Vragen van het lid Marcouch (PvdA) aan de Ministers van Veiligheid en Justitie en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over bedreigingen, geweldsdelicten en brandstichtingen gericht tegen Turkse of Koerdische buurthuizen (ingezonden 22 september 2015).

Antwoord van Minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie), mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 4 november 2015). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 278

Vraag 1 en 4

Hoeveel berichten kent u over bedreigingen, geweldsdelicten en brandstichtingen gericht tegen Turkse of Koerdische buurthuizen of andere instellingen gedurende het afgelopen half jaar in Nederland? Hoeveel meldingen en aangiften zijn u bekend?

Is er sprake van een toename van genoemde incidenten? Zo ja, in welke mate?

Antwoord 1 en 4

De incidenten tegen Koerdische en Turkse verenigingsgebouwen in Amsterdam en Rotterdam zijn mij bekend. De politie registreert aantallen incidenten zoals bedreigingen, geweldsdelicten en brandstichtingen, maar registreert daarbij niet standaard tegen welk soort objecten dit is gericht, zoals «Turkse of Koerdische buurthuizen». Omdat dit niet standaard geregistreerd wordt, kunnen geen betrouwbare uitspraken worden gedaan over aantallen of over patronen en ontwikkelingen.

Vraag 2

Kent u het bericht «Rotterdamse Koerden en Turken vrezen toename geweld»?1

Antwoord 2

Ja.

Vraag 3, 5 en 6

Wat is naar uw mening de achtergrond van de in het bericht genoemde incidenten in Rotterdam of elders in Nederland?

Hebt u aanwijzingen dat de spanningen in Turkije tussen de Koerdische PKK en de Turkse regering overslaan naar Nederland? Zo ja, waar bestaan die aanwijzingen uit?

Hoe kijkt u aan tegen de spanningen tussen Turken en Koerden in Nederland? Wat doet u of gaat u doen, in overleg met lokale bestuurders, om te voorkomen dat deze spanningen verder escaleren?

Antwoord 3, 5 en 6

Geconstateerd kan worden dat de spanningen tussen Koerdische en Turkse gemeenschappen in Nederland oplopen en dat dit samenhangt met de situatie in Turkije. Tot de bomaanslag op 20 juli 2015 in de Turkse grensplaats Suruç was de situatie in het eerste halfjaar van 2015 in Turkije betrekkelijk rustig. Hierna werd de situatie in Turkije grimmiger en namen de spanningen tussen Turken en Koerden toe.

Gegeven deze oplopende spanningen in Turkije heeft de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) onmiddellijk na de zomervakantie een groot aantal Turkse en Koerdische organisaties uitgenodigd voor een spoedoverleg op 8 september jl. Door verscheidende afzeggingen heeft hij helaas moeten besluiten dit overleg te annuleren. Op ambtelijk niveau zijn door het Ministerie van SZW de gesprekken echter wel voortgezet. Zo vond op 8 september jl. op ambtelijk niveau een overleg plaats met het Landelijk Platform Koerden en de Federatie Koerden in Nederland.

In navolging van de recente gesprekken tussen Turkse en Koerdische organisaties op lokaal niveau in Rotterdam en Amsterdam op initiatief van burgemeesters Aboutaleb en Van der Laan, heeft de Minister van SZW op 28 oktober jongstleden gesproken met Turkse en Koerdische organisaties als ook met vertegenwoordigers van de Alevitische gemeenschap. Daarbij is afgesproken dat deze organisaties hun achterban oproepen om beheerst om te gaan met meningsverschillen en spanningen en dat de organisaties met elkaar in gesprek blijven om bedreigingen, vernielingen en andere escalaties te voorkomen. De Minister van SZW heeft de vertegenwoordigers van de gemeenschappen gevraagd incidenten te melden bij zijn ministerie. Hij heeft aangegeven lokale initiatieven die de spanningen verminderen te willen ondersteunen. Tijdens de bijeenkomst is afgesproken dat de organisaties en de Minister van SZW regelmatig bij elkaar blijven komen om naast maatschappelijk spanningen ook zaken als discriminatie en de positie van migrantenjongeren op de arbeidsmarkt te bespreken. De organisaties Milli Görüş en Diyanet gingen overigens niet in op de uitnodiging voor het gesprek van 28 oktober jl.

Vraag 7

Brengen de komende Turkse verkiezingen, waarbij ook Turken in Nederland mogen stemmen, mogelijk extra spanningen met zich mee? Zo ja, wat betekent dat voor de beveiliging van stembureaus in Nederland? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 7

We volgen deze situatie op de voet. Vanuit verschillende verantwoordelijkheden wordt gemonitord of er rond de stembureaus extra spanningen ontstaan. Indien het naar aanleiding van extra spanningen op basis van dreiging en risico nodig is aanvullende maatregelen te treffen, kunnen beveiligingsmaatregelen worden getroffen.

Vraag 8

Hoeveel bedragen de op pagina 12 van de begroting van het Ministerie van Veiligheid en Justitie voor 2016 genoemde extra middelen voor het bewaken en beveiligen van objecten? Kunnen deze middelen desgewenst ook ingezet worden voor het bewaken en beveiligen van Koerdische of Turkse objecten? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 8

In het kader van versterking van de veiligheidsketen zijn er extra middelen voor de uitbreiding van de beschikbare capaciteit voor het bewaken en beveiligen van objecten. Capaciteit in het kader van bewaken en beveiligen wordt ingezet op basis van dreiging en risico. Indien dreiging en risico daar aanleiding toe geven, kunnen beveiligingsmaatregelen worden getroffen voor de bewaking en beveiliging van Koerdische en/of Turkse objecten. Voor de specifieke bedragen verwijs ik u naar de brief die op 27 februari 2015 naar uw Kamer is gestuurd (Kamerstuk 29 754, nr. 302).

Naar boven