Vragen van het lid Marcouch (PvdA) aan de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Veiligheid en Justitie over spanningen binnen de Turkse gemeenschap in Nederland (ingezonden 1 juli 2016).

Antwoord van Minister Asscher (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede namens de Minister van Veiligheid en Justitie (ontvangen 11 oktober 2016)

Vraag 1

Kent u het bericht «Mannen bestormen Turkse moskee in Dordrecht»1 en herinnert u zich de antwoorden op eerdere vragen over bedreigingen, geweldsdelicten en brandstichtingen gericht tegen Turkse of Koerdische buurthuizen?2

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 4

Wat is de stand van het onderzoek ten aanzien van de in het bericht genoemde aanval op een Turkse moskee in Dordrecht en de belaging van het genoemde Koerdische gezin?

Kent u signalen dat er mogelijk ook personen woonachtig in België, Duitsland of Polen bij de genoemde incidenten betrokken zijn?

Antwoord 2 en 4

Het Openbaar Ministerie is een strafrechtelijk onderzoek begonnen naar beide incidenten. Onderwerp van onderzoek is ook of er een relatie is tussen beide incidenten. Het onderzoek loopt op dit moment. In het belang van dit lopende onderzoek kunnen geen verdere inhoudelijke mededelingen worden gedaan.

Vraag 3

Deelt u de zorgen over het feit dat het niet om incidenten gaat waarbij slechts een paar enkelingen betrokken zijn, maar klaarblijkelijk hele groepen? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

De gebeurtenissen geven reden tot zorg. Het strafrechtelijk onderzoek moet meer zicht geven op de betrokkenheid van personen. Bedreiging, pleging van geweld, vernielingen en het aanzetten tot haat of geweld tegen moslims en islamitische instellingen zijn hoe dan ook onacceptabel.

Vraag 5

Zijn er onlangs ruiten ingegooid bij een Alevitische vereniging in Schiedam?

Antwoord 5

Een aantal weken geleden zijn in Schiedam in twee verschillende nachten ruiten vernield. Het strafrechtelijk onderzoek naar deze vernielingen loopt. In het belang van het onderzoek kunnen geen verdere inhoudelijke mededelingen worden gedaan.

Vraag 6

Acht u het mogelijk dat de belaging van het Koerdische gezin en de aanval op de genoemde moskee voorbeelden zijn van spanningen tussen de Turkse en Koerdische gemeenschappen in Nederland? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 6

Zoals ik in mijn antwoord op 27 oktober 2015 (Aanhangsel handelingen vergaderjaar 2015–2016, nr. 387) op vragen van het lid Karabulut (SP) over het bericht dat Koerden in heel Europa en ook in Nederland worden belaagd, heb aangegeven, hangt de spanning tussen Turken en Koerden in Nederland samen met de situatie in Turkije.

Vraag 7 en 10

Kent ook u andere signalen van bestaande of zelfs oplopende spanningen tussen deze gemeenschappen? Zo ja, waar bestaan die uit? Zo nee, waarom kent u die niet?

Wat is er gebeurd met het verzoek van de Minister van SZW aan de vertegenwoordigers van de genoemde gemeenschappen om incidenten te melden bij zijn ministerie? Hoeveel incidenten zijn er gemeld?

Antwoord 7 en 10

Vanuit het contact met verschillende gemeenschappen zijn het laatste jaar voorafgaand aan de mislukte coup in Turkije zes incidenten aan het Ministerie van SZW gemeld. Vanuit SZW wordt aan de gemeenschappen geadviseerd om van deze incidenten aangifte te doen bij de politie.

In de nasleep van de mislukte coup in Turkije zijn de spanningen in de Turkse Nederlandse gemeenschap opgelopen. Hierover heeft het Kabinet in de Kamerbrief van de Minister van Buitenlandse Zaken van 21 juli 2016 betreffende «reactie op verzoek van de vaste commissies voor Buitenlandse Zaken en voor Europese Zaken om een brief over de situatie in Turkije», door middel van het verslag van een schriftelijk overleg verzonden aan de Tweede Kamer op 26 juli 2016 (Kamerstuk 34 300-V, nr. 77) en via de Kamerbrief van Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 12 september 2016 (Kamerstuk 32 824, nr. 148) betreffende «Spanningen Turks Nederlandse gemeenschap» gecommuniceerd met de Tweede Kamer.

Vraag 8

Vindt er nog overleg plaats van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) met vertegenwoordigers van de Turkse, Koerdische en Alevitische gemeenschappen? Zo ja, hoe vaak, wanneer was het de laatste keer? Zo nee, acht u het nodig om dit overleg nieuw leven in te blazen?

Antwoord 8

Het overleg waar u op doelt van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid met vertegenwoordigers van de verschillende gemeenschappen heeft vier keer plaatsgevonden: op 3 december 2014, 28 oktober 2015, op 13 juni 2016 en op 14 september 2016. Dit overleg zal over een paar maanden nogmaals plaatsvinden.

Meermalen is in deze overleggen afgesproken dat alle aanwezige organisaties hun verantwoordelijkheid nemen en via hun eigen kanalen hun achterbannen oproepen om af te zien van bedreigingen, intimidaties en het bezigen van denigrerende kreten.

Vraag 9

Zijn er organisaties van de genoemde gemeenschappen die niet in gaan op uitnodigingen om aan dergelijk tot overleg deel te nemen? Zo ja, welke organisaties betreft dit en waarom gaan zij niet op uw verzoek in?

Antwoord 9

Diyanet heeft de eerste twee keer niet deelgenomen aan het overleg. Zij zagen zichzelf toen niet als gesprekspartner voor een dergelijk overleg. Op 13 juni 2016 waren zij wel vertegenwoordigd. Bij het overleg van 13 juni 2016 hebben Milli Görüş Noord en Milli Görüş Zuid aangegeven verhinderd te zijn. Bij het overleg van 14 september 2016 waren alle vier de TRSO’s vertegenwoordigd.

Vraag 11

Worden berichten van dergelijke incidenten inmiddels wel op een centraal punt verzameld? Zo ja, waar dan? Zo nee, waarom niet en deelt u dan de mening dat om een goed beeld van de problematiek te krijgen dit wel nodig is? Hoe gaat u hiervoor zorgen?

Antwoord 11

Vanuit SZW wordt aan de gemeenschappen geadviseerd om van deze incidenten aangifte te doen bij de politie. Hiervoor zijn afspraken gemaakt met de politie over contactpersonen die dit op zich kunnen nemen. Er is geen centraal verzamelpunt.

Op nationaal niveau is er verder aandacht voor de veiligheid van de islamgemeenschap en moskeeën. Zo is er een werkgroep ingericht waarin veiligheidsvraagstukken in relatie tot de islamitische gemeenschap en moskeeën aan de orde worden gesteld. De werkgroep bestaat uit vertegenwoordigers van de islamitische gemeenschap, NCTV, politie en SZW. Incidenten en maatregelen worden hier besproken. Het is van groot belang dat van incidenten aangifte wordt gedaan, om zo goed mogelijk inzicht te krijgen van de problematiek.


X Noot
2

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 491

Naar boven