Aan de orde is de behandeling van de voorstellen van (rijks)wet:

Instelling van een exclusieve economische zone van het Koninkrijk (Rijkswet instelling exclusieve economische zone) (25446, R1594);

Wijziging van de Wet voor het reserve-personeel der krijgsmacht 1985 alsmede wijziging van de Algemene militaire pensioenwet in verband met de overgang naar een geheel uit vrijwilligers bestaande krijgsmacht (26139).

Deze voorstellen van (rijks)wet worden zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen.

De voorzitter:

Alvorens met de agenda verder te gaan, deel ik de Kamer mede dat het lid van onze Kamer de heer Scholten vandaag voor het laatst in ons midden is. Hij heeft mij zeer tijdig laten weten dat hij niet aanwezig zal kunnen zijn op de voor volgende week voorziene afscheidsbijeenkomst van deze Kamer, omdat zijn voorkeur uitgaat – en bij wie hem kent zal dat geen verwondering wekken – naar het waarnemen van verkiezingen in Zuid-Afrika. Een bezigheid die een goed parlementariër overigens ook geenszins misstaat. De heer Scholten is weliswaar niet helemaal het laatst binnengekomen lid van deze Kamer, maar wel degene die het kortst in ons midden is geweest. De tegenstellingen in deze Kamer zijn soms groot – dat hebben wij vorige week gemerkt – maar niemand heeft eraan gedacht dat toen ik het langstzittende lid toesprak, ik zo kort daarna ook het kortstzittende lid zou toespreken om afscheid van hem te nemen. Ik doe dat met een enkel woord.

Het politieke verleden van de heer Scholten kan men toch wel enigszins bewogen noemen, want hij heeft zijn intrede gedaan in de Tweede Kamer als lid van de Anti-Revolutionaire Partij. Misschien was het wel zo – als ik mij die ondeugende opmerking mag veroorloven – dat het juist het werk van de heer Steenkamp is geweest dat de heer Scholten tot het inzicht bracht dat hij naar een andere politieke omgeving moest gaan zoeken. Zo lees ik het in ieder geval in een van de interviews. Hij heeft die omgeving gevonden en het is een bewijs van vitaliteit dat het in dit land dan toch mogelijk is opnieuw als afgevaardigde in de Staten-Generaal de werkzaamheden van volksvertegenwoordiger op te vatten, zij het dat die aan deze kant van het Binnenhof iets anders zijn dan aan de overkant. Het is van korte duur geweest, maar wij nemen aan dat de activiteiten van de heer Scholten na Zuid-Afrika en de verkiezingen aldaar, in dat werelddeel en in verband met dat werelddeel nog wel zullen voortduren. Ik wens hem namens de Kamer daarbij graag veel succes.

Naar boven