Vragen van het lid Azarkan (DENK) aan de Staatssecretarissen van Financiën over de berichten «Meeste toeslagenouders hebben migratieachtergrond, vaak met schulden», nieuwe data van het CBS: «Kenmerken van gedupeerde gezinnen toeslagenaffaire» en «Belastingdienst wist in 2019 al van etnisch profileren in toeslagenaffaire» (ingezonden 15 juli 2022).

Antwoord van Staatssecretaris Van Rij (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst), mede namens de Staatssecretaris van Financiën (Fiscaliteit en Belastingdienst) (ontvangen 13 september 2022).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het NOS-artikel van 28 juni 2022: «Meeste toeslagenouders hebben migratieachtergrond, vaak met schulden»?1

Antwoord 1

Ja, het artikel is bekend

Vraag 2

Heeft u kennisgenomen van nieuwe data van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS): «Kenmerken van gedupeerde gezinnen toeslagenaffaire»?2

Antwoord 2

Ja, de genoemde data is bekend.

Vraag 3 en 4

Kunt u een reactie en zienswijze geven op het NOS-artikel van 28 juni 2022: «Meeste toeslagenouders hebben migratieachtergrond, vaak met schulden»? Zo nee, waarom niet?

Kunt u een reactie en zienswijze geven op nieuwe data van het CBS: «Kenmerken van gedupeerde gezinnen toeslagenaffaire» wat op 28 juni 2022 is gepubliceerd? Zo nee, waarom niet?

Antwoorden 3 en 4

De Inspectie Justitie en Veiligheid (IJenV) onderzoekt of gedupeerde ouders vaker te maken kregen met een kinderbeschermingsmaatregel.3 Hiervoor heeft de IJenV aan het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) gevraagd statistische gegevens aan te leveren om hun kwantitatieve onderzoeksvragen te kunnen beantwoorden. De publicatie van het CBS is de eerste analyse die in dit kader tot stand is gekomen. In het artikel van de NOS wordt bij de uitkomsten stil gestaan.

Uit de analyse blijkt dat vooral veel eenoudergezinnen, veel gezinnen met een migratieachtergrond en veel gezinnen met een laag inkomen door de problemen met de kinderopvangtoeslag zijn getroffen. Binnen de brede hersteloperatie toeslagen komen deze mensen die geraakt zijn door institutionele vooringenomenheid en de hardheid van het stelsel ook duidelijk terug. Zoals in de kabinetsreactie op de analyse van het CBS is gemeld, zijn de uitkomsten pijnlijk en een bevestiging van de noodzaak voor het herstel van het verleden.4

Vraag 5

Deelt u de mening dat het uiterst zorgelijk en uiterst schokkend is, dat de nieuwe gegevens van het CBS over het toeslagenschandaal laten zien dat 70 procent van de gedupeerden een migratieachtergrond heeft? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6 t/m 10

Kunt u een reactie en verklaring geven voor het feit, dat uit de analyse van het CBS, waarbij gekeken werd naar de achtergrond van 10.265 gezinnen waarvan is vastgesteld dat zij gedupeerde zijn van het Toeslagenschandaal, blijkt dat de vier volgende groepen Caribische Nederlanders, Surinaamse Nederlanders, Turkse Nederlanders en Marokkaanse Nederlanders relatief het zwaarst getroffen en extreem oververtegenwoordigd zijn? Zo nee, waarom niet?

Kunt u een verklaring geven waarom Caribische Nederlanders, terwijl zij geen tweede nationaliteit hebben en dus Nederlandse staatsburgers zijn, ten opzichte van Nederlanders zonder migratieachtergrond, naar verhouding 32 keer vaker gedupeerde zijn van het toeslagenschandaal? Zo nee, waarom niet?

Kunt u een verklaring geven waarom Surinaamse Nederlanders, terwijl de meeste enkel de Nederlandse nationaliteit hebben en dus geen tweede nationaliteit hebben, ten opzichte van Nederlanders zonder migratieachtergrond, 22 keer vaker gedupeerde zijn van het toeslagenschandaal? Zo nee, waarom niet?

Kunt u een verklaring geven waarom Turkse Nederlanders, ten opzichte van Nederlanders zonder migratieachtergrond, naar verhouding acht keer vaker gedupeerde zijn van het toeslagenschandaal? Zo nee, waarom niet?

Kunt u een verklaring geven waarom Marokkaanse Nederlanders, ten opzichte van Nederlandse-Nederlanders, naar verhouding zes keer vaker gedupeerde zijn van het toeslagenschandaal? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 6 t/m 10

Zoals in de kabinetsreactie op de analyse van het CBS is gemeld, zijn de uitkomsten pijnlijk en een bevestiging van de noodzaak voor het herstel van het verleden voor alle gedupeerden.5

Er is geen analyse gemaakt op waarom bepaalde achtergronden vaker voorkomen dan anderen. Het is van belang om te benadrukken dat Toeslagen niet beschikt over informatie over etniciteit en afkomst van burgers en Toeslagen heeft hier dan ook niet actief op geselecteerd, ook is niet geselecteerd op achternaam of geboorteplaats. In het Toeslagen Verstrekkingen Systeem (TVS) was de tweede nationaliteit wel zichtbaar voor behandelaren. Het is niet zo, en dat is ook niet door de AP vastgesteld6, dat de behandelaren in dit verband geselecteerd hebben op tweede nationaliteit. Wel is bekend dat in het verleden in een aantal toeslag gerelateerde CAF-zaken onderzoeken hebben plaatsgevonden naar gastouderbureaus waarvan de eigenaren en/of klanten een van de genoemde achtergronden had. Bij het risicoclassificatiemodel van Toeslagen gold dat onder andere Nederlanders met lage inkomens en alleenstaanden, maar ook mensen met een andere nationaliteit, relatief vaker geselecteerd werden voor handmatige behandeling.7

Vraag 11 en 20

Deelt u de mening dat het werken met etnisch geladen risicoprofielen en het bijhouden van de tweede nationaliteit en geboorteplaats (eventueel van hun ouders) heeft geleid tot extra benadeling van deze burgers en dus tot «ongekend onrecht» en leed? Zo nee, waarom niet?

