Vragen van de leden Klaver (GroenLinks), Kuiken (PvdA), Ouwehand (PvdD), Azarkan (DENK), Dassen (Volt) en Sylvana Simons (BIJ1) aan de Minister-President en de Ministers van Financiën, van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van Justitie en Veiligheid, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van Infrastructuur en Waterstaat, van Economische Zaken en Klimaat, van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de voortgang van de kabinetsdoelstellingen voor 2030 (ingezonden 9 februari 2023).

Nader antwoord van Staatssecretaris Van Ooijen (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 16 mei 2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 1757. Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 2171. Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 2504. Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 2573. Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 2611. Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 2612.

Vraag 1

Klopt het dat dit kabinet de volgende doelstellingen heeft voor 2030:

  • i. 0 daklozen (Lissabon verklaring);

Antwoord 1

  • i. Ja, in december 2022 is het Nationaal Actieplan Dakloosheid: Eerst een Thuis gelanceerd door de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen en de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. In dit plan staat als ambitie beschreven: in 2030 heeft iedereen een thuis. Daarmee sluiten we aan bij de Verklaring van Lissabon om dakloosheid in 2030 te beëindigen. In het plan staat beschreven hoe we die ambitie willen behalen.

Vraag 2

Kunt u per doelstelling exact aangeven wat de meest actuele prognose is voor 2030 (door bij elke doelstelling een concreet percentage/getal te noemen) en wanneer deze prognose is gemaakt?

Antwoord 2

Volgens de schatting van het CBS waren er op 1 januari 2021 32.000 dakloze mensen in Nederland. Als onderdeel van het Nationaal Actieplan wordt gewerkt aan een beter monitoringsinstrument om het aantal dakloze mensen in beeld te krijgen en daarmee gerichter te kunnen sturen op de ambitie om dakloosheid vanaf 2030 structureel te beëindigen. Op dit moment is geen concrete prognose te geven. De eerste periode werken we aan het beter en preciezer in beeld brengen van de aantallen dakloze mensen, op basis waarvan we de voortgang van het terugdringen van dakloosheid richting 2030 kunnen gaan volgen. De mate waarin we de doelstelling kunnen bereiken hangt mede samen met het beschikbaar komen van geschikt aanbod van woonplekken. Ik zal uw Kamer periodiek informeren over de stand van zaken ten aanzien van het Nationaal Actieplan Dakloosheid.

Vraag 3

Kunt u bij elk van deze prognoses aangeven of deze prognose voldoende is om de doelstelling te bereiken?

Antwoord 3

Zoals benoemd in het antwoord op vraag 2 is op dit moment geen prognose beschikbaar.

Vraag 4

Indien er een doelstelling is waarbij bovenstaande vraag niet beantwoord kan worden omdat de informatie ontbreekt, kunt u per doelstelling aangeven hoe u er alsnog voor gaat zorgen dat het inzichtelijk wordt voor de Kamer of deze doelstelling daadwerkelijk gehaald gaat worden?

Antwoord 4

Ik zal uw Kamer periodiek informeren over de stand van zaken ten aanzien van het Nationaal Actieplan Dakloosheid.

Vraag 5

Bij hoeveel van de bovenstaande kabinetsdoelstellingen kunt u op basis van de meest actuele prognoses aantonen dat deze doelstelling met het huidige kabinetsbeleid bereikt gaat worden? (graag een concreet getal tussen 0 en 17 noemen);

Antwoord 5

Voor wat betreft vier van de 17 kabinetsdoelstellingen is het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport beleidsverantwoordelijk, namelijk doelstellingen i, j, r en s. De doelstellingen geformuleerd onder r en s, namelijk de 30% afname van de gezondheidsachterstanden van mensen met een lage SES ten opzichte van mensen met een hoge SES (in 2040) en 5 jaar langere levensverwachting in goede gezondheid (in 2040), zijn geen doelstellingen maar missies die richting geven aan het topsectoren- en innovatiebeleid (MTIB) van het kabinet. Voor de overige twee doelstellingen (i en j) is de verwachting dat de doelstelling gerealiseerd kan worden, op basis van actuele cijfers. Daarbij is overigens geen sprake van vooraf kunnen «aantonen» of van garanties, het bereiken van doelen over een periode van 7 jaar is immers van veel factoren afhankelijk.

