Aan de orde is het spoeddebat over de zorg in het weekend in verpleeghuizen.

Mevrouw Agema (PVV):

Voorzitter. Door te weinig personeel worden bewoners van verpleeg- en verzorgingshuizen in het weekend steeds vaker aan hun lot overgelaten. Wij weten ook dat deze problemen explosief zullen toenemen. Tot 2020 zijn er een half miljoen extra zorgmedewerkers nodig om onze ouders, grootouders en straks ook u te verzorgen. Maar vandaag spreken wij over het nu, over dat in het nu het minimum aan zorg niet geboden wordt en verzorgingshuizen daarin veel te veel vrijheid krijgen. Mensen wonen niet voor niets in een verpleeg- of verzorgingshuis. Zij kunnen zichzelf niet meer verzorgen. De lichtste vorm van zorg bestaat uit ongeveer vier en een half uur verzorging per week en de zwaarste zo'n dertig uur intensieve verpleging.

Stelt u zich eens voor wat er gebeurt als die noodzakelijke zorg in het weekend achterwege blijft: natte bedden, volle luiers, etterende wonden, dorst en honger, angstig zijn, niet gewassen worden, vastgebonden worden, niet geholpen worden na een valpartij, geen of verkeerde medicatie en ga zo maar door. De kwaliteit van zorg is met de huidige personeelstekorten niet meer te garanderen. Hoe trots ik ook ben op al die medailles bij de Olympische Spelen en hoe spannend het wellicht is, te fantaseren over de mogelijkheden om die Spelen in 2028 naar ons land toe te halen, de taak van de staatssecretaris ligt hier. Zij moet dit oplossen, linksom of rechtsom.

Het best presterende verpleeghuis in ons land komt vier uur zorg per cliënt per week tekort. Het zou in ieder geval goed zijn om minimumeisen te stellen aan het aantal uren zorg per bewoner. Ik vraag de staatssecretaris daarom terug te komen op haar beslissing om het gemiddeld aantal uren zorg uit de zorgzwaartepakketten (ZZP's) te schrappen. Bestuurders zijn anders tot de gekste dingen in staat, zoals wij hebben kunnen zien bij het onvoorstelbare beleid, dat mede ingegeven is door personeelstekorten, om ouderen niet meer te reanimeren. Het is ook van belang dat wij meer weten over de omvang en de aard van personeelstekorten in de avonden, nachten, weekenden en vakantieperioden. Het is mooi dat naar aanleiding van ons voorstel mystery guests nu de zorginstellingen gaan inspecteren maar dezen moeten ook gaan inspecteren buiten kantooruren.

Verder moet er een noodplan voor zorgmedewerkers komen. Wij hebben het al een aantal keren voorgesteld maar het komt er maar niet van. De problemen reiken veel verder dan een half miljoen paar handen bij elkaar zoeken want het gaat er ook om of die handen wel te vinden zijn. Hoe staat het nu met de 250 mln. die de staatssecretaris uittrok voor de 5000 tot 6000 extra zorgmedewerkers tot 2020? Hoe staat het verder met de adviescommissie Werken aan zorg? Wordt die net zo voortvarend als de Deltacommissie?

De heer Jan de Vries (CDA):

Het verbaast mij zo dat mevrouw Agema blijkbaar pas wakker wordt als zij 's morgens om half zes de krant leest bij de benzinepomp, want zij brengt hier allerlei dingen naar voren die wij regelmatig met de staatssecretaris bespreken. Wij hebben in juni nog een debat gevoerd over de kwaliteit van de ouderenzorg en wij hebben in het voorjaar nog gedebatteerd met het kabinet over de arbeidsmarktproblematiek. Er is beleid in gang gezet, er zijn keuzes gemaakt, daar hebben wij met elkaar over kunnen debatteren, maar toch vindt mevrouw Agema het nodig om op basis van een ad-hocspoeddebatje opnieuw allerlei dingen te berde te brengen en allerlei beelden neer te zetten, die overigens ook geen recht doen aan de feiten in diezelfde verpleeg- en verzorgingshuizen.

Mevrouw Agema (PVV):

In ieder geval lag u nog in uw bed toen ik bij de pomp stond. Overigens was ik wel degelijk aanwezig bij al die vergaderingen. Waar het om gaat, is dat deze problemen niet opgelost zijn. Het zijn geen problemen die achter ons liggen, het zijn de problemen van nu, van vandaag, van dit weekend, van komend weekend en het weekend daarop. Als u dit debat niet wilt voeren, kunt u misschien beter een andere dienstbetrekking zoeken, want de komende jaren zullen wij het hier voortdurend hebben over de personeelstekorten in de verzorgingstehuizen en de verpleeghuizen. Als u daar geen zin in heeft, sorry, maar dan moet u echt iets anders gaan doen.

