelijke vragen gesteld naar aanleiding van de uitzending. Wat mij betreft bekijken we eerst de antwoorden om te zien wat waar is, wat realiteit is. Dan kunnen we bekijken of we het debat plenair voeren of in een AO, in een commissiezaal. Ik zou dus eerst de antwoorden willen zien.
De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):
Steun voor een brief, steun voor het afwachten van de beantwoording van de schriftelijke vragen, steun voor het afwachten van het onderzoek, maar op dit moment geen steun voor het debat.
De heer Sjoerdsma (D66):
Ik steun het debat, maar zie graag eerst de resultaten van het onderzoek.
De voorzitter:
Het gaat om het onderzoek van V en J waaraan de heer Oskam ook refereerde.
Mevrouw Voortman (GroenLinks):
Het is inderdaad erg zorgwekkend, dus ik kan me aansluiten bij wat de heer Oskam heeft gezegd. Ik ben het ook eens met mevrouw Kuiken, die zei dat er eerst een brief moet komen en dat dan kan worden bekeken of we het in een plenair debat doen of in een AO. Op dit moment geef ik dus geen steun voor een plenair debat.
De voorzitter:
Mijnheer Van Klaveren, iedereen wil opheldering maar de meerderheid van de Kamer wil eerst een brief en de antwoorden op een aantal sets vragen die zijn gesteld, om daarna te beslissen op welke wijze het eventueel wordt besproken.
De heer Van Klaveren (Groep Bontes/Van Klaveren):
Wij willen ook graag een brief. Zoals net al is aangegeven, willen wij graag dat de schriftelijke vragen die zijn gesteld daarin worden meegenomen.
De voorzitter:
Dan zal ik het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.
Ik geef het woord aan de heer Sjoerdsma van D66.
De heer Sjoerdsma (D66):
Voorzitter. Nieuwsuur had gisteren een zorgwekkende rapportage, waarin werd gesteld dat het Nederlandse integratiebeleid eigenlijk niet is berekend op de toename van het aantal asielaanvragen. Het zou ontbreken aan hulp waar het gaat om het vinden van een baan, om het leren van de taal en om het vinden van een opleiding. Dat is zorgwekkend. Daarom wil ik graag een debat aanvragen met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, voorafgegaan door een brief.
De heer Segers (ChristenUnie):
Steun voor het verzoek om een brief en een debat.
De heer Potters (VVD):
Ik steun het verzoek om een brief. Misschien is het ook goed om dit jaar een AO in te plannen, maar op dit moment steun ik niet het verzoek om een debat.
Mevrouw Karabulut (SP):
Het blijkt maar weer dat minister Asscher nauwelijks doet aan integratiebeleid. Ik steun daarom zowel het verzoek om een brief als het verzoek om een debat.
Mevrouw Kuiken (PvdA):
Ook ik wil graag een brief. Het lijkt mij goed om dit onderwerp in een AO te bespreken. Op dit moment steun ik het verzoek om een plenair debat nog niet.
De heer De Graaf (PVV):
Het is helder dat het wordt gezien als een probleem; dat is nieuw. Ik steun echter niet het verzoek om een debat.
De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):
Deze uitdaging moet natuurlijk worden besproken. Daarom steun ik het verzoek om een plenair debat.
Mevrouw Voortman (GroenLinks):
Ik kan tellen, dus ik zie dat er geen meerderheid voor is. Wij zouden het verzoek op zich gesteund hebben, maar ik heb nu een ander voorstel. Dit heeft alles te maken met het debat dat we donderdag voeren. Mijn voorstel is om de minister die verantwoordelijk is voor integratie, bij dat debat te betrekken.
De voorzitter:
Dat is echt een heel nieuw voorstel. Dat zou dan morgen moeten terugkomen bij de regeling van werkzaamheden. Ik snap waar het voorstel vandaan komt, maar we hebben ook een soort procesafspraak met elkaar gemaakt.
De heer Pieter Heerma (CDA):
Steun voor de brief, maar geen steun voor het debat.
