Vragen van de leden Hagen en Podt (beiden D66) aan de Ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht «Friese mbo’s verliezen deel van inburgeraars» (ingezonden 10 februari 2022).

Antwoord van Minister Van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede namens de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs (ontvangen 4 oktober 2022).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Friese mbo's verliezen deel van inburgeraars»?1

Antwoord 1

Ja, ik ben bekend met het bericht.

Vraag 2

Hoe beoordeelt u dat Friese Poort en Friesland College zich niet hebben ingeschreven voor de B1-Route en de Z-route voor nieuwkomers met beperkt leervermogen omdat ze de vergoedingen niet kostendekkend achten?

Antwoord 2

Zoals ook in het artikel is opgenomen vinden de roc’s dat het beschikbare budget te laag is. De rechter heeft de roc’s daarin het ongelijk gesteld en heeft gesteld dat de gemeenten een uitvoerig en zorgvuldig traject doorlopen hebben waarbij de totstandkoming van de financiële bandbreedtes voldoende inzichtelijk is. Dat bandbreedtes mogelijk niet voor alle aanbieders kostendekkend zijn, betekent niet dat deze niet reëel zijn. In twee andere kort gedingen heeft de rechter dezelfde conclusie getrokken. Met het oog op deze uitspraken zie ik geen aanleiding om nadere maatregelen te treffen.

Vraag 3

Bent u op de hoogte dat ook Vluchtelingenwerk afhaakt om dezelfde reden? Zo ja, vindt u deze reden gegrond?

Antwoord 3

Zie antwoord 2. Met het oog op de uitspraken van de kort gedingen zie ik geen aanleiding om nadere maatregelen te treffen.

Vraag 4

Welke gevolgen heeft dit voor de inburgeraars in de desbetreffende regio?

Antwoord 4

Zoals in het artikel is te lezen, was de aanbesteding verlengd tot februari. Dat bandbreedtes mogelijk niet voor alle aanbieders kostendekkend zijn, betekent niet dat deze niet reëel zijn. Zo is het de regio gelukt om de aanbestedingsprocedure af te ronden. Er is in de regio Friesland een aanbod gecontracteerd voor zowel de B1-route als de Z-route. Dit betekent dat inburgeringsplichtigen kunnen instromen in een van deze routes en er dus geen sprake is van nadelige gevolgen voor deze doelgroep.

Vraag 5

Hoe verhoudt dit zich tot het onderzoek naar de bekostiging van de onderwijsroute in het nieuwe inburgeringsstelsel?2

Antwoord 5

In mijn brief van 12 november 20213 en 29 juni jl.4 heb ik de Kamer geïnformeerd over de onderwijsroute en dan specifiek over de extra middelen voor de korte termijn om de onderwijsroute voor inburgeringsplichtigen mogelijk te maken.

Met de kortetermijnoplossing is € 24 mln. extra beschikbaar gesteld om de aanbestedingen voor in ieder geval 2022 vlot te trekken en is de tijdelijke financiering met cumulatief € 35 mln. voor de periode van 2023 t/m 2025 verlengd. Met dit budget is er sprake van meerjarige financiële duidelijkheid. De verwachting is dat, zo blijkt uit de meest recente gegevens vanuit Divosa, gemeenten en onderwijsinstellingen dit jaar nog tot gunning van de onderwijsroute overgaan.

Verder heb ik in het Commissiedebat Inburgering en Integratie van 6 juli jl. toegezegd samen met de Minister voor Primair en Voortgezet onderwijs, de opties voor een structurele borging uit te werken en in het najaar een bestuurlijk overleg met de betrokken veldpartijen te organiseren.

Vraag 6

Deelt u de mening dat deze ontwikkeling tegen de doelstelling uit het coalitieakkoord ingaat, die stelt dat we «de roc’s versterken als regionale opleidingscentra, waarin ook volwassenen een leven lang leren en ook nieuwkomers – op basis van de nieuwe inburgeringswet – vanaf dag één leren en integreren»?

Antwoord 6

Ik begrijp dat deze ontwikkeling tot zorgen leidt en tot vragen in relatie tot het coalitieakkoord. In de eerdergenoemde verkenning rondom de continuïteit van de onderwijsroute wordt ook het versterken van de rol van roc’s meegenomen.

Vraag 7

Zo ja, welke acties gaat u ondernemen om zorg te dragen dat er gespreid over het hele land voor alle inburgeraars afdoende aanbod is om opleidingen te volgen voor de B1-route en de Z-route, en dat Friese mbo’s de B1-route en Z-route behouden?

Antwoord 7

Naast de roc’s bestaan ook andere (private) taalinstellingen die een voorstel in kunnen dienen voor de aanbesteding voor de B1-route en de Z-route. Zoals ook blijkt uit deze casus in de regio Friesland is het gelukt om een aanbod voor de B1-route en de Z-route te realiseren met private partijen. Ik zie derhalve geen aanleiding om specifieke maatregelen te treffen om te stimuleren dat de B1-route en de Z-route wordt behouden bij de Friese MBO’s of andere roc’s.

Vraag 8

Wanneer verwacht u de gesprekken af te ronden over de financiering van de onderwijsroute voor de komende jaren?

Antwoord 8

Zoals eerder genoemd heb ik naast de eerder toegezegde € 24 mln., ook voor de jaren 2023 t/m 2025 aanvullend budget voor de onderwijsroute beschikbaar gesteld. Daarnaast werk ik samen met mijn collega van Primair en Voortgezet onderwijs aan de structurele oplossing voor het vraagstuk van de onderwijsroute. De financiering van de onderwijsroute is uiteraard een onderdeel dit vraagstuk. In het Commissiedebat Inburgering en Integratie van 6 juli jl. heb ik toegezegd in het najaar een bestuurlijk overleg te houden over de toekomst van de onderwijsroute.

Vraag 9

Hoe beoordeelt u de uitspraak uit het artikel «omdat het roc met een flexibele schil werkte, hoeven er geen mensen ontslagen te worden»?

Antwoord 9

De uitspraak biedt onvoldoende context om hier diep op in te gaan. Echter, het lijkt erop dat de bedrijfsvoering van het roc, ook met geen of minder instroom van inburgeraars, niet negatief wordt getroffen. Met betrekking tot de continuïteit van de onderwijsroute heeft het behoud van de infrastructuur van de roc’s mijn aandacht.


X Noot
2

Bijlage bij Kamerstuk 32 824, nr. 348. (Rapport kosten onderwijsroute).

X Noot
3

Kamerstuk 32 824, nr. 350.

X Noot
4

Kamerstuk 32 824, nr. 364.

Naar boven