De heer Jan de Vries (CDA):

Mevrouw Agema heeft de illusie of in ieder geval wekt zij de verwachting, dat zij met haar spoeddebatjes de problematiek van vandaag morgen opgelost zal hebben. Daarmee heeft zij geen enkel vertrouwen in dezelfde professionals en verpleegkundigen en al die andere zorgwerkers die hard bezig zijn om te werken aan de kwaliteit. Wij behoeven dit hier niet elke week opnieuw te bespreken. Wij hebben duidelijke afspraken met het kabinet gemaakt. De sector is aan het werk om die verbeteringen aan te brengen. Met uw spoeddebatten, mevrouw Agema, en met uw retoriek belemmert u alleen maar die ontwikkelingen.

Mevrouw Agema (PVV):

Dat is beslist een verkeerde veronderstelling van u. Het gaat helemaal niet goed en er zijn heel veel dingen die wij kunnen doen. Wij kunnen ervoor zorgen dat wij betere informatie krijgen door ook in de weekenden te inspecteren. Wij moeten die minimumeisen stellen, want als wij ze niet stellen, zijn besturen tot van alles in staat. Wij moeten hier de vinger aan de pols houden en veel meer vragen en eisen van deze staatssecretaris, die wel bij de Olympische Spelen zit, maar nu geen antwoorden heeft. Ik wil graag dat wij dit nu eens oplossen, zodat wij hier inderdaad niet elke week hoeven te staan. Ik verwacht dan wel van u wat medewerking. Dan verwacht ik ook dat u ook eens een keer onze voorstellen steunt.

Mevrouw Wolbert (PvdA):

Ik hoor mevrouw Agema zeggen dat er meer gekeken en gecontroleerd moet worden en beter opgelet. Dezelfde mevrouw Agema zegt in alle andere debatten en overleggen altijd: weg met de papieren en weg met tijdschrijven. Wat wil zij nu eigenlijk? Denkt zij nu werkelijk dat zij de sector verbetert door elke keer opnieuw de vinger te leggen op wat niet goed gaat en hier de meest verschrikkelijke beelden over de verpleeg- en verzorgingshuizen neer te zetten, en nooit, maar dan ook werkelijk nooit, iets te zeggen over wat daar wel goed gaat? Wij hebben hier overleggen over inspectieonderzoeken waarin staat dat drie kwart van de huizen redelijk tot goed presteert. Waarom gaat zij daar nu eens niet op in? Zij is altijd negatief.

Mevrouw Agema (PVV):

Als alles goed ging, dan hadden wij hier geen werk. De Kamer gaat namelijk niet over wat goed gaat, maar over wat niet goed gaat, waar er problemen zijn. Het is de realiteit dat mensen in onze verzorgingshuizen in de weekenden zonder zorg zitten, dat mensen verpieteren, uitgedroogd of ondervoed raken. Dat is de realiteit en als u uw ogen daarvoor sluit, zou u zich moeten schamen!

Mevrouw Wolbert (PvdA):

De realiteit is dat u met dit beeld de sector zo'n ongelooflijke imagoschade aanbrengt dat niemand daar meer wil werken. U zegt terecht dat één van de problemen in de weekenden is dat het moeilijk is om personeel te krijgen. Dat komt omdat steeds minder mensen zich inschrijven voor opleidingen en omdat instellingen steeds grotere problemen hebben om goede, betrokken en gekwalificeerde mensen te krijgen. U doet de mensen die daar werken er onrecht mee aan. Nog veel ernstiger is dat u een heel negatief imago versterkt, terwijl wij hier alles op alles zouden moeten zetten om de positieve kanten van de sector te belichten en het nu eens te hebben over wat er wel goed gaat. U moet ophouden om elke keer weer vanuit uw betrokkenheid de sector ongelooflijke schade te berokkenen.

Mevrouw Agema (PVV):

Ik denk dat u uit uw bankjes moet komen om eens wat te gaan doen, want als wij niets doen, dan blijven die problemen bestaan. Het is eigenlijk te stuitend voor woorden dat u uw kop in het zand steekt door te stellen dat wij het er maar niet over moeten hebben. Door te stellen dat als wij het erover hebben, er imagoschade ontstaat. Het imago is niet best, want er is veel te weinig zorg. Er zijn veel te weinig medewerkers. Nogmaals, het beste verpleeghuis heeft vier uur zorgtekort per medewerker per week. Het beste verpleeghuis! En dan mag ik het er niet over hebben? Ik mag niet vragen of het beter kan? Waar is de PvdA?

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Wat moet je nog weten, wat moet je nog horen en wat moet je nog zien om te beseffen dat er misstanden zijn in onze verpleeghuizen? Door het wanbeleid is er sprake van schoffering van de generatie die ons land heeft opgebouwd. Die generatie verdient toch beter. Hetzelfde geldt voor de werkers in de verpleeghuizen die zich dag in, dag uit het vuur uit de sloffen lopen om er ondanks alles het beste van te maken. Zij beseffen dagelijks dat het niet goed genoeg is.

