Aanhangsel van de Handelingen
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2016-2017 | 1183 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2016-2017 | 1183 |
Heeft u kennisgenomen van de uitzending en het artikel «Cashen met valse scheiding populair»?1
Bent u bekend met het feit dat dit niet de eerste keer is dat dit soort fraude aan het licht komt2?
Stel dat een man 30.000 euro verdient en zijn vrouw 20.000 euro; zij wonen in een huurhuis (huur: 600 euro/maand) en zij hebben een kind van 1 jaar (30 uur formele kinderopvang/week); hoe hoog is hun netto besteedbaar inkomen per maand na belastingen en inclusief toeslagen?
In de tabel hieronder is te zien hoeveel netto besteedbaar inkomen het betreffende huishouden heeft per jaar.
Huishouden 1 |
||
---|---|---|
Vrouw |
Man |
|
Brutoloon |
20.000 |
30.000 |
Netto inkomen |
19.419 |
23.167 |
Besteedbaar inkomen |
37.742 |
Per maand komt het gezamenlijk netto besteedbaar inkomen dus uit op ongeveer € 3.145
Hoe hoog is het netto besteedbaar inkomen per maand als de man zich bij zijn ouders inschrijft van de dan twee aparte huishoudens (man, vrouw + kind)?
In het genoemde artikel is er sprake van «valse scheidingen», in de vraagstelling en in het artikel zelf wordt er niet gesproken over daadwerkelijk scheiden maar is er alleen sprake van dat één van de echtgenoten zich op het adres van de ouders inschrijft. Als de betreffende man en vrouw getrouwd zijn of een geregistreerd partnerschap hebben moet er formeel een scheiding of scheiding van tafel en bed worden aangevraagd bij de rechter of moet het geregistreerde partnerschap worden ontbonden. Als dit niet wordt gedaan blijven zij fiscaal- en toeslagenpartner (met uitzondering van de huurtoeslag). Tot het moment van het indienen van een formeel verzoek tot scheiden wordt voor de berekening van de meeste toeslagen (met uitzondering van de huurtoeslag) het inkomen van de echtgenoten dan gewoon bij elkaar opgeteld en gelden de fiscale regels voor partners. Omdat in het artikel waar aan wordt gerefereerd door de vraagstellers wordt aangegeven dat een «valse scheiding» ook voordelen heeft voor de zorgtoeslag en het kindgebonden budget is er bij de vragen 3, 4, 5, 6 en 7 vanuit gegaan dat de echtgenoten wel daadwerkelijk een verzoek tot scheiding hebben ingediend of het geregistreerd partnerschap hebben ontbonden. Anders zouden zij alleen voor de huurtoeslag voordeel ondervinden. Dat is overigens, zeker bij gezinnen met kinderen een veel verdergaande stap dan het louter laten inschrijven op een ander adres. Als de ouders niet getrouwd zijn of geen geregistreerd partnerschap hebben dan is alleen inschrijven op een ander woonadres door één van beiden wel voldoende om geen fiscaal en toeslagenpartner meer te zijn.
Hierbij moet bovendien worden vooropgesteld dat het illegaal is om je in te schrijven op een verkeerd woonadres. Als een stel niet daadwerkelijk uit elkaar gaat, maar zich op twee verschillende adressen inschrijft om financieel voordeel te genieten is dat fraude en dus strafbaar.
In de tabel hieronder is te zien hoeveel netto besteedbaar inkomen de betreffende huishoudens hebben en wat het gecombineerde besteedbare inkomen van de twee huishoudens is.
Huishouden 1 |
Huishouden 2 |
|
---|---|---|
Vrouw |
Man |
|
Brutoloon |
20.000 |
30.000 |
Netto inkomen |
19.419 |
23.045 |
Besteedbaar inkomen |
27.066 |
21.543 |
Besteedbaar totaal |
48.609 |
Per maand komt het gezamenlijk netto besteedbaar inkomen dus uit op ongeveer € 4.050
Stel dat een man 30.000 euro verdient en zijn vrouw 20.000 euro, zij wonen in een huurhuis (huur: 600 euro/maand), en zij hebben twee kinderen van 1 jaar en 3 jaar (die ieder 30 uur formele kinderopvang/week krijgen); hoe hoog is hun netto besteedbaar inkomen per maand na belastingen en inclusief toeslagen?
