7 Voedselprijzen

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 26 mei 2011 over voedselprijzen.

De voorzitter:

Ook nu gaan wij weer strikte spreektijden hanteren.

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. Bij het algemeen overleg over voedselprijzen zagen wij dat door duur voedsel 44 miljoen mensen extra in extreme armoede worden gedrukt, de inflatie groeit en de varkensboeren het dure voer voor de varkens niet meer kunnen betalen. Wij zijn verheugd over de inzet van de staatssecretaris. Hij kondigt aan dat hij in gesprek wil treden met de pensioenfondsen over hun rol in de hoge en instabiele voedselprijzen. Wil de staatssecretaris dat gesprek ook aangaan met de grootste banken en verzekeraars in Nederland? Daarbij lijkt het ons verstandig om in ieder geval te vragen naar hun banden met partijen die speculeren in de voedselmarkt, naar hun belang in de grondstoffenindexfondsen en naar hun aandeel in andere actieve handel zoals de high frequency trading.

Neemt de staatssecretaris ook de volgende twee zaken mee in zijn vervolgactie in de richting van pensioenfondsen en andere relevante financiële partijen? De Nederlandsche Bank meent dat de fors toegenomen grondstofgedreven handelsactiviteiten met gebruik van hefboomstrategieën in 2010 een risico vormen voor de financiële stabiliteit. In haar zeer recente rapport Price formation in financialized commodity markets concludeert de VN-handelsorganisatie UNCTAD dat na de grondstoffenindexfondsen de actieve handel, zoals exchange trade funds en high frequency trading, in opkomst is en veel invloed heeft op de voedselprijzen. Ik ga ervan uit dat de staatssecretaris ook nog zal reageren op onze notitie "Maatregelen tegen hoge voedselprijzen, honger en speculatie" die in het algemeen overleg ook aan de orde is geweest. De staatssecretaris gaf aan dat hij openstond voor regulerende maatregelen, mocht hij ervan overtuigd zijn dat speculatie en indexfondsen inderdaad bijdragen aan de hoge en instabiele voedselprijzen. Wij zijn dan ook benieuwd naar zijn conclusies en voorstellen.

Tot slot dien ik een motie in, mede namens mevrouw Thieme van de Partij voor de Dieren.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat ruim 80% van de geproduceerde grondstoffen verwerkt wordt tot veevoer;

constaterende dat de FAO waarschuwt voor sterke stijging van de voedselprijzen;

verzoekt de regering, te onderzoeken welk effect de productie van veevoer heeft op de stijgende voedselprijzen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Gerven en Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 58 (31532).

De heer De Mos (PVV):

Voorzitter. Ik vervang inderdaad collega Van Bemmel en bovendien spreek ik namens het Christen Democratisch Appel. Dat maakt het allemaal extra spannend.

Agrariërs en mkb'ers zijn machteloos tegenover de macht van de supermarkten. Daarom dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat verschillende productieketens zich, ondanks de lage prijsniveaus in Nederland, geconfronteerd zien met forse concurrentie op prijs;

overwegende dat productieketens doorgaans een veelheid aan schakels kennen welke van elkaar verschillen in onder andere omvang, productiewijze en kernactiviteiten;

overwegende dat deze ongelijke verdeling in onder andere grootte in combinatie met concurrentie op prijs in sommige gevallen leidt tot excessen en oneerlijke handelspraktijken van marktpartijen ten opzichte van elkaar, wat veelal ten negatieve uitpakt voor de agrarische sector;

overwegende dat partijen dit soort excessen niet in onderling overleg weten uit te bannen en het mededingingsrecht geen geschikt instrumentarium biedt om dit soort excessen tegen te gaan;

overwegende dat de gang naar de civiele rechter gezien de commerciële afhankelijkheid eveneens geen uitkomst biedt;

verzoekt de regering, een leidende rol te nemen in het overleg tussen marktpartijen om zo tot een gedragscode "inkoopmacht" te komen en het instellen van een mediator tussen alle sectoren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden De Mos, Van Bemmel en Koopmans. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 59 (31532).