De heer Sjoerdsma (D66):
Ik kan de conclusie trekken dat ik geen meerderheid heb. Daarmee ontneem ik u uw tekst, voorzitter. Ik vind het zorgwekkend dat hier geen meerderheid voor is, aangezien het hierbij gaat om iets wat heel snel op ons afkomt. Kennelijk kan er in deze Kamer, zelfs van de zijde van de PVV, niet over dit onderwerp worden gesproken. Het stelt me teleur dat ook de coalitiepartijen mijn verzoek niet steunen. Ik wil wel graag een dertigledendebat over dit onderwerp.
De voorzitter:
Dat kan. Ik zal het dertigledendebat toevoegen aan de lijst. De spreektijd per fractie is drie minuten.
Het woord is aan de heer Ulenbelt.
De heer Ulenbelt (SP):
Voorzitter. Tijdelijke krachten die deze zomer een WW-uitkering hebben aangevraagd, zijn erachter gekomen dat hun WW-uitkering veel lager is, tot soms wel de helft lager, in vergelijking met voorgaande jaren. Een aantal partijen is daardoor verontrust. De Partij van de Arbeid vindt het onrechtvaardig. Daarom is mijn verzoek om nog deze week een debat te houden met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Ter toelichting: ik ben bereid om het om te zetten in een algemeen overleg, als daar een meerderheid voor is. Maar dat AO dient dan ook deze week plaats te vinden.
De voorzitter:
Het verzoek is om nog deze week een plenair debat te houden.
De heer De Graaf (PVV):
Ik steun het verzoek om een plenair debat. Wat mij betreft hoeft dat niet per se deze week te worden gehouden. Het onderwerp zou inderdaad ook in een AO kunnen worden besproken.
De voorzitter:
U steunt dus het verzoek om een debat, maar dat hoeft volgens u niet deze week te worden gehouden.
De heer De Graaf (PVV):
Het hoeft wat mij betreft inderdaad niet per se deze week.
Mevrouw Vermeij (PvdA):
We krijgen veel vragen over dit punt. Ik word juist geciteerd door het lid Ulenbelt. Wij hebben hier echter vorige week tijdens een VAO over gesproken met de minister van Sociale Zaken. Hij heeft toegezegd dat hij hiernaar zal kijken. Het gaat namelijk niet alleen om herintreders. Het gaat om meer groepen; dat weet de heer Ulenbelt ook. Op korte termijn zullen we hier bericht over krijgen. In die brief zullen wellicht ook oplossingsrichtingen staan. Het lijkt mij relevant om daarop te wachten. Wij steunen het verzoek van de heer Ulenbelt nu niet, want wij willen een oplossing voor dit probleem.
De heer Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk):
Ik steun het verzoek om een debat, maar daarbij dienen dan wel de gegevens te worden betrokken die net door de PvdA zijn aangedragen.
Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
Het een sluit het ander niet uit. Ik denk dat het goed is als de reeds toegezegde informatie snel naar de Kamer wordt gestuurd, want er verkeren nu heel veel mensen in onzekerheid. Wat mij betreft bekijken we dan of we het in een AO kunnen omzetten. Volgens mij wordt dat veel sneller gehouden dan een debat op de plenaire agenda. Ik zou bijna zeggen: voeg de twee verzoeken samen.
Mevrouw Lucas (VVD):
Ook wij steunen op dit moment niet het verzoek om een debat. Mevrouw Vermeij heeft al een brief aangevraagd. Wij willen eerst op die brief wachten.
De heer Van Weyenberg (D66):
Door de opstelling van de coalitiepartijen heb ik al gemerkt dat er geen meerderheid voor het verzoek is. Ik heb een heel concreet verzoek. Minister Asscher heeft een en ander toegezegd naar aanleiding van vragen van mevrouw Vermeij en mijzelf. Mijn verzoek is om die gegevens deze week naar de Kamer te sturen, want anders blijft het zich voortslepen. Dat lijkt mij slecht voor mensen die in onzekerheid verkeren.
De heer Pieter Heerma (CDA):
Ik sluit mij daarbij aan. De zaak is vorige week in het debat al aan de orde gesteld. Er ligt een toezegging en het is van belang dat de brief er snel komt.
Mevrouw Voortman (GroenLinks):
GroenLinks kan zich aansluiten bij wat mevrouw Schouten hierover heeft gezegd.
De voorzitter:
Mijnheer Ulenbelt, ik stel vast dat de Kamer de urgentie ook voelt en vraagt of de brief die is toegezegd en waar blijkbaar vorige week al over is gesproken, binnen een week naar de Kamer kan komen. Ik denk dat die er dan dinsdag om 12.00 uur moet zijn. Dan kunt u allen volgende week op basis van de inhoud van die brief een besluit nemen over de vraag hoe u verder moet gaan. U hebt op dit moment niet de steun van een meerderheid van de Kamer voor een deze week te houden debat.
De heer Ulenbelt (SP):
Dat zie ik ook, maar er zit beweging in. Wilt u het dan toch even noteren als een dertigledendebat? Daar is namelijk wel steun voor.
Ik moet opmerken dat de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid begin juli al om die brief heeft gevraagd. Toen reageerde de minister met: er is niets aan de hand. Laten wij de andere mensen wakker ...
De voorzitter:
Mijnheer Ulenbelt, het VAO van vorige week was het moment om het debat te voeren. Dat is dit niet. U stelt aan de orde dat de urgentie groot is. De Kamer zegt: wij delen die urgentie en vragen om een brief. Ik vind het niet netjes om dan hier dit debat weer te voeren. De Kamer heeft namelijk gezegd dat te willen doen op een later moment, naar aanleiding van die brief. Dan kom ik nu op uw conclusie dat u de steun hebt van 30 leden in deze Kamer. Ik heb heel veel mensen om mij heen zitten, maar wij delen die optelsom op dit moment nog niet. Velen hebben gezegd: wij willen eerst even bezien wat de brief inhoudt. Wij hebben echt zitten meetellen, maar zijn niet tot de conclusie gekomen dat u op dit moment de steun van 30 leden hebt, tenzij de heer Van Weyenberg dat wel bedoelde.
De heer Van Weyenberg (D66):
Nee, een dertigledendebat betekent dat wij hier volgend jaar over praten. Daarvoor is het probleem veel te acuut. Ik wil er veel sneller over praten. Mevrouw Vermeij heeft dat in het eerdere debat gezegd, ik heb het gezegd en ik ben blij dat de heer Ulenbelt het nu ook zegt.
De voorzitter:
U hebt niet de steun van 30 leden, mijnheer Ulenbelt, maar de Kamer steunt wel dat er snel een brief moet komen. Dan wordt opnieuw bezien op welke wijze de Kamer dit urgente onderwerp verder gaat bespreken.
De heer Ulenbelt (SP):
De brief zou dan dinsdag voor 12.00 uur moeten komen.
De voorzitter:
Dat staat in het stenogram, dat ik zal doorgeleiden naar het kabinet.
Het woord is aan de heer Van Raak.
De heer Van Raak (SP):
Voorzitter. Wij kregen zojuist een brief van de minister-president. In die brief staat dat er geen aanwijzingen zijn dat voorstellen voor Prinsjesdag zijn gelekt naar de media. Ik vind het wel verontrustend dat er in het Torentje geen tv aanwezig is en geen internetverbinding, en dat er bij het Torentje ook geen kranten worden bezorgd. Als de regering plannen presenteert, moet het parlement die kunnen controleren. Dat is de kern van onze parlementaire democratie. De regering, de ministers, nemen een maand de tijd om volop selectief plannen te lekken naar de media en vragen aan ons geheimhouding. Dat raakt de kern van de verhouding tussen Kamer en kabinet. Op het moment dat wij oppositiebreed om opheldering vragen en concrete vragen stellen, weigert de minister-president die te beantwoorden. Dat raakt de kern van de verhouding tussen Kamer en kabinet. Als iemand van ons hier lekt, doet de Voorzitter aangifte. Terwijl de ministers en staatssecretarissen lekkend door het land gaan, kijkt de minister-president weg en houdt hij zijn kaken op elkaar. Dat raakt de kern van onze rechtsstaat.