In de tabel hieronder is te zien hoeveel netto besteedbaar inkomen het betreffende huishouden heeft.
Huishouden 1 |
||
---|---|---|
Vrouw |
Man |
|
Brutoloon |
20.000 |
30.000 |
Netto inkomen |
19.419 |
23.167 |
Besteedbaar inkomen |
38.096 |
Per maand komt het gezamenlijk netto besteedbaar inkomen dus uit op ongeveer € 3.175
Hoe hoog is het netto besteedbaar inkomen per maand als de man zich bij zijn ouders inschrijft van de dan twee aparte huishoudens (de twee huishoudens zijn dan man, vrouw + 2 kinderen)?
In de tabel hieronder is te zien hoeveel netto besteedbaar inkomen de betreffende huishoudens hebben en wat het gecombineerde besteedbare inkomen van de twee huishoudens is.
Huishouden 1 |
Huishouden 2 |
|
---|---|---|
Vrouw |
Man |
|
Brutoloon |
20.000 |
30.000 |
Netto inkomen |
19.419 |
23.045 |
Besteedbaar inkomen |
28.205 |
21.543 |
Besteedbaar totaal |
49.748 |
Per maand komt het gezamenlijk netto besteedbaar inkomen dus uit op ongeveer € 4.145
Hoe hoog is het netto besteedbaar inkomen per maand als de man zich met het oudste kind bij zijn ouders inschrijft van de dan twee aparte huishoudens (de twee huishoudens zijn dan man+kind, vrouw + kind)?
In de tabel hieronder is te zien hoeveel netto besteedbaar inkomen de betreffende huishoudens hebben en wat het gecombineerde besteedbare inkomen van de twee huishoudens is.
Huishouden 1 |
Huishouden 2 |
|
---|---|---|
Vrouw |
Man |
|
Brutoloon |
20.000 |
30.000 |
Netto inkomen |
19.419 |
25.472 |
Besteedbaar inkomen |
27.067 |
27.918 |
Besteedbaar totaal |
54.985 |
Per maand komt het gezamenlijk netto besteedbaar inkomen dus uit op ongeveer € 4.580
Is het u opgevallen dat het aantal alleenstaande ouder-huishoudens in Nederland met meer dan 50% gestegen is de afgelopen 20 jaar, van 360.754 in 1995 naar 545.289 in 2015 (bron Statline, CBS), terwijl het aantal «twee-ouder huishoudens met kinderen» daalde in dezelfde periode?
Het CBS heeft aangegeven dat het aantal eenouderhuishoudens inderdaad met de helft is gestegen in genoemde periode. Het aantal tweeouderhuishoudens met kinderen is in dezelfde periode gedaald met 84,5 duizend huishoudens (van 2.111.985 naar 2.027.494, een daling van 4%).
Kunt u aangeven of er significante verschillen bestaan tussen de groei van alleenstaande huishoudens per provincie of bij afkomst (autochtoon, Westers allochtoon, niet-Westers allochtoon)? Zo ja, zijn die verschillen verklaarbaar?
Ervan uitgaande dat wordt gedoeld op eenouderhuishoudens (zoals in vraag 8):
Per provincie zijn de verschillen niet significant, in zoverre dat de verschillen worden veroorzaakt door verschillen in verdeling van herkomstgroeperingen. De groei van het aantal eenouderhuishoudens wordt zichtbaar in onderstaande tabel3:
Eenouderhuishoudens met minstens één kind in het huishoudens |
|||
---|---|---|---|
2001 |
2016 |
toename |
|
Herkomstgroepering |
aantal |
aantal |
|
Landen totaal |
396.351 |
557.426 |
41% |
Nederland |
272.129 |
369.051 |
36% |
Niet-westers totaal |
79.309 |
125.561 |
58% |
Westers totaal |
44.913 |
62.814 |
40% |
CBS heeft geen specifiek onderzoek gedaan naar mogelijke verklaringen voor deze verschillen.
Is het u opgevallen dat de stijging van het aantal eenpersoonshuishoudens vele malen groter is dan de prognoses van het CBS de afgelopen tien jaar?4
Deze uitspraak wordt door CBS niet herkend; de stijging van het aantal eenpersoonshuishoudens tot 2030 vertoont voor alle Huishoudensprognoses sinds 2000 geen grote verschillen. De prognoses sloten goed aan bij de latere waarnemingen, de oudere prognoses gingen juist uit van een iets hogere stijging van het aantal eenpersoonshuishoudens dan achteraf bewaarheid bleek.
