Vragen van de leden Amhaouch, Van den Berg en Van Helvert (allen CDA) aan de Ministers voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en van Buitenlandse Zaken en de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over het voornemen van Italië om zich aan te sluiten bij het Chinese Belt and Road investeringsprogramma (ingezonden 8 maart 2019).

Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken), mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat (ontvangen 12 april 2019).

Vraag 1

Kent u het bericht «Italië bakt zoete broodjes met China»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de mening dat deze verdeel-en-heerspolitiek van China de EU uit elkaar drijft en daarmee grote geopolitieke bedreigingen met zich meedraagt?

Antwoord 2

Het kabinet is van mening dat de Europese – en Nederlandse – belangen gebaat zijn bij een EU die effectief en eensgezind optreedt in de relatie met China. Het is daarom goed dat er de afgelopen tijd in EU-verband zowel op ministersniveau als op het niveau van regeringsleiders uitgebreid over China is gesproken, in aanloop naar de EU-Chinatop op 9 april. Zo onderstreepte de Europese Raad op 22 maart jl. nog het belang de Europese waarden te laten reflecteren in de relatie met China, en werd het belang van een eensgezinde, ambitieuze en niet-naïeve opstelling van de EU door verschillende Europese regeringsleiders, waaronder Minister-President Rutte, benadrukt. Hierover is uw Kamer geïnformeerd middels de geannoteerde agenda op 15 maart jl. (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1417) en het verslag op 26 maart jl. (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1428) van de Europese Raad.

Vraag 3

Wat houdt het Chinese Belt and Road programma precies in? Welke afspraken heeft Italië met China gemaakt?

Antwoord 3

Het Belt and Road Initiative (BRI) is een grootschalig Chinees initiatief dat verbindingen («nieuwe zijderoutes») tussen continenten en hun aangrenzende zeeën wil stimuleren. Dit gebeurt onder andere door de aanleg van wegen, spoorlijnen, havens en luchthavens, het faciliteren van investeringen en handel, financiële samenwerking, maar ook people-to-people contacten en culturele uitwisseling. Het BRI dient China’s economische en geopolitieke belangen, en samenwerking in het kader van BRI kan daarnaast ook voor andere landen (economisch) interessant zijn. Sinds enkele jaren gebruikt China BRI als ordenend principe in vrijwel al zijn internationale relaties, en worden uiteenlopende vormen van samenwerking door China bij voorkeur onder de noemer BRI geschaard.

Tijdens het staatsbezoek van de Chinese president Xi Jinping aan Italië (21-23 maart 2019) hebben Italië en China een memorandum van overeenstemming (MoU) ondertekend over samenwerking in het kader van het BRI. Het betreft een intentieverklaring zonder juridische verplichtingen over de bilaterale samenwerking in het kader van het BRI op gebieden van beleidsdialoog; vervoer, logistiek en infrastructuur; ongehinderde handel en investeringen; financiële samenwerking; people-to-people contacten; en samenwerking groene ontwikkeling. De 19 institutionele en 10 commerciële overeenkomsten die tijdens het bezoek zijn getekend, worden gepresenteerd als resultaten van deze intentie tot nauwere samenwerking.

Vraag 4

Welke middelen heeft de Europese Unie om Italië op andere gedachten te brengen?

Antwoord 4

Het staat EU-lidstaten vrij bilaterale relaties te onderhouden met derde landen, en ook om met deze landen – al dan niet juridisch bindende – afspraken te maken, zolang deze vallen binnen de exclusieve bevoegdheid van de lidstaten, de niet-uitgeoefende gedeelde bevoegdheden van de lidstaten en de Unie, of wanneer de Unie enkel ondersteunende of parallelle bevoegdheden heeft. Ook de Nederlandse overheid maakt afspraken met China wanneer dit het Nederlandse belang dient, en wanneer deze complementair zijn aan EU-beleid – bijvoorbeeld over versterking van economische samenwerking in derde markten, of op het gebied van douanesamenwerking. Het MoU dat Italië heeft getekend met China over samenwerking in het kader van BRI betreft een soortgelijke afspraak.

Vraag 5

Kunt u een schatting maken of Nederlandse bedrijven in Italië problemen kunnen ondervinden als gevolg van een hechtere samenwerking tussen Italië en China?