Bent u het eens met de stelling dat deze oververtegenwoordiging van Nederlanders met een migratieachtergrond een direct gevolg is van het gebruik van etnisch geladen risicoprofielen en een schoolvoorbeeld is van institutioneel racisme? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 11 en 20

De werkwijzen van Toeslagen konden als gevolg hebben dat verschillende groepen burgers een grotere kans hadden om geselecteerd te worden voor een handmatige beoordeling, en heeft daarmee geleid tot een onbedoelde ongelijkheid in de behandeling tussen mensen. Zoals met uw Kamer gedeeld op 21 april jl. gold dit onder andere voor Nederlanders met lage inkomens en alleenstaanden, maar gold dit ook voor mensen met een andere nationaliteit, zonder dat hier een deugdelijke grondslag voor was.8 Naast de inzet van het risicoclassificatiemodel kende en kent Toeslagen ook andere manieren waarop toeslagaanvragen voor handmatige beoordeling worden geselecteerd. Uw Kamer is hierover geïnformeerd in onder andere de Kamerbrief van 8 december 2021.9

In de brief van 21 april jl.10 heb ik uw Kamer toegezegd dat de geselecteerde groep uit het risicoclassificatiemodel vergeleken zou worden met de populatie aanmeldingen bij UHT en de burgers die door Toeslagen in FSV zijn geregistreerd. Deze vergelijking is inmiddels afgerond (zie tabel 1) en hieruit blijkt dat slechts een beperkt deel van de geselecteerde groep uit het model zich ook heeft gemeld bij UHT.

Tabel 1. Vergelijking geselecteerde groep uit het model met UHT en FSV

Totaal

Gedupeerden1

Door Toeslagen geregistreerd in FSV

Geselecteerde groep uit het risico- classificatiemodel

74.288

4.477

2.154

X Noot
1

Ouders die bij UHT na de lichte toets en/of de integrale beoordeling als gedupeerd staan geregistreerd.

Vraag 12 en 14

Kunt u aangeven welke maatregelen zijn genomen en welke waarborgen inmiddels binnen Toeslagen en de Belastingdienst zijn geïmplementeerd om te voorkomen dat dit in de toekomst ooit weer kan voorkomen? Zo nee, waarom niet?

Kunt u aangeven welke lessen hier uit getrokken worden en hoe dit zal resulteren in een Belastingdienst die daadwerkelijk ten dienste staat van de burgers, zonder enige vorm voor vooringenomenheid? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 12 en 14

Het voorkomen van institutioneel racisme binnen het toezicht van Toeslagen in de toekomst vereist een breed pakket aan maatregelen. Zowel in relatie tot het verbeteren tot processen als in relatie tot het menselijk toezicht. Het doel van het kabinet is ervoor te zorgen dat dit niet nogmaals gebeurt. Enkele voorbeelden van reeds genomen maatregelen:

Om te zorgen dat medewerkers dit thema beter herkennen en ruimte voor handelingsperspectief voelen, krijgen de onderwerpen «discriminatie en racisme» en «inclusieve organisatiecultuur» een expliciete plek binnen de interventies die er zijn op leiderschap, cultuur, diversiteit en inclusie. Hierbij wordt ook de samenwerking gezocht met de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme die als regeringscommissaris verantwoordelijk is om de aanpak van discriminatie en racisme te versterken. En worden de ontwikkelingen ten aanzien van de Staatscommissie tegen discriminatie en racisme gevolgd om nieuwe wetenschappelijke inzichten op het gebied van de aanpak van discriminatie en racisme toe te passen.

Toeslagen neemt actief deel aan het meerjarenprogramma «Vooroordelen Voorbij» van het College voor de Rechten van de Mens. Het programma draagt eraan bij dat burgers niet worden gediscrimineerd door uitvoeringsinstanties van de overheid, waarbij in het bijzonder aandacht is voor het voorkomen van discriminatie op grond van ras op het terrein van de sociale bescherming. We werken via deze weg aan de onderliggende oorzaken, zoals ingeslepen mechanismen, denkwijzen, werkwijzen en handelingspatronen die leiden tot discriminatie. De eerste pilotgroep waarin de uitvoeringspraktijk van Toeslagen is meegenomen start in september 2022.

Daarnaast worden gesprekken gevoerd met management en medewerkers aan de hand van de aangetroffen voorbeelden. Ook worden casussen en ethische dilemma’s in het toezicht in groepen besproken. Hierbij wordt aandacht besteed aan bewuste en onbewuste vooroordelen.

De onafhankelijke en externe Adviescommissie Analytics gaat bijdragen aan het ethisch verantwoord omgaan met risicomodellen en algoritmen en het met deze inzichten op orde brengen van de bedrijfsprocessen.

Het risicoclassificatiemodel Toeslagen is in juli 2020 stopgezet, momenteel wordt gewerkt aan nieuwe manieren van toetsing en handhaving. Bijna 8 miljoen burgers ontvangen één of meerdere toeslagen. Het is niet mogelijk om alle nieuwe aanvragen en wijzigingen in lopende aanvragen (handmatig) te bekijken, daarmee blijft risicogericht selecteren in het toezicht en dienstverlening noodzakelijk. Door middel van objectief bepaalde risicoprofielen kan onderscheid worden gemaakt tussen groepen burgers om te bepalen waar extra toezicht nodig is. Overheidsorganisaties die gebruik maken van risicoprofielen moeten zich ervan bewust zijn dat dit onderscheid het risico op discriminatie met zich meebrengt. Van discriminatie mag nooit sprake zijn, maar niet elk onderscheid is discriminerend wanneer er een rechtvaardigingsgrond voor is om onderscheid te maken tussen groepen. Daarom onderzoeken de Belastingdienst, Toeslagen en Douane gezamenlijk welke waarborgen nodig zijn om de rechtmatigheid, objectiviteit en transparantie van de risicoselectie te garanderen. Het streven is dit jaar het kader vast te stellen waaraan processen getoetst kunnen worden. De toekomst van risicogericht toezicht is ook een belangrijk onderwerp in de handhavingsstrategie van Toeslagen die op dit moment verder wordt uitgewerkt, resulterend in een toekomstbestendige strategie voor 2023 en verder.

De problemen die de afgelopen jaren aan het licht zijn gekomen met de kinderopvangtoeslag hebben daarnaast ook duidelijk gemaakt dat het van groot belang is om meer aandacht te hebben voor de schrijnende situaties en uitzonderingen die op individueel niveau kunnen ontstaan. Toeslagen werkt daarom ook aan het verbeteren de dienstverlening, het versterken van de menselijke maat in de werkprocessen en richt signaalmanagement in als een keten van de werkvloer tot opdrachtgevers. Om sneller te kunnen acteren in knellende situaties bij individuele burgers biedt signaalmanagement de basis om fouten te voorkomen en te blijven leren over (nieuwe) knelpunten en voor verbetermogelijkheden.

Vraag 13

Kunt een verklaring geven waarom ambtenaren van de Belastingdienst en Toeslagen het nodig achtten om de tweede nationaliteit überhaupt bij te houden en hierop te selecteren, dan wel op geboorteplaats (van hun ouders), etniciteit/afkomst of exotisch klinkende achternaam? Is er volgens u een rechtvaardiging hiervoor geweest? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 13

Voor Toeslagen geldt dat de aanspraak op toeslag mede afhankelijk is van de nationaliteit van de aanvrager, omdat dit een element is bij het bepalen op welke grond er sprake kan zijn van rechtmatig verblijf. De verwerking van de dubbele nationaliteit van Nederlanders is echter niet noodzakelijk voor deze taak, dat heeft ook de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) geconcludeerd. Het is niet zo, en ook niet door de AP vastgesteld, dat de behandelaren in dit verband geselecteerd hebben op tweede nationaliteit.

De Belastingdienst ontving tot 31 januari 2015 van burgers met een Nederlandse nationaliteit ook de eventuele tweede nationaliteit uit de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA). Deze werd door de Belastingdienst verwerkt in het door alle onderdelen van de Belastingdienst gebruikte systeem Beheer van Relaties (BVR) en werd vervolgens overgenomen door het Toeslagen Verstrekkingen Systeem (TVS). In TVS zijn zogenaamde «regels» ingebouwd waarmee de situatie van de burger kan worden weergegeven in relatie tot de wettelijke vereisten. De behandelaren van Toeslagen hadden zodoende toegang tot de (historische) gegevens over de tweede nationaliteit. De verwerking van de dubbele nationaliteit had niet gemogen en de AP heeft daarvoor ook een boete opgelegd. Toeslagen hield geen gegevens bij over de afkomst van burgers. Het is wel bekend dat er naar aanleiding van externe signalen over misbruik of oneigenlijk gebruik bij een aantal gastouderbureaus (fraude)onderzoeken hebben plaatsgevonden waarvan de eigenaren en/of klanten een van de genoemde migratieachtergronden had. Bij het risicoclassificatiemodel van Toeslagen gold dat onder andere Nederlanders met lage inkomens en alleenstaanden, maar ook mensen met een andere nationaliteit, relatief vaker geselecteerd werden voor handmatige behandeling.11

Bij de Belastingdienst is het gegeven geboorteplaats en geboorteland van een belastingplichtige voor een beperkt deel van de medewerkers beschikbaar voor de uitvoering van hun taak. De doelbinding hiervoor is de Successiewet 1956, erfbelasting en een koppeling met het Centraal Testamenten Register.

In sommige gevallen kan gereconstrueerd worden hoe een casus is ontstaan. Voor de Belastingdienst werd in de niet formeel vastgestelde «handleiding voor analisten aan de Poort» voor de selectie van aangiften inkomstenbelasting de combinatie van hoge aftrek van medicijnkosten met achternamen eindigend op -ic genoemd als voorbeeld van een opvallend patroon van uitgaven dat voor fraudeonderzoek in aanmerking komt. Een aantal van deze aangiften is opgeleverd voor controle en de zorgkosten bleken onjuist te zijn, vermoedelijk gefingeerd. Dat was aanleiding om in de handleiding voor de analisten aan de poort inzake het volgende belastingjaar op te nemen dat ze moesten letten op dit patroon. Op 25 januari12, 24 februari13, 29 maart14 en 30 mei15 jl. heeft ook de Staatssecretaris voor Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst aangegeven dat hij de bepaling van het risico op fraude gebaseerd op persoonskenmerken als nationaliteit en uiterlijk voorkomen ten strengste afkeurt.

Vraag 15

Kunt u aangeven wat u zal ondernemen wanneer ambtenaren wederom burgers zullen selecteren op tweede nationaliteit, afkomst, religie en «buitenlandse achternamen»/exotisch klinkende achternamen? Kunt u aangeven of er inmiddels een nieuw kader is met betrekking tot het sanctioneren van ambtenaren die zich schuldig maken aan racisme en discriminatie? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 15

Binnen de Belastingdienst en Toeslagen wordt nagedacht over de wijze waarop risicoselectie en handhaving kunnen worden vormgegeven met oog voor de omgang met risico’s bij selecties en het voorkomen van het maken van onbedoeld onderscheid en de manier waarop hierover verantwoording kan worden afgelegd. Wanneer individuele ambtenaren over de schreef gaan op welke manier dan ook, volgt altijd een gesprek en waar nodig passende maatregelen. Racisme en discriminatie worden – en werden ook in het verleden – hierbij niet getolereerd.

