Aan de orde is de behandeling van:

het wetsvoorstel Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (XIV) voor het jaar 1998 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota (25985).

De algemene beraadslaging wordt geopend.

Mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven (CDA):

Mevrouw de voorzitter! In de memorie van toelichting behorende bij de suppletore begroting staat op bladzijde 9 dat als gevolg van het feit dat de regeling structuurverbetering glastuinbouw pas in het najaar van 1997 is opengesteld, minder verplichtingen in 1997 zijn aangegaan dan was begroot. Het bestede bedrag is overgeheveld naar het jaar 1998. Als gevolg van het grote succes van deze regeling blijkt er alsnog geld toegevoegd te moeten worden aan de suppletore begroting. Dat geld is gezocht in de jaren 1999 en 2000. Het bedrag bedraagt 11,1 mln. Tot zover zou er niets aan de hand zijn, wat althans mijn fractie betreft. Wij zijn tot de conclusie gekomen dat het goed loopt met de regeling.

In de Staatscourant lazen wij dat de minister de regeling heeft stopgezet. Op 5 juni heeft de minister een nieuwe regeling uitgevaardigd waarin staat dat het subsidieplafond is verhoogd en tegelijkertijd een gedeeltelijke sluiting van de regeling structuurverbetering glastuinbouw wordt ingevoerd. Bij ons heeft dat verbazing en bevreemding gewekt omdat de Kamer hierover niet is geïnformeerd. Wij hebben niet één snipper papier ontvangen waarin staat dat de minister dit voornemen had. Wij hebben het uit de Staatscourant moeten vernemen. Dat is op zichzelf geen bezwaar. Wij hadden het op prijs gesteld als de minister deze informatie bij de suppletore begroting had gevoegd dan wel afzonderlijk in een apart schrijven aan de Kamer kenbaar had gemaakt.

Verbazing ook omdat de minister een financiële move heeft uitgehaald die kennelijk te verdedigen valt. Een bedrag van 11,1 mln. uit de voorliggende begroting voor de jaren 1999 en 2000 naar voren halen opdat de regeling ook nog enig succes kan hebben. Ik heb een amendement ingediend ertoe strekkende dat de volledige bedragen die begroot waren voor 1999 en 2000 voor de regeling structuurverbetering glastuinbouw als een verplichtingenbedrag worden opgenomen voor het lopende begrotingsjaar. Mochten er bedragen overblijven, dan kunnen die uiteraard overgeheveld worden naar het komende jaar.

Nu we toch in deze discussie verzeild raken, maak ik van de gelegenheid gebruik aan de minister te vragen om duidelijkheid te verschaffen over wat ook in de wandelgangen de ronde doet, namelijk het verhaal dat er voor de komende jaren in het geheel geen geld zou zijn voor de glastuinbouw omdat er op het ministerie van LNV bezuinigd moet worden en dit in de formatie al bezuinigingen moet opleveren. Klopt het dat er inderdaad op de glastuinbouw voor de komende jaren bezuinigd moet worden? Klopt het dat er ook bijvoorbeeld bij landinrichting een bedrag van 100 mln. gevonden moet worden? Ik las dit verhaal in de Leeuwarder Courant.

Ik verneem graag van de minister of hij op dit moment medewerking verleent aan bezuinigingen zowel op landbouw, landinrichting als op de regeling structuurverbetering glastuinbouw.

Tot slot krijg ik graag een reactie op het amendement.

De heer Van der Vlies (SGP):

Voorzitter! Ik wil mij in feitelijke zin aansluiten bij wat mevrouw Van Ardenne heeft gezegd over de structuurverbetering glastuinbouw. Dit is een goede regeling die niet gefrustreerd mag worden.