Antwoord 5

Op dit moment is het niet mogelijk hiervan een inschatting te maken. Zo hangt de eventuele impact op Nederlandse bedrijven in Italië mede af van de specifieke invulling van de samenwerking die Italië en China aan zullen gaan aan de hand van de getekende overeenkomsten en de specifieke sectoren waarin Nederlandse bedrijven actief zijn.

Vraag 6

Krijgen Chinese bedrijven op deze manier toegang tot de Italiaanse en daarmee de Europese Interne markt?

Antwoord 6

In beginsel hebben bedrijven uit alle landen, waaronder China, toegang tot de Europese en daarmee ook de Italiaanse markt. Uiteraard moeten alle bedrijven die actief zijn op de Europese markt onverkort voldoen aan Europese (en indien van toepassing additionele landelijke) wet- en regelgeving.

Vraag 7

Bent u in staat dit akkoord, dat naar verwachting op 22 maart tussen Italië en China wordt getekend, te voorkomen?

Antwoord 7

Nee, zie ook het antwoord op vraag 4. Overigens hebben verschillende Europese regeringsleiders waaronder Minister-President Rutte en marge van de Europese Raad de Italiaanse regering opgeroepen niet naïef te zijn in haar relatie met China.

Vraag 8 en 9

Bent u bereid om tijdens de vergadering in Brussel, daags voor Xi's bezoek aan Italië, over het standpunt van de 27 EU-landen ten opzichte van Chinese investeringen de toenadering en individuele handelwijze van Italië richting China sterk te veroordelen?

Bent u bovendien bereid om namens de Nederlandse regering deze aanstaande samenwerking tussen Italië en China publiekelijk te veroordelen?

Antwoord 8 en 9

Minister-President Rutte heeft tijdens de Europese Raad op 22 maart jl. het belang benadrukt dat de EU eensgezind en als waardengemeenschap optreedt richting China. Bilaterale MoU’s tussen EU-lidstaten en China hoeven die eensgezindheid niet te ondergraven, zolang lidstaten zich maar blijven committeren aan afspraken die in EU-verband zijn gemaakt. Veroordeling van Italië is niet aan de orde, zie ook het antwoord op vraag 4.

Vraag 10 en 11

Wat is de status van het Duitse en Franse voornemen om in gemeenschappelijk EU-verband strenge criteria vast te leggen om Chinese projecten tegen het licht te houden?

In hoeverre belemmert de toenadering van Italië tot China de initiatieven om te komen tot een Europese strategie om Chinese investeringen kritischer tegen het licht te houden?

Antwoord 10 en 11

De Duitse en Franse Ministers van Economische Zaken hebben in een manifest van 19 februari jl. hun visie uiteengezet op een Europees industriebeleid dat klaar is voor de 21e eeuw. Zij pleiten voor grootschalige investeringen in innovatie in Europa, het aanpassen van het Europese regelgevingskader, en het treffen van maatregelen om Europa te beschermen. Onder deze laatste pijler valt onder meer de implementatie van het Europese kader voor screening van buitenlandse, en daarmee ook Chinese, investeringen. De onderhandelingen daarover zijn reeds afgerond, en op 19 april 2019 zal de Verordening in werking treden die voorziet in een Europees raamwerk en samenwerkingsmechanisme voor de toetsing door individuele lidstaten van buitenlandse investeringen aan nationale veiligheidsbelangen en de openbare orde. Deze verordening verplicht lidstaten om jaarlijks inzicht te geven in de investeringen uit derde landen. Dit geldt ook voor Chinese investeringen.

Vraag 12

Wanneer komt de Europese lange termijn visie op China? Wanneer komt de Nederlandse visie op China? En als die er al is hoe past deze ontluikende liefde tussen China en Italië daar dan in?

