8 Stemming Herziening partneralimentatie

Aan de orde is de stemming in verband met het Voorstel van wet van de leden Van Wijngaarden, Kuiken en Groothuizen tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van enige andere wetten in verband met de herziening van het stelsel van partneralimentatie (Wet herziening partneralimentatie (34231).

(Zie vergadering van 14 mei 2019.)

De voorzitter:

Dan nu de stemming over het initiatiefwetsvoorstel 34231, het Voorstel van wet van de leden Van Wijngaarden, Kuiken en Groothuizen tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van enige andere wetten in verband met de herziening van het stelsel van partneralimentatie, oftewel de Wet herziening partneralimentatie.

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

De heer Van Rij (CDA):

Mevrouw de voorzitter, deze stemverklaring spreek ik uit namens de fracties van het CDA en 50PLUS. Van de oorspronkelijke drie doelstellingen van dit wetsontwerp zijn er twee gesneuveld tijdens de behandeling in de Tweede Kamer. Wat resteert, is de doelstelling om de duur van de partneralimentatie wettelijk te beperken van maximaal twaalf jaar tot maximaal vijf jaar, met een drietal uitzonderingen en een hardheidsclausule. Tijdens de schriftelijke behandeling en het plenaire debat in deze Kamer is voor ons onvoldoende duidelijk geworden waarom de beperking van die duur noodzakelijk is. Het aantal partneralimentaties is immers verminderd tot 8% voor mannen onder de 40 jaar. Daarentegen lopen met name oudere partners, 50-plus of bijna 50-plus, veelal vrouwen die langere tijd geheel of grotendeels buiten het arbeidsproces zijn geweest, grote risico's. Recente arbeidsmarktcijfers tonen dat nog eens aan voor deze doelgroep. Die groep dient juist wettelijk beschermd te worden, hetgeen met dit wetsontwerp niet gebeurt, en daarom stemmen de fracties van het CDA en 50PLUS tegen dit wetsontwerp.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Rij. U boft dat ik nogal soepel ben geweest bij het vorige onderwerp met de stemverklaringen, omdat het een belangrijk onderwerp was en we daarover geen debat hebben gehad. Want normaliter zou u een veel te lange stemverklaring hebben afgelegd. Maar goed, wie nog meer een stemverklaring? Mevrouw Strik.

Mevrouw Strik (GroenLinks):

Ja, voorzitter, dat heb ik goed in mijn oren geknoopt. Mijn fractie heeft zich bij de behandeling van dit wetsvoorstel laten vertegenwoordigen door mevrouw Vlietstra, die onze standpunten ook uitstekend heeft verwoord. Ook wij zijn voorstander van de verkorting van de alimentatietermijn, maar vinden het van heel groot belang dat bepaalde groepen specifiek daar geen nadelen van ondervinden. Dat kan voornamelijk ook een bepaalde groep vrouwen betreffen. De economische zelfstandigheid van vrouwen is in de praktijk nog niet overal gerealiseerd. Blijvende aandacht daarvoor is hard nodig. Aan de standpunten van een politieke partij zagen wij onlangs dat dit steeds weer bevochten moet worden. Er zijn toezeggingen gedaan door de regering dat maatregelen om die economische zelfstandigheid te bevorderen, genomen zullen blijven worden. Ook onze nieuwe fractie, kan ik alvast verklappen, zal de regering daaraan blijven houden. Daarom kunnen wij dit wetsvoorstel steunen.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Strik. Ik kijk rond. Zijn er nog andere leden die een stemverklaring wensen af te leggen? Dat is niet het geval.

Wij stemmen bij zitten en opstaan.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van de VVD, de PvdA, GroenLinks, de PvdD, de OSF, de SP, D66, de PVV en Fractie Duthler voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de leden van de fracties van de SGP, de ChristenUnie, het CDA en 50PLUS ertegen, zodat het is aangenomen.

Ik schors zo meteen heel even de vergadering, zodat u de indieners kunt feliciteren, maar er is ook nog een aangehouden motie waarover we moeten stemmen.

Naar boven