  • Voor wat betreft dakloosheid is de doelstelling op dit moment nog niet verder te concretiseren. In de voortgangsrapportages over het Nationaal Actieplan Dakloosheid komen we hier op terug.

  • Voor wat betreft de doelstelling omtrent jongeren in de gesloten jeugdzorg is de ambitie «zo dicht mogelijk bij nul gesloten plaatsingen in 2030». Hierbij is de verwachting dat deze haalbaar is gegeven de sterke daling sinds 2017 van het aantal plaatsingen in de gesloten jeugdhulp.

Vraag 6

Kunt u deze vragen binnen drie weken een voor een beantwoorden, zeker gelet op het feit dat deze vragen al eerder zijn ingediend, maar de Minister-President ze niet heeft beantwoord?

Antwoord 6

De vragen zijn gesteld op 9 februari 2023. Het lid Klaver (GroenLinks) heeft het kabinet op 28 maart 2023 verzocht de schriftelijke vragen over de voortgang van de kabinetsdoelstellingen voor 2030 (2023Z02233) uiterlijk 24 uur voor het debat over de uitslag van de verkiezingen voor de provinciale staten te beantwoorden. Op 3 april jl. heeft de Minister-President op dit verzoek gereageerd en toegezegd dat uw Kamer bij de komende Verantwoordingsdag zal beschikken over aanvullende informatie van verschillende bewindspersonen over de in de vragen van 9 februari genoemde deelonderwerpen.

Vraag 1

Klopt het dat dit kabinet de volgende doelstellingen heeft voor 2030:

  • j. 0 jongeren in de gesloten jeugdzorg;

Antwoord 1

  • j. Ja, met die aantekening dat in de brief Passende zorg voor jeugdigen die bescherming en veiligheid nodig hebben, als ambitie staat om in 2030 zo dicht mogelijk bij nul gesloten plaatsingen te zijn.

Vraag 2

Kunt u per doelstelling exact aangeven wat de meest actuele prognose is voor 2030 (door bij elke doelstelling een concreet percentage/getal te noemen) en wanneer deze prognose is gemaakt?

Antwoord 2

Er is geen andere prognose dan deze ambitie. Jaarlijks houden we bij hoeveel jeugdigen in de gesloten jeugdhulp geplaatst worden. Hieronder liggen de plaatsingscijfers van de afgelopen jaren op grond waarvan de verwachting is dat we in 2030 zo dicht mogelijk bij nul gesloten plaatsingen zijn.

Tabel 1. Plaatsingen gesloten jeugdhulp 2017–2022

  • 2017 1.924

  • 2018 1.720

  • 2019 1.701

  • 2020 1.366

  • 2021 1.175

  • 2022 979

Vraag 3

Kunt u bij elk van deze prognoses aangeven of deze prognose voldoende is om de doelstelling te bereiken?

Antwoord 3

Zoals benoemd in het antwoord op vraag 2 over de ambitie «zo dicht mogelijk bij nul gesloten plaatsingen in 2030» is de verwachting dat deze haalbaar is, gegeven de sterke daling sinds 2017 van het aantal plaatsingen in de gesloten jeugdhulp. Zoals in bovengenoemde brief staat, ontvangt de Kamer informatie over de voortgang in de halfjaarlijkse Jeugdbrief.

Vraag 4

Indien er een doelstelling is waarbij bovenstaande vraag niet beantwoord kan worden omdat de informatie ontbreekt, kunt u per doelstelling aangeven hoe u er alsnog voor gaat zorgen dat het inzichtelijk wordt voor de Kamer of deze doelstelling daadwerkelijk gehaald gaat worden?

Antwoord 4

Nvt.