Antwoord 12

De EU-Chinastrategie uit 2016 is nog altijd geldig. Het kabinet vindt dat het EU-beleid ten aanzien van China regelmatig moet worden geactualiseerd naar aanleiding van nieuwe ontwikkelingen. In dat licht heeft het kabinet de Gezamenlijke Mededeling van de Europese Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger van de Unie voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid van 12 maart jl. verwelkomd, waarin een strategische visie op de EU-Chinarelaties is verwoord. Uw kamer kwam in de geannoteerde agenda voor de Europese Raad van maart een appreciatie toe van deze Mededeling, die complementair is aan de kabinetsbrede Chinanotitie die uw Kamer dit voorjaar zal toegaan. Het kabinet meent dat het Chinese BRI en de EU-strategie voor de verbinding van Europa en Azië zowel voor de EU als voor de lidstaten kansen bieden voor nauwere samenwerking op het gebied van connectiviteit, zolang dat op duurzame en transparante wijze gebeurt en met aandacht voor een gelijk speelveld, goed bestuur en internationale normen.

Vraag 13

Welke risico’s en welke kansen in dit Chinese Belt and Road programma ziet u voor Europa en voor Nederland?

Antwoord 13

Nederland en China vinden elkaar op het gebied van connectiviteit – zolang die duurzaam is, binnen de EU-lijnen valt en concrete kansen en projecten voor beide partijen biedt. Het BRI biedt de kans om Nederland als logistieke hotspot verder op de kaart te zetten. Ook de opkomst van het spoorgoederenvervoer tussen China en Europese landen biedt kansen voor het bedrijfsleven, bijvoorbeeld risicospreiding ten aanzien van vervoersmodaliteiten. De lagere CO2-uitstoot ten opzichte van lucht- en zeevracht biedt daarbij voordelen voor het klimaat. Door ontsluiting van tot nu toe relatief onontwikkelde gebieden biedt het BRI ook economische kansen buiten de directe BRI-hotspots. Wel zal er blijvend aandacht uitgaan naar de mogelijk toegenomen invloed van China in landen langs de «nieuwe zijderoutes» en op de Nederlandse en Europese infrastructuur, onder meer vanuit het oogpunt van economische veiligheid.

Vraag 14

Welke verplichtingen zijn Griekenland en Portugal reeds aangegaan met China? En welke bezittingen (bedrijven, infrastructuur etc.) heeft China al in deze landen?

Antwoord 14

De samenwerking tussen Griekenland en China in het kader van BRI is neergelegd in een MoU tussen beide landen. Hoewel dat geen formele verplichtingen met zich meebrengt, kan het wel worden gezien als een Griekse intentieverklaring om mee te werken aan de verwezenlijking van de Chinese plannen in het kader van de BRI op de Balkan.

Er bestaan voor zover bekend geen overzichten van de Chinese bezittingen in Griekenland. Duidelijk is dat deze bezittingen divers zijn, omdat een deel van de bezittingen eigendom is van Chinese burgers. Het gaat daarbij onder andere om portefeuilles van onroerend goed in Athene. Bovendien is een deel van de bezittingen indirect in eigendom van Chinese (staats-)bedrijven. Chinese bedrijven hebben, als investeerder in het Griekse privatiseringsprogramma, bezittingen in verschillende sectoren van de Griekse economie. De meest noemenswaardige investeringen betreffen het twee-derde eigendom van de havenautoriteit van Piraeus, alsmede het eigendom van twee van de drie daar gelegen haventerminals en bijna een kwart eigendom van het elektriciteitsdistributiebedrijf ADMIE.

Voor zover bekend is ook van de Chinese bezittingen in Portugal geen totaaloverzicht beschikbaar. Wel heeft Portugal een MoU over economische samenwerking in het kader van BRI getekend met China in december 2018. Chinese bedrijven hebben aanzienlijke aandelen in de Portugese gezondheidszorg, verzekerings-, energie-, water-, en financiële sector. Zo is bijna een kwart van Energias de Portugal, het grootste Portugese energiebedrijf, in Chinese handen. Chinese bedrijven zijn volledig eigenaar van Fidelidade, de grootste verzekeraar, Luz Saude, de grootste private ziekenhuisgroep, een kwart van Redes Energéticas Nacionais, de nationale netwerkbeheerder en ruim een kwart van Millennium bcp, de grootste bank van Portugal.

Vraag 15

Kunt u een overzicht geven van het stemgedrag van Griekenland en Portugal sinds ze het Chinese Belt and Road programma hebben ondertekend?

