Aan de orde is de stemming over het wetsvoorstel Wijziging van onder meer de Wet op het voortgezet onderwijs ter modernisering, vereenvoudiging en beperking van de wettelijke regels over de voorzieningenplanning bij scholen (31310).

(Zie vergadering van 1 juli 2008.)

De voorzitter:

Ik heet de staatssecretaris, mevrouw Van Bijsterveldt, van harte welkom in dit huis.

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

Mevrouw Linthorst (PvdA):

Voorzitter. Ik leg deze stemverklaring mede af namens de fractie van D66.

Mijn fractie erkent dat dit wetsvoorstel op een aantal punten een verbetering met zich brengt, met name in de snelheid waarmee tot voorzieningen kan worden besloten. Er zitten echter twee punten in het wetsvoorstel die ons zwaar op de maag liggen. Het ene is dat scholen die tegen hun zin buiten het RPO worden gehouden en hun bekostiging verliezen, geen beroepsmogelijkheid hebben en dat daarvoor ook geen hardheidsclausule in het wetsvoorstel is opgenomen. Het tweede is de positie van gemeenten, die geen instemmingsrecht hebben, terwijl daarmee de lokale educatieve agenda juist in één integraal beleid had kunnen worden aangepakt. Die twee punten maken het voor onze fracties helaas onmogelijk om voor dit wetsvoorstel te stemmen.

De heer De Boer (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik leg deze stemverklaring af omdat wij niet hebben deelgenomen aan het debat vorige week. Ik doe dit mede namens de SGP-fractie.

De staatssecretaris heeft in het debat van vorige week duidelijk en overtuigend aangegeven dat deze wet een verbetering is ten opzichte van de bestaande wet. Het RPO kan niet door één schoolbestuur worden geblokkeerd, en de verantwoordelijkheid van de gemeenten komt tot zijn recht onder andere in de gemeentelijke huisvestingsverordening. Helder is dat de scholen verantwoordelijk blijven voor het onderwijsaanbod en de gemeenten voor de huisvesting, waarbij het op overeenstemming gerichte overleg een belangrijk instrument is. Onze fracties zullen voor dit wetsvoorstel stemmen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de ChristenUnie, de OSF, de PvdD, de SGP en de VVD voor dit wetvoorstel hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven