Vragen van het lid Wassenberg (PvdD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de beelden waaruit blijkt dat circus Freiwald zich opnieuw niet aan de wet houdt en een olifant daarvan de dupe is (ingezonden 27 september 2019).

Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 19 november 2019). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 399.

Vraag 1

Kent u de beelden van de olifant van circus Freiwald, die aangeraakt wordt door publiek in Heerlen?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Kunt u bevestigen dat één van de voorwaarden verbonden aan de tijdelijke ontheffing voor circus Freiwald (voor het meereizen, verplaatsen en op het circusterrein houden van een olifant) een verbod op direct contact is, dat wil zeggen het aanraken van de olifant door publiek?2

Antwoord 2

Ja.

Vraag 3

Kent u de uitspraak van uw ambtsvoorganger dat «het dierenwelzijn van Buba voldoende gediend is met een verbod op optreden en een verbod op direct contact»? Zo ja, kunt u bevestigen dat een overtreding van het verbod op direct contact een ernstige aantasting van het welzijn van de olifant kan betreffen?3

Antwoord 3

Ik ken deze uitspraak. Het verbod op direct contact is een van de voorwaarden die is ingesteld om het welzijn van de olifant te beschermen. Een overtreding hiervan kan het welzijn dus aantasten.

Vraag 4

Erkent u dat de beelden geen enkele twijfel laten dat sprake is van een overtreding van deze voorwaarde door circus Freiwald?

Antwoord 4

Tijdens de inspectie op 27 september 2019 is vastgesteld dat Circus Freiwald artikel 2 van de ontheffingsvoorwaarden heeft overtreden, omdat het circus de olifant in contact heeft laten komen met omstanders. Hiervoor heeft het circus een schriftelijke waarschuwing ontvangen conform het interventiebeleid van de NVWA. Een onaangekondigde herinspectie zal nog plaatsvinden.

Vraag 5

Erkent u dat uit de beelden blijkt dat de kennelijke dompteur dit aanraken door het publiek aanmoedigt door met een emmer wortels voor de olifant uit te lopen en deze wortels uit te delen onder de omstanders?

Antwoord 5

Ja.

Vraag 6

Kunt u aangeven of de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) handhavend op zal treden tegen circus Freiwald?

Antwoord 6

Ik verwijs uw Kamer naar mijn antwoord op vraag 4.

Vraag 7

Wordt in de risicoanalyse van de NVWA inmiddels rekening gehouden met het feit dat er een verhoogde kans is dat circus Freiwald de regels aan zijn laars lapt, gezien de geschiedenis van voorvallen van de voorgaande jaren, en kunt u dat toelichten?4

Antwoord 7

De NVWA controleert circussen op basis van meldingen. Omdat circus Freiwald een schriftelijke waarschuwing heeft ontvangen zal er conform het interventiebeleid een onaangekondigde herinspectie worden uitgevoerd.

Vraag 8

Kunt u uiteenzetten hoe vaak de NVWA het circus gecontroleerd heeft in de periode 2015–2019?

Antwoord 8

De NVWA heeft het circus in deze periode vier keer gecontroleerd.

Vraag 9

Kunt u uiteenzetten of er in de periode 2015–2019 overtredingen zijn geconstateerd en of dit geleid heeft tot bestuursrechtelijke of strafrechtelijke maatregelen? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 9

In de periode 2015–2019 is tweemaal een schriftelijke waarschuwing gegeven. Eenmaal in 2015 en eenmaal in 2019. Conform het interventiebeleid van de NVWA wordt bij herhaalde overtreding binnen drie jaar een zwaardere sanctie opgelegd, in deze zaak was de periode tussen de geconstateerde overtredingen langer.

Vraag 10

Bent u bereid de inspectierapporten met de Kamer te delen? Zo ja, op welke termijn? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 10

Deze rapporten worden niet actief openbaar gemaakt. Reden daarvoor is het belang van het beschermen van de privacy van personen die betrokken zijn bij de inspectie.

Vraag 11

Kunt u toelichten of u de hoeveelheid en de mate van overtredingen zorgwekkend vindt?

Antwoord 11

Na grondig onderzoek naar de mogelijkheden voor het herplaatsen van olifant Buba is besloten een tijdelijke ontheffing te verlenen aan het circus. Aan deze ontheffing zijn voorwaarden gesteld. Het circus dient zich te houden aan de voorwaarden die verbonden zijn aan de vrijstelling. Als dat niet het geval is, treedt de NVWA ook op.

Vraag 12

Kunt u toezeggen dat de NVWA het circus regelmatig zal inspecteren? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 12

Ik verwijs uw Kamer naar mijn antwoord op vraag 7.

Vraag 13

Op basis van welk (maatschappelijk) belang is de tijdelijke ontheffing voor circus Freiwald in 2017 opnieuw verleend?

