Vragen van het lid Özdil (GroenLinks) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
over het bericht «Buurtbus in de problemen door tekort aan vrijwilligers» (ingezonden
29 januari 2018).
Antwoord van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 14 februari
2018).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Buurtbus in de problemen door tekort aan vrijwilligers»?1
Vraag 2
Wat vindt u van het feit dat het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV)
mensen met een Werkloosheidsuitkering (WW-uitkering) verbiedt om als vrijwilliger
op de buurtbus te rijden, terwijl het doorgaans gaat om een dagdeel per week?
Antwoord 2
UWV toetst aanvragen van mensen met een WW-uitkering die vrijwilligerswerk willen
doen met behoud van hun uitkering aan de Regeling vrijwilligerswerk in de WW (Staatscourant 2014, nr. 36337). Met deze regeling zijn in 2015 de voorwaarden met betrekking tot het verrichten
van vrijwilligerswerk in de WW verruimd. Tegelijkertijd ziet de regeling er op toe
dat met vrijwilligerswerk door mensen met een WW-uitkering geen economisch voordeel
behaald wordt, teneinde verdringing van regulier werk te voorkomen.
Overigens is het niet zo dat UWV in voorkomende gevallen werklozen verbiedt om bepaald
vrijwilligerswerk te verrichten. UWV geeft een oordeel of bepaald vrijwilligerswerk
met behoud van uitkering kan worden verricht. Indien UWV geen toestemming verleent
om het vrijwilligerswerk met behoud van uitkering te verrichten en men dat werk toch
verricht, kort UWV het aantal gewerkte uren op de uitkering.
Vraag 3
Vindt u dat mensen met een WW-uitkering vrijwilligerswerk zouden moeten kunnen doen,
zolang het niet gaat om verdringing van betaald werk?
Antwoord 3
Ja, daarom is er de Regeling vrijwilligerswerk in de WW.
Tegelijkertijd wordt met de WW niet beoogd (extra) vrijwilligerscapaciteit beschikbaar
te stellen, maar om een periode tussen twee banen te overbruggen.
Vraag 4
Bent u ervan overtuigd dat vrijwilligerswerk meerwaarde heeft voor een individu en
voor de samenleving als geheel?
Vraag 5
Vindt u dat mensen met een WW-uitkering, die dat willen, ook als vrijwilliger chauffeur
op een buurtbus zouden moeten kunnen worden, bijvoorbeeld onder voorwaarde dat er
aantoonbaar geen sprake is van verdringing of met een maximum aan uren?
Antwoord 5
In het algemeen vind ik dat werklozen met een WW-uitkering desgewenst vrijwilligerswerk
moeten kunnen doen zonder gekort te worden op hun uitkering, als er met dat vrijwilligerswerk
geen economisch voordeel behaald wordt. Dan treedt er geen verdringing van reguliere
werknemers op. Uiteraard dient men, waar relevant, aan functiespecifieke eisen te
voldoen en moeten de verplichtingen die bij een WW-uitkering horen nageleefd worden.
Wanneer vrijwilligerswerk als chauffeur bij een buurtbus voldoet aan deze voorwaarden,
zoals neergelegd in de eerder genoemde Regeling vrijwilligerswerk in de WW, dan is
dat mogelijk.
Vraag 6
Wanneer komt de kabinetsreactie op het evaluatieonderzoek naar het verrichten van
vrijwilligerswerk met behoud van een WW-uitkering, zoals uw voorganger heeft aangekondigd
(Kamerstuknummer 29 544, nr. 771)?
Antwoord 6
Uit de evaluatie blijkt dat de Regeling vrijwilligerswerk in de WW, zoals beoogd,
ruimere mogelijkheden biedt om met behoud van WW vrijwilligerswerk te doen. Er zijn
ook signalen dat met name het ANBI/SBBI criterium belemmerend werkt. Tevens doen de
onderzoekers een aantal aanbevelingen ten aanzien van deze en andere geconstateerde
aandachtspunten.
Ik zal de motie Keijzer (Kamerstuk 34 369, nr. 10), die de regering verzoekt de Regeling vrijwilligerswerk in de WW zodanig aan te
passen dat vrijwilligerswerk buiten een ANBI of SBBI toegestaan wordt zonder dat dit
tot verdringing leidt, uitvoeren. Ik bekijk momenteel in overleg met UWV hoe we hier
in de praktijk vorm aan kunnen geven en daarbij neem ik de conclusies en aanbevelingen
uit de evaluatie mee. Ik betrek daarbij ook de belangenorganisaties die aan de evaluatie
hebben meegewerkt. Het kost de nodige tijd om dit op een correcte manier juridisch
vorm te geven en tegelijkertijd de regeling uitvoerbaar te houden voor UWV. Ik verwacht
in het voorjaar een aangepaste regeling te kunnen publiceren.
Vraag 7
Bent u bereid de beantwoording uiterlijk 12 februari 2018 aan de Tweede Kamer te sturen,
zodat deze kan worden betrokken bij het algemeen overleg van 14 februari 2018, waar
ook het evaluatieonderzoek op de agenda staat?
Antwoord 7
Ja, maar het is helaas 1 dag later geworden.