De tekortschietende zorg kan leiden tot mensonwaardige situaties: te laat uit bed, te lang in de luier, niet naar het toilet en te laat en te koud eten. Dit is helaas allemaal bekend. Dit is helaas geen nieuws. Hoe teleurstellend en beschamend het allemaal ook is, er is nog geen teken van een oplossing. "Tekortschietende zorg is een sluipmoordenaar. Ondervoeding en uitdroging zijn sluipmoordenaars." Agnes Kant sprak deze woorden in 2002 uit. Wij hadden toen een meldweek en daarin presenteerden wij het rapport Waar een rijk land arm in is. Dat ging over de verpleeghuizen. Ik had ook een citaat van Jan Marijnissen kunnen nemen uit 1996. Precies dezelfde spoeddebatten werden toen hier gevoerd. "Ik heb deze maand een bewoner in haar eigen overgeefsel moeten laten liggen, omdat er geen hulp kon komen op korte termijn. Ik heb er wel voor gezorgd dat mevrouw niet in haar eigen overgeefsel zou stikken. Ik kon haar niet helpen en zulke dingen overkomen ons vaker. De motivatie van ons op de werkvloer neemt af, omdat er juist hier gekort wordt." Deze verpleegkundige werkt 's nachts in haar eentje op 36 bewoners. Steeds meer verpleegkundigen en verzorgenden stoppen ermee, met pijn in het hart. Het water staat hun aan de lippen en het is dweilen met de kraan open. Ook hier moet een deltaplan komen en niet alleen voor de wijken.

Meer handen aan het bed, maak werk van die 5000 tot 6000 beloofde handen! Doe iets aan de functiedifferentiatie! Reageer op het meldpunt van NU'91! Dit zijn serieuze zaken, maar er wordt al jaren op de handen gezeten voor wie daarover nog wat wil zeggen. Ik roep de staatssecretaris op: pak dit nu aan of ga iets anders doen.

Mevrouw Wolbert (PvdA):

Mevrouw de voorzitter. De fractie van de Partij van de Arbeid ziet af van een inbreng.

De heer Jan de Vries (CDA):

Mevrouw de voorzitter. De CDA-fractie heeft geen enkele behoefte aan een vraag of een opmerking in de richting van de staatssecretaris. Ik hoop dat wij snel aan het werk kunnen.

De voorzitter:

Mevrouw Wiegman is er niet. Mevrouw Van Miltenburg ook niet.

Mevrouw Sap (GroenLinks):

Mevrouw de voorzitter. Heel kort en ik zou dit graag even hier uitspreken en niet op het spreekgestoelte.

Ik ben niet zo'n voorstander van spoeddebatjes, maar wat er nu toch weer van NU'91 naar buiten is gekomen, is wel zo ernstig dat ik de hartenkreet en het pleidooi van mevrouw Leijten wil ondersteunen. De verpleeghuizen zijn echt het weeskindje van de zorg en wij zitten op dit punt in een neerwaartse vicieuze cirkel. Mensen kunnen steeds minder inhoud aan hun werk geven doordat zij de benodigde zorg, waar toch hun hart ligt, niet meer kunnen leveren. Zij voelen zich bijna gedwongen om uit de sector te vertrekken. Ik denk dat er echt een veel sterkere inzet nodig is dan er nu gepleegd wordt. Hoe denkt de staatssecretaris deze misstanden in haar periode te stoppen? Welke maatregelen denkt zij te kunnen treffen, ook om te voorkomen dat zij over twee jaar de geschiedenis ingaat als de volgende bewindspersoon die dit niet heeft kunnen oplossen?

De voorzitter:

Ik vraag u om volgende keer toch gebruik te maken van het spreekgestoelte, opdat de collega's u desgewenst kunnen interrumperen.

Staatssecretaris Bussemaker:

Mevrouw de voorzitter. Er gaat heel veel goed in de verpleeghuissector. Zullen wij daarmee eens beginnen? Er gaat heel veel goed. Er zijn wel eens dingen die niet goed gaan en ik zal de laatste zijn om daarvoor dan niet de aandacht te vragen. Ik wil dit echter samen met de sector doen. Ik wil dit op een goede en zorgvuldige manier doen. Daarbij helpt het niet om elke keer op basis van incidenten over een geval te spreken. Daarbij helpt het wel om samen met de sector, met de instellingen, met de medewerkers en met de cliënten van gedachten te wisselen over de vraag hoe het beter kan.