Antwoord 13

Er is, rekening houdend met de specifieke situatie van Buba, gezocht naar een geschikte opvangplek. Deze bleek niet beschikbaar in Europa en daarom heeft Circus Freiwald voor Buba een tijdelijke ontheffing ontvangen.5

Vraag 14

Kunt u toelichten aan welke termijn moet worden gedacht bij een «tijdelijke» ontheffing?

Antwoord 14

De ontheffing geldt tot en met 30 juni 2020.

Vraag 15

Kan er na het aflopen van de tijdelijke ontheffing voor Circus Freiwald op 30 juni 2020 opnieuw een tijdelijke ontheffing worden verleend? Zo ja, bent u dat van plan en op basis van welke criteria?

Antwoord 15

Er zal tegen die tijd opnieuw worden gekeken of er een geschikte opvangplek is voor de olifant in Europa. Op basis van de uitkomsten hiervan wordt besloten of er opnieuw een tijdelijke ontheffing moet worden verleend.

Vraag 16

Bent u bereid tegen die tijd de Kamer te informeren over uw voorgenomen besluit?

Antwoord 16

Ik zal uw Kamer tegen die tijd informeren over mijn besluit.

Vraag 17

Kent u het oordeel van drie dierenartsen dat de olifant «mentaal en fysiek» in staat is om herplaatst te worden?6

Antwoord 17

Ja.

Vraag 18

Kent u de uitspraak van uw ambtsvoorganger dat «in de ideale situatie alle wilde dieren onmiddellijk na de inwerktreding [sic] van het verbod op wilde dieren in het circus zijn opgevangen in een opvangcentrum» en staat u nog steeds achter die uitspraak?7

Antwoord 18

Ja.

Vraag 19

Kunt u toezeggen dat u bij de beoordeling van een eventuele verlenging van de tijdelijke ontheffing, opnieuw zal zoeken naar een geschikte opvangplek voor de olifant in Europa, aangezien het ontbreken van een opvangplek de reden is dat een tijdelijke ontheffing destijds is verleend? Zo ja, wie zal worden gevraagd te zoeken naar een opvangplek? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 19

Ja, ik zal opnieuw zoeken naar een geschikte opvangplek in Europa. Ik besluit te zijner tijd aan wie ik medewerking hiervoor vraag.

Vraag 20

Is het juist dat uw ambtsvoorganger heeft toegezegd daar een bemiddelende rol in te spelen en bent u van plan zich aan die toezegging te houden? Zo ja, hoe gaat u dat aanpakken? Zo nee, waarom niet?8

Antwoord 20

Voormalig Staatssecretaris Van Dam heeft toegezegd dat het Ministerie een bemiddelende rol oppakt bij het opvangen van dieren, indien dat nodig is. Ook ik houd mij hieraan.

Vraag 21

Kunt u zich voorstellen dat mensen het onverteerbaar vinden dat een circus bijna vijf jaar na de invoering van het verbod op wilde dieren in circussen nog altijd een olifant mee mag laten reizen?

Antwoord 21

In de ideale situatie zouden alle wilde dieren onmiddellijk na de inwerkingtreding van het verbod op wilde dieren in het circus zijn opgevangen in een opvangcentrum. De praktijk is dat er ten tijde van het verstrekken van de tijdelijke ontheffing geen plaats was in een opvangcentrum binnen Europa voor de Afrikaanse olifant Buba. Daarom is een tijdelijke ontheffing verstrekt.

Vraag 22

Kunt u zich voorstellen dat het rechtsgevoel van mensen wordt aangetast dat een circus met een dergelijke uitzonderingspositie de voorwaarden van die positie ook nog eens aan zijn laars lapt en deelt u de mening dat hiertegen opgetreden moet worden?

Antwoord 22

Het circus dient zich te houden aan de voorwaarden die verbonden zijn aan de ontheffing. De NVWA ziet hierop toe.

Vraag 23

Deelt u de mening dat de olifant een beter leven verdient dan zijn dagen te slijten in een circus?

Antwoord 23

Ik verwijs uw Kamer naar mijn antwoord op vraag 21.


X Noot
2

https://www.rvo.nl/onderwerpen/agrarisch-ondernemen/dieren-houden/dierenwelzijn/circusdieren; Aanhangsel van de Handelingen, vergaderjaar 2017–2018 nr. 289, antwoord 6, p. 2.

X Noot
3

Aanhangsel van de Handelingen, vergaderjaar 2017–2018, nr. 289, antwoord 7, p. 2.

X Noot
5

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2017–2018, nr. 289

X Noot
6

Aanhangsel van de Handelingen, vergaderjaar 2017–2018, nr. 289, antwoord 1, p. 1.

X Noot
7

Aanhangsel van de Handelingen, vergaderjaar 2017–2018, nr. 289, antwoord 2 en 3, p. 1.

X Noot
8

Aanhangsel van de Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 2818, antwoord 3, p. 2.

Naar boven