Aan de orde is de behandeling van:

het voorstel van wet van het lid Van Dam houdende wijziging van Boek 2 en Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek (stilzwijgende verlenging en opzegtermijn bij lidmaatschappen, abonnementen en overige overeenkomsten) (30520);

het wetsvoorstel Goedkeuring van het op 2 mei 1996 te Londen tot stand gekomen Protocol van 1996 tot wijziging van het Verdrag inzake beperking van aansprakelijkheid voor maritieme vorderingen, 1976 (Trb. 1997, 300 en Trb. 2006, 17) (31872, R1876);

het wetsvoorstel Wijziging van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek ter uitvoering van het op 23 maart 2001 te Londen tot stand gekomen Internationaal Verdrag inzake de wettelijke aansprakelijkheid voor schade door verontreiniging door bunkerolie, 2001 (Trb. 2005, 329) (31875);

het wetsvoorstel Goedkeuring van het op 23 maart 2001 te Londen tot stand gekomen Internationaal verdrag inzake de wettelijke aansprakelijkheid voor schade door verontreiniging door bunkerolie, 2001 (Trb. 2005, 329) (31879, R1877).

Deze wetsvoorstellen worden zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen.

De voorzitter:

Wellicht ten overvloede wijs ik u erop dat onder deze aangenomen wetsvoorstellen zich het initiatiefwetsvoorstel van het lid Van Dam houdende wijziging van Boek 2 en Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek (stilzwijgende verlenging en opzegtermijn bij lidmaatschappen, abonnementen en overige overeenkomsten) (30520) bevindt. De heer Van Dam is vandaag hier aanwezig. Namens de Kamer feliciteer ik hem van harte met de aanvaarding van zijn initiatiefwetsvoorstel, waarvoor geen plenair debat heeft hoeven plaatsvinden. Dat is vrij uitzonderlijk hier.

(geroffel op de bankjes)

Naar boven