Vraag 5

Bij hoeveel van de bovenstaande kabinetsdoelstellingen kunt u op basis van de meest actuele prognoses aantonen dat deze doelstelling met het huidige kabinetsbeleid bereikt gaat worden? (graag een concreet getal tussen 0 en 17 noemen);

Antwoord 5

Voor wat betreft vier van de 17 kabinetsdoelstellingen is het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport beleidsverantwoordelijk, namelijk doelstellingen i, j, r en s. De doelstellingen geformuleerd onder r en s, namelijk de 30% afname van de gezondheidsachterstanden van mensen met een lage SES ten opzichte van mensen met een hoge SES (in 2040) en 5 jaar langere levensverwachting in goede gezondheid (in 2040), zijn geen doelstellingen maar missies die richting geven aan het topsectoren- en innovatiebeleid (MTIB) van het kabinet. Voor de overige twee doelstellingen (i en j) is de verwachting dat de doelstelling gerealiseerd kan worden, op basis van actuele cijfers. Daarbij is overigens geen sprake van vooraf kunnen «aantonen» of van garanties, het bereiken van doelen over een periode van 7 jaar is immers van veel factoren afhankelijk.

  • Voor wat betreft dakloosheid is de doelstelling op dit moment nog niet verder te concretiseren. In de voortgangsrapportages over het Nationaal Actieplan Dakloosheid komen we hier op terug.

  • Voor wat betreft de doelstelling omtrent jongeren in de gesloten jeugdzorg is de ambitie «zo dicht mogelijk bij nul gesloten plaatsingen in 2030». Hierbij is de verwachting dat deze haalbaar is gegeven de sterke daling sinds 2017 van het aantal plaatsingen in de gesloten jeugdhulp.

Vraag 6

Kunt u deze vragen binnen drie weken een voor een beantwoorden, zeker gelet op het feit dat deze vragen al eerder zijn ingediend, maar de Minister-President ze niet heeft beantwoord?

Antwoord 6

De vragen zijn gesteld op 9 februari 2023. Het lid Klaver (GroenLinks) heeft het kabinet op 28 maart 2023 verzocht de schriftelijke vragen over de voortgang van de kabinetsdoelstellingen voor 2030 (2023Z02233) uiterlijk 24 uur voor het debat over de uitslag van de verkiezingen voor de provinciale staten te beantwoorden. Op 3 april jl. heeft de Minister-President op dit verzoek gereageerd en toegezegd dat uw Kamer bij de komende Verantwoordingsdag zal beschikken over aanvullende informatie van verschillende bewindspersonen over de in de vragen van 9 februari genoemde deelonderwerpen.

Vraag 1

Klopt het dat dit kabinet de volgende doelstellingen heeft voor 2030:

  • r. 30% afname van de gezondheidsachterstanden van mensen met een lage SES ten opzichte van mensen met een hoge SES (in 2040);

  • s. 5 jaar langere levensverwachting in goede gezondheid (in 2040);

Antwoord 1

r. en s.

Het gaat hier niet in de eerste plaats om kabinetsdoelstellingen, maar om het topsectoren- innovatiebeleid (MTIB) dat richtinggevende missies heeft vastgesteld. Die zijn ambitieus geformuleerd om partijen uit te dagen tot betekenisvolle innovaties voor het verminderen van gezondheidsachterstanden.

In 2019 is het MTIB door het toenmalige kabinet geïntroduceerd. In het MTIB werken overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen samen aan innovatie voor economische en maatschappelijke impact. Gezondheid & Zorg is een van de zes Kennis- en Innovatieagenda’s (KIA’s) met de centrale missie dat in 2040 alle Nederlanders vijf jaar langer in goede gezondheid leven en de gezondheidsverschillen tussen de laagste en hoogste sociaal economische groepen met 30% is afgenomen. Om de centrale missie te realiseren, wordt via vier submissies ingezet op een gezondere leefstijl en een gezondere leef- en werkomgeving (missie 1), een betere kwaliteit van en toegang tot de zorg, medische technologieën en organisatie van de zorg (missie 2). Daarnaast vragen de vergrijzing en de toename van het aantal chronisch zieken om specifieke interventies (missie 3), waarbij dementie extra aandacht verdient (missie 4). Als het gaat om de inzet van het kabinet op gezondheidsachterstanden in den brede is ook het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) en de bijhorende Specifieke Uitkering relevant. Gemeenten en GGD-en, zorgverzekeraars en VWS hebben begin dit jaar gezamenlijk afgesproken in te zetten op een gezond en actief leven met een stevige sociale basis met als stip op de horizon een gezonde generatie in 2040. Het terugdringen van vermijdbare gezondheidsachterstanden is één van de specifieke doelen van het GALA.

