Vragen van de leden Tseggai en Piri (beiden GroenLinks-PvdA) aan de Minister van Buitenlandse Zaken en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de toenemende spanningen tussen de Verenigde Staten en Venezuela (ingezonden 14 november 2025).

Antwoord van Minister Van Weel (Buitenlandse Zaken), mede namens de Minister van Defensie en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 5 december 2025).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de uitzending van Nieuwsuur d.d. 13 november 2025 over de zorgen in het Caribisch gebied ten aanzien van de toenemende spanningen tussen de Verenigde Staten en Venezuela?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de zorgen die leven op Curaçao, maar ook op Aruba en Bonaire over de Amerikaanse acties tegen vermeende drugsboten? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2

Het kabinet staat in nauw contact met de overheden van Aruba, Curaçao en Bonaire. Het is begrijpelijk dat de Amerikaanse acties tegen vermeende drugsboten in de Caribische regio zorgen met zich meebrengen. Op dit moment is er geen acute dreiging voor het Koninkrijk: de acties vinden plaats buiten de territoriale wateren van het Koninkrijk en er is geen indicatie dat Aruba, Bonaire of Curaçao betrokken raakt in een eventueel conflict. Aruba, Curaçao en Bonaire bereiden zich wel voor op verschillende mogelijke gevolgen van eventueel oplopende spanningen. Dit geldt eveneens voor Nederland, door voorbereidingen te treffen voor de bijstand en ondersteuning.

Vraag 3

Wat is de reactie van de regering – en daarmee van de Koninkrijksregering – op de Amerikaanse aanvallen op de vermeende drugsboten in de Caribische zee? Deelt de Koninkrijksregering het standpunt van onder andere de Verenigde Naties en Frankrijk dat de Amerikaanse aanvallen in strijd zijn met het internationaal recht? Zo nee, waarom niet? Kunt u hierbij met verwijzing naar het internationaal recht uw reactie onderbouwen?

Antwoord 3

Het Koninkrijk is niet betrokken bij de huidige militaire operatie van de Verenigde Staten. Het betreft een nationaal aangestuurde operatie van de VS, die in internationale wateren plaatsvindt, waarbij de regering van de VS zich beroept op zelfverdediging. Volgens de VS vormen transnationale drugskartels, vanwege hun gewelddadige en paramilitaire activiteiten, een ernstige dreiging voor de nationale veiligheid van de VS. De VS heeft tevens nationaal een aantal drugskartels aangewezen als terroristische organisatie.

Het kabinet heeft kennisgenomen van deze rechtvaardiging voor het gebruik van geweld. Zoals bekend is het standpunt van het kabinet dat voor het recht op zelfverdediging sprake moet zijn van een gewapende aanval of een onmiddellijke dreiging daarvan. Het kabinet beschikt op dit moment niet over informatie om eigenstandig te kunnen beoordelen of hiervan sprake is.

Het kabinet benadrukt dat alle partijen zich moeten inspannen om verdere escalatie te voorkomen en zich dienen te houden aan het internationaal recht. Het kabinet roept, samen met andere EU-lidstaten, hiertoe op. Dit werd op 9 november jl. ook onderschreven in de gezamenlijke verklaring van de CELAC-EU-top met Latijns-Amerikaanse en Caribische landen.

Vraag 4

Overweegt het Koninkrijk der Nederlanden net zoals het Verenigd Koninkrijk en Canada tijdelijk te stoppen met het delen van inlichtingen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

Het Koninkrijk der Nederlanden is niet betrokken bij de Amerikaanse operatie. Door de VS is toegezegd dat de informatie die gezamenlijk voor JIATF-S (Joint Interagency Task Force South) wordt vergaard, niet wordt ingezet voor de nationale operatie van de VS.

Defensie doet geen uitspraken over de concrete activiteiten op het gebied van samenwerking en gegevensuitwisseling met andere (inlichtingen-)diensten.

Vraag 5

Kunt u garanderen dat via de kustwachtsamenwerking tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Staten, waarbij onder andere het vliegveld van Curaçao wordt gebruikt, er op geen enkele manier wordt bijgedragen aan de Amerikaanse acties die in strijd zijn met het internationaal recht? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

De inzet van de Kustwacht Caribisch Gebied beperkt zich tot het verantwoordelijkheidsgebied van het Koninkrijk (territoriale wateren en Exclusieve Economische Zone). Daarover vindt normaliter geen afstemming met internationale partners plaats en dat is ook bij de huidige nationale aangestuurde operatie van de VS niet aan de orde.

Voor het gebruik van de Cooperative Security Location (CSL) op het vliegveld van Curaçao hebben het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Staten in een verdrag2 afspraken vastgelegd. Dit verdrag geeft toestemming aan de VS voor het uitvoeren van vluchten vanaf de luchthaven van Curaçao ten behoeve van surveillance, monitoring en het opsporen van drugstransporten. Deze instemming ziet alleen op onbewapende vluchten.

Het Koninkrijk is niet betrokken bij de nationale inzet vanuit de VS in de internationale wateren en het internationale luchtruim. Het uitvoeren van onbewapende verkenningsvluchten vanaf de CSL naar de internationale wateren en het internationale luchtruim past binnen de verdragsafspraken. Er vinden geen vluchten plaats vanaf Hato Airport t.b.v. de nationale operatie van de VS.

Vraag 6

Op welke manier wordt er door het kabinet samengewerkt met de regeringen van Curaçao en Aruba en met het lokale bestuur op Bonaire om de zorgen die op de eilanden leven weg te nemen?

Antwoord 6

De Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister van Defensie houden de ontwikkelingen nauwgezet in de gaten. De Minister van Buitenlandse Zaken staat in contact met en houdt de regeringen van Aruba en Curaçao en de gezaghebber van Bonaire op de hoogte van de ontwikkelingen. Ondanks de afwezigheid van een acute dreiging, werken Aruba, Bonaire en Curaçao momenteel aan diverse scenario’s die helpen bij de voorbereiding op bijvoorbeeld logistieke vraagstukken. Dat hoort bij de reguliere samenwerking op het gebied van crisisbeheersing. Zij kunnen daarbij waar gewenst rekenen op de ondersteuning van de Nederlandse departementen. Dit was ook onderwerp van gesprek tijdens de week van de crisisbeheersing op Curaçao van 24–28 november jl. waar alle Caribische delen van het Koninkrijk aan deelnamen.

Vraag 7

Op welke manier wordt de lokale bevolking op Curaçao, Aruba en Bonaire zo goed mogelijk geïnformeerd over de situatie? Hoe wordt voorkomen dat de staatkundige structuur en bevoegdheidsverdeling binnen het Koninkrijk, waarbij Den Haag verantwoordelijk is voor het buitenland- en defensiebeleid van het gehele Koninkrijk, onnodig voor verwarrende, vertraagde of onvolledige informatievoorziening zorgt?

Antwoord 7

De regeringen van Aruba en Curaçao en de overheid van Bonaire zorgen zelf voor de communicatie richting de bevolking. Om hen hiertoe in staat te stellen informeert de Minister van Buitenlandse Zaken hen regelmatig en nauwgezet over de geopolitieke actualiteit.

Vraag 8

Kunt u deze vragen één voor één binnen een week beantwoorden?

Antwoord 8

Zoals gewenst zijn de vragen één op één beantwoord. Ik heb getracht de vragen zo snel als mogelijk te beantwoorden.


X Noot
1

Nederland heeft grote rol in Cariben «en moet zich uitspreken tegen acties Trump» «Nederland moet zich uitspreken» tegen grote militaire actie VS in Cariben

X Noot
2

Verdrag inzake samenwerking tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de regering van de Verenigde Staten van Amerika betreffende toegang tot en gebruik van faciliteiten in de Nederlandse Antillen en Aruba voor drugsbestrijding vanuit de lucht (Trb. 2000, nr. 34, Trb. 2001, nr. 184, Trb. 2011, nr. 71, Trb. 2016,nr. 186 en Trb. 2021, nr. 89).

Naar boven