Vraag 16

Kunt u een verklaring geven voor het feit dat in de risicoprofielen selectiecriteria stonden zoals: «allochtoon (niet westerse landgenoten)», «van buitenlandse origine», «ondernemers van allochtone afkomst» en «belastingplichtigen wier achternaam eindigt op ... IC»? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 16

De voorbeelden die u noemt zijn geen selectiecriteria geweest in risicoprofielen, maar voorbeelden van kenmerken waar door ambtenaren van de Belastingdienst handmatig naar gekeken werd. Zie ook de laatste alinea van het antwoord op vraag 13.

Daarnaast merkt PwC in zijn onderzoek16 naar de effecten van FSV binnen MKB op dat het verschillende documenten waargenomen heeft over het beleid rondom de selectie van ondernemers voor startersbezoeken. Dit zijn geen controlebezoeken, maar bezoeken waarin de Belastingdienst kennismaakt met een beginnend bedrijf en ondernemers informeert over hun rechten en plichten. Daarin kwam het voor dat de herkomst (nationaliteit) van ondernemers als een van de leidende selectiecriteria wordt genoemd. Deze voorbeelden zijn op 24 februari jl.17 met uw Kamer gedeeld. In één van de voorbeelden uit 2009 wordt het culturele aspect in de benadering als mogelijke verklaring genoemd. In een ander voorbeeld uit 2008 wordt het verhoogde risico op oneigenlijk ondernemerschap bij «westerse buitenlandse origine» en op vroegtijdige beëindiging en betalingsachterstand bij «niet-westerse buitenlandse origine» genoemd. Hierbij wordt een vergelijking gemaakt van een aantal indicatoren over aangifte- en betaalgedrag en overlevingskans, die een mogelijke verklaring biedt.

Vraag 17

Kunt u aangeven hoeveel ambtenaren van de Belastingdienst bij het beoordelen van «frauderisico’s» bij giften selecteerden op giften aan islamitische organisaties en moskeeën en of u dit afkeurt en kwalificeert als een vorm van islamofobie en/of moslimdiscriminatie? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 17

De vermelding van donaties aan moskeeën heeft PwC aangetroffen in de «handleiding voor analisten aan de Poort». In zijn rapport over query’s aan de Poort geeft PwC aan dat vijf analisten de kritische processen binnen de Poort verrichtten. Achtergrond van de vermelding van giften aan moskeeën is dat, zoals PwC aangeeft in zijn rapport, 50 van de ca. 500 moskeeën in Nederland de ANBI-status hebben, en giften aan niet-ANBI’s niet aftrekbaar zijn. Naar aanleiding van signalen dat sprake zou zijn van valse kwitanties, heeft nader onderzoek plaatsgevonden op basis waarvan enkele aangiften zijn gecorrigeerd en heeft strafrechtelijk onderzoek plaatsgevonden naar degenen die verdacht werden van handel in deze kwitanties. Gegeven deze achtergrond kan niet worden geconcludeerd dat islamofobie ten grondslag ligt aan de vermelding van giften aan moskeeën in de handleiding. In de nieuwe handleiding voor analisten aan de Poort, die uw Kamer op 17 juni jl. heeft ontvangen, worden giften aan moskeeën niet meer genoemd.

Vraag 18

Kunt u aangeven hoeveel van de burgers, die in de Fraudesignaliseringsvoorziening (FSV) hebben gestaan, een tweede nationaliteit hebben? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 18

Nee, in FSV waren geen gegevens beschikbaar over de eerste of tweede nationaliteit van de burgers. De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) geeft in haar rapport18 aan dat in het vrije tekstveld voor 0,3% van de registraties (1% voor Toeslagenregistraties) informatie staat die te relateren is aan nationaliteit, maar niet of het hier tweede nationaliteit betreft en of deze informatie klopt. Daarnaast geldt voor Toeslagen dat de data met betrekking tot een tweede nationaliteit in de datakluis staat opgeborgen en daarom niet geraadpleegd wordt.

Vraag 19

Bent u het eens met de stelling dat burgers er van uit moeten kunnen gaan dat ze te maken hebben met een niet-vooringenomen overheid? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 19

Zoals ook vermeld staat in het coalitieakkoord, is voor institutioneel racisme geen plek in onze samenleving. Overheids- en uitvoeringsorganisaties moeten hierbij het goede voorbeeld geven. Tegelijkertijd leren we van de geldende definities rond institutioneel racisme ook dat dit tot stand komt omdat we bewust en onbewust werken of denken in ingebakken procedures, gewoontes of gedragsvormen die op soms lastig herkenbare wijze een nadeel opleveren voor bepaalde groepen mensen op grond van hun afkomst. Het adresseren van dit thema is daarom belangrijk, zodat we ervan kunnen leren en hopelijk ervoor kunnen zorgen dat we het in ons eigen gedrag herkennen. Het doel van het kabinet is ervoor te zorgen dat dit niet nogmaals gebeurt.

Vraag 21 t/m 23

Kunt u aangeven wat u ervan vindt dat uit de nieuwe cijfers van het CBS blijkt dat een vijfde van de huishoudens juist in de bijstand zat toen zij geraakt werden door het toeslagenschandaal, terwijl de Kamer hiervoor ervan uitging dat het vrijwel alleen om werkende ouders ging, die gedupeerd zijn in het toeslagenschandaal? Zo nee, waarom niet?