Ik heb twee verzoeken. Ik weet dat alle oppositiepartijen het afschuwelijk vinden hoe hier de parlementaire democratie wordt ondermijnd. Maar ik wil vooral van de Partij van de Arbeid en de VVD weten of zij dit accepteren. Ik wil weten of zij als Kamerleden respect hebben voor de verhoudingen tussen de Kamer en het kabinet of niet.
Mijn tweede verzoek, voorzitter: ik wil een brief van u. Ik wil een brief van de Voorzitter, een brief van het Presidium, waarin staat wat de mening is van het bestuur van de Tweede Kamer over de manier waarop de verhoudingen tussen de Kamer en het kabinet door de regering kapot worden gemaakt.
De voorzitter:
Dat laatste verzoek zal ik voorleggen in de eerstkomende Presidiumvergadering. En dan kom ik daarop terug.
De heer Omtzigt (CDA):
Volledige steun voor dat verzoek. Wij zouden die brief graag voor de regeling van werkzaamheden van aanstaande donderdag zien, opdat wij weten wat het Presidium, dat morgen vergadert, hiervan vindt. Ook wij waren echt flabbergasted door de antwoorden. De minister-president zegt dat hij geen aanwijzingen heeft dat er gelekt is. Nou, dan moet hij wel blind zijn, de televisie uit hebben staan, doof zijn en in een ander land geweest zijn. Werkelijk waar, in elke tv-uitzending, in elke krant worden bronnen rond het kabinet opgevoerd. Ik leg de minister-president opnieuw de vraag voor en ik wil voor de regeling van werkzaamheden van morgen een brief …
De voorzitter:
Donderdag.
De heer Omtzigt (CDA):
Nee, de brief van de minister-president wil ik morgen hebben. De brief van het Presidium wil ik donderdag voor de regeling hebben. Het tijdstip van de Presidiumvergadering hoeft niet veranderd te worden. De brief van de regering kan hier gewoon voor morgen liggen. Wat heeft de minister-president met lekken gedaan? Aan het Presidium stel ik de expliciete vraag wat dit betekent. Ik ben één keer onderwerp geweest …
De voorzitter:
Dank u wel.
De heer Omtzigt (CDA):
Nee, ik ben één keer onderwerp geweest van een onderzoek van de Rijksrecherche. Dat was voor …
De voorzitter:
Dank u wel.
De heer Omtzigt (CDA):
Nee, het weegt voor mij heel zwaar dat wij onderwerp van zo'n onderzoek kunnen zijn …
De voorzitter:
Ik wil u niet het woord ontnemen, maar dit is de regeling van werkzaamheden waarin een verzoek wordt gedaan en toegelicht. Dat hebt u vorige week ook al twee keer gedaan. Ik geef u daar de ruimte voor, maar ik beperk u daarbij wel in uw spreektijd. Uw punt is helder.
De heer Van Weyenberg (D66):
Steun voor het verzoek van de heer Van Raak. Als het kabinet zegt dat niet gelekt wordt, dan is dat misschien omdat je bij lekken denkt aan een situatie waarin er heel af en toe een druppel water valt, terwijl de kraan gewoon wijd open is gezet. Wellicht is dat nu aan de hand. De heer Van Raak heeft volstrekt gelijk. Wij tekenen voor geheimhouding, maar ik zet elke dag om 16.00 uur snel de televisie aan om te kijken wat het lek van de dag is.
De voorzitter:
Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. Zoals ik al eerder zei, zal ik het punt bespreken in het Presidium. De Kamer hoort nog van mij.
