Vragen van het lid Moorlag (PvdA) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over het ondersteunen van lokale initiatieven voor duurzame energie (ingezonden 5 februari 2020).

Antwoord van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 9 maart 2020).

Vraag 1

Kent u het bericht «De molen, daar hoor je niks meer van...»1 en «Dorpsmolen Reduzum mogelijk alsnog van de baan»?2

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de mening dat onder andere vanwege het verkrijgen van draagvlak voor de energietransitie lokale duurzaamheidsinitiatieven van de bevolking zelf van groot belang zijn? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2

Ja, deze mening deel ik. Zie ook mijn brieven van 29 juni 2019 en 20 juni 2019 met respectievelijk mijn reactie op SGP-manifest «De burger aangesloten» (Kamerstuk 32 813, nr. 343) en de aanbieding van de verkenning van het toekomstpotentieel burgerenergie initiatieven (Kamerstuk 32 813, nr. 338). Daarom ondersteun ik ook lokale initiatieven voor de energietransitie met verschillende subsidie-instrumenten, zoals de ISDE, de SDE+ en de postcoderoosregeling.

Vraag 3

Deelt u de mening dat aanvragers van dergelijke lokale initiatieven niet altijd over voldoende expertise beschikken om (tijdig) aan de formaliteiten voor het aanvragen van SDE+ te kunnen voldoen? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Voor kleinschalige spelers in de energietransitie, zoals lokale energiecoöperaties en verenigingen, kan de aanvraag van een SDE+-subsidie inderdaad een grotere uitdaging zijn dan voor grote bedrijven. Daarom is de tendersystematiek van de SDE+ zo ingestoken dat de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl), die de aanvragen behandelt, na indiening van de aanvraag nog contact kan opnemen met de aanvrager indien er onjuiste of incomplete informatie is verstuurd. De aanvrager kan dan de benodigde informatie opsturen en alsnog meedoen met de openstellingsronde. Dit kan niet in een open tender, maar wel in de systematiek van de SDE+, waarbij gerangschikt wordt op volgorde van binnenkomst.

Vraag 4

Deelt u de mening dat relatief kleine fouten bij die aanvraag niet tot onevenredig grote gevolgen, waaronder het weigeren van die subsidie, zouden mogen leiden? Zo ja, bent u bereid een hardheidsclausule van die strekking in de regelgeving op te nemen, of een wijziging die aanvragers in de gelegenheid stelt betrekkelijk geringe gebreken in de aanvragen te herstellen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

De tendersystematiek van de SDE+ is zo ontworpen dat fouten bij een aanvraag kunnen worden gerectificeerd door de aanvrager. Aanvragers hebben dus al de gelegenheid om gebreken in de aanvraag te herstellen. Het gevolg van deze systematiek is wel dat ik op volgorde van binnenkomst moet rangschikken. De dag waarop de aanvraag voldoet aan de wettelijke voorschriften geldt als datum van ontvangst.

Dit zijn duidelijke spelregels waarbij voldoende ruimte wordt gegeven aan de aanvragers om kleine fouten te herstellen. Indien de fouten niet op tijd kunnen worden hersteld, kan de aanvrager meedoen met de volgende openstellingsronde.

Vraag 5

Acht u het wenselijk dat de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) bij aanvragen van kleinschalige lokale initiatieven anderszins op enigerlei wijze behulpzaam kan zijn bij de formaliteiten rondom die aanvraag? Zo ja, op welke manier? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

RVO.nl doet er alles aan om de aanvragers zo goed mogelijk te helpen. Zo worden er informatiebijeenkomsten georganiseerd en kunnen geïnteresseerden contact opnemen met RVO.nl als ze vragen hebben. Ook kunnen aanvragers al ruim voordat de ronde begint hun aanvraag online voorbereiden, zodat ze alleen nog maar op de knop «indienen» hoeven te drukken zodra de ronde start.

Vraag 6

Kunt u bovenstaande vragen voor het volgende algemeen overleg Klimaat en energie van 12 februari aanstaande beantwoorden?

Antwoord 6

Dit is helaas niet gelukt.


X Noot
2

Energeia Energie Nieuws, 3 februari 2020, Dorpsmolen Reduzum mogelijk alsnog van de baan

Naar boven