Antwoord 15

In het stemgedrag in internationale gremia maken EU-lidstaten hun eigen afweging, binnen de kaders van het EU-acquis. Indien het vermoeden bestaat dat lidstaten vanwege afhankelijkheid van China geneigd zijn besluitvorming in EU-verband te blokkeren omdat zij de banden met China niet op het spel willen zetten is het aan andere lidstaten, waaronder Nederland, om deze lidstaten daarop aan te spreken. Het is niet aan het kabinet om mededelingen te doen over opstelling van individuele lidstaten in de Raad.

Vraag 16

Welke overige Europese landen hebben zich gecommitteerd aan het Chinese Belt and Road programma? Welke Europese landen niet? En welke motivatie hadden deze landen daarbij?

Antwoord 16

Van de EU-lidstaten hebben verder Bulgarije, Estland, Griekenland, Hongarije, Kroatië, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije en Tsjechië overeenkomsten getekend met China over samenwerking in het kader van BRI. Voor zover bekend is de motivatie van deze landen vooral gestoeld op het versterken van de bilaterale economische samenwerking met China, met name op het gebied van connectiviteit. Overigens geldt voor alle EU-lidstaten dat zij zich eveneens hebben gecommitteerd aan het versterken van de samenwerking tussen Europa en Azië op het gebied van connectiviteit, zoals verwoord in de EU-strategie voor verbinding van Europa en Azië die in oktober 2018 door de Europese Ministers van Buitenlandse Zaken is aangenomen.

Vraag 17

Klopt het dat het Verenigd Koninkrijk een aanbod van China heeft afgewezen? Op welke gronden heeft het Verenigd Koninkrijk dat gedaan?

Antwoord 17

Er is tijdens het bezoek van premier May aan China in januari 2018 geen MoU met betrekking tot het BRI ondertekend. Over de redenen hiervoor heeft de Britse regering voor zover bekend geen uitspraken gedaan.

Vraag 18

Welke ruimte heeft een individuele lidstaat om dergelijke vergaande economische akkoorden met derde landen, in dit geval China, aan te gaan?

Antwoord 18

Welke ruimte een lidstaat heeft om zelf (economische) akkoorden met derde landen aan te gaan, hangt af van de materie die in het akkoord wordt geregeld. Deze ruimte is er niet meer wanneer de EU exclusief bevoegd is. Dat is onder meer het geval wanneer dit volgt uit het EU-werkingsverdrag, zoals bij gemeenschappelijke handelspolitiek, of wanneer een optreden op internationaal niveau interne EU-regels kan aantasten of de strekking daarvan kan wijzingen. Naast dat de lidstaat dan niet langer bevoegd is juridische bindende handelingen vast te stellen, is zij ook verplicht – op basis van het beginsel van loyale samenwerking – zich te onthouden van alle maatregelen die de verwezenlijking van de doelstellingen van de Unie in gevaar kunnen brengen.

In het MoU tussen Italië en China over samenwerking in het kader van BRI staat met zoveel woorden dat er geen internationaalrechtelijke rechten of plichten uit voortvloeien, en dat Italië bij de uitvoering van het MoU is gehouden aan zijn verplichtingen op basis van het EU-lidmaatschap.

Vraag 19

Welke gevolgen heeft het aansluiten van Italië bij het Chinese Belt and Road programma voor Europese bedrijven en in welke mate staan Nederlandse bedrijven bloot aan Chinese overname?

Antwoord 19

Er zijn geen directe gevolgen van het Italiaanse besluit als het gaat om overnames van Europese en/of Nederlandse bedrijven. De Europese wet- en regelgeving blijven onverminderd van kracht. De intentie van Italië en China om nauwer samen te werken in het kader van BRI heeft als zodanig niet direct concrete gevolgen.

Vraag 20

Krijgt u signalen dat Europese landen of Europese bedrijven onder druk worden gezet door investeringen die de Chinezen doen?

Antwoord 20

Er is een groeiend besef bij Europese overheden en bedrijven dat economische activiteiten, temeer wanneer deze staatsgeleid zijn, niet altijd uitsluitend economische belangen dienen. Er vindt op dit moment zowel in de EU als in Nederland een herbezinning plaats over beleid ten aanzien van buitenlandse investeringen, waarbij dit aspect de volste aandacht heeft.