Minister Van Aartsen:

Voorzitter! Volgens het amendement worden het verplichtingenbudget en het kasbudget voor 1999 en 2000 in één klap naar 1998 gehaald. Ik heb het idee dat de geachte afgevaardigde op die gedachte is gekomen, omdat zij ervan uitgaat dat dit de methodiek was die bij de extra 11 mln. voor 1998 is toegepast. Dit is echter niet het geval. Het naar voren halen van verplichtingen en kasbudgetten voor komende jaren is iets wat op basis van de comptabele regelgeving en op grond van de politieke voorschriften van de minister van Financiën volstrekt onmogelijk is. Het bedrag van 11 mln. in dit jaar is tot stand gekomen door wat schuifoperaties binnen de begroting 1998. De begroting 1998 wijzigt hierdoor dus niet. Het naar voren halen van kas- en verplichtingenbudgetten is een volstrekte onmogelijkheid.

Het totale bedrag van 228 mln. dat voor de glastuinbouw voor de komende tien jaar is gereserveerd, is er gewoon. Ik ga ervan uit dat de regeling per 1 januari 1999 gewoon gevolgd wordt. De methodiek die in dit amendement wordt aangegeven, is dus volstrekt onmogelijk. Ik kan hier namens de regering spreken, omdat ook de minister van Financiën hier enorme bezwaren tegen zal hebben. Overigens spreek ik uiteraard altijd namens de regering.

Mevrouw Van Ardenne heeft over nog een thema gesproken. Welnu, wandelgangen zijn heel interessant, zeker in een periode van kabinetsformatie, maar het is absoluut niet aan een demissionaire minister om op deze plaats enige bijdrage te leveren aan speculaties en gedachtevorming. Gisteren heeft deze Kamer besloten tot een soort tussendebat volgende week met de informateurs. Dit lijkt mij dan ook typisch een kwestie voor dat debat en niet voor een debat naar aanleiding van de indiening van een amendement door de geachte afgevaardigde.

Mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven (CDA):

Voorzitter! Ik dank de minister voor zijn beantwoording. Ik weet niet wat de waarheid is als het gaat om het benutten van het bedrag van 11,1 mln. In de memorie van toelichting op de suppletore begroting staat wel klip en klaar dat het bedrag van 11,1 mln. gevonden is door een verplichtingenverschuiving van 1999 en 2000, dus twee afzonderlijke jaartallen en geen bedragen, naar 1998. Nogmaals, dat heeft mijn fractie tot de volgende overweging gebracht. Dat lijkt mogelijk voor een bedrag van 11,1 mln., en in de regeling begroting 1996 van de minister van Financiën staat letterlijk dat mutaties mogelijk zijn, mits die binnen een redelijk aantal begrotingsjaren geregeld worden, passend in een meerjarenkader. Ook de sector heeft de verwachting dat er een bedrag van 228 mln. beschikbaar blijft, waarvan tot nu slechts een gering deel is uitgegeven. Het merendeel staat voor de komende jaren "op de rit". Je moet het natuurlijk niet te gek maken, maar het is dan wel gerechtvaardigd om de bedragen van een tweetal jaren naar het lopende begrotingsjaar te verschuiven. Het is nu al medio 1998.

Voorts is het waar dat wij de minister niet kunnen aanspreken op verhalen in de wandelgangen, zelfs niet op die in kranten. Ik kan wel aan hem vragen om de Kamer mee te delen of zijn departement op het ogenblik medewerking verleent aan het zoeken naar 200 mln. op het ministerie van Landbouw. Wordt daarbij ook gedacht aan de sector glastuinbouw en wordt er gezocht in de sfeer van landinrichting? Dit zijn twee expliciete vragen aan de minister van Landbouw.

Ik dien een motie in, omdat ik evenals de heer Van der Vlies toch de mening ben toegedaan dat de tot 5 juni lopende regeling structuurverbetering glastuinbouw dit jaar weer zo snel mogelijk opengesteld moet worden.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat voor de regeling structuurverbetering glastuinbouw (RSG) vanaf januari 1997 een totaalbedrag van 228 mln. is voorzien;

overwegende, dat de regeling structuurverbetering glastuinbouw per 9 juni 1998 is stopgezet vanwege het ontbreken van voldoende financiële middelen voor het lopende begrotingsjaar;

verzoekt de regering voor het lopende begrotingsjaar een voorlopige regeling te treffen opdat de RSG zo spoedig mogelijk weer opengesteld kan worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Ardenne-van der Hoeven en Van der Vlies. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 6 (25985).

