Vragen van de leden Kooiman en Van Nispen (beiden SP) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het bericht dat de verkeersboetes in Nederland te hoog zijn (ingezonden 12 november 2015).

Antwoord van Minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 9 december 2015)

Vraag 1

Wat is uw reactie op de uitspraak van de rechter te Arnhem dat in de jaren 2008, 2011 en 2012 in Nederland te hoge boeteverhogingen zijn doorgevoerd voor verkeersovertredingen?1

Antwoord 1

De kantonrechter komt in de onderhavige uitspraak tot het oordeel dat de boeteverhogingen in 2008, 2011 en 2012 te hoog zijn geweest. Hij overweegt hierbij dat niet inzichtelijk is gemaakt op welke manier er een verband is tussen de ernst van de gedraging en de verhoging van het boetebedrag, alsook dat artikel 2 Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) geen grondslag biedt voor de realisatie van een financiële taakstelling. Ik ben het niet eens met het oordeel dat er in 2008, 2011 en 2012 te hoge boeteverhogingen zijn doorgevoerd. Op grond van artikel 2 Wahv kunnen de boetebedragen bij AMvB worden gewijzigd. Artikel 2 Wahv stelt enkel procedurele eisen aan de wijze waarop de te betalen boetebedragen worden vastgesteld. Bij de verhoging van de verkeersboetes in 2008, 2011 en 2012 is aan deze eisen voldaan.

Vraag 2

Waarom heeft u niet ingegrepen toen uit onderzoek bleek dat agenten in 2012 al vonden dat de boeteverhoging een slechte ontwikkeling was?2

Antwoord 2

Het verbeteren van de verkeersveiligheid en het terugdringen van het aantal verkeersslachtoffers begint met het voorkomen van fouten en overtredingen van verkeersdeelnemers, bijvoorbeeld door middel van goede verkeerseducatie, begrijpelijke verkeersregels en een duidelijke weginrichting. Er is echter ook toezicht en bestraffing nodig. De hoogte van verkeersboetes is daarbij een belangrijke factor. Door het afschrikwekkend effect van de verkeersboetes en de preventieve werking die daarvan uitgaat, zullen verkeersdeelnemers zich beter aan de verkeersvoorschriften houden. Dit draagt bij aan een verbetering van de verkeersveiligheid.

Vraag 3

Waarom zijn de boetebedragen in die jaren met een hoger percentage verhoogd dan nodig was om de inflatiecorrectie door te voeren?

Antwoord 3

De motivering van de verhoging van de verkeersboetes staat in de toelichting bij de besluiten (bijlage bij de Wahv)3 die daaraan ten grondslag liggen. Deze besluiten zijn, conform de procedure, bij beide Kamers voorgehangen. Kort samengevat werd de tariefsverhoging ingegeven door de verwachting dat verkeersdeelnemers zich hierdoor beter aan de regels zouden houden en het niveau van de naleving van verkeersvoorschriften over de gehele linie zou verbeteren. Daarnaast werd de verhoging van de tarieven ingegeven door het feit dat de financiële opbrengsten substantieel achterbleven bij de daarover opgestelde ramingen, terwijl het aantal verkeersovertredingen hoog bleef. De sancties leken niet hoog genoeg om voldoende afschrikwekkend te zijn. Naast het nastreven van een strikte handhaving was dit een bijkomende reden om de sancties op te hogen.

Vraag 4

Betekent de uitspraak van de rechter dat de verkeersboetes vanaf 2008 consequent te hoog waren en nog steeds zijn, aangezien de jaarlijkse verhoging bovenop de boetebedragen van het voorgaande jaar kwam en komt? Zo ja, worden de verkeersboetes met terugwerkende kracht conform de juiste inflatiepercentages bijgesteld? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

Nee, zie mijn antwoord op vraag 1.

Vraag 5

Welke gevolgen heeft deze rechterlijke uitspraak voor het vaststellen van de hoogte van verkeersboetes die vanaf deze uitspraak zijn en worden opgelegd?

Antwoord 5

Deze uitspraak heeft geen gevolgen voor het vaststellen van de hoogte van verkeersboetes. De hoogte van verkeersboetes is vastgelegd in de bijlage bij de Wahv.

Vraag 6 en 7

Bent u van plan er voor te zorgen dat mensen die in die jaren een te hoge boete hebben betaald het restant terug kunnen vragen en krijgen? Zo nee, waarom niet?

Deelt u de mening dat de extra kosten die deze hersteloperatie met zich meebrengt niet ten koste mag gaan van onderdelen binnen de begroting van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, aangezien de huidige en voormalige regeringen zelf verantwoordelijk zijn voor de te hoge boeteverhogingen?

Antwoord 6 en 7

Er is geen sprake van te hoog opgelegde boetes. Een hersteloperatie is dan ook niet aan de orde.

Vraag 8

Gaat u in de toekomst verkeersboetes alleen verhogen als u kan aantonen dat de verhoging de verkeersveiligheid ten goede komt en dus niet om tegenvallende opbrengsten te ondervangen? Zo nee, waarom niet, aangezien budgettaire doelen niet vallen onder artikel 2 Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)?

Antwoord 8

Artikel 2 Wahv stelt alleen procedurele eisen aan de verhoging van verkeersboetes. Dit artikel staat niet in de weg aan een verhoging van verkeersboetes om andere motieven dan de verkeersveiligheid. Dit neemt niet weg dat de hoogte van de verkeersboetes in verhouding moet staan tot de ernst van de gedraging, hetgeen bij elke verhoging wordt beoordeeld.

Vraag 9

Welke gevolgen heeft de rechterlijke uitspraak voor de begroting van uw ministerie voor het jaar 2016?

Antwoord 9

De bedoelde uitspraak van de Kantonrechter te Arnhem heeft geen gevolgen voor mijn begroting voor het jaar 2016. Ik verwijs naar mijn beantwoording van voornoemde vragen.

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Visser (VVD), ingezonden 12 november 2015 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 814)

Naar boven