Aan de orde is de stemming over twee moties ingediend bij het Europadebat, te weten:

- de motie-Van der Linden c.s. over overlapping in het werk van Europese organisaties (EK nr. 133);

- de gewijzigde motie-Jurgens c.s. over het opnemen van regels voor de implementatie van EG-regelgeving in de Grondwet (26200 VI, nr. 65, EK nr. 37b).

(Zie vergadering van 28 november 2000.)

In stemming komt allereerst de motie-Van der Linden c.s. (stuk nr. 133).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Jurgens c.s. (26200-VI, nr. 65, EK nr. 37b).

De voorzitter:

De CDA-fractie heeft gevraagd om heropening van de beraadslaging. Ik stel voor aan dit verzoek te voldoen.

Daartoe wordt besloten.

De heer Braks (CDA):

Voorzitter! Heropening doet veel verwachten, maar het gaat slechts om een technische, formele aangelegenheid. De originele motie was door het CDA meeondertekend in de persoon van de heer Hirsch Ballin. Hij is echter geen lid meer van deze Kamer. Daarmee zou de ondersteuning door het CDA komen te vervallen. Wij zouden graag zien dat het CDA bij deze motie wel een ondertekenaar heeft. Op die manier willen wij onze steun aan het initiatief betuigen. Daarvoor mag u, voorzitter, mijn naam aan de ondertekenaars toevoegen.

De voorzitter:

De motie is ingediend zoals zij is ingediend. Zij was voldoende ondersteund en maakte op dat ogenblik onderdeel van de beraadslaging uit. Zij komt nu in stemming zoals zij is gedrukt.

De heer Braks (CDA):

Dan vind ik de gelegenheid die u mij nu geboden heeft voldoende. Daarmee wordt onze intentie in de Handelingen weergegeven.

De voorzitter:

Ik geef vervolgens gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

De heer Veling (RPF/GPV):

Mijnheer de voorzitter! De fracties van RPF/GPV en de SGP ondersteunen de wens die in de motie tot uitdrukking komt, dat in de Nederlandse Grondwet duidelijker komt te staan hoe de implementatie van bindende besluiten in de Nederlandse wetgeving wordt geregeld en dat de betrokkenheid van de Staten-Generaal wordt verzekerd. Wij aarzelen bij het dictum, waarin de wijze waarop dat zal moeten gebeuren al wordt aangeduid, namelijk door een bepaalde formulering over het lidmaatschap van Nederland van de Europese Unie. Naar onze opvatting is het denkbaar om dat ook in algemenere termen te formuleren. Wij aarzelen om de motie te steunen en zien daarvan af, omdat de regering heeft toegezegd dat deze overwegingen zullen worden betrokken bij de studie voor een grondwetswijziging. Wij zien dan ook geen reden om deze motie te steunen.

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van RPF/GPV en de SGP tegen deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

Sluiting 12.48 uur

Naar boven