Vragen van de leden Fritsma en Wilders (beiden PVV) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over criminele asielzoekers in Leerssum (ingezonden 6 december 2018).

Antwoord van Staatssecretaris Harbers (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 27 december 2018).

Vraag 1

Kent u het bericht dat (school)meisjes en buschauffeurs worden bedreigd, bespot en geïntimideerd door mannelijke asielzoekers uit het asielzoekerscentrum in Leersum?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2, 3, 4

Waarom laat u op kosten van de belastingbetaler zo’n crimineel broeinest, vol met overlastgevende gelukszoekers, bestaan?

Hoe is het mogelijk dat de daders dag in dag uit rustig hun gang kunnen gaan met het terroriseren van de Nederlandse burger, zonder dat u ingrijpt door hen vast te zetten en uit Nederland te verwijderen?

Realiseert u zich dat uw beloften hen aan te pakken helemaal niets waard zijn en dat de veiligheid in Nederland meer verdient dan loze woorden?

Antwoord 2, 3, 4

Zoals ik meermaals aan uw Kamer heb geschreven staat voorop dat overlastgevend gedrag, zoals wordt veroorzaakt door een beperkte groep asielzoekers, volstrekt onacceptabel is.2 Deze overlast vraagt dan ook om een gerichte aanpak, waar op wordt ingezet middels het brede palet aan strafrechtelijke, bestuursrechtelijke en vreemdelingenrechtelijke maatregelen dat hiervoor ter beschikking staat en waar uw Kamer diverse keren over is geïnformeerd. Bij deze aanpak moet scherp in de gaten gehouden worden wanneer overlastgevend gedrag overgaat in crimineel gedrag. In die gevallen zal – net zoals voor iedereen in ons land – de aanpak primair via het strafrecht moeten verlopen.

Vraag 5

Wat moet er nog meer gebeuren voordat u inziet dat wij niet iedereen op moeten vangen die het woordje « asiel» uit kan spreken en Nederland eindelijk de broodnodige asielstop krijgt?

Antwoord 5

Ik hecht aan een zorgvuldig asielbeleid dat bescherming biedt aan degenen die dat nodig hebben. Hetgeen u voorstelt zou in strijd zijn met de internationale en verdragsrechtelijke verplichting tot het in behandeling nemen van een asielaanvraag. Ik tref verder gerichte maatregelen als ik constateer dat oneigenlijk gebruik wordt gemaakt van het asielrecht door personen die evident geen bescherming nodig hebben.


X Noot
1

AD, 27-11-2018

X Noot
2

Tweede Kamer, vergaderjaar 2017–2018, 19 637, nr. 2391 en vergaderjaar 2018–2019, 19 637, nr. 2446

Naar boven