Vraag 2

Kunt u per doelstelling exact aangeven wat de meest actuele prognose is voor 2030 (door bij elke doelstelling een concreet percentage/getal te noemen) en wanneer deze prognose is gemaakt?

Antwoord 2

Er is geen prognose opgesteld voor 2030 in het kader van het MITB. Wel wordt in de Monitor Missies Gezondheid en Zorg de voortgang op de centrale missie en de vier submissies gemonitord.

Vraag 3

Kunt u bij elk van deze prognoses aangeven of deze prognose voldoende is om de doelstelling te bereiken?

Antwoord 3

Zie antwoord vraag 2.

Vraag 4

Indien er een doelstelling is waarbij bovenstaande vraag niet beantwoord kan worden omdat de informatie ontbreekt, kunt u per doelstelling aangeven hoe u er alsnog voor gaat zorgen dat het inzichtelijk wordt voor de Kamer of deze doelstelling daadwerkelijk gehaald gaat worden?

Antwoord 4

Zie antwoord vraag 2.

Vraag 5

Bij hoeveel van de bovenstaande kabinetsdoelstellingen kunt u op basis van de meest actuele prognoses aantonen dat deze doelstelling met het huidige kabinetsbeleid bereikt gaat worden? (graag een concreet getal tussen 0 en 17 noemen);

Antwoord 5

Voor wat betreft vier van de 17 kabinetsdoelstellingen is het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport beleidsverantwoordelijk, namelijk doelstellingen i, j, r en s. De doelstellingen geformuleerd onder r en s, namelijk de 30% afname van de gezondheidsachterstanden van mensen met een lage SES ten opzichte van mensen met een hoge SES (in 2040) en 5 jaar langere levensverwachting in goede gezondheid (in 2040), zijn geen doelstellingen maar missies die richting geven aan het topsectoren- en innovatiebeleid (MTIB) van het kabinet. Voor de overige twee doelstellingen (i en j) is de verwachting dat de doelstelling gerealiseerd kan worden, op basis van actuele cijfers. Daarbij is overigens geen sprake van vooraf kunnen «aantonen» of van garanties, het bereiken van doelen over een periode van 7 jaar is immers van veel factoren afhankelijk.

  • Voor wat betreft dakloosheid is de doelstelling op dit moment nog niet verder te concretiseren. In de voortgangsrapportages over het Nationaal Actieplan Dakloosheid komen we hier op terug.

  • Voor wat betreft de doelstelling omtrent jongeren in de gesloten jeugdzorg is de ambitie «zo dicht mogelijk bij nul gesloten plaatsingen in 2030». Hierbij is de verwachting dat deze haalbaar is gegeven de sterke daling sinds 2017 van het aantal plaatsingen in de gesloten jeugdhulp.

Vraag 6

Kunt u deze vragen binnen drie weken een voor een beantwoorden, zeker gelet op het feit dat deze vragen al eerder zijn ingediend, maar de Minister-President ze niet heeft beantwoord?

Antwoord 6

De vragen zijn gesteld op 9 februari 2023. Het lid Klaver (GroenLinks) heeft het kabinet op 28 maart 2023 verzocht de schriftelijke vragen over de voortgang van de kabinetsdoelstellingen voor 2030 (2023Z02233) uiterlijk 24 uur voor het debat over de uitslag van de verkiezingen voor de provinciale staten te beantwoorden. Op 3 april jl. heeft de Minister-President op dit verzoek gereageerd en toegezegd dat uw Kamer bij de komende Verantwoordingsdag zal beschikken over aanvullende informatie van verschillende bewindspersonen over de in de vragen van 9 februari genoemde deelonderwerpen.

Naar boven