Kunt u aangeven waarom de menselijke maat niet werd toegepast, gelet op het feit dat nu blijkt dat de brieven van de Belastingdienst vaak terecht kwamen bij gezinnen, die al worstelden met schulden van duizenden euro’s? Zo nee, waarom niet?

Kunt u aangeven of er überhaupt rekening werd gehouden met de financiële situatie van burgers? Kunt u aangeven wat u ervan vindt dat twee derde van de toeslagenouders al meer schulden dan bezittingen hadden toen de Belastingdienst aanklopte met vorderingen van vaak duizenden euro's? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 21 t/m 23

Zoals in de kabinetsreactie op de analyse van het CBS is gemeld, zijn de uitkomsten pijnlijk en een bevestiging van de noodzaak voor het herstel van het verleden voor alle gedupeerden.19 Tijdens de fase van de handmatige beoordeling werd binnen Toeslagen tot en met oktober 2019 uitgegaan van een strikte toepassing van de wet- en regelgeving. De focus lag veelal op het tegengaan van misbruik en oneigenlijk gebruik en op het voorkomen van hoge terugvorderingen, zeker als een hoge terugvordering tot een naar verwachting grote impact voor de burger leidde.

Toeslagen zijn bedoeld om vitale voorzieningen voor iedereen betaalbaar te maken. Het uitkeren van toeslagen is voor veel mensen onmisbaar om de kosten te betalen van de zorgverzekering, de zorg voor kinderen en ruimte om te wonen. De cijfers van het CBS zijn daarom gedeeltelijk te verklaren vanuit demografisch perspectief, onder meer omdat burgers met lage inkomens de hoogste toeslagen krijgen uitgekeerd en Toeslagen juist wilde voorkomen dat zij met hoge terugvorderingen te maken krijgen. Echter, de gebeurtenissen van de afgelopen jaren hebben laten zien dat de werkwijzen van controles bij Toeslagen in het verleden niet voldoende gericht waren op het ondersteunen en helpen van deze groep mensen.

Dit geldt zeker voor burgers die in de bijstand zitten. Mensen in de bijstand hebben recht op kinderopvangtoeslag wanneer zij in een naar-werk-traject zitten, om de arbeidsparticipatie te bevorderen. Het is dus niet zo dat alleen werkende ouders recht hebben op kinderopvangtoeslag en daarmee als enige gedupeerd konden zijn.

Vraag 24

Vindt u het schokkend dat nu blijkt dat maar liefst 70 procent van de gedupeerden in het toeslagenschandaal een migratieachtergrond heeft?

Antwoord 24

Dit is in lijn met de eerdere conclusie dat bij het toezicht van Toeslagen sprake is geweest van institutioneel racisme. De werkwijze van Toeslagen had tot gevolg dat onder andere Nederlanders met lage inkomens en alleenstaanden, en mensen met een andere nationaliteit, een grotere kans hadden om geselecteerd te worden voor een handmatige beoordeling.

Vraag 25

Kunt u aangeven wat u zult ondernemen om het vertrouwen van Caribische-Nederlanders, Surinaamse-Nederlanders, Turkse Nederlanders en Marokkaanse Nederlanders in de Belastingdienst/Toeslagen en de overheid in het algemeen te herstellen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 25

De Toeslagenaffaire heeft in de samenleving en ook bij diverse groepen daarbinnen waar u een aantal van noemt, veel teweeggebracht wat schadelijk is geweest voor het vertrouwen in de overheid. Dat geldt voor alle gedupeerden. Het vertrouwen dient weer opgebouwd te worden door onder andere de geleden schade te herstellen, te laten zien dat van de fouten in systemen en structuren geleerd is en deze tevens worden verbeterd.

Daartoe zetten onder andere de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT), de Sociale Bank Nederland (SBN) en de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) zich in om recht te doen aan de fouten die Toeslagen in het verleden heeft gemaakt, door het bieden van erkenning aan de ouders, financieel herstel, emotioneel herstel (heling) en brede hulp. Zij doen dit vanuit het bewustzijn van het onrecht dat ouders, kinderen en jongeren is aangedaan en zien het als hun plicht een nieuwe start mogelijk te maken. Door middel van de voortgangsrapportages over de hersteloperatie Toeslagen (VGR) wordt uw Kamer geïnformeerd over de laatste stand van zaken van de hersteloperatie. Hierbij wordt uitgebreid ingegaan op de verschillende manieren waarop wordt gewerkt aan het herstelproces van de gedupeerden gezinnen. Voor de volledigheid verwijs ik u naar de laatste VGR, die op 15 juli jl. naar uw Kamer verzonden is.20

Vraag 26 en 27

Kunt u aangeven in hoeverre de gedupeerden Nederlanders zonder migratieachtergrond toch een link hebben met Nederlanders met een migratieachtergrond? Kunt u tevens aangeven hoeveel van deze gedupeerden een (ex-)partner hebben met een migratieachtergrond of hun kind was ingeschreven bij een gastouderbureau of een buitenschoolse opvang (BSO), waar iemand met een migratieachtergrond de eigenaar was? Zo nee, waarom niet?

Kunt u aangeven hoeveel eigenaren van de gastouderbureaus of BSO’s, die onder de loep werden genomen in de diverse CAF-zaken (Combiteam Aanpak Facilitators) en andere zaken, een tweede nationaliteit hadden, dan wel een partner hadden met een migratieachtergrond of roots hebben in het buitenland? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 26 en 27

Nee, dat kan ik niet. Om dit te analyseren is informatie nodig over de afkomst van toeslagaanvragers en deze informatie wordt en werd niet bijgehouden bij Toeslagen. Daarnaast staat de data met betrekking tot een tweede nationaliteit in de datakluis van Toeslagen opgeborgen en wordt daarom niet geraadpleegd. Zoals ook eerder in de antwoorden van deze set is benoemd, is wel bekend dat in het verleden in een aantal toeslag gerelateerde CAF-zaken onderzoeken hebben plaatsgevonden naar gastouderbureaus waarvan de eigenaren en/of klanten een van de genoemde achtergronden had. Verdere analyse hierop heeft niet plaatsgevonden en is om de hierboven genoemde redenen ook niet mogelijk.

Vraag 28 t/m 30

Kunt u aangeven waarom er in de beantwoording op mijn Kamervragen van juli 201921 en juli 202022 is ontkend dat tweede nationaliteit, afkomst, etniciteit, geboorteplaats en achternaam werd bijgehouden door de Belastingdienst/Toeslagen en er actief op werd geselecteerd? Zo nee, waarom niet?

Kunt u aangeven waarom er in de beantwoording op mijn Kamervragen van juli 2019 en juli 2020 werd ontkend dat er zwarte lijsten zouden bestaan? Zo nee, waarom niet?

Kunt u aangeven waarom er is gelogen in de beantwoording op mijn Kamervragen van juli 2019 en juli 2020 over etnisch profileren, terwijl de Belastingdienst al in 2019 wist dat er sprake was van etnisch profileren en er op niet-Nederlandse afkomst werd geselecteerd in fraudeonderzoeken bij de kinderopvangtoeslag? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 28 t/m 30

In de beantwoording van uw Kamervragen in 2019 is door mijn voorganger steeds verwezen naar het destijds lopende advies van de adviescommissie Donner, het onderzoek van de ADR en het onderzoek van de AP naar verwerking van nationaliteit. Uw Kamervragen uit 2020 zagen op project 1043 van de Belastingdienst. In beide sets is ingegaan op de destijds aanwezige informatie. Verschillende onderzoeken en rapporten hebben later meer inzicht gegeven.

Een belangrijke conclusie is ook eerder geweest dat de Belastingdienst en Toeslagen de informatiehuishouding niet goed op orde hadden. Dit zorgt ervoor dat het niet altijd goed mogelijk is een volledig beeld te hebben, waar en hoe zaken fout zijn gegaan en dat soms op een later moment nieuwe informatie naar bovenkomt. Het is van belang om te benadrukken dat Toeslagen geen etniciteit en afkomst van burgers heeft vastgelegd of bijgehouden en hier dan ook niet actief op heeft geselecteerd. Hetzelfde geldt voor selectie op achternaam, geboorteplaats of tweede nationaliteit. Het kabinet heeft maatregelen genomen om de informatiehuishouding te verbeteren. Het Ministerie van Financiën werkt hard aan de uitvoering van die maatregelen en rapporteert daarover door middel van het programma Herstellen, Verbeteren, Borgen (HVB).

Vraag 31

Heeft u kennisgenomen van het NOS/Nieuwsuur-artikel van 13 juli 2022: «Belastingdienst wist in 2019 al van etnisch profileren in toeslagenaffaire»?23

Kunt u een reactie en uw zienswijze geven op dit artikel? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 31

Ja, het artikel is bekend. Dit artikel gaat in op documenten die openbaar zijn gemaakt naar aanleiding van een Commissieverzoek en een verzoek op grond van de Wet open overheid. Het ging daarbij om een groot aantal documenten waarbij diverse onderwerpen aan bod kwamen. De hoofdmoot van dit verzoek had betrekking op het verkrijgen van inzicht in discussies rondom schadevergoeding of vormen van compensatie naar aanleiding van de uitspraak van de Raad van State van 2017, het rapport van de Nationale ombudsman «Geen powerplay maar fair play» of het memo van de vaktechnisch coördinator.

Voorop staat dat in het verleden grote fouten zijn gemaakt bij de Kinderopvangtoeslag. Het vorige kabinet heeft daar verantwoordelijkheid voor genomen en er is een omvangrijke operatie gestart om gedupeerde ouders herstel te bieden. Ook al is het daarmee niet klaar. Duidelijk is ook, en dat blijkt weer uit deze documenten, dat er in het verleden signalen zijn geweest dat er zaken fout gingen en dat daar actie op had moeten worden ondernomen, maar er is te weinig met de signalen gedaan. In het artikel wordt echter een aantal onderwerpen aangehaald waarop een aantal nuanceringen zijn toe te brengen. In de antwoorden op de vragen 32 t/m 34 wordt dit nader toegelicht.

Vraag 32

Nemen de Belastingdienst en het Ministerie van Financiën de Kamer nog wel serieus nu blijkt dat de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK) in 2020 niet alle informatie heeft gekregen?

Antwoord 32

De Parlementaire ondervragingscommissie (POK) heeft meerdere keren informatie gevorderd. Allereerst heeft de POK informatie gevorderd over het rapport van de Nationale ombudsman «Geen powerplay maar fair play» en de opvolging daarvan, voor zover die informatie het niveau van plaatsvervangend DG had bereikt. De reikwijdte van het Woo-verzoek en de informatievordering overlappen slechts ten dele. Stukken uit het Woo-verzoek hebben bijvoorbeeld niet allemaal het niveau van plaatsvervangend DG bereikt en vielen daarom niet onder de informatievordering van de POK. Deze stukken zijn dan ook niet verzameld ten behoeve van de informatieverstrekking aan de POK en of intern nader geraadpleegd. De POK heeft in oktober 2020 ook informatie gevorderd over het «memo Palmen». Dit was een afgebakende vordering die op verzoek van de POK binnen een week moest worden aangeleverd. Binnen de beschikbare tijd heeft het Ministerie van Financiën haar uiterste best gedaan informatie te verstrekken om een zo goed mogelijk beeld te geven van de gang van zaken rondom het memo Palmen. De behandeling van het Woo-verzoek heeft ongeveer een jaar geduurd.

Vraag 33

Kunt u garanderen dat Toeslagen en de Belastingdienst daadwerkelijk zijn gestopt met de CAF-onderzoeken en CAF-teams? Kunt u tevens garanderen dat de CAF-teams niet onder een andere naam zijn verder gegaan? Kunt u aangeven waar de afkorting STEAM voor staat en waarom het bestaan hiervan al die tijd door de Belastingdienst, Toeslagen en het Ministerie van Financiën is verzwegen voor de Kamer en de POK? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 33

Toeslagen en de Belastingdienst zijn gestopt met de CAF-onderzoeken en CAF-teams.24 Het screeningsteam (ofwel: STEAM) is niet het Combiteam Aanpak Facilitators (CAF) onder een andere naam of de opvolger van CAF. Dit is ten onrechte wel zo genoemd in conceptantwoorden op Kamervragen die in het Woo-verzoek verstrekt zijn. De conceptversie is nooit naar de Kamer verzonden omdat dit antwoord feitelijk onjuist was. Het screeningsteam is in 2016 ingericht bij Belastingdienst/Toeslagen en werkte ter ondersteuning van het intensief toezicht proces. Het team bestond met name uit medewerkers van Handhavingsregie, Fraude en Intensief Subjectgericht Toezicht (IST). Bij het screeningsteam kwamen signalen binnen van mogelijk misbruik of oneigenlijk gebruik die op basis van bij Belastingdienst/Toeslagen beschikbare informatie aan een eerste analyse werden onderworpen. Voorbeelden hiervan zijn het opstellen van casusbeschrijvingen en evaluatierapporten, zoals we deze kennen uit de CAF-casussen. Hierbij stond de vraag centraal of het signaal aanleiding kon zijn voor een nader onderzoek. Als daar aanleiding voor was werd een zaak voor verder onderzoek doorgegeven aan een andere afdeling zoals, Toezicht, IST, het fraudeteam of het CAF-team.

De positie en werkwijze van het screeningsteam als onderdeel van de fraudeaanpak bij Belastingdienst/Toeslagen, met inbegrip van de relatie tot CAF, staat reeds beschreven op pagina 59 in het eindrapport van de Commissie Advies Uitvoering Toeslagen (AUT) uit 2020.25 In 2021 heeft de Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed een rapport opgeleverd over de naleving van de Archiefwet bij Toeslagen, waarin vanaf pagina 35 ook de positionering en werkwijze van het screeningsteam nader wordt geduid.26 Ook in de Kamerbrief van 21 april jl. is het screeningsteam genoemd.27

Vraag 34

Deelt u de mening dat het uiterst zorgelijk en schandalig is dat er in 2019 intern al bekend was dat er sprake was van etnisch profileren en al duidelijk was dat de toeslagenaffaire veel breder speelde en dit niet naar voren kwam tijdens de verhoren van de POK eind 2020? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 34

Dit onderwerp heeft in het verleden niet de aandacht gekregen die het verdiende. Echter, de constatering dat de Belastingdienst al in 2019 wist dat er sprake was van etnisch profileren en er op niet-Nederlandse afkomst werd geselecteerd in fraudeonderzoeken, is niet juist. Dit lijkt te zijn gebaseerd op een mailwisseling tussen ambtenaren uit maart 2019 waarin de evaluatierapporten van meerdere toeslag gerelateerde CAF-zaken zijn bekeken. Voor zover nu is te reconstrueren op basis van deze stukken lijkt het dat op dat moment nog niet duidelijk was of er bij de CAF-zaken iets dergelijks speelde en dat juist daarom deze medewerkers de evaluatierapporten zijn gaan lezen. Een aantal maanden later, op 11 juni 2019, is een brief naar de Kamer gegaan «Richting een oplossing voor ouders in de CAF-11 zaak»28 waarin Staatssecretaris Snel onder andere ingaat op het gebruik van nationaliteit. Specifiek op het Risicoclassificatiemodel en de query’s voor toeslag gerelateerde CAF-zaken, waarbij gegevens over (eerste en tweede) nationaliteit werden gebruikt. Hieruit kan worden opgemaakt dat naar aanleiding van de signalen van deze medewerkers verder onderzoek is gedaan naar het selecteren op «niet-Nederlandse aanvragers». Verdere beoordeling van dit thema is ook onderdeel geweest van de opdrachtverstrekking aan de Adviescommissie Uitvoering Toeslagen en de rapporten van de AUT en de ADR in maart 2020 besteden hieraan aandacht. Van selecteren op afkomst of etnisch profileren was geen sprake, omdat Toeslagen deze informatie niet tot haar beschikking heeft gehad.

De AP heeft ook in haar rapport «De verwerking van de nationaliteit van aanvragers van kinderopvangtoeslag» in juli 2020 geconstateerd dat er geen sprake is geweest van etnisch profileren door Toeslagen. Reden hiervoor is dat er geen direct verband bestaat tussen de nationaliteit en het ras of de etnische afkomst van een persoon en dat Toeslagen niet beschikte over gegevens over ras of etnische afkomst.

Vraag 35

Begrijpt u dat bij een deel van de Kamer het gevoel heerst dat er geen sprake was van een gebrekkige informatiehuishouding, maar van willens en wetens informatie achterhouden? Kunt u hier uw reactie en zienswijze over geven? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 35

Het informeren van de Kamer is een grondwettelijke taak die zeer serieus genomen wordt.

Vraag 36

Bent u op de hoogte van de berichtgeving dat vanaf volgende maand de Belastingdienst bijna alleen nog maar toekomt aan ouders die via de rechter afgedwongen hebben om op tijd behandeld te worden?29

Antwoord 36

Ja, in de 11e VGR-kinderopvangtoeslag is uw Kamer hierover geïnformeerd.30

Vraag 37

Klopt het dat er inmiddels twee miljoen euro is betaald aan dwangsommen in 1500 zaken? Klopt het dat er inmiddels 12.000 ingebrekestellingen zijn? Klopt het dat er 70 miljoen euro is gereserveerd voor toekomstige dwangsommen? Om hoeveel zaken zou her in totaal gaan bij deze 70 miljoen euro?