Vier jaar geleden zijn hier heftige debatten gevoerd over hetgeen er mis was in de verpleeghuizen. Daarvan heeft de sector geleerd. Afgelopen dinsdag hebben wij met elkaar een mijlpaal bereikt doordat gegevens over de kwaliteit van de verpleeghuizen, verzorgingshuizen en thuiszorg openbaar zijn gemaakt en kunnen worden vergeleken. Het zou mij een lief ding waard zijn als ik daarover met de Kamer van gedachten zou kunnen wisselen. Of het nu gaat om klachten van cliënten, van instellingen of van aanbieders, ik neem ze alle serieus. De klachten van NU'91 zijn nog niet openbaar. Ik ben graag bereid om daarnaar te kijken.

Wij hebben de Kamer al eerder een brief over de arbeidsmarkt toegezegd waarin dit allemaal weer naar voren zal komen. Wij kunnen dit niet alleen; ook dit moet samen met de sector. Wij zijn hiermee voortvarend bezig en alle vragen van mevrouw Agema zullen daarin terugkomen.

Overigens wijs ik erop dat er morgen in de Staatscourant wordt gerapporteerd over het stagefonds.

Ik heb hieraan niets meer toe te voegen.

Mevrouw Agema (PVV):

Is de staatssecretaris hiermee aan het einde van haar betoog gekomen?

Staatssecretaris Bussemaker:

Ja.

Mevrouw Agema (PVV):

Nee toch? Ik heb toch vragen gesteld?

Staatssecretaris Bussemaker:

Nee, u hebt geen vragen gesteld.

Mevrouw Agema (PVV):

Ik heb vragen gesteld over de adviescommissie, over de...

Staatssecretaris Bussemaker:

Ik heb daarop al antwoord gegeven. Wij hebben hierover in juni met elkaar gesproken. Mevrouw Agema heeft verder gevraagd naar 5000 tot 6000 handen aan het bed. Dit komt terug in de brief over het arbeidsmarktbeleid en verder heeft zij mij geen vragen gesteld.

Mevrouw Agema (PVV):

Ik heb een aantal vragen gesteld, ook over het inspecteren buiten kantooruren en over een noodplan voor zorgmedewerkers. Ik heb gevraagd wanneer er een adviescommissie komt. Wat is dit voor een belachelijke vertoning?

Staatssecretaris Bussemaker:

Dit is een herhaling van zetten. Wij hebben deze punten al uitgebreid besproken en ik ben graag bereid dat weer te doen, maar dan wel op basis van een zorgvuldige voorbereiding.

Mevrouw Agema (PVV):

Goed. Ik zal dan nu mijn vragen stellen. Wil de staatssecretaris steeds benadrukken dat het om incidenten gaat? Daar gaat het niet om. Ik zei al in mijn inbreng dat volgens de NZa het beste verpleeghuis vier uur per week per cliënt tekort komt. Ik spreek niet over incidenten; ik spreek over structurele problemen. Ik vraag de staatssecretaris dat niet voortdurend te bagatelliseren.

Mijn tweede vraag gaat over de website Kiesbeter.nl. Een derde van de zorginstellingen levert geen gegevens aan. Hoe kunnen wij de kwaliteit dan controleren? Als de Inspectie dan ook nog eens op basis van Kiesbeter.nl verpleeghuizen gaat bezoeken, terwijl vijfhonderd tehuizen er niet eens op staan, waarover hebben wij het dan? Dat is toch een wassen neus?

Staatssecretaris Bussemaker:

De opmerking over vier uur per week per patiënt te weinig, is gemaakt op basis van het rapport van de NZa uit 2006, waarin geïndiceerde en geleverde zorg aan de orde kwamen. Er bestond overigens geen directe relatie met de geleverde kwaliteit. Er is een oplossing en een aanpak naar aanleiding van dat rapport gekomen, namelijk een investering van 250 mln. extra en afspraken met de instellingen om effectiever te handelen.

Op de tweede vraag van mevrouw Agema wil ik graag terugkomen op basis van de stukken die bij de bespreking van afgelopen dinsdag horen, om te kijken hoe wij de tehuizen die nog niet meedoen, kunnen stimuleren en aanmoedigen dat wel te doen. De vergelijking via Kiesbeter.nl draagt veel en veel meer bij aan de verbetering van kwaliteit en de vergelijking dan de voorstellen die ik mevrouw Agema heb horen doen.

Mevrouw Agema (PVV):

Hoe denkt de staatssecretaris over verplicht meedoen?

Staatssecretaris Bussemaker:

Dat sluit ik niet uit. Ik vraag nogmaals dit debat te houden als de stukken zijn geagendeerd. De Kamer heeft de stukken ontvangen. Ik vind ze zeer de moeite waard. Ik zeg nog maar een keer dat het een mijlpaal in de sector verpleeghuizen en thuiszorg is, waaraan nog veel te verbeteren valt. Laten wij dat onderzoeken en hier niet op grond van losse flodders met elkaar debatteren.

Mevrouw Leijten (SP):

Moeten wij debatteren op basis van stukken van deze staatssecretaris, die haar kop in het zand steekt als het gaat om de gevolgen van fusies, functiedifferentiatie en thuiszorgmedewerkers en huishoudelijke hulpen die vanwege de Wmo en masse worden ontslagen? Wij hebben hierover meerdere debatten gevoerd en door haar reactie op Kamervragen toont de staatssecretaris dat het haar niet veel interesseert. Zij vindt dat over de zakkenvullende topbestuurders wel een sectorale afspraak kan worden gemaakt. Nee, er gebeurt niet zoveel.

De website vind ik maar een virtuele werkelijkheid. Gaan wij de mensen die afgelopen weekend geen zorg en medicatie hebben gekregen en pijn hebben geleden, zeggen: dan had u maar beter moeten kiezen; u had het op de website kunnen vinden? Ik mag toch hopen dat wij die kant niet opgaan.

Staatssecretaris Bussemaker:

De website is een hulpmiddel om cliënten te stimuleren een goede keuze te maken. Het gaat vanzelfsprekend om objectieve medische zorg. Het kan ook gaan om subjectieve oordelen over wat iemand prettig vindt. Dat kan gelukkig per individu verschillen. De basiszorg moet overal op orde zijn. Ook daarover ben ik graag bereid te allen tijde met de Kamer te debatteren. Maar laten wij niet elke keer weer een incident naar voren halen en op die manier de hele sector op een totaal verkeerde manier voor het voetlicht brengen. Daarmee bezorgt de Kamer zichzelf geen dienst, maar ook de sector niet. Laten wij goed kijken naar wat beter kan. Ik ben niet doof voor kritiek en de opmerking dat ik niet ben geïnteresseerd in de problemen rond de Wmo, de fusies en het medicijngebruik in verpleeghuizen, houd ik verre van mij.

Mevrouw Leijten (SP):

Dat blijkt niet echt uit de antwoorden op de Kamervragen en dat spijt mij zeer. Vorige week was ik aanwezig bij een demonstratie van thuiszorgmedewerkers. Zij waren woedend. De minister van VWS wilde ze aanvankelijk niet eens te woord staan, maar deed dat wel met de pers. Zij waren woedend en zeiden stuk voor stuk dat de staatssecretaris en de minister maar eens een week met de thuiszorg moesten meelopen. De staatssecretaris praat met de vertegenwoordigers van deze mensen. Zij moet eens met de mensen zelf praten. Zij reageert niet op klachten over functiedifferentiatie en op schoonmaakbedrijven die nu worden ingezet voor de huishoudelijke hulp. Zij zit op haar handen. De beloofde extra handen aan het bed waren van vorig jaar, maar zijn nog steeds niet gerealiseerd. Moeten wij wachten op de informatie van de staatssecretaris? Ik haal de informatie liever uit de werkelijkheid en wens daarover te discussiëren. Ik hoop dan ook dat de staatssecretaris dan gewoon meedoet. Het zijn helaas geen incidenten.

Staatssecretaris Bussemaker:

Zowel mevrouw Agema als mevrouw Leijten heeft een beperkt inzicht in mijn agenda. Dat begrijp ik ook wel. De een denkt dat ik alleen bij de Olympische Spelen ben, de ander dat ik alleen met bestuurders overleg. Geen van beide is juist. Ik loop ook mee met medewerkers in de thuiszorg en in verpleeghuizen. Ik zie daar soms ook best schrijnende situaties, dat veeg ik niet onder stoelen of banken. Maar ik zie ook dat er ontzettend goed gewerkt wordt en dat er een enorme inzet is om tot verbeteringen te komen. Ik zeg u ook dat ik graag bereid ben om er met iedereen, juist op de werkvloer, over te spreken hoe het beter kan. Dus zeg mij niet dat ik mijn informatie alleen van bestuurders krijg of van papier haal. Wij spreken hier over een werkelijkheid waarin zaken goed en minder goed gaan en waarin ik hoop, samen met u te kunnen werken aan een verdere verbetering.

Mevrouw Leijten (SP):

Ik laat mij niet zeggen dat ik geen respect heb voor de inzet van het personeel, want ik weet hoe hoog die is en ook hoe schamel de beloning is in verhouding met die van de topbestuurders. Ga daar dan in ieder geval mee beginnen. Daarvan zegt u zelfs dat u niets doet. Er is zoveel te doen in de zorg en er wordt zo lang gepolderd. Het is goed dat u meeloopt en ik hoop dat u dat nog lang blijft doen, want dat geeft inspiratie om zaken te veranderen in de zorg.

