Vragen van de leden Westerveld (GroenLinks), Van Meenen (D66), Kwint (SP) en Rog (CDA) aan de Ministers voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de lerarenbeurs (ingezonden 29 juli 2020).

Antwoord van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) en van Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) (ontvangen 2 september 2020)

Vraag 1

Klopt het dat dit jaar 2.400 aanvragen voor de lerarenbeurs zijn afgewezen? Zo nee, hoe hoog is het aantal afgewezen aanvragen per sector?

Antwoord 1

In 2020 zijn er in totaal 6936 aanvragen gedaan. Conform de Subsidieregeling Lerarenbeurs, zijn eerst de herhaalaanvragen toegekend, dit waren er 3639. Van de 3279 aanvragen voor een nieuwe studie (initiële aanvragen) zijn er 2416 afgewezen. Zie het overzicht in Tabel 1.

Tabel 1: Overzicht van aanvragen subsidie lerarenbeurs in 2020

Sector

ingediende initiële aanvragen

ingediende herhaal aanvragen

totaal ingediende aanvragen

toegekende initiële aanvragen

toegekende herhaal aanvragen

totaal toegekend

afgewezen aanvragen

po

1.096

990

2.086

290

986

1.276

810

vo

1.298

1.747

3.045

465

1.751

2.216

829

mbo

548

565

1.113

34

566

600

513

ho

355

337

692

88

340

428

264

Totaal

3.297

3.639

6.936

877

3.643

4.520

2.416

Vraag 2

Kunt u een overzicht geven van het beschikbare budget voor de lerarenbeurs in de afgelopen jaren, het totaal aantal aanvragen en het aantal toegekende aanvragen per sector?

Antwoord 2

In onderstaande tabellen zijn achtereenvolgens weergeven:

  • 1. Het aantal aanvragen voor een lerarenbeurs in de afgelopen vier jaar (Tabel 2),

  • 2. Het aantal toekenningen in de afgelopen 4 jaar (tabel 3)

  • 3. Het beschikbare budget in de afgelopen 4 jaar (Tabel 4)

  • 4. De wijzigingen naar aanleiding van de Onderwijsbegroting 2020 (Tabel 5)

Tabel 2: Aanvragen per sector in de periode 2017–2020
 

2017

2018

2019

2020

 

Initieel

Herhaal

Initieel

Herhaal

Initieel

Herhaal

Initieel

Herhaal

Po

1.585

1.705

1.428

1.217

1.227

1.169

1.096

990

Vo

1.912

2.443

1.710

2.122

1.598

1.972

1.298

1.747

Mbo

613

677

556

595

561

542

548

565

Hbo

426

551

425

398

361

375

355

337

Onb

426

441

212

252

232

214

   

Totaal

4.962

5.817

4.331

4.584

3.979

4.272

3.297

3.639

Totaal

10.779

8.915

8.251

6.936

Tabel 3: Aantal toegekende aanvragen in de periode 2017–2020
 

2017

2018

2019

2020

Po

2.862

2.333

2.122

1.276

Vo

3.944

3.515

3.253

2.216

Mbo

1.121

1.014

975

600

Hbo

899

745

669

428

onbekend

1

     

totaal

8.827

7.607

7.019

4.520

Tabel 4: Overzicht van het beschikbare budget voor de Subsidieregeling Lerarenbeurs in de jaren 2017 tot en met 2020:

Jaar

2017

2018

2019

2020

budget

€ 106.000.000

€ 94.300.000

€ 82.060.000

€ 49.560.000

Tabel 5: Overzicht budget en wijzigingen op de Lerarenbeurs 2020
 

2020

Budget Lerarenbeurs

€ 78 mln.1

Wijzigingen Onderwijsbegroting 2020, waarvan:

€ 28,5 mln.

Amendement regioaanpak lerarentekort

€ 6 mln.2

Amendement zijinstroom

€ 18 mln.3

Amendement onderwijsassistenten

€ 2,5 mln.4

nota van wijziging samen opleiden

€ 2 mln.5

Nieuw budget Lerarenbeurs na wijzigingen Onderwijsbegroting 2020

€ 49,6 mln.

X Noot
1

Op basis van het amendement – Rog c.s. (regioaanpak lerarentekort en zij-instroom) is het budget voor 2019 naar beneden bijgesteld en vanaf 2020 en verder met in totaal 26,2 mln verlaagd. (Kamerstuk 35 000 VIII, nr. 115, 2018–2019)

X Noot
2

Op basis van amendement – Bruins c.s. (Kamerstuk 35 300 VIII, nr. 28, 2019–2020)

X Noot
3

Op basis van amendement – Rudmer Heerema c.s. (Kamerstuk 35 300 VIII, nr. 27, 2019–2020)

X Noot
4

Op basis van amendement – Rog c.s. (Kamerstuk 35 300 VIII, nr. 26, 2019–2020)

X Noot
5

Kamerstuk 35 300 VIII, nr. 21, 2019–2020.

Vraag 3

Kunt u verklaren waarom het budgetplafond voor de lerarenbeurs is bereikt? Heeft dit te maken met het verlagen van het budget of is het aantal aanvragen onverwacht sterk toegenomen? Zo ja, is bekend waarom het aantal aanvragen is toegenomen? Waarom is niet eerder aan de bel getrokken over het toegenomen aantal aanvragen?

Antwoord 3

In navolging van de trend over de afgelopen jaren, zien we dat in 2020 het aantal aanvragen voor een lerarenbeurs is gedaald. Bij de begrotingsbehandeling in november 2019 zijn er drie amendementen aangenomen om extra middelen toe te kennen aan respectievelijk de subsidieregeling zij-instroom (Kamerstuk 35 300, nr. 27), de subsidieregeling onderwijsassistenten (Kamerstuk 35 300, nr. 26) en de subsidie voor de regionale aanpak van de lerarentekorten (Kamerstuk 35 300, nr. 28).

Daarmee is de keuze gemaakt om op de tekortenaanpak te intensiveren. Zo hebben 10 regionale samenwerkingsverbanden hierdoor geld ontvangen voor uitvoering van een regionaal plan. Tevens werd het bedrag voor de regeling zij-instroom verhoogd van € 21 naar € 39 miljoen, waardoor er ruimte kwam voor 900 extra aanvragen. Met het bedrag van 4 x € 2,5 miljoen (2020–2023) kunnen minimaal 500 onderwijsassistenten worden opgeleid tot leraar. Vorig jaar zijn er ca. 350 aanvragen ingediend terwijl er ruimte was voor 50. De overige 300 zijn doorgeschoven naar dit jaar en kunnen worden betaald uit de middelen uit het amendement. Tezamen met het miljoen (50 aanvragen) dat al in de regeling zat, is er dit jaar dus ruimte voor ca. 250 nieuwe aanvragen.

Daarnaast zijn er met een nota van wijziging middelen gegaan naar Samen opleiden en Professionaliseren (Kamerstukken II, 2019/20, 35 300, nr. 21). Samen opleiden via de opleidingsscholen zorgt voor een goede aansluiting van de initiële opleiding met de praktijk en daarmee voor betere begeleiding en behoud van nieuwe leraren. De bestuurlijk afspraak is dat 100% van de studenten in 2025 hun (initiële) opleiding start via Samen Opleiden. Om dit doel te kunnen halen, was in 2020 behoefte aan de start van tien nieuwe aspirant-opleidingsscholen, maar er was slechts financiële ruimte voor twee. Met de € 2 miljoen voor 2020 konden de benodigde acht extra aspirant-opleidingsscholen worden gestart. Met tien nieuwe aspirant-opleidingsscholen worden ongeveer 1700 nieuwe opleidingsplaatsen via het construct Samen Opleiden gerealiseerd (met acht nieuwe aspirant-opleidingsscholen, gaat om circa 1300 extra studenten). Voor de jaren 2021 (€ 4 mln.) en 2022 (€ 4,6 mln.) worden de middelen ingezet om het tekort op te vangen voor de verwachte studentengroei binnen bestaande opleidingsscholen. De studentenaantallen groeien in de schooljaren 2021–2022 en 2022–2023 naar verwachting jaarlijks met ongeveer 4000 studenten ten opzichte van het jaar daarvoor.

Met de aangenomen amendementen is er dus ruimte gekomen om 900 extra aanvragen voor zij-instromers toe te kennen, 500 extra aanvragen voor onderwijsassistenten en hebben 10 samenwerkingsverbanden geld ontvangen voor de uitvoering van een regionaal plan. Daarnaast is er ruimte gekomen voor het begeleiden van 1300 extra studenten via samen opleiden. Al deze middelen komen terecht in de scholen voor extra begeleiding van (nieuw) personeel. Dit is hard nodig om het lerarentekort aan te pakken.

