Vragen van het lid Arissen (PvdD) aan de Minister van Economische Zaken over de ontheffing
die is verleend voor het houden en laten meereizen van een olifant bij een circus
(ingezonden 26 september 2017).
Antwoord van Minister Kamp (Economische Zaken) (ontvangen 25 oktober 2017).
Vraag 1
Kunt u toelichten waarom Circus Freiwald een ontheffing heeft gekregen voor het laten
meereizen, verplaatsen en op het circusterrein houden van een olifant, waardoor deze
olifant nog tot en met juni 2020 moet meereizen met dit circus, terwijl dit sinds
twee jaar verboden is?1
Antwoord 1
Drie deskundige dierentuindierenartsen hebben geconcludeerd dat Buba mentaal en fysiek
in staat is om herplaatst te worden. Er is, rekening houdend met de specifieke situatie
van Buba, gezocht naar een geschikte opvangplek. Deze bleek niet beschikbaar in Europa
en daarom heeft Circus Freiwald voor Buba een tijdelijke ontheffing ontvangen.
Vraag 2, 3
Kunt u toelichten hoe het verlenen van deze ontheffing zich verhoudt tot de overwegingen
die hebben geleid tot de invoering van het verbod op het houden van wilde dieren in
circussen, namelijk de ernstige aantasting van het welzijn van deze dieren?
Deelt u de mening dat het zeer onwenselijk is dat de betreffende olifant door deze
ontheffing nog steeds wordt vervoerd en bij het circus wordt gehouden en er daardoor
nog altijd sprake is van dagelijkse welzijnsaantasting?
Antwoord 2, 3
In de ideale situatie zouden alle wilde dieren onmiddellijk na de inwerkingtreding
van het verbod op wilde dieren in het circus zijn opgevangen in een opvangcentrum.
De praktijk is dat er momenteel geen plaats is in een opvangcentrum binnen Europa
voor de Afrikaanse olifant Buba. Daarom is een tijdelijke ontheffing verstrekt.
Vraag 4
Is er volgens u door Circus Freiwald voldoende gezocht naar een geschikte opvanglocatie
voor deze olifant? Zo ja, waarop baseert u dat? Welke acties zijn ondernomen in het
kader van deze zoektocht? Zo nee, welke conclusies verbindt u hieraan?
Antwoord 4
Het Ministerie van Economische Zaken heeft via de Nederlandse Vereniging van Dierentuinen,
die tevens is aangesloten bij de European Association for Zoos and Aquaria, navraag
gedaan voor opvangadressen voor olifant Buba. Een dierentuin in België leek in eerste
instantie de olifant te kunnen opvangen, maar dat bleek later toch niet het geval.
De conclusie is dan ook dat er op dit moment geen opvangplaats voor de olifant is.
Vraag 5
Op welke wijze houdt u toezicht op de naleving van de voorschriften die zijn verbonden
aan de ontheffing, zoals het voorschrift dat de olifant niet contact komt met het
publiek en het voorschrift dat bepaalt dat de olifant niet mag optreden in een circus
of voorstelling in Nederland en daarbuiten? Heeft u met betrekking tot het tweede
voorschrift contact met handhavende instanties in het buitenland?
Antwoord 5
De NVWA is belast met het toezicht op de naleving van de regelgeving die bij of krachtens
de Wet dieren is gegeven. De NVWA voert dat toezicht uit op basis van een risicoanalyse.
De afweging om in een concrete situatie een inspectie bij het circus uit te voeren,
laat ik over aan de NVWA. Over het optreden in het buitenland zijn geen nadere afspraken
gemaakt.
Vraag 6
Wat verstaat u concreet onder het voorschrift «de olifant komt niet direct in contact
met het publiek»? Welke criteria hanteert u hierbij?
Antwoord 6
Met direct contact wordt met name het aanraken van de olifant bedoeld.
Vraag 7
Deelt u de mening dat het onwenselijk is als de olifant wordt gebruikt als publiekstrekker
voor het circus en dat boven alles moet worden voorkomen dat de verleende ontheffing
wordt gebruikt voor dit doeleinde? Zo ja, welke maatregelen bent u voornemens hiertegen
te ondernemen? Zo nee, kunt u dit toelichten?
Antwoord 7
Aan de ontheffing is niet expliciet de voorwaarde verbonden dat de olifant niet als
publiekstrekker gebruikt mag worden. Het geheel afschermen van de olifant van het
publiek, bijvoorbeeld door haar in een tent te plaatsen, is zeker niet in het belang
van het welzijn van de olifant. Ik meen dat het welzijn van de olifant voldoende is
gediend met een verbod op optreden en een verbod op direct contact.