Vraag 21

Beïnvloeden de Chinezen volgens u, door deze vergaande inmenging in Europese economieën, het Europese of zelfs nationale besluitvormingsprocessen?

Antwoord 21

De economische activiteiten die China ontplooit zijn van invloed op de beeldvorming over het land bij Europese beleidsmakers, wat zowel in het voordeel als in het nadeel van China kan uitpakken.

Vraag 22

Welke kansen ziet u in de toekomstige relatie met China?

Antwoord 22

Nederland is er voorstander van dat de EU haar relatie met China op strategische wijze vormgeeft, waarbij de EU ambitie toont en niet naïef is. De EU dient de economische en politieke samenwerking te zoeken met China als dit de Europese belangen dient, waarbij moeilijke onderwerpen niet uit de weg worden gegaan en waarbij de EU pal blijft staan van haar waarden en standaarden. Ook voor de bilaterale relatie geldt dat er volop kansen zijn om de samenwerking met China te verbreden en te verdiepen. Daarbij is het wel zaak belangen zorgvuldig af te wegen en niet naïef te zijn. De kabinetsbrede Chinanotitie die uw Kamer dit voorjaar zal toegaan, zal hier nader op ingaan.

Vraag 23

Wat is de laatste status van de 16+1 landen strategie van China, waarvan 11 landen lid zijn van de EU, en hoe verhoudt deze samenwerking tussen China en deze Europese landen zich ten opzichte van de eenheid en regelgeving van de Europese markt?

Antwoord 23

Het 16+1 initiatief, waarbij China met zestien Centraal- en Oost-Europese landen samenwerkt op het gebied van onder meer infrastructuur, is nog altijd actief. Het kabinet is met andere lidstaten en de EU van mening dat dit initiatief nuttig is zolang het complementair is aan EU-beleid, en zolang transparant is wat in 16+1-verband wordt afgesproken. Alle EU-lidstaten – waaronder de elf landen die deelnemen aan het initiatief – zijn gebonden aan EU- regelgeving, en zijn gebaat bij een EU die eensgezind is in haar optreden richting China.

Vraag 24

Deelt u de vrees dat de nieuwe zijderoute Chinese bedrijven bevoordeelt, de ontvangende landen opzadelt met grote schulden en door Beijing wordt gebruikt om zijn greep op de wereld te vergroten?

Antwoord 24

De EU en Nederland zijn niet naïef over de risico’s van financiële afhankelijkheid en de strategische belangen van China bij het BRI. Zo worden in bepaalde gevallen inderdaad Chinese bedrijven bevoordeeld, worden Chinese standaarden geëxporteerd, dient BRI deels om nieuwe afzetmarkten te openen voor de Chinese industrie die kampt met overcapaciteit in producten als staal, en helpt BRI om Chinese toegang tot grondstoffen in betrokken landen veilig te stellen. Het is daarom van belang de ontwikkelingen op het gebied van BRI nauwgezet te volgen, en duidelijke voorwaarden te stellen aan Europese samenwerking met China in het kader van BRI. Dat neemt niet weg dat BRI en de EU-strategie voor de verbinding van Europa en Azië zowel voor de EU als voor de lidstaten kansen bieden voor nauwere samenwerking op het gebied van connectiviteit, zolang dat op duurzame en transparante wijze gebeurt en met aandacht voor een gelijk speelveld, goed bestuur en internationale normen.

Vraag 25

Herkent u zich er in dat landen die overeenkomsten met China hebben gesloten zich steeds meer naar Chinese maatstaven gaan gedragen? En zijn daar voorbeelden van te geven? Zo niet, bent u dan van mening dat de Europese standaarden en maatstaven niet worden beïnvloed onder Chinese druk?

Antwoord 25

Er zijn geen aanwijzingen dat Europese standaarden en maatstaven worden beïnvloed onder Chinese druk. Nederland roept in EU-verband regelmatig op in de relatie met China pal te staan voor EU-waarden en -standaarden. In dat licht verwelkomt het kabinet de Gezamenlijke Mededeling over de EU-Chinarelatie van de Europese Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger van de Unie voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid van 12 maart jl., waarin deze inzet wordt onderschreven.

Naar boven