Minister Van Aartsen:

Voorzitter! Mevrouw Van Ardenne stelt voor om bedragen van het kas- en verplichtingenbudget uit 1999 en 2000 in één klap naar 1998 te halen. Dat kan dus niet. Dat is alleen mogelijk voorzover er sprake is van een compensatie elders in de begroting van LNV voor 1998. En dat hebben wij in 1998 met die 11 mln. gedaan. De operatie waar mevrouw Van Ardenne aan denkt, zou alleen uitgevoerd kunnen worden als ik op enig front compensatie in de begroting voor 1998 zie. Die mogelijkheid is er bij de huidige stand van de begroting voor 1998 niet. Stel echter – een academische situatie maar weer eens doorredenerend – dat er ten tijde van de Najaarsnota wordt geconcludeerd dat er wél enige ruimte is, dan kun je een dergelijke schuif wel uithalen, omdat er dan compensatie is binnen de begroting voor 1998. Hiermee mag overigens nooit het totale bedrag toenemen dat hiervoor beschikbaar is in de komende jaren. Maar dit is allemaal wat moeilijk, gegeven de positie waarin ik mij bevind.

Wat de geachte afgevaardigde vraagt, zowel in haar amendement als in haar motie, is dus een onmogelijkheid. Wat zij in de motie vraagt, kan alleen maar als er op de begroting van LNV ruimte is. Die ruimte is er op dit moment niet. Om deze reden ontraad ik de Kamer met klem aanvaarding van zowel het amendement als de motie.

Mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven (CDA):

Waarom zijn er in de Voorjaarsnota niet op een andere wijze wat ruimere middelen voorzien dan tot nu toe? Bij het opmaken van de suppletore begroting naar aanleiding van de Voorjaarsnota is wel voorzien in een klein bedrag. Daarna is de regeling stopgezet. Had het niet voor de hand gelegen om een groter bedrag te reserveren voor de regeling?

Minister Van Aartsen:

Nee, omdat er niet meer aan compensatie was dan het bedrag dat ik ter beschikking heb gesteld, namelijk deze 11 mln. Meer was er niet. Dat was de hele clou van het verhaal.

Ik herhaal wat ik heb gezegd over de kabinetsformatie. Volgens mij hoort dit thuis in het debat dat de Kamer volgende week met de informateurs zal hebben. Overigens worden van de zijde van de informateurs inderdaad over een heel breed front allerlei technische exercities verzocht, zowel voor meer als voor minder geld. Dit zullen zij volgende week nog wel toelichten. In opdracht van de informateurs worden die exercities uiteraard uitgevoerd.

Mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven (CDA):

Voorzitter! Ik had een expliciete vraag aan de minister van Landbouw: doet zijn departement onder zijn leiding op dit moment rekenoefeningen om binnen het departement bezuinigingen op glastuinbouw en landinrichting te vinden?

Minister Van Aartsen:

Ik herhaal hetgeen ik zojuist heb gezegd. Dit soort vragen horen thuis in het debat dat de Kamer volgende week met de drie informateurs zal hebben. Zoals ik reeds zei, worden in opdracht van de informateurs over een breed front exercities, soms technische exercities, uitgevoerd over meer en minder middelen op de diverse begrotingen. Dat is alles wat ik op dit moment over dit thema heb te melden. Hiermee bevind ik mij overigens al op de rand van wat ik vind dat ik kan doen.

Mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven (CDA):

Voorzitter! Ik mag aannemen dat de minister betrokken is bij die opdracht. Dan vind ik ook dat de minister op mijn vraag een helderder antwoord zou moeten geven.

Minister Van Aartsen:

Voorzitter! Ik herhaal hetgeen ik in twee instanties aan de Kamer heb gemeld.

De algemene beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik stel voor, aanstaande dinsdag te stemmen.

Daartoe wordt besloten.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven