Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het basisonderwijs, de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs, alsmede de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de decentralisatie van de huisvestingsvoorzieningen (24455), en over:

- de motie-Poppe c.s. over gelden voor onderwijshuisvesting als specifieke uitkering uit het Gemeentefonds (24455, nr. 37);

- de motie-Poppe/Rabbae over efficiencykorting (24455, nr. 38);

- de motie-Van de Camp over passende oplossingen voor de groeigemeenten (24455, nr. 39);

- de motie-Rabbae over een rapportage na één jaar over de uitvoering van de decentralisatie (24455, nr. 40);

- de motie-Cornielje c.s. over onderzoek naar de kostenkenmerken van groeigemeenten (24455, nr. 46).

(Zie vergadering van 17 april 1996.)

De voorzitter:

Mij is gevraagd om heropening van de beraadslaging en om gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf. Wij zullen dan eerst de beraadslaging heropenen en als die is gesloten, zullen wij de stemverklaringen vooraf krijgen.

Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen.

Daartoe wordt besloten.

De algemene beraadslaging wordt heropend.

De heer Rabbae (GroenLinks):

Voorzitter! In het debat over dit onderwerp, de decentralisatie van de huisvesting van scholen, heb ik het kabinet gevraagd om jaarlijks te rapporteren over de voortgang van deze decentralisatie. Ik heb vernomen dat beide bewindspersonen gisteren deze toezegging hebben gedaan en dat is voor mij reden om mijn motie op stuk nr. 40 in te trekken.

De algemene beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

De heer Rabbae trekt zijn motie (24455, nr. 40) in.

De heer Van de Camp trekt zijn motie (24455, nr. 39) in.

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

De heer Cornielje (VVD):

Voorzitter! De VVD-fractie heeft een uiterste poging gedaan om het draagvlak voor dit wetsvoorstel te verbreden. Wij hebben daarom overwogen om steun te geven aan de amendementen op de stukken nrs. 44 en 47 van de leden Schutte, Van de Camp, Van der Vlies en Stellingwerf. Ons is gebleken dat steun voor deze amendementen zal leiden tot de door ons gewenste bredere steun voor het wetsvoorstel. Dit positieve element hebben wij afgewogen tegen de consequentie dat de procedure op gemeentelijk niveau mogelijk enigszins verzwaard wordt omdat over bepaalde zaken om een advies van de Onderwijsraad gevraagd kan worden. De VVD-fractie stemt in met het voorstel om meer beleidsruimte te geven aan de gemeente ter zake van de huisvesting primair onderwijs en voortgezet onderwijs. Deze beleidsruimte wordt ingekaderd door een duidelijke normstelling neergelegd in de wet en door een adequate rechtsbescherming middels de Algemene wet bestuursrecht. Alles afwegende zijn wij van oordeel dat hiermee recht gedaan wordt aan de pacificatiegedachte. Wij stemmen dus voor de amendementen op de stukken nrs. 44 en 47 en voor het wetsvoorstel.

Mevrouw Lambrechts (D66):

Voorzitter! Ook ik zou graag een stemverklaring afleggen over de amendementen op de stukken nrs. 44 en 47 van de heer Schutte c.s. over de adviesaanvrage aan de Onderwijsraad indien het bevoegd gezag van een school daarom vraagt. Mijn fractie zal niet instemmen met deze amendementen, omdat bij aanvaarding ervan onzes inziens de beslissingsbevoegdheid van de gemeenteraad wordt uitgehold. Voorts achten wij deze amendementen in strijd met de afspraken over de inrichting van ons adviesstelsel: geen verplichting tot het vragen van advies. En tot slot voorzien wij praktische problemen bij de uitvoering.

Mevrouw Liemburg (PvdA):

Mijnheer de voorzitter! De fractie van de PvdA zal de amendementen op de stukken nrs. 44 en 47, ingediend door de heer Schutte, om dezelfde redenen als de door de VVD-fractie naar voren gebrachte, wel steunen. Wij hebben bij onze overweging betrokken dat wij voorzien dat er op het lokale niveau geen uitvoeringsproblemen zullen ontstaan.

De voorzitter:

In de vergadering van 17 april 1996 zijn het gewijzigde amendement-Cornielje c.s. (stuk nr. 41) en het gewijzigde amendement-Liemburg c.s. (stuk nr. 45) door de regering overgenomen.

De aanhef van artikel I, de onderdelen A en B, de aanhef van onderdeel C, en de artikelen 65 en 66 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Van der Vlies c.s. (stuk nr. 15, II).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SGP, de RPF, het GPV, het CDA, het AOV en het lid Hendriks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 15 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

Artikel 67 wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Lambrechts (stuk nr. 22, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat dit amendement met algemene stemmen is aangenomen.

Ik stel vast, dat door de aanneming van dit amendement de andere op stuk nr. 22 voorkomende amendementen als aangenomen kunnen worden beschouwd.

Artikel 68, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Lambrechts (stuk nr. 22, I), wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Schutte c.s. (stuk nr. 47, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het GPV, de RPF, de SGP, de PvdA, GroenLinks, de VVD, het CDA, de groep-Nijpels, het AOV, de CD en het lid Hendriks voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast, dat door de aanneming van dit gewijzigde amendement de andere op stuk nr. 47 voorkomende amendementen als aangenomen kunnen worden beschouwd.

Artikel 69, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-Schutte c.s. (stuk nr. 47, I), wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 70 en 71 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Cornielje c.s. (stuk nr. 27, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD, D66, de PvdA, GroenLinks, de SP, de groep-Nijpels, het AOV en het lid Hendriks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast, dat door de aanneming van dit amendement de andere op stuk nr. 27 voorkomende amendementen als aangenomen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Lambrechts c.s. (stuk nr. 29, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van D66, de PvdA, GroenLinks, de SP, de RPF, de SGP, het GPV, de VVD, de groep-Nijpels en het AOV voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast, dat door de aanneming van dit amendement de andere op stuk nr. 29 voorkomende amendementen als aangenomen kunnen worden beschouwd.

Artikel 72, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Cornielje c.s. (stuk nr. 27, I) en het amendement-Lambrechts c.s. (stuk nr. 29, I), wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 73 wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Cornielje c.s. (stuk nr. 28, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD, D66, het GPV, de PvdA, GroenLinks, de SP, de groep-Nijpels, het AOV en het lid Hendriks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast, dat door de aanneming van dit amendement de andere op stuk nr. 28 voorkomende amendementen als aangenomen kunnen worden beschouwd.

Artikel 74, zoals het is gewijzigd door de aanneming van de amendementen-Cornielje c.s. (stukken nrs. 28, I en 27, II), wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 75 wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Schutte c.s. (stuk nr. 44, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het GPV, de RPF, de SGP, de PvdA, GroenLinks, de VVD, het CDA, de groep-Nijpels, het AOV, de CD en het lid Hendriks voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast, dat door de aanneming van dit gewijzigde amendement de andere op stuk nr. 44 voorkomende amendementen als aangenomen kunnen worden beschouwd.

Artikel 76, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-Schutte c.s. (stuk nr. 44, I), wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 77 t/m 80 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het nader gewijzigde amendement-Van de Camp/Van der Vlies (stuk nr. 32, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SGP, de RPF, het GPV, GroenLinks, het CDA, het AOV en het lid Hendriks voor dit nader gewijzigde amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.Voorzitter

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit nader gewijzigde amendement de andere op stuk nr. 32 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

Het eerste lid van artikel 81 wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Stellingwerf c.s. (stuk nr. 36, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de RPF, de SGP, het GPV, het CDA, het AOV en het lid Hendriks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 36 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

Het tweede lid van artikel 81 wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 81 t/m 84 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Stellingwerf c.s. (stuk nr. 14, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de RPF, de SGP, het GPV, het CDA, de groep-Nijpels, het AOV en het lid Hendriks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 14 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

Artikel 85 wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 86 en 87 worden zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde onderdeel C wordt zonder stemming aangenomen.

De onderdelen D t/m M worden zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde artikel I wordt zonder stemming aangenomen.

De aanhef van artikel II, de onderdelen A en B, de aanhef van onderdeel C, en de artikelen 73 t/m 75 worden zonder stemming aangenomen.

Artikel 76, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Lambrechts (stuk nr. 22, II), wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 77, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-Schutte c.s. (stuk nr. 47, II), wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 78 en 79 worden zonder stemming aangenomen.

Artikel 80, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Cornielje c.s. (stuk nr. 27, III) en het amendement-Lambrechts c.s. (stuk nr. 29, II), wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 81 wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 82, zoals het is gewijzigd door de aanneming van de amendementen-Cornielje c.s. (stukken nrs. 28, II en 27, IV), wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 83 wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 84, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-Schutte c.s. (stuk nr. 44, II), wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 85 t/m 88g worden zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde onderdeel C wordt zonder stemming aangenomen.

De onderdelen D t/m M worden zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde artikel II wordt zonder stemming aangenomen.

De aanhef van artikel III, de onderdelen B t/m E, de aanhef van onderdeel F, en de artikelen 76a t/m 76d worden zonder stemming aangenomen.

