32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid

Nr. 338 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 juni 2019

Op 21 december 2018 heb ik uw Kamer het ontwerp van het Klimaatakkoord aangeboden.1 Vertegenwoordigers van energiecoöperaties waren actief betrokken bij de totstandkoming van het ontwerpKlimaatakkoord, met name bij de sectortafel Elektriciteit en de sectortafel Gebouwde omgeving. Ondernemende burgers, verenigd in energiecoöperaties, spelen een belangrijke rol bij de afspraken in het ontwerp van het Klimaatakkoord over burgerparticipatie, het streven naar 50% lokaal eigendom van hernieuwbare elektriciteit op land en de wijkgerichte aanpak bij de warmtetransitie. Door AS I-Search is een verkenning uitgevoerd naar de rol van burgercoöperaties en hun potentiële bijdrage aan de klimaat- en energiedoelen in 2030. Hierbij bied ik uw Kamer de uitkomsten van deze verkenning aan.2

De verkenning laat zien dat 50% lokaal eigendom van hernieuwbare elektriciteit op land denkbaar is, gezien de potentiële doorgroei van energiecoöperaties en de benodigde kapitaalinzet. De mogelijkheden per regio en per gemeente zullen hierbij verschillen. De verkenning geeft daarnaast aan dat er potentieel is voor lokaal eigendom van wijkwarmtevoorzieningen. Wel staat deze ontwikkeling nog in de kinderschoenen en vraagt in de planfase intensieve inspanningen van meerdere partijen.

Tot slot laat de verkenning zien dat de realisatie van het potentieel van de bijdrage van de burger-energiebeweging aan de klimaat- en energiedoelen vraagt om een professionaliseringsslag – met betaalde krachten – binnen de coöperatieve sector, een stevige ondersteuningsstructuur en beleid van overheden dat handelingsperspectief creëert voor burgers.

De verkenning naar het potentieel van de burger-energiebeweging raakt meerdere beleidsonderwerpen. Het is onder meer van groot belang voor de ruimtelijke inpassing van hernieuwbare energie. Financiële participatie biedt kansen voor de ondernemende burger die (financieel) kan bijdragen aan de energietransitie in de eigen omgeving en daarmee ook zeggenschap kan krijgen over energieprojecten. Lokaal eigendom van wind- en zonneparken kan zorgen voor het beschikbaar komen van een geldstroom voor nieuwe energieprojecten in de lokale omgeving. Bij energiecoöperaties geldt veelal het principe van open en vrijwillig lidmaatschap, en is de zeggenschap over de besteding hiervan niet afhankelijk van de hoogte van de financiële inbreng van de leden. Het feit dat opbrengsten daadwerkelijk en op een eerlijke manier terecht komen bij de lokale gemeenschap, kan bijdragen aan een groter draagvlak, ook bij burgers die niet direct financieel (kunnen) participeren.

Ik vind de burger-energiebeweging belangrijk en bevorder de condities voor deze beweging op verschillende manieren. In de brief aan uw Kamer van 25 april 2019 over het omvormen van de salderingsregeling heb ik u geïnformeerd over de voornemens tot de omvorming van de Postcoderoosregeling en het oprichten van een ontwikkelfaciliteit voor energiecoöperaties.3 In het kader van de Green Deal Participatie van de Omgeving bij Duurzame Energieprojecten wordt een handreiking participatie opgesteld. Daarin zullen voor bevoegde gezagen de mogelijkheden voor participatie in kaart worden gebracht. Ook ben ik in gesprek met organisaties die werken aan de versterking van burgerparticipatie. Het gaat hier onder andere om de participatiecoalitie (Natuur en Milieufederaties, Energie Samen, Energieloketten, HIER, Buurkracht en LSA Bewoners) die de afgelopen jaren veel ervaring heeft opgedaan met het meedenken met en ondersteunen van bewoners. De verkenning wil ik dan ook gebruiken om samen met de verschillende partijen het beleid voor burgerparticipatie op samenhangende wijze verder uit te werken.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes


X Noot
1

Kamerstuk 32 313, nr. 263

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
3

Kamerstuk, 31 239, nr. 299

Naar boven