Vragen van de leden Voordewind (ChristenUnie) en Groothuizen (D66) aan de Minister van Buitenlandse Zaken en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de pushbacks van vluchtelingen door Griekenland (ingezonden 4 mei 2018).

Antwoord van Staatssecretaris Harbers (Justitie en Veiligheid), mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken (ontvangen 8 juni 2018). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2017–2018, nr. 2338.

Vraag 1

Kent u het bericht dat Griekenland vluchtelingen gedwongen terugstuurt naar Turkije zonder dat hen de mogelijkheid wordt geboden asiel aan te vragen?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2, 3, 4

Kunt u nagaan bij de Griekse Raad voor de Vluchtelingen en andere niet-gourvernementele organisaties of VN-instellingen als ook bij de Griekse overheid of en op welke schaal deze pushbacks voorkomen?

Deelt u de mening dat dit, als het bericht klopt, tegen het VN-Vluchtelingenverdrag in gaat en dat Griekenland als een van de ondertekenaars hiermee het vluchtelingenverdrag schendt?

Bent u vervolgens bereid de Griekse overheid hierop aan te spreken en deze schendingen eveneens aan de kaak te stellen bij de collega-bewindslieden in de Raad Buitenlandse Zaken als ook in de Raad voor Justitie?

Antwoord 2, 3, 4

Het kabinet neemt dergelijke berichtgeving serieus en volgt de situatie in Griekenland, en zo ook aan de Europese buitengrenzen, nauwlettend. De Griekse overheid heeft aan de Commissie laten weten dat er geen sprake is van pushbacks aan de Griekse buitengrens. De Europese en internationale regelgeving, met inbegrip van de bepalingen van het Vluchtelingenverdrag, scheppen het juridisch kader voor de mogelijkheid om internationale bescherming in een EU-lidstaat aan te vragen en maken daarnaast de individuele behandeling van asielaanvragen mogelijk. Het kabinet spreekt waar nodig in de verschillende Europese overleggen lidstaten aan op tekortschietende implementatie van het asielacquis. Zoals uw Kamer bekend, heeft het kabinet Griekenland in voorkomende gevallen aangesproken op de situatie voor migranten in het land. Overigens is het primair aan de Europese Commissie om toe te zien op de toepassing van het EU-acquis. Indien de Commissie naar aanleiding van dit soort berichten constateert dat van toepassing geen of in mindere mate sprake is, of dat zelfs sprake is van schending, mag het kabinet van haar verwachten dat zij het betrokken land hierop aanspreekt en zonodig vervolgstappen neemt. Recent nog heb ik Commissaris Avramopoulos hier per brief aan herinnerd.2

Vraag 5

Wat kan Nederland en de Europese Unie meer doen om de Griekse overheid te helpen om de opvang en asielprocedure te doen verbeteren c.q. versnellen? Bent u bereid zich hiervoor in te zetten?

Antwoord 5

Griekenland is in de eerste plaats zelf verantwoordelijk voor de asielprocedure en de opvang en handelt hier in toenemende mate naar. Dit laat onverlet dat de Europese Commissie nog steeds een belangrijke coördinerende rol bij de verbetering van het Griekse asielsysteem en de uitvoering van de EU-Turkije Verklaring speelt. Zoals bekend werd en wordt hierbij grootschalige steun geboden. De EU heeft sinds 2014 per 4 april 2018 circa € 1,3 miljard3 aan hulpgeld gealloceerd aan de Griekse autoriteiten, waarvan € 561 miljoen vanuit het Asiel, Migratie en Integratiefonds (AMIF) en het Fonds voor Interne Veiligheid (ISF), en € 393 miljoen vanuit het noodhulpinstrument van de Commissie. Dit geld draagt direct danwel indirect bij aan het verbeteren van de opvangomstandigheden en de asielprocedure alsmede aan de grensbewaking.

Ook bilateraal wordt Griekenland door lidstaten ondersteund. Zo heeft Nederland in 2016 € 100.000 plus materieel beschikbaar gesteld ten behoeve van de opvangomstandigheden in Griekenland. Daarnaast levert Nederland al geruime tijd op permanente basis deskundigen via EASO en Frontex ter ondersteuning van Griekenland, waarmee het ruimschoots zijn Europese aandeel levert. Verder stelt Nederland periodiek een fondsenexpert beschikbaar ter verbetering van het absorberen en uitgeven van (het Griekse deel van) de EU-fondsen en draagt het financieel bij aan de capaciteitsopbouw van de Griekse ombudsman.

Tot slot zette Nederland in 2018 de Zr. Ms. Karel Doorman in bij de NAVO-operatie Sea Guardian, ter bevordering van stabiliteit in de regio.4 Zoals eerder aan uw Kamer gemeld heb ik recent een werkbezoek aan Griekenland gebracht en mij bereid verklaard om verdere ondersteuningsmogelijkheden te bezien waar nodig. In dit kader levert Nederland dit jaar zes extra tolken voor drie maanden, vanwege een acuut tekort hieraan. Tijdens mijn bezoek werd Nederland door meerdere gesprekspartners geprezen om de ondersteuning van de afgelopen jaren en de constructieve rol die het steeds speelt.5


X Noot
2

Bijlage van Kamerstuk 32 317, nr. 508.

X Noot
4

Zie Brief van de Minister van Defensie «Verslag bijeenkomst NAVO-Ministers van Defensie op 14 en 15 februari 2018 te Brussel» (Kamerstuk 28 676, nr. 285)

X Noot
5

Reactie op het verzoek om een brief over het bericht «Migranten

Griekenland mogen asielaanvraag op het vasteland afwachten.» d.d. 31 mei 2018 (Kamerstuk 19 637, nr. 2388).

Naar boven