Vragen van het lid Omtzigt (CDA) aan de Staatssecretaris van Financien over de CAF 11-zaak (ingezonden 22 oktober 2020).

Antwoord van Staatssecretaris Van Huffelen (Financiën – Toeslagen en Douane) (ontvangen 9 november 2020).

Vraag 1

Wie heeft opdracht gegeven voor het schrijven van het vaktechnisch memo uit maart 2017 over de CAF 11-zaak, dat op u op 20 oktober naar de Kamer stuurde?1 En wanneer is die opdracht verstrekt?

Antwoord 1

Medio november 2016 heeft een MT-lid van Belastingdienst/Toeslagen aan de vaktechnisch coördinator gevraagd om de coördinatie van de casus Hawaï/CAF 11 te bekijken en de vaktechnische aspecten en mogelijke verbeteringen te beoordelen. De vaktechnisch coördinator heeft haar bevindingen in de eerste maanden van 2017 periodiek met twee MT-leden besproken. Op 8 maart 2017 deed de Afdeling Bestuursrecht van de Raad van State (RvS) uitspraak in een van de CAF 11 zaken. Na deze uitspraak is de vaktechnisch coördinator van Toeslagen door een MT-lid gevraagd om een overzicht te verschaffen over het verloop en inhoud van de procedure en de impact en gevolgen van de uitspraak. In het memo van maart 2017 geeft de vaktechnisch coördinator haar adviezen naar aanleiding van beide verzoeken weer. Dit memo is voorafgaand aan de MT-dag van 14 maart 2017 aan het MT verzonden.

Vraag 2

Klopt het dat het memo is opgesteld door de vaktechnisch coördinator, ofwel de zeer senior jurist die ervoor verantwoordelijk is dat de uitvoering in overeenstemming is met de wetgeving en jurisprudentie? Klopt het dat de vaktechnisch coördinator conform de functie-omschrijving rechtstreeks adviseert aan het MT, in dit geval het MT Toeslagen?

Antwoord 2

Ja dit klopt. Het memo is opgesteld door de vaktechnisch coördinator. Deze was aangesteld onder verantwoordelijkheid van een MT lid en adviseerde destijds rechtstreeks aan het MT.

Vraag 3

Kunt u de oplegnotitie bij het memo aan de Kamer doen toekomen, zodat duidelijk is wie de notitie geschreven heeft (in ieder geval de functie), de datum waarop die geschreven is en aan wie de notitie gericht is geweest?

Antwoord 3

Er is geen oplegnotitie gemaakt. Uit de e-mailcorrespondentie over het memo blijkt dat het is geschreven door de vaktechnisch coördinator, op 13 maart schriftelijk is gedeeld met het MT en de volgende dag op 14 maart is besproken tijdens de MT-dag.

Vraag 4

Is het memo in het MT Toeslagen besproken? Zo ja, wanneer en wat was het besluit? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

Het memo en de uitspraak van de RvS zijn besproken tijdens een MT dag op 14 maart 2017. In het MT van maart 2017 is onder het agendapunt RvS uitspraak besloten om de coördinatie over het vervolg van de uitspraak bij het MT te beleggen. In relatie tot deze zaak wordt er tevens geconcludeerd dat er vanuit de coördinatie ook een dossier ligt richting Nationale ombudsman, richting DGBel (dit betreft de klachtprocedure van het gastouderbureau) en de advocate (die meerdere CAF 11-ouders bijstond).

Vraag 5

Kunt u een uitputtende lijst geven van wie dit memo onder ogen gekregen hebben in 2017 (naam en indien niet wenselijk/mogelijk, functie)?

Antwoord 5

Personen die het memo onder ogen hebben gekregen zijn de leden van het MT Toeslagen en de vaktechnisch coördinator.

Vraag 6

Waarom is dit memo niet vermeld toen wij vroegen of er eerder over compensatie was gesproken in CAF 11 en andere CAF-zaken?2

In het kader van de uitspraak van de RvS van 8 maart 2017, de aanbevelingen van de Nationale Ombudsman «Geen powerplay maar fair play»3 en het interim-advies Adviescommissie uitvoering Toeslagen is uitgebreid ingegaan op de afwegingen en de complexiteit van schadevergoeding en compensatie.4 5 Helaas is daarbij dit memo niet in ogenschouw genomen.

Vraag 7

Wie werd geacht een besluit te nemen op basis van dit memo?

Antwoord 7

Het memo was gericht aan het MT, die om het advies had gevraagd.

Vraag 8

Heeft de vaktechnisch coördinator (deze of anderen) meer memo’s (of andere documenten) geschreven over de CAF-zaken, over de hardheid van terugvorderingen bij toeslagen etc. in de periode 2014–2020? Kunt u daar een lijst van geven en die memo’s aan de Kamer doen toekomen?

Antwoord 8

Deze vaktechnisch coördinator heeft over andere CAF-zaken geen vergelijkbare memo’s of notities opgesteld. Wel heeft de vaktechnisch coördinator overeenkomstig de functie geadviseerd op onderdelen en deelvragen op diverse vaktechnische onderwerpen, al dan niet in afstemming met de vaktechnische lijn. Hiervan bestaat geen lijst.

Vraag 9

Op welke dag is dit memo aan de onderzoekers van de Auditdienst Rijk (ADR) gegeven?

Antwoord 9

Op 9 maart 2020.

Vraag 10

Op welke dag heeft u dit memo (of een beschrijving ervan) onder ogen gekregen?

Antwoord 10

Op 14 oktober 2020.

Vraag 11

Op welke dag heeft uw ambtsvoorganger dit memo (of een beschrijving ervan) onder ogen gekregen?

Antwoord 11

Mijn ambtsvoorganger heeft dit memo niet onder ogen gekregen. In 2017 is dit memo niet verder gekomen dan het niveau van de directeur Toeslagen. Het memo is op 4 juni 2019 door de huidige Directeur Toeslagen ontvangen, ten tijde van de voorbereiding op het debat van 11 juni 2019. Het memo is genoemd in de set van concept factsheets6 die met de Staatssecretaris zijn gedeeld, maar het memo zelf is niet gedeeld met de toenmalige Directeur-Generaal en de Staatssecretaris. In de factsheet stond overigens dat het memo niet verder was gekomen binnen Toeslagen. Dat blijkt onjuist, het memo is zoals aangegeven in het MT besproken tijdens een MT dag. Op 9 maart 2020 is het memo met de ADR gedeeld. Ook toen is het niet gedeeld met de toenmalig interim- Directeur-Generaal en de Staatssecretaris.

Vraag 12

Klopt het dat bij de stukken van de Wob die op 15 november 2019 zijn vrijgegeven (en waarnaar veelvuldig is verwezen om de Kamer te informeren), niet de factsheets zaten die op 15 oktober naar de Kamer gestuurd zijn? Wat is de reden van die omissie?

Antwoord 12

In de stukken van de WOB die op 15 november 2019 zijn vrijgegeven is wel de notitie opgenomen waarin wordt verwezen naar de factsheets in de bijlage. Bij de vrijgegeven notitie zijn echter per abuis de betreffende bijlagen die werden aangeduid in de notitie niet bij de beoordeling betrokken.

Vraag 13

Zijn er meer stukken bekend geworden, die onder die specifieke Wob openbaar gemaakt hadden moeten worden, zoals stukken ter voorbereiding van het debat van maart 2019? Zo ja, kunt u die stukken dan terstond openbaar maken?

Antwoord 13

De WOB-stukken die op 15 november 2019 openbaar zijn gemaakt, zijn zeer omvangrijk. De indieners van het WOB-verzoek hebben gevraagd om nogmaals te beoordelen of ook alle bijlagen zijn opgenomen waarnaar in de openbaar gemaakte documenten wordt verwezen. Aan dit verzoek wordt tegemoet gekomen. Stukken die alsnog blijken te ontbreken, worden zo snel mogelijk openbaar gemaakt.

Vraag 14

Zijn er ook memo’s of andere documenten waarin duidelijk wordt welke problemen er zijn met de Fraude Signaleringsvoorziening (FSV), andere zwarte lijsten, de code 1043, van een vaktechnische coördinator of van iemand anders? Zo ja, kunt u die dan ook terstond openbaar maken?

Antwoord 14

Het is de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst en mij nu niet bekend of er andere documenten zijn over FSV, projectcode 1043 of andere lijsten. Bij brief van 13 oktober jl. hebben we uw Kamer het concept plan van aanpak «Herstellen, Verbeteren en Borgen» toegestuurd. Daarnaast zijn we vooruitlopend op het concept plan van aanpak nadere interne onderzoeken gestart. Het is mogelijk dat hieruit en met de uitvoering van de acties uit het concept plan van aanpak nieuwe bevindingen of documenten boven tafel komen. Na beoordeling van de feiten en/of documenten zullen wij dan, indien nodig, beheersmaatregelen nemen. Uiteraard zullen we uw Kamer daar dan zo spoedig mogelijk over informeren. De drieslag van onderzoeken, daar waar nodig het nemen van maatregelen en informeren van uw Kamer, is en blijft onze aanpak.


X Noot
1

Kamerstuk 2020D41687, bijlage 2020D41688.

X Noot
2

Aanhangsel Handelingen II, vergaderjaar 2019–2020, nr. 850, vraag 6.

X Noot
3

Rapport 2017/095 van 9 augustus 2017.

X Noot
4

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 2763

X Noot
5

Kamerstuk 31 066, nr. 546.

X Noot
6

Kamerbrief van 14 oktober 2020

Naar boven