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Voorzitter. Tijdens het algemeen overleg over voedselprijzen zijn er allerlei aspecten van voedselprijzen aan de orde gekomen. Zowel de staatssecretaris als de meeste partijen gaven blijk van bezorgdheid en inzet voor zowel de armsten van de aarde als de relatief rijke, maar soms toch ernstig benadeelde Nederlandse agrarische ondernemers. Een van de discussiepunten was de rol van speculatie. De ChristenUnie wil niet alleen transparantie van de derivatenhandel, maar ook afspraken om excessen te voorkomen. Daarom dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de handel in grondstofderivaten explosief is gegroeid in de laatste jaren;

overwegende dat de omvang van het prijsopdrijvend effect van deze handel niet is bewezen maar wel aanleiding geeft tot zorg;

van mening dat het onwenselijk is dat enorme hoeveelheden voedselproducten ongemerkt kunnen worden opgekocht door particulieren;

overwegende dat staatssecretaris Bleker heeft aangekondigd de inzet van Frankrijk in de G20 tot nader order te willen volgen;

verzoekt de regering om geen genoegen te nemen met maatregelen die slechts verbeterde transparantie beogen en in te zetten op regulering die de omvang van de voedselderivatenhandel kan beperken en excessen kan voorkomen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Wiegman-van Meppelen Scheppink, Dikkers en Van Gerven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 60 (31532).

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Tijdens het algemeen overleg riep de ChristenUnie de staatssecretaris op om verstandig te zijn en net te doen zoals Jozef vroeger. De boodschap was: bouw voorraadschuren! Dit kan stabiliteit geven, prijsschommelingen afvlakken en het laat ook ruimte voor gezonde marktwerking over.

Diverse vormen van interventiebeleid zijn denkbaar. De meeste zijn ondertussen binnen het GLB afgeschaft. Het instellen van beperkte voorraden is in onze optiek een slimme en goedkope aanpak. Daarmee kan veel resultaat worden behaald voor de meest kwetsbare mensen, die bij hoge voedselprijzen honger lijden, maar ook voor onze agrarische ondernemers, die bij meer stabiliteit gebaat zijn. Daarom dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat een stabiele voedselvoorziening van nationaal belang is;

overwegende dat landbouwmarkten zeer instabiel zijn en minder zelfoplossend vermogen hebben dan andere markten;

constaterende dat de extreme prijsvolatiliteit van voedselproducten in de laatste jaren wereldwijd tot miljoenen slachtoffers van honger en armoede heeft geleid;

van mening dat het instellen van beperkte strategische voedselvoorraden om onverwachte tekorten op te vangen, kan bijdragen aan het beperken van prijsschommelingen;

verzoekt de regering, zich binnen Europa in te zetten voor het opzetten van een Europees systeem van strategische voedselvoorraden en de Kamer hierover te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Wiegman-van Meppelen Scheppink en Van Gerven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 61 (31532).

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

De grootschalige import van soja versterkt niet alleen onze afhankelijkheid van import en wereldprijzen, maar verslechtert ook de lokale voedselproductie en de positie van boeren. Nadelen en risico's voor milieu en biodiversiteit zijn ook bekend.

Op 14 juni ontving de Kamer een brief van het kabinet over de kwetsbaarheid van Europese landbouw- en voedselsystemen, maar ik vond die kabinetsreactie vrij beperkt. Daarom zeg ik vanavond: ga serieus aan de slag met de conclusies en aanbevelingen uit het rapport van het Platform Landbouw, Innovatie & Samenleving. Daarom dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de productiecapaciteit van veevoer mede ten grondslag ligt aan voedselzekerheid;

overwegende dat een groot deel van het Europese veevoer uit geïmporteerde soja bestaat;

van mening dat een te grote afhankelijkheid van soja-import onwenselijk en risicovol is voor zowel de Nederlandse voedselzekerheid als de Nederlandse agrarische sector;