De heer Van Raak (SP):
Hartstikke mooi, maar ik heb expliciet om een reactie gevraagd van de fracties van de Partij van de Arbeid en de VVD. Wat vinden zij van de manier waarop de verhoudingen tussen Kamer en kabinet worden ondermijnd?
De voorzitter:
U herhaalt dat verzoek. Zij hebben niet de plicht om die vraag te beantwoorden. De regeling van werkzaamheden is bedoeld …
De heer Van Raak (SP):
Het is stuitend en ontluisterend. Stuitend en ontluisterend!
De voorzitter:
Ik geef het woord aan mevrouw Leijten van de SP.
Mevrouw Leijten (SP):
Voorzitter. Morgen hebben wij een debat over de zorgvernielingen van Van Rijn. Het AO heet anders, maar het gaat over de decentralisatie Wmo/Wlz. Er zijn vier series Kamervragen die ik daar graag bij zou betrekken. Ik doe het verzoek om die zo snel mogelijk beantwoord te krijgen, het liefst voor morgen 11.00 uur, zodat wij de antwoorden voor het AO kunnen bestuderen. De vragen gaan over het bericht dat gemeenten de eigen bijdrage als melkkoe gebruiken (ingezonden op 24 augustus), over de opnamestop in de thuiszorg in Tiel (ingezonden op 12 augustus), over de dehumanisering in zorginstellingen (ingezonden op 25 augustus) en over het bericht dat er een opnamestop is voor dagbesteding en de jeugd-ggz in zorgboerderijen in het Noorden van het land (ingezonden op 21 augustus). Nogmaals, ik zou deze vragen graag voor morgen 11.00 uur beantwoord zien, opdat ik de antwoorden kan betrekken bij het debat.
De voorzitter:
Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.
Het woord is aan de heer Madlener van de PVV.
De heer Madlener (PVV):
Voorzitter. In mei kreeg ik steun van de Kamer voor mijn aanvraag van een debat over het ernstige probleem van geweld in het openbaar vervoer. De Griffie heeft het debat ingepland voor aanstaande woensdag, maar nu blijkt dat de staatssecretaris vlak voor een evaluatie zit die naar de Kamer wordt gestuurd. Het lijkt mij handig om die even af te wachten. Ik verzoek u om het debat uit te stellen met een week of zes, totdat die evaluatie klaar is.
De voorzitter:
Een kleine correctie: de Griffie heeft een voorstel gedaan en de Kamer heeft daarmee ingestemd. Het is ook de Kamer die kan besluiten om een debat van de agenda af te halen, maar daar moet een meerderheid voor zijn. Overigens kan ik u niet beloven dat het debat over zes weken direct op de agenda komt.
De heer Madlener (PVV):
De Griffie heeft het debat ingepland.
De voorzitter:
De Griffie heeft de Kamer een voorstel gedaan in een voorlopig schema en de Kamer heeft zich daar uiteindelijk niet tegen verzet. Nu legt u dit verzoek aan de Kamer voor. Dat mag. Ik maak deze opmerking alleen om de mensen van de Griffie niet een positie te geven die zij niet hebben. Zij doen heel erg hun best. U kunt voorstellen om het debat van de agenda af te halen.
Ik geef het woord aan de heer Hoogland. Pardon, de heer Knops heeft zich als eerste gemeld. Mijn excuses.
De heer Knops (CDA):
Dat hoeft niet, voorzitter. Het lijkt mij een zeer redelijk verzoek van de heer Madlener. Het is een belangrijk onderwerp. Het is veel beter om het debat zo snel mogelijk na de evaluatie te voeren. Steun voor het verzoek.
De heer Hoogland (PvdA):
Deze wat bestuurlijke insteek van de PVV spreekt mij wel aan. Ik zou tegen de heer Madlener willen zeggen: houd dat vast. Dat de voorzitter geen beloftes kan doen over het moment waarop het debat wel ingepland kan worden, snappen wij. Wij zullen de heer Madlener in ieder geval steunen als hij wederom zijn verzoek doet.
De voorzitter:
Om het dan wel op de agenda te plaatsen bedoelt u.
Mevrouw De Boer (VVD):
Akkoord met uitstel. Het is beter om te wachten totdat de evaluatie er is. Dan hebben wij ook iets om over te debatteren.
De voorzitter:
Mijnheer Kuzu. Oh, sorry, mijnheer Öztürk.
De heer Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk):
Oké. Steun voor het verzoek. Liever een debat waarin wij ook alle punten uit de evaluatie kunnen meenemen.
De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):
Als de Partij van de Arbeid waardering uit gaat spreken voor een verzoek van de heer Madlener, dan zijn wij een end weg. Het is ook inderdaad bureaucratische onzin wat hij uitslaat. Wachten op een evaluatie. Het gaat om zware mishandeling van NS-personeel! Wij hadden dat debat al maanden geleden moeten voeren, mijnheer Madlener. De Spoorwegpolitie had een halfjaar geleden al hier moeten zijn.
De voorzitter:
Geen steun voor het verzoek.
De heer Bashir (SP):
Ook namens de SP-fractie geen steun. Wat ons betreft, kan het debat gewoon doorgaan.
De heer Van Weyenberg (D66):
Steun voor het verzoek, juist omdat het zo'n belangrijk vraagstuk is en wij de evaluatie erbij nodig hebben.
De heer Dijkgraaf (SGP):
Ik begin de PVV-lijn van Rutte I weer te herkennen, dus steun voor het verzoek.
De voorzitter:
Mijnheer Madlener. U hebt de brede steun van de Kamer …
De heer Madlener (PVV):
Maar of ik daar blij mee moet zijn …
De voorzitter:
… voor uw verzoek. We zullen het debat van de agenda afhalen.
Het woord is aan mevrouw Dikkers voor een vooraankondiging. Dat kan zij bij de interruptiemicrofoon doen.
Mevrouw Dikkers (PvdA):
Het is een vooraankondiging voor een VSO, nog deze week te houden. Dit betreft de Landbouwraad die aanstaande maandag en dinsdag plaatsvindt. Ik doe deze vooraankondiging onder voorbehoud van de antwoorden van de staatssecretaris.
De voorzitter:
Inclusief stemmingen?
Mevrouw Dikkers (PvdA):
Inderdaad, inclusief stemmingen. Het spijt mij, collega's.
De voorzitter:
Dat maakt niet uit.
Mevrouw Dikkers (PvdA):
Ze zouden u eens moeten horen.
De voorzitter:
Het is uw recht.
Mevrouw Lodders, ik geef u alleen het woord als het om de vooraankondiging gaat. Een ander punt kan ik nu niet meer aan de orde stellen. Dat had u dan moeten aanmelden.
Mevrouw Lodders (VVD):
Dat begrijp ik, maar ik heb wel een vraag. Afgelopen week hebben wij exact hetzelfde gehad. Er zijn toen moties in stemming gebracht, terwijl het niet noodzakelijk was om daarover te stemmen voor de staatssecretaris naar Brussel zou vertrekken. Dat punt wil ik hier in ieder geval gemaakt hebben.
De voorzitter:
Ik snap dat. Komende donderdag hebben wij ook een debat ter voorbereiding op een andere Europese Raad. Het is sowieso handig om er rekening mee te houden dat er donderdag wordt gestemd. Ik snap uw punt. Het lijkt mij goed om daar een keer in een procedurevergadering over te spreken. Het is vaker aan de orde geweest dat er een VAO wordt afgesproken en dat er dan wel moties worden ingediend, maar dat die worden aangehouden en dergelijke. Dat is eigenlijk onhandig. In dit geval is er een voorbehoud gemaakt door mevrouw Dikkers. Wij zetten het VSO onder voorbehoud op de agenda.
Hiermee is er een eind gekomen aan de regeling van werkzaamheden.
De vergadering wordt van 16.00 uur tot 16.15 uur geschorst.
Voorzitter: Elias
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20142015-109-24.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.