Vragen van het lid Omtzigt (CDA) aan de Staatssecretaris van Financiën over een ouder die tot de Raad van State moest doorprocederen om de kinderopvangtoeslag van 2013 en 2014 te krijgen, en nog lopende zaken van ouders (ingezonden 30 april 2019).

Mededeling van Staatssecretaris Snel (Financiën) (ontvangen 22 mei 2019).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de uitspraak van de Raad van State van 24 april 2019, waarin de Raad van State de besluiten van de Belastingdienst om de kinderopvangtoeslag stop te zetten en op nul te zetten voor 2013 en 2014 vernietigt, de ouder de facto kinderopvangtoeslag toekent over die jaren, de ouder immateriële schadevergoeding toekent en de Belastingdienst veroordeelt tot het betalen van griffierecht en proceskosten?1

Vraag 2

Hoe beoordeelt u het feit dat in deze CAF 11-zaak, waarover zo vaak gesproken is en waarover toegezegd is opnieuw naar de dossiers te kijken, deze ouder helemaal tot de Raad van State diende te procederen, tegen nota bene de landsadvocaat, om kinderopvangtoeslag te krijgen?

Vraag 3

Is het u ook opgevallen dat deze zaak behandeld is op 9 oktober 2018 (toen hierover meerdere Kamervragen gesteld waren) en de Belastingdienst bij de behandeling toezegde om over 2013 nog een keer naar de bankafschriften te kijken, en als daaruit zou blijken dat voldoende is betaald, consequenties te trekken? Herinnert u zich dat de staatsraad concludeerde dat dat binnen twee weken kan en dat de Belastingdienst vanwege een relatief klein verschil persisteert in volledige afwijzing van de hele kinderopvangtoeslag over 2013?

Vraag 4

Hoe beoordeelt u de houding van de Belastingdienst en van de landsadvocaat in deze zaak?

Vraag 5

Heeft de Belastingdienst begrepen wat de Ombudsman bedoelde met de titel «geen powerplay, maar fairplay» in zijn vernietigende rapport2 dat hij over deze zaak schreef in 2017?

Vraag 6

Herinnert u zich de volgende aanbeveling uit het rapport van de Ombudsman en heeft de Belastingdienst deze netjes uitgevoerd: «Toeslagen heeft een groot aantal gezinnen door zijn onevenredig harde aanpak in financiële problemen gebracht en hun vertrouwen geschonden. Het is aan Toeslagen om het geschonden vertrouwen te herstellen. De Nationale ombudsman beveelt Toeslagen aan om de vraagouders die overlast hebben ondervonden door de aanpak van Toeslagen excuses aan te bieden en een tegemoetkoming te bieden voor het aangedane leed»?

Vraag 7

Kunt u de conclusies en aanbevelingen van de Ombudsman een voor een nalopen en aangeven of u van mening bent dat er voldoende uitvoering aan gegeven is?

Vraag 8

Hoeveel kosten heeft de Belastingdienst gemaakt in alleen al deze zaak (onder andere eigen kosten, kosten eigen advocaat, kosten landsadvocaat)?

Vraag 9

Kunt u aangeven hoe u aankijkt tegen de zaken die nog lopen in de CAF 11-zaak en hoe u ervoor gaat zorgen dat ouders niet onnodig rechtszaken tegen de overheid moeten blijven voeren?

Vraag 10

Ziet u aanleiding om zaken van ouders die niet hebben doorgeprocedeerd tot de Raad van State en nog lopende zaken opnieuw te bestuderen en te beoordelen?

Vraag 11

Hoe vaak is in de CAF 11-zaak iemand (vraagouder, gastouder of bureau) veroordeeld?

Vraag 12

Hoe vaak heeft de rechter de Belastingdienst (gedeeltelijk) in het ongelijk gesteld in CAF 11-zaken?

Vraag 13

Gaat u persoonlijk om de tafel zitten met de ouders die jarenlang hebben moeten wachten en daardoor niet veel vertrouwen hebben in de Belastingdienst/Toeslagen en/of de landsadvocaat? Zo ja, wanneer?

Vraag 14

Mogen de ouders iemand meenemen die hen kan bijstaan?

Vraag 15

Herinnert u zich dat u in het debat op 21 maart 2019 3 het volgende heeft gezegd: «In ieder geval trof de dienst bij het gastouderbureau blijkbaar een hoop gevallen aan, waarschijnlijk van gastouders die ervoor werkten, waarin de papieren niet in orde waren, waarin uren werden gedeclareerd die er niet waren en nepfacturen werden geschreven. Er waren overzijds dingen. Er was echt veel aan de hand. Dat is geen lichtzinnig moment geweest. Op dat moment besluit zo'n team: hier lijkt er sprake van een facilitator. Dit is geen individueel geval dat vragen oproept, maar hier lijkt erop dat iemand, een bureau, echt bezig is om dingen te organiseren»?3

Vraag 16

Kunt u de uitspraken in de vorige paragraaf helder en een voor een onderbouwen?

Vraag 17

Kunt u deze vragen zorgvuldig beantwoorden en wel voordat u het eerste gesprek met de ouders aangaat?

Mededeling

De schriftelijke vragen van het lid Omtzigt over een ouder die tot de Raad van State moest doorprocederen om de kinderopvangtoeslag van 2013 en 2014 te krijgen, en nog lopende zaken van ouders, ingezonden 30 april 2019 (2019Z08903), kunnen met het oog op een zorgvuldige en volledige beantwoording niet binnen de termijn beantwoord worden. Uiteraard is het streven de antwoorden zo spoedig mogelijk aan uw Kamer te doen toekomen.


X Noot
1

Uitspraak 201710375/1/A2, zie https://www.raadvanstate.nl/@115017/201710375-1-a2/

X Noot
3

Debat over het evaluatierapport over het onterecht terugvorderen van kinderopvangtoeslagen, Handeling 2018–2019, nr. 65, item 9

Naar boven