constaterende dat binnen Europa alternatieven bestaan voor soja om als grondstof voor veevoer te dienen, zoals lupine, voedererwten en veldbonen, maar dat deze alternatieven economisch gezien niet rendabel zijn ten opzichte van goedkope invoer;

verzoekt de regering, de wenselijkheid en uitvoerbaarheid van de in het rapport van het Platform Landbouw, Innovatie & Samenleving genoemde aanbevelingen voor de risicospreiding van soja-import en eventuele andere maatregelen te onderzoeken, en de Kamer hierover te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Wiegman-van Meppelen Scheppink en Dikkers. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 62 (31532).

De vergadering wordt van 22.05 uur tot 22.10 uur geschorst.

Staatssecretaris Bleker:

Voorzitter. De heer Van Gerven heeft mij gevraagd om een aantal dingen te doen als follow-up op de informatie die wij gaan inwinnen bij de pensioenfondsen. Eerst gaan wij dat gesprek voeren. Daar rapporteren wij vervolgens over en dan zullen wij bekijken of er nog andere instanties zijn waar veel geld ligt die wij ook nog zouden moeten benaderen. Dus eerst het een en dan eventueel het ander. Er volgt nog een reactie van mijn zijde op het rapport van de SP dat mij is aangeboden tijdens het AO en waar de heer Van Gerven aan refereerde.

Dan kom ik bij de moties. De motie op stuk nr. 58 beschouw ik als ondersteuning van beleid en zal ik met name in het nadere overleg met de FAO entameren. Dit doen wij immers niet als Nederland alléén, maar het is wel belangrijk om te doen.

Wat de motie van de heren De Mos, Van Bemmel en Koopmans op stuk nr. 59 betreft, ben ik bereid om het initiatief te nemen in het overleg tussen marktpartijen om te komen tot een gedragscode rond inkoopmacht. Ik vind het echter te vroeg om daar bij voorbaat die mediator aan te verbinden. Dat kan een uitkomst zijn, maar ik wil mij inspannen om datgene te doen wat in het eerste deel van het verzoek staat: initiatief en een leidende rol nemen in het overleg tussen marktpartijen enzovoorts. Een mediator kan een uitkomst zijn, maar dat onderdeel loopt op de zaken vooruit.

Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 60 over de regulering van de voedselproductie. Ik zie het als ondersteuning van beleid, want de transparantie die wij willen nastreven, ook in navolging van de Franse regering, moet geen faketransparantie worden; het moet tot iets leiden. Of daar meteen het woord regulering bij past, weet ik niet, maar het moet tot iets leiden, onder andere toegespitst op die voedselderivatenhandel. Op die manier zie ik het als ondersteuning van beleid: transparantie moet een interventie zijn die tot ordening, regulering en het voorkomen van uitwassen leidt.

Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 61 van mevrouw Wiegman en de heer Van Gerven, over strategische voorraden. Er zijn nu al noodvoorraden. Er wordt ook heel kritisch gekeken naar het behoud van noodvoorraden en naar de verdere uitbouw ervan op meerdere plekken en in meerdere delen van de wereld. Grote strategische voorraden zijn binnen de Europese Unie in het verleden niet effectief gebleken. Het is ook razend duur om ze aan te houden. Het zijn geen effectieve middelen gebleken; ze zijn in het verleden niet voor niets afgeschaft. Ik ben er dus geen voorstander van om terug te keren naar die situatie. We moeten er in mondiaal verband echter wel heel kien en scherp op zijn dat die noodvoorraden in voldoende mate op de goede plekken aanwezig zijn. Ik steun de motie dus gedeeltelijk, maar voor de rest ontraad ik haar.

De motie op stuk nr. 62 over soja-import is ondersteuning van beleid. Na de zomer kom ik met een nadere reactie op dit vraagstuk.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

De ingediende moties zullen aanstaande dinsdag in stemming worden gebracht.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven