Besluit van 9 februari 2008 tot wijziging van de bijlage, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften in verband met de tweejaarlijkse actualisering van de tarieven

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op voordracht van Onze Minister van Justitie, gedaan mede namens Onze Minister van Verkeer en Waterstaat, van 14 december 2007, nr. 5520718/07/6;

Gelet op artikel 2, vijfde lid, van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften;

De Raad van State gehoord (advies van 11 januari 2008, nr. W03.07.0480/II);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie, uitgebracht mede namens Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 7 februari 2008, nr. 5527490/08/6;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

De bijlage, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften komt als volgt te luiden:

Bijlage bij de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften
   

Afdeling A. Verkeer te land

    
   

Categorie-indeling B:

    
   

1 – Bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen, en bestuurders van brommobielen voor zover het de bepalingen van het RVV 1990 betreft;

   

2 – Bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen;

   

3 – Bromfietsers en snorfietsers;

   

4 – Fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met of zonder motor;

   

5 – Voetgangers;

   

6 – Overige weggebruikers;

   

7 – Schippers;

   

8 – Een ieder.

    
   

NB De categorieën 1 tot en met 4 gelden in voorkomend geval mede voor bestuurders van één van de op die categorieën betrekking hebbende voertuigen, indien daarmee een aanhangwagen wordt voortbewogen

   

Feit

Artikel

Tarief in Euro per feit en per categorie

1

2

3

4

5

6

7

8

   

Nummers K 010 - K 175: Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994)

         
             

K

010

 

als weggebruiker geen gevolg geven aan een aanwijzing door een opsporingsambtenaar gegeven

12 lid 1 WVW 1994

150

150

100

60

45

60

  

K

025

 

als bestuurder van een motorrijtuig rijden terwijl het kentekenbewijs niet behoorlijk leesbaar is

36 lid 3 sub d WVW 1994

30

30

30

     
             
   

het kenteken niet behoorlijk zichtbaar aanwezig hebben op of aan

40 lid 1 WVW 1994

        

K

030

a

- een motorrijtuig

 

90

90

60

    

90

K

030

b

- de aanhangwagen

 

90

90

60

    

90

K

035

 

het ongeldig verklaarde kentekenbewijs niet binnen de bepaalde termijn inleveren bij de minister van Verkeer en Waterstaat

57 lid 3 WVW 1994

       

150

             
   

als houder van een kentekenbewijs niet op eerste vordering van een daartoe aangewezen persoon dat bewijs of één of meer delen van dat bewijs overgeven, omdat (voor) het voertuig waarvoor het kentekenbewijs is afgegeven

         

K

040

a

- de verschuldigde belastingen en rechten niet zijn voldaan

60 lid 1 sub a WVW 1994

       

90

K

040

b

- niet voldoet aan de bij of krachtens de Wegenverkeerswet 1994 gestelde eisen

60 lid 1 sub b WVW 1994

       

90

K

040

c

- niet voldoet aan de gestelde eisen in de Wet personenvervoer 2000 wat betreft de inrichting en de uitrusting

60 lid 1 sub c WVW 1994

       

90

K

040

d

- niet voldoet aan de gestelde eisen in de Wet ambulancevervoer wat betreft de inrichting en de uitrusting

60 lid 1 sub c WVW 1994

       

90

K

040

e

- niet voldoet aan de in het kentekenbewijs vermelde voorschriften

60 lid 2 WVW 1994

       

90

             
   

voor een kentekenplichtig motorrijtuig van 3500 kg of minder

         

K

045

a

- is geen keuringsbewijs afgegeven

72 lid 1 WVW 1994

90

      

90

K

045

b

- heeft het keuringsbewijs zijn geldigheid verloren

72 lid 2 sub b WVW 1994

90

      

90

             
   

voor een kentekenplichtig motorrijtuig of aanhangwagen van meer dan 3500 kg

         

K

046

a

- is geen keuringsbewijs afgegeven

72 lid 1 WVW 1994

340

      

340

K

046

b

- heeft het keuringsbewijs zijn geldigheid verloren

72 lid 2 sub b WVW 1994

340

      

340

             
   

het afgegeven keuringsbewijs

         

K

050

a

- voldoet niet aan de vastgestelde eisen inzake inrichting en uitvoering

72 lid 2 sub a WVW 1994

30

      

30

K

050

b

- is niet behoorlijk leesbaar

72 lid 2 sub c WVW 1994

30

      

30

             
   

als bestuurder van een motorrijtuig rijden terwijl het rijbewