Aan de orde is de stemming over een motie, ingediend tijdens het debat over de voorrangszorg ouderenzorg, te weten:

- de motie-Kant c.s. over voorrang in AWBZ-zorg (24333, nr. 43).

(Zie vergadering van 31 maart 1999.)

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.

Mevrouw Arib (PvdA):

Voorzitter! Vorige week vond een debat plaats in de Kamer over voorrangszorg voor ouderen. De Kamer was het er unaniem over eens dat er een verbod dient te komen op het aanbieden door de zorginstellingen van speciale verzekeringen die recht geven op aanvullende zorg en snelle behandeling. Ook de staatssecretaris keurde voorrangszorg af en zegde toe in mei met een notitie te komen over het verscherpen van het toezicht op dit soort praktijken. De PvdA, D66 en de VVD steunen de motie van mevrouw Kant niet, omdat wij deze overbodig vinden.

In stemming komt de motie-Kant c.s. (24333, nr. 43).

De voorzitter:

Ik constateer, dat deVoorzitter aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, het CDA, het GPV, de RPF en de SGP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Naar boven