Tabel 6: Overzicht gevolgen extra budget n.a.v. de amendementen

Regeling

Extra budget

 

regioaanpak lerarentekort

€ 6 mln.

10 regionale samenwerkingsverbanden

zij-instroom

€ 18 mln.

900 extra aanvragen

onderwijsassistenten

€ 2,5 mln.

500 onderwijsassistenten

samen opleiden

€ 2 mln.

1.300 nieuwe opleidingsplaatsen

Het budget voor de lerarenbeurs daalde daarmee van € 78 miljoen naar € 49,6 miljoen.

Wij hebben over de gevolgen van de begrotingswijzigingen voor de lerarenbeurs vanaf februari 2020 gecommuniceerd via de informatiepagina over de lerarenbeurs op rijksoverheid.nl, in de nieuwsbrieven van het ministerie en via sociale partners.12 Er is de stijds aangegeven dat met het beschikbare budget alle herhaalaanvragen zouden worden toegekend in 2020, maar dat er beperkt ruimte zou zijn voor nieuwe, initiële, aanvragen. De raden hebben deze informatie ook doorgezet naar de scholen. Ook de leraren zelf hebben – middels de website van DUO – bij de aanvraag een melding gekregen dat de ruimte voor initiële aanvragen beperkt was.

Vraag 4

Klopt het dat op 1 april het budget voor nieuwe aanvragen voor het mbo al op was en op 10 april de pot voor het voortgezet onderwijs? Zo ja, waarom is de Kamer hierover niet geïnformeerd, bijvoorbeeld in uw brief van 16 juni waarin de afspraken over het budget voor het versterken van zij-instroom (ten koste van de lerarenbeurs) zijn bekrachtigd?3

Antwoord 4

Het klopt dat het budget voor initiële aanvragen snel was uitgeput. In de subsidieregeling is bepaald dat alle aanvragers binnen acht weken na het sluiten van de aanvraagtermijn op 30 juni, horen of hun aanvraag wordt toegekend. Leraren hebben in de week van 27 juli gehoord of hun aanvraag gehonoreerd is. Wij konden u niet eerder informeren omdat er tot en met 30 juni aanvragen ingediend konden worden en het pas daarna duidelijk was hoeveel herhaalaanvragen waren ingediend. Leraren met een herhaalaanvraag hebben namelijk voorrang op een beurs. Daardoor kon in juli pas beoordeeld worden welke aanvragen zouden worden toegekend.

Vraag 5

Bent u het met de mening eens dat het verbeteren van het carrièreperspectief bijdraagt aan het aantrekkelijk houden van het beroep van leraar en bijdraagt aan het voorkomen van uitval? Bent u het met de mening eens dat de lerarenbeurs bijdraagt aan het verbeteren van het carrièreperspectief? Zo ja, ziet u mogelijkheden om aanvullend budget vrij te maken zodat gemotiveerde leerkrachten alsnog gebruik kunnen maken van de lerarenbeurs? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

Wij delen met u dat het essentieel is dat leraren zich blijven ontwikkelen, zowel in hun eigen belang als in het belang van (de kwaliteit van) het onderwijs dat zij geven aan leerlingen of studenten. Een deel van het beschikbare budget voor de lerarenbeurs is in 2020 via amendementen ten goede gekomen aan professionalisering en aan bestrijding van het lerarentekort, zoals in de beantwoording van vraag 3 uiteengezet. Hierdoor blijft het budget voor het onderwijs, en specifiek het opleiden van leraren, behouden.

Leraren die al eerder aan hun studie begonnen waren met behulp van een lerarenbeurs, kunnen deze ook allemaal voortzetten. Met het beschikbare budget was het helaas niet mogelijk om in juli alle initiële aanvragen toe te kennen.

Dit betekent overigens niet automatisch dat zij helemaal geen studie meer kunnen volgen. De kosten hiervoor kunnen bijvoorbeeld ook in overleg door de school worden gedragen. Mochten de leraren die nu afgewezen zijn ervoor kiezen om in 2021 opnieuw een aanvraag voor de lerarenbeurs in te dienen, dan krijgen zij voorrang op leraren die een nieuwe aanvraag indienen in 2021.

Aangezien we gezamenlijk professionalisering en verbetering van het carrièreperspectief van leraren belangrijk vinden, vergt het beperktere budget voor de lerarenbeurs een herbezinning van dit instrument en het aanbrengen van focus. Hierover gaan we komend jaar graag in gesprek met betrokken partijen (zoals leraren en schoolleiders) en Uw Kamer.

Naar boven