Artikel 76e, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Lambrechts (stuk nr. 22, III), wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 76f, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-Schutte c.s. (stuk nr. 47, III), wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 76g en 76h worden zonder stemming aangenomen.

Artikel 76i, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Cornielje c.s. (stuk nr. 27, V) en het amendement-Lambrechts c.s. (stuk nr. 29, III), wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 76j wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 76k, zoals het is gewijzigd door de aanneming van de amendementen-Cornielje c.s. (stukken nrs. 28, III en 27, VI), wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 76l wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 76m, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-Schutte c.s. (stuk nr. 44, III), wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 76n t/m 76x worden zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde onderdeel F wordt zonder stemming aangenomen.

De onderdelen G t/m V worden zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde artikel III wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen IV t/m XVIII worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Van de Camp (stuk nr. 25).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de groep-Nijpels, het AOV, de RPF, de SGP, het GPV en het lid Hendriks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Artikel XIX wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Van de Camp (stuk nr. 19).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de groep-Nijpels, het AOV, de RPF, de SGP, het GPV, GroenLinks en het lid Hendriks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Artikel XX wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen XXI en XXII en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf over het wetsvoorstel.

De heer Van de Camp (CDA):

Mijnheer de voorzitter! Het kabinet heeft de afgelopen dagen geprobeerd een breder draagvlak voor dit wetsvoorstel te vinden.

Wij zijn het kabinet erkentelijk voor de verschillende toezeggingen aan de Kamer. Die blijken onder andere uit de nota's van wijziging en de positieve bejegening van de amendementen op de stukken nrs. 44 en 47 van collega Schutte.

Bij de eindafweging in onze fractie hebben wij hedenochtend de balans opgemaakt. Daarbij zijn de volgende feiten belangrijk geweest: dat niet eenduidig is gekozen voor de relatief autonome school, dat er geen helderheid is ontstaan over de doordecentralisatie, dat de centrale normstelling nog onvoldoende waarborgen bevat voor het schoolbestuur en dat er nog een enorm grote onzekerheid bestaat over de financiële tekorten voor de gemeentebesturen. Alles afwegende, is de CDA-fractie tot de conclusie gekomen dat zij het wetsvoorstel niet kan steunen. Wij zullen dus tegen het wetsvoorstel stemmen.

De heer Schutte (GPV):

Mijnheer de voorzitter! Deze stemverklaring is mede namens de fracties van de RPF en de SGP. Het wetsvoorstel heeft vanaf het begin grote bezwaren bij onze fracties opgeroepen. Daarbij woog zwaar dat het voorstel, zoals het bij de Kamer was ingediend, naar het oordeel van de Raad van State en de Onderwijsraad, alsook naar onze mening, op gespannen voet stond met de Grondwet.

In dat verband hadden wij grote moeite met de relatief zwakke positie van de scholen in het overleg met de gemeentebesturen. Omdat wij het anderzijds van belang vinden dat over zaken die betrekking hebben op de reikwijdte van de vrijheid van onderwijs, getracht wordt politieke tegenstellingen naar vermogen te voorkomen, hebben onze fracties via voorstellen tot amendering een uiterste poging willen doen de bezwaren tegen het wetsvoorstel te beperken. Daarin waren de amendementen tot versterking van de rechtsbescherming van de scholen voor ons van bijzondere betekenis. Nu twee van deze amendementen een meerderheid hebben verkregen, staan wij voor een nieuwe afweging. Het eindresultaat stuit ook nu nog op reële bezwaren, maar na zorgvuldige afweging en met behoud van onze duidelijke voorkeur voor andere vormen van decentralisatie, hebben wij besloten onze steun niet langer aan het wetsvoorstel te onthouden, omdat wij menen dat wij door nu vóór te stemmen, in de gegeven omstandigheden het maximale doen om de rechten van de scholen, als de vrijheid van onderwijs in het geding kan zijn, veilig te stellen. Wellicht ten overvloede voegen wij hieraan toe dat nog komende wetsvoorstellen op onderwijsgebied elk op hun eigen merites zullen worden beoordeeld. Maar zo kent de Kamer onze fracties!

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, GroenLinks, D66, de RPF, de SGP, het GPV, de VVD, de groep-Nijpels en het AOV voor het wetsvoorstel hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

In stemming komt de motie-Poppe c.s. (24455, nr. 37).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de RPF, het CDA, de groep-Nijpels, het AOV, de CD en het lid Hendriks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Poppe (24455, nr. 38).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks en het lid Hendriks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Cornielje c.s. (24455, nr. 46).

De voorzitter:

Ik constateer, dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

De vergadering wordt van 14.45 uur tot 15.00 uur geschorst.

Naar boven