Antwoord 37

Op dit moment is er € 2.8 miljoen uitbetaald aan dwangsommen voor 1.960 ingebrekestellingen en 15 beroepen niet tijdig beslissen31. Daarnaast klopt het dat 70 miljoen euro is gereserveerd voor toekomstige dwangsommen (inclusief apparaatskosten), zoals ook staat opgenomen in de 11e VGR-kinderopvangtoeslag32. Dit betreft zo’n 46.000 zaken.

Vraag 38

Klopt het dat de totale afhandeling misschien wel tot 2026 gaat duren? Wat gaat u doen om het vastgelopen proces bij de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT) weer los te trekken?

Antwoord 38

In de 11e VGR-kinderopvangtoeslag is uw Kamer geïnformeerd over de gevolgen van het stijgende aantal ingebrekestellingen en beroepen niet tijdig beslissen. Hierin is de Kamer ook geïnformeerd over de inspanningen van UHT om ervoor te zorgen dat ouders zo snel als mogelijk te helpen en de knelpunten op te lossen.33

Vraag 39

Klopt het dat er bij de UHT een personeelsverloop is van drie tot vier procent per maand? Klopt het dat er een lange inwerktijd nodig is voor sommige functies binnen de UHT? Klopt het dat er veel met tijdelijke contracten wordt gewerkt? Wat kunt u doen om duurzaam meer personeel aan de UHT te binden?

Antwoord 39

Ja, dat klopt. In juni was het personeelsverloop 3,2% per maand. Hierover is uw Kamer ook geïnformeerd in de 11e VGR.34 Net zoals bij andere nieuw opgerichte organisaties vergt het inwerken van medewerkers tijd. Voor een beperkt aantal functies binnen UHT is een paar maanden inwerktijd noodzakelijk gegeven de complexe materie en processen en de zorgvuldigheid die betracht moet worden. Ongeveer 75% van de medewerkers heeft als externe een tijdelijk contract. Er loopt een traject om meer medewerkers aan de organisatie te binden. Het gaat daarbij om het behoud van huidige medewerkers, bijvoorbeeld door 300 FTE een vaste aanstelling bij UHT aan te bieden, en het verder opschalen van de personele capaciteit. In de huidige krappe arbeidsmarkt is en blijft dat een uitdaging.

Vraag 40

Bent u bereid om de bovenstaande vragen afzonderlijk te beantwoorden en te voorzien van een toelichting? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 40

Om herhaling in de antwoorden zoveel mogelijk te voorkomen zijn enkele vragen in de beantwoording samengevoegd.


X Noot
1

NOS, 28 juni 2022 (nos.nl/artikel/2434452-meeste-toeslagenouders-hebben-migratieachtergrond-vaak-met-schulden).

X Noot
3

Kamerstuk 31 066, nr. 921.

X Noot
4

Kamerstuk 31 066, nr. 1063.

X Noot
5

Kamerstuk 31 066, nr. 1063.

X Noot
6

Zie het rapport van de AP inzake «De verwerking van de nationaliteit van aanvragers van kinderopvangtoeslag».

X Noot
7

Kamerstuk 31 066, nr. 938.

X Noot
8

Kamerstuk 31 066, nr. 938.

X Noot
9

Kamerstuk 31 066, nr. 938.

X Noot
10

Kamerstuk 31 066, nr. 938.

X Noot
11

Kamerstuk 31 066, nr. 938.

X Noot
12

Kamerstuk 31 066, nr. 957.

X Noot
13

Kamerstuk 31 066, nr. 977.

X Noot
14

Kamerstuk 31 066, nr. 992.

X Noot
15

Kamerstuk 31 066, nr. 1030.

X Noot
16

Kamerstuk 31 066, nr. 992.

X Noot
17

Kamerstuk 31 066, nr. 977.

X Noot
18

Kamerstuk 31 066, nr. 911.

X Noot
19

Kamerstuk 31 066, nr. 1063.

X Noot
20

Kamerstuk 31 066, nr. 1047.

X Noot
21

Aanhangsel Handelingen II, vergaderjaar 2019–2020, nr. 61 (Antwoord op vragen van het lid Azarkan (DENK) over de verbijsterende CAF-affaire met de kinderopvangtoeslag: 2019D36856).

X Noot
22

Aanhangsel Handelingen II, vergaderjaar 2020–2021, nr. 357 (Antwoord op vragen van het lid Azarkan (DENK) over tienduizenden burgers die jaren last hadden van «fraudevermoedens» van de Belastingdienst: 2020D40542).

X Noot
23

NOS, 13 juli 2022 (nos.nl/nieuwsuur/artikel/2436477-belastingdienst-wist-in-2019-al-van-etnisch-profileren-in-toeslagenaffaire).

X Noot
24

Kamerstuk 31 066, nr. 807.

X Noot
25

Kamerstuk 31 066, nr. 608.

X Noot
26

Kamerstuk 31 066, nr. 815.

X Noot
27

Kamerstuk 31 066, nr. 938.

X Noot
28

Kamerstuk 31 066, nr. 490.

X Noot
29

NOS, 14 juli 2022 (nos.nl/artikel/2436650-belastingdienst-komt-alleen-toe-aan-toeslagenouders-die-naar-rechter-gingen).

X Noot
30

Kamerstuk 31 066, nr. 1093.

X Noot
31

Peildatum 5 augustus 2022.

X Noot
32

Kamerstuk 31 066, nr. 1093.

X Noot
33

Kamerstuk 31 066, nr. 1093.

X Noot
34

Kamerstuk 31 066, nr. 1093.

Naar boven