Staatssecretaris Bussemaker:

Ik weet niet of mevrouw Leijten ook de agenda van de Kamer goed in haar hoofd heeft, maar als ik het goed heb, wordt op tien meter hier vandaan op dit moment een debat gehouden over topsalarissen in de semipublieke sector. Ik weet niet of het slim is om twee debatten over hetzelfde onderwerp op tien meter van elkaar in twee verschillende ruimten te voeren. Dat debat wordt dus gevoerd.

Mevrouw Agema (PVV):

Voorzitter. Als wij hier incidenten bespraken, zouden wij hier niet staan. Het gaat erom dat er in de zorg geen incidentele personeelsproblemen zijn maar structurele, en dat die structurele problemen steeds groter worden. Er worden ook geen minimumeisen gesteld aan het aantal uren zorg dat geleverd wordt, terwijl wij dat juist wel moeten doen. Wij moeten dit dus niet schrappen uit de zorgzwaartepakketten. Het gaat om natte bedden, volle luiers, etterende wonden, dorst, honger, niet gewassen worden. Dan vind ik het werkelijk stuitend welke wending dit debat krijgt, want het zijn de problemen van nu en zij zijn in het nu nog lang niet de wereld uit. Ik heb daarom een aantal voorstellen die ik heb verwoord in moties gezet, die ik hierbij indien.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering, te bewerkstelligen dat er een norm komt voor het minimumaantal uren zorg dat per bewoner (zorgzwaartepakket) geleverd moet worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Agema. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 182(31200 XVI).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering, te komen met een deltaplan voor de arbeidsmarktproblemen in de zorg,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Agema. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 183(31200 XVI).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering, te bewerkstelligen dat de Inspectie voor de Gezondheidszorg ook 's avonds, 's nachts en in het weekend bij verpleeg- en verzorgingshuizen inspecties zal gaan uitvoeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Agema. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 184(31200 XVI).

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Ik begrijp best dat CDA, VVD en PvdA het woord niet willen voeren. Zij zijn namelijk nogal debet aan de problemen in de zorg, aan de ingezette marktwerking en de concurrentieslag, waardoor medewerkers productiewerkers zijn geworden. Dat zeggen zij ook letterlijk in het rapport van NU'91.

Ik dien een motie in. Volgens mij is de kern om de situatie te verbeteren.

Mevrouw Van Miltenburg (VVD):

U refereert aan het rapport van NU'91, dat de VVD tot op heden nog niet heeft kunnen bemachtigen omdat NU'91 dat nog op een later moment vandaag wilde presenteren.

Mevrouw Leijten (SP):

Eén van de meldingen voor het rapport heeft in het AD gestaan. Het gaat om persoonlijke ervaringen van medewerkers. Die had mevrouw Van Miltenburg ook al veel eerder kunnen kennen, want het betreft gewoon de dagelijkse praktijk. Mevrouw Van Miltenburg spreekt echter van incidenten, evenals de staatssecretaris.

Mevrouw Van Miltenburg (VVD):

Hoe is het mogelijk dat de SP-fractie het gehele rapport van NU'91 tot haar beschikking heeft, terwijl de rest van de Kamer dat voor zover ik weet niet heeft?

Mevrouw Leijten (SP):

Ik heb vanochtend met NU'91 gebeld met het verzoek of ik het rapport in kon zien. Ik wist dat het vandaag zou worden gepresenteerd, maar ik kon niet bij het debat zijn. Mevrouw Van Miltenburg had dat ook kunnen doen. Dan had zij het rapport ook gehad.

Mevrouw Wolbert (PvdA):

Ik heb dat gedaan, maar het is mij expliciet geweigerd.

Mevrouw Leijten (SP):

Dan moet u bij NU'91 zijn.

Mevrouw Wolbert (PvdA):

Ik vraag de staatssecretaris of haar de gegevens ook zijn geweigerd. Heeft zij datzelfde bericht van NU'91 gehad?

De voorzitter:

Daar kan de staatssecretaris op antwoorden in haar eigen termijn.

De heer Jan de Vries (CDA):

Voorzitter. Dit is precies wat mijn fractie zo irriteert aan dit soort spoeddebatjes. Er is sprake van opzetjes van de SP, in dit geval samen met NU'91 en de SP-fractie, waarbij er met informatie wordt geschermd die andere fracties blijkbaar niet krijgen. Ik ben benieuwd of de staatssecretaris die informatie heeft gekregen. De SP zet hiermee het beeld neer dat er hier partijen zijn die geen behoefte hebben aan dit type debat en geen oog hebben voor de problematiek. Ik neem daar afstand van. Ik vind dat goedkoop populisme. Mevrouw Leijten zou recht doen aan de inzet van de staatssecretaris en van die van de Kamer als geheel als zij ook zou kijken naar de debatten die wij tot op heden hebben gevoerd over de kwaliteit van de zorg in verpleeghuizen en verzorgingstehuizen en over de arbeidsmarkttekorten. Daar hoeven wij niet elke week een spoeddebat over te houden. Daarvoor hebben wij zorgvuldige procedures. Vervolgens hebben wij zorgvuldige en uitgebreide debatten.

