Vragen van de leden Helder en Fritsma (beiden PVV) aan de Minister en Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over de berichten «Cijfers onder de pet» en «Stempel nationale veiligheid excuus» (ingezonden 1 mei 2017).

Antwoord van Minister Blok (Veiligheid en Justitie) mede namens de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (ontvangen 12 mei 2017).

Vraag 1, 2, 3

Kent u de berichten «Cijfers onder de pet» en «Stempel nationale veiligheid excuus»?1 Klopt de inhoud van deze berichten?

Deelt u de mening dat de Nederlandse bevolking in het algemeen en de Telegraaf in het bijzonder door of namens de nationale politie is voorgelogen door de mededeling dat geen gegevens worden verzameld over misdrijven gepleegd door asielzoekers? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat gaat u daar aan doen?

Deelt u de mening dat deze gang van zaken de betrouwbaarheid en het gezag van de nationale politie aantast? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 1, 2, 3

Met een beroep op de Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB) heeft de Telegraaf op 6 februari 2017 gevraagd om cijfers over het aantal politieoptredens tegen migranten dat in 2016 per maand heeft plaatsgevonden, uitgesplitst naar de verblijfsstatus van de betrokken personen (verdachten dan wel staande gehouden personen), met daarbij de aard van de verdenkingen. Verder verzocht de Telegraaf om rapportages en andere beleidsstukken over dit onderwerp.

Op het WOB-verzoek van de Telegraaf heeft de politie geantwoord dat zij bij aanhoudingen en staandehoudingen de verblijfstatus van betrokkenen niet registreert. Dit feitelijk juiste gegeven is bepalend geweest voor een enge interpretatie en afdoening van het WOB verzoek. Een dergelijke interpretatie strookt niet met mijn beleid, en overigens ook dat van de korpschef, om WOB verzoeken – eventueel in overleg met verzoeker – ruim te interpreteren en waar mogelijk informatie te verstrekken.

Mede naar aanleiding van de publicaties van de Telegraaf heeft de politie in tweede instantie het WOB-verzoek breder geïnterpreteerd. Uit een daarop gevolgde naslag is gebleken dat er op basis van de wel beschikbare cijfers, nadere analyses zijn opgesteld die een relatie hebben met het WOB-verzoek. Om die reden beoordeelt de politie het WOB-verzoek met voorrang opnieuw.

Ik zal uw Kamer vanzelfsprekend informeren over de uitkomsten van deze beoordeling en de eventueel alsnog openbaar gemaakte documenten doen toekomen.

Het is te betreuren dat in de communicatie tussen de Telegraaf en de politie bij de krant het beeld is ontstaan dat men haar van publicatie wil afhouden. De korpschef heeft mij verzekerd dat dit nimmer de bedoeling was.

Vraag 4

Deelt u de mening dat ook burgemeesters in hun taakuitoefening worden belemmerd als zij dergelijke gegevens niet van de nationale politie krijgen, omdat de burgemeesters zo niet voldoende informatie hebben over het (eventuele) gevaar voor de openbare orde of de ingezetenen van hun gemeente? Zo ja, wat gaat u er aan doen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

Dat het gezag -waaronder de burgemeester- kan beschikken over de voor de uitoefening van zijn functie relevante informatie is wettelijk vastgelegd. Zoals van de politie verwacht mag worden, wordt alle relevante informatie met het gezag – waaronder de burgemeester – gedeeld. Dit zal veelal operationele informatie betreffen ten behoeve van een specifieke casus, maar kan ook overstijgende en statistische informatie zijn waarop lokaal beleid kan worden gebaseerd. Van dit laatste is het overzicht van incidenten rondom opvanglocaties van het COA dat de Staatssecretaris op 13 april 2017 aan uw Kamer heeft aangeboden een voorbeeld.2

Vraag 5

Deelt u de mening dat informatie over de aard en omvang van criminaliteit per direct beschikbaar moet zijn voor belanghebbenden in het bijzonder en de Nederlandse bevolking in het algemeen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

Het informeren van uw Kamer en daarmee de Nederlandse samenleving, bijvoorbeeld over de aard en omvang en de resultaten van de aanpak van criminaliteit, zie ik als een belangrijk deel van mijn taak. Op tal van manieren geef ik hier dan ook actief invulling aan. Voor het (tijdig) delen van informatie met belanghebbenden ten behoeve van hun taak, of anderszins betrokken personen, gelden wettelijke regels. Informatie kan worden gedeeld, tenzij bepaalde belangen zich tegen (vroegtijdige) openbaarmaking of verstrekking van informatie verzetten.

Vraag 6

Hoeveel criminele asielzoekers zijn er op dit moment in Nederland en hoeveel daarvan lopen (onverhoopt) nog vrij in de samenleving rond?