2000 |
2010 |
2020 |
2030 |
2040 |
2050 |
2060 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|
Waarnemingen |
2.272.219 |
2.669.516 |
|||||
Prognose 2000 |
2.299.162 |
2.730.418 |
3.106.023 |
3.366.259 |
3.434.164 |
3.391.010 |
|
Prognose 2003 |
2.705.143 |
3.099.911 |
3.357.023 |
3.421.736 |
3.374.906 |
||
Prognose 2005 |
2.704.711 |
3.110.130 |
3.389.233 |
3.480.062 |
3.457.624 |
||
Prognose 2007 |
2.686.484 |
3.103.466 |
3.401.353 |
3.519.213 |
3.518.340 |
||
Prognose 2009 |
2.639.631 |
3.009.204 |
3.340.254 |
3.536.076 |
3.607.141 |
||
Prognose 2011 |
3.042.073 |
3.400.742 |
3.623.888 |
3.716.754 |
3.702.679 |
||
Prognose 2013 |
3.086.030 |
3.435.094 |
3.651.283 |
3.770.405 |
3.793.515 |
||
Prognose 2016 |
3.077.075 |
3.371.169 |
3.569.830 |
3.674.158 |
3.687.652 |
1 In deze tabel zijn alleen de aantallen van elke 10 jaar vermeld; de aantallen uit bovenstaande grafiek zijn terug te vinden in onderstaande Statlinetabellen:
Waarnemingen van het aantal eenpersoonshuishoudens over de periode 1995 – 2015:
Prognose uit 2000 van het aantal eenpersoonshuishoudens:
Huidige prognose van het aantal eenpersoonshuishoudens:
Omdat eerdere vragen met name doelden op eenouderhuishoudens hieronder wat informatie over deze huishoudens.
Het aantal huishoudens wordt beïnvloed door veel factoren:
Relatievorming en -ontbinding: relatieontbinding en ongehuwd samenwonen komt nu vaker voor dan in het verleden. Ongehuwd samenwonende paren gaan vaker uit elkaar dan gehuwde paren;
Het moment van uit huis gaan van kinderen: de gemiddelde leeftijd waarop kinderen uit huis gaan, is gestegen;
Het wel en niet krijgen van kinderen: het aandeel vrouwen dat kinderloos blijft is iets lager dan verwacht werd;
Co-ouderschap is toegenomen, waarbij soms de kinderen (op papier) verdeeld worden over de twee huishoudens;
Verzorging ouders: langer thuis blijven wonen wordt gestimuleerd en dat kan leiden tot het in huis nemen van of in huis gaan wonen bij de ouders.
Van het totaal aantal huishoudens is momenteel 7,2% een eenouderhuishouden. In 2003 betrof dit 6,1%. Vanwege het kleine aantal eenouderhuishoudens (424 duizend in 2003 en 557 duizend in 2016), hebben verschuivingen tussen categorieën huishoudens een relatief groot effect op het aantal eenouderhuishoudens.
De prognoses verwachtten dat het aantal eenouderhuishoudens zou toenemen. De veronderstellingen ten aanzien van bovenstaande factoren zijn in de loop van de tijd veranderd, hetgeen effect heeft gehad op de prognoses in latere jaren. En zoals hiervoor vermeld, werken deze veranderingen relatief sterk door bij eenouderhuishoudens, vanwege de geringere omvang van deze categorie.
Kunt u voor elk van de jaren 2000–2016 aangeven hoeveel mensen zonder fiscale partner recht hadden op de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) (die dus werkende alleenstaande ouder zijn met een kind onder de 12 jaar) en hoeveel de totale heffingskorting bedroeg waarop zij aanspraak maakten?
De IACK in zijn huidige vorm bestaat sinds 2009. Voor 2015 en 2016 zijn de Belastingdienstbestanden nog onvoldoende gevuld om een betrouwbaar beeld te kunnen geven. Voor 2009 tot en met 2014 is dat wel het geval. In de hierna opgenomen tabel staat daarom voor de jaren 2009 tot en met 2014 het aantal belastingplichtigen zonder fiscale partner met recht op de IACK, uitgedrukt als percentage van het totaal aantal belastingplichtigen met recht op de IACK.