Mevrouw Leijten (SP):

De heer De Vries moet kijken naar waarom wij dit spoeddebat hebben. Het ging om wat er in het AD stond over het feit dat er in verpleeghuizen geen weekendzorg is. Daar gaat het spoeddebat over. Er hebben al diverse keren meldingen in de kranten gestaan. Wij weten er allemaal van. Wij krijgen die ook door van andere vakbonden, ook over het personeel. Ik wijs op het gevolg van de functiedifferentie en de onderbemensing. Dat stond al in het rapport van 2002. Dat is geen nieuwe informatie, helaas niet. Het is allemaal gesneden koek. Het is geen opzetje. Mevrouw Agema heeft dit spoeddebat aangevraagd. Ik heb slechts gevraagd of ik het rapport mocht inzien. Vervolgens is mij dat toegestuurd. Dat moet verder maar met NU'91 worden doorgesproken. Al die werkers in de zorg komen overigens in heel veel krantenartikelen en in heel veel televisieprogramma's aan bod. Zij geven iedere keer aan dat zij niet het werk kunnen doen wat zij willen doen en waarvoor zij zijn opgeleid.

De heer Jan de Vries (CDA):

Mijn fractie neemt afstand van de suggestie van mevrouw Leijten – zij heeft heel bewust steun verleend aan de aanvraag voor het spoeddebat – dat zij de enige is in dit huis die ziet wat er in de zorg gebeurt. Daarmee doet zij geen recht aan alle uitgebreide debatten hierover en alle stukken die wij daarover wisselen. Op die manier hopen wij met elkaar, SP, coalitie, oppositie en regering, een bijdrage te leveren aan de kwaliteit van de zorg. Mevrouw Leijten moet niet doen alsof de SP-fractie de enige fractie is die het probleem ziet.

Mevrouw Leijten (SP):

Ik had graag gezien dat de Kamer in het verleden voorstellen van ons had gesteund. Gelukkig heeft dit kabinet ons voorstel over het stagefonds, dat wij al jaren inbrengen, overgenomen. Het staat deze week zelfs al in de Staatscourant. Dat is een heuglijk feit. Wij doen al jaren voorstellen ter verbetering. Ik had daarvoor graag de steun van het CDA gehad, want wij voeren inderdaad te vaak debatten over deze kwestie. Dat komt echter, omdat men blijft zeggen dat het incidenten zijn, maar dat is niet juist. Deze zomer werd bekend dat de medewerkers in de zorg die zorg en masse verlaten, omdat zij het niet meer kunnen.

Ten slotte dien ik de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er al jaren onrust is over de kwaliteit van de zorg in verpleeg- en verzorgingstehuizen;

overwegende dat uit onderzoeken van NU'91 en de V&VN blijkt dat steeds meer zorgpersoneel stopt;

overwegende dat uit onderzoek van V&VN blijkt dat verpleegkundigen en verzorgenden zeggen dat door de hoge werkdruk de kwaliteit van de zorg niet gegarandeerd kan worden;

overwegende dat dit de kwaliteit van de zorg niet ten goede komt;

van mening dat onze ouderen recht hebben op een menswaardige oude dag in verpleeg- en verzorgingstehuizen;

verzoekt de regering, een noodplan op te stellen met als doel de kwaliteit in de ouderenzorg te verbeteren en er zorg voor te dragen dat de werkdruk verlaagd wordt en het personeel op de vloer behouden blijft,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Leijten. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 185(31200 XVI).

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Ik heb nog één opmerking over kiesBeter.nl. Ik vind het echt een teken aan de wand dat het dus blijkbaar nodig is dat je sterren kunt gaan scoren voor een verpleeghuis dat wellicht twintig of 200 kilometer verder weg ligt dan de plek waar je eigenlijk zou willen wonen.

Staatssecretaris Bussemaker:

Voorzitter. Mevrouw Agema wijst op structurele problemen op de arbeidsmarkt. In het voorjaar hebben wij hierover uitgebreid gedebatteerd met de Kamer. Er is een motie aangenomen – volgens mij is dit de motie-Schippers – waarin wordt gevraagd om met concrete voorstellen te komen. De Kamer krijgt deze van ons. Hierover zullen wij vervolgens weer debatteren en het lijkt mij nuttig om het debat bij die gelegenheid te voeren.

De aanneming van de moties van mevrouw Agema over een minimumnorm per bewoner bij het zorgzwaartepakket ontraad ik. Bij de zorgzwaartepakketten willen wij immers juist differentiëren naar zwaarte van de zorg en niet voor iedereen hetzelfde uitgangspunt hanteren.

Ik ontraad verder de aanneming van de motie van mevrouw Agema om te komen met een deltaplan voor de arbeidsmarktproblemen in de zorg. Er ligt hierover al een motie van de Kamer en wij zijn bezig om deze uit voeren. Graag ga ik hierover weer met de Kamer in debat.

Mevrouw Agema heeft voorts een motie ingediend over de inspectie door de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Onlangs heeft de Kamer met de minister van gedachten gewisseld over de inspectie. Hierbij is toegezegd dat er meer onverwachte inspecties van de IGZ zullen plaatsvinden. Zelfs is toegezegd dat het voorstel van de "mystery guest" handen en voeten zal krijgen. Ik ontraad dan ook de aanneming van deze motie.

Mevrouw Leijten van de SP-fractie heeft verwezen naar het rapport van NU'91. Zij noemt dit ook in haar motie. Ook ik heb de gegevens niet gekregen. Ik ben zeer benieuwd naar deze gegevens en ik zal ze ook serieus nemen. Ik ga ze onmiddellijk bekijken als ze vanmiddag openbaar zijn. Het zou wel fijn zijn als wij met elkaar over dezelfde gegevens kunnen beschikken en niet debatteren over één incident dat in het AD van 28 augustus is gemeld.

Met de VNVN heb ik al gesproken. Ik deel hun zorgen over de arbeidsmarkt. Er valt op dit punt veel te verbeteren, zoals ik zo-even al heb opgemerkt. Overigens zeg ik erbij dat in de afgelopen jaren in de zorg sprake is van een groei van 4% per jaar. De sector zorg is nu al de grootste arbeidsmarktsector in Nederland en zal nog verder groeien. Tevens merk ik op dat het stagefonds geen voorstel was van de SP maar dat het kabinet hiermee toevallig de motie-Bussemaker uitvoert.

KiesBeter.nl gaat tot slot niet over sterren voor een verpleeghuis 200 kilometer verderop. Het geeft mensen de gelegenheid om juist ook dichtbij te bezien wat voor hen de belangrijkste elementen zijn waarop zij willen letten. Daarnaast is KiesBeter.nl een stimulans voor instellingen die nog niet zo goed scoren, om beter te presteren.

Mevrouw Agema (PVV):

Ik heb twee vragen. De staatssecretaris kan toch niet een motie afwijzen waarin wordt gevraagd om niet alleen onaangekondigd te inspecteren, maar om ook 's avonds, 's nachts en in het weekend te inspecteren? Dit kan zij toch niet menen? De tweede vraag betreft het volgende. Oorspronkelijk was in de zorgzwaartepakketten wel een minimum aantal uren genoemd. Als een bewoner gemiddeld 30 uren zorg nodig heeft, biedt dit inzicht in de vraag of deze ook geleverd wordt. Nu wordt dit geschrapt. Dan is het toch logisch dat er verzorgingshuizen zullen zijn die onder deze grens gaan zitten? De staatssecretaris kan toch geen vertrouwen hebben? Wij hebben de afgelopen weken toch gezien wat er gebeurt met betrekking tot bijvoorbeeld reanimatie? Bestuurders zijn tot de gekste dingen in staat. Wij moeten een minimum aantal uren afspreken; niet alleen van maandag tot vrijdag, maar ook op zaterdag en zondag.

Staatssecretaris Bussemaker:

Ik herhaal wat ik net heb gezegd over de IGZ. De minister heeft al toegezegd dat de IGZ vaker en ook onverwacht op bezoek zal komen. Dat doen zij overigens ook al. Dit kan op tal van momenten zijn: overdag, 's avonds of op zondagmiddag. Wat dit betreft herhaal ik wat ik al heb gezegd en blijf ik de aanneming van de motie van mevrouw Agema ontraden. Volgens mij wordt zij op dit punt op haar wenken bediend.

Ten aanzien van de zorgzwaartepakketten en de minimumnormen merk ik op dat ik steeds heb gezegd dat het zorgplan centraal moet staan, omdat de cliënt centraal moet staan en zijn of haar wensen. Bij de zorgzwaartepakketten moeten wij afhankelijk van de zorgzwaarte meer uren zorg kunnen besteden. Het lijkt mij niet nuttig om hieraan het aantal uren op de voorgestelde wijze te koppelen. Ik blijf de aanneming van deze motie dan ook ontraden.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik dank de staatssecretaris voor haar antwoorden. De stemming over de moties vindt volgende week dinsdag plaats.

De vergadering wordt van 11.55 uur tot 14.00 uur geschorst.

De voorzitter:

Op de tafel van de griffier ligt een lijst van ingekomen stukken. Op die lijst staan voorstellen voor de behandeling van deze stukken. Als voor het einde van de vergadering daartegen geen bezwaar is gemaakt, neem ik aan dat daarmee wordt ingestemd.

Naar boven