Antwoord 6

In algemene zin wordt hier dus geen zelfstandige registratie over bijgehouden. Het vergt het koppelen van verschillende gegevensbestanden om tot een inschatting te komen.

Er is een verschil tussen de politietaak bij de uitoefening van de basispolitiezorg en de specialistische taak van de politie in het kader van de Vreemdelingenwet. De verblijfstatus van een verdachte is geen standaard onderdeel van registratie voor de uitvoering van de eerstgenoemde taak. De Afdeling Vreemdelingenpolitie, Identificatie en Mensenhandel (AVIM) heeft in het kader van de vreemdelingenrechtelijke taak een aantal, bijzondere taken.

Vanuit de vreemdelingrechtelijke taak heeft de politie eigen informatie, alsook informatie van partners uit de vreemdelingenketen die noodzakelijk is voor de uitvoering van die taak. Deze informatie mag echter niet zonder meer gedeeld worden met politieambtenaren die niet belast zijn met het uitvoeren van de vreemdelingentaak, en wordt niet automatisch gekoppeld aan informatie waar de politie over beschikt in het kader van haar generieke taak. Politie kan deze gegevens wel gebruiken voor het maken van analyses en monitors.

Dat neemt niet weg dat er vanzelfsprekend wel degelijk scherpe aandacht is voor asielzoekers die strafbare feiten begaan. De te volgen werkwijze is vastgelegd in het protocol Vreemdeling in de strafrechtketen (VRIS-protocol). In 2015 zijn 1.830 overdrachtsdossiers aan de Dienst Terugkeer en Vertrek overgedragen als gevolg van een maatregel van bewaring of vanwege strafrechtelijke detentie.3 In 2016 waren dit er 1.810.

Vraag 7

Deelt u de mening dat het nu opgevoerde excuus inhoudende het «belang van de opsporing» geen excuus is deze informatie helemaal niet te delen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 7

Het belang van de opsporing kan een geldige reden zijn om informatie niet te delen. Zolang geen specifieke informatie over lopende onderzoeken of specifieke personen wordt verstrekt, zal hyet opsporingsbelang in zijn algemeenheid onvoldoende reden zijn om helemaal geen informatie te delen. Bij de herbeoordeling van het WOB verzoek zal in deze zin het opsporingsbelang worden gewogen.

Vraag 8

Kunt u er voor zorgen dat alle asielzoekers die een misdrijf hebben gepleegd nooit een verblijfsvergunning krijgen maar van straat worden gehaald en ons land worden uitgezet? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 8

Nee, het wel of niet toekennen of intrekken van een verblijfsvergunning bij een misdrijf is afhankelijk van meerdere factoren, waaronder de aard van het misdrijf. Nederland dient in dit verband de internationale en Europese mensenrechtenverdragen te respecteren. In de Europese wetgeving is een ondergrens vastgesteld voor de situaties waarin een asielvergunning kan worden geweigerd of ingetrokken om redenen van openbare orde. Dit neemt niet weg dat het kabinet van mening is dat het vertonen van maatschappelijk onaanvaardbaar gedrag zoveel mogelijk gevolgen moet hebben voor een verblijfsvergunning, ook als dat een asielvergunning is.4 Verder is een pakket aan maatregelen getroffen om te kunnen optreden in geval asielzoekers overlast veroorzaken.5

Vraag 9

Bent u bereid de Nederlandse grenzen voor alle asielzoekers te sluiten? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 9

Afgezien van de vraag of het hermetisch afsluiten van de Nederlandse grenzen praktisch en juridisch haalbaar is, is het kabinet van mening dat deze schijnbaar simpele oplossing niet alle risico’s voor de samenleving zal wegnemen. In plaats daarvan neemt het kabinet, zowel bilateraal als in EU verband, een groot aantal maatregelen om de risico’s ten aanzien van de veiligheid in Nederland te beperken en waarbij Nederland, conform EU en internationale verplichtingen, ook bescherming kan bieden aan asielzoekers die deze bescherming daadwerkelijk nodig hebben.


X Noot
1

«Cijfers onder de pet» en «Stempel nationale veiligheid excuus» (Telegraaf, 28 april 2017)

X Noot
2

Kamerstuk 33 042, nr. 28.

X Noot
3

In het kader van het protocol Vreemdelingen in de strafrechtketen (VRIS).

X Noot
4

Dit is eerder in brieven toegelicht aan uw Kamer en daarom is de invulling van deze begrippen aangescherpt; zie Kamerstuk 19 637, nr. 2078 en Kamerstuk 19 637, nr. 2188.

X Noot
5

Hierover is uw Kamer eerder geïnformeerd; ie Kamerstuk 19 637, nr. 2257 en Kamerstuk 19 637, nr. 2268.

Naar boven