2009 |
2010 |
2011 |
2012 |
2013 |
2014 |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Aantal belastingplichtigen zonder fiscale partner met IACK als % van totaal met IACK |
13,0% |
12,8% |
12,7% |
12,4% |
12,9% |
13,5% |
Totaal vergolden IACK van belastingplichtigen zonder fiscale partner (in mld €) |
0,18 |
0,19 |
0,19 |
0,22 |
0,22 |
0,23 |
Totaal vergolden IACK (in mld €) |
1,29 |
1,41 |
1,43 |
1,71 |
1,66 |
1,64 |
In dezelfde tabel staat ook het totaal aan vergolden recht op IACK van belastingplichtigen zonder fiscale partner en het totaal aan vergolden recht op IACK. De sprongen in de budgettaire reeksen komen door de beleidsmatige verhogingen van de IACK in 2010 en 2012.
Is er ooit serieus onderzoek gedaan naar de omvang van adresfraude? Zo ja, kunt u dan een schatting geven van de omvang van de adresfraude in Nederland en de bedragen die dit aan toeslagen, extra uitkeringen en belastingkortingen kost aan de gemeenschap? Zo nee, bent u dan bereid om een onderzoek te starten om dit in kaart te brengen?
In het kader van businesscase voor de Landelijke Aanpak Adreskwaliteit is onderzoek gedaan naar de kwaliteit van de adresgegevens in de BRP. Daaruit blijkt dat het landelijk percentage correct geregistreerde personen op een adres 97,09% is.5 Dat betekent niet dat er in de overige 2,91% sprake is van adresfraude. Door nalatigheid van burgers, door verhuisbewegingen en de tijd tussen daadwerkelijke verhuizing en aangifte van verhuizing zal er altijd ongeveer 2% frictie zijn tussen de feitelijke situatie en de latere registratie.
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen adresfraude en adresgerelateerde fraude. Adresfraude is het opzettelijk laten registeren van incorrecte adresgegevens in de Basisregistratie Personen. Veel regelingen en uitkeringen zijn afhankelijk van het woonadres van personen. Als iemand zich moedwillig ergens anders inschrijft dan het daadwerkelijke adres is dat adresfraude en daarmee kan vervolgens fraude worden gepleegd met toeslagen, belastingen en uitkeringen. Dat is adresgerelateerde fraude.
Zoals in het antwoord op vraag 4 is aangegeven is adresfraude bij gehuwden onvoldoende om het beoogde frauduleuze gevolg te bereiken, alleen voor de huurtoeslag kan dit dan een voordeel opleveren.
Waar sprake is van adresfraude met als doel adresgerelateerde fraude te plegen, wordt dat aangepakt. Uit de eerder genoemde businesscase blijkt dat het opsporen van adres (gerelateerde) fraude waarbij organisaties samenwerken en onderling actief informatie delen, zeer lonend is.6 Met een investering van € 13 miljoen per jaar kan voor € 42 miljoen baten aan opgespoorde fraude worden gerealiseerd.7 Deze businesscase heeft geleid tot de Landelijke Aanpak Adreskwaliteit die begin 2015 van start is gegaan. In deze aanpak is de schijnverlating/valse scheiding een van de risicoprofielen op basis waarvan adresgerelateerde fraude als gevolg van de zogenaamde valse scheidingen kan worden opgespoord. Sinds de start van het project zijn ruim 12 duizend als risicovol aangeduide adressen bezocht en in bijna 5 duizend gevallen werd een foutief opgegeven adres geconstateerd. Het gaat hier om alle fouten, dus niet alleen om fouten als gevolg van schijnverlatingen, c.q. valse scheidingen. Vanwege het succes heeft het kabinet besloten de Landelijke Aanpak Adreskwaliteit te continueren tot en met 2023.8
http://www.rtlnieuws.nl/nieuws/binnenland/toeslagenfraude-verhalen-van-aan-de-balie-van-de-gemeente
Hyperlink naar CBS tabel: Huishoudens naar herkomstgroepering, 1 januari: http://statline.cbs.nl/Statweb/publication/?VW=T&DM=SLNL&PA=70067NED&D1=1&D2=0,133,216–217&D3=a&D4=0,l&HD=170110–0917&HDR=T,G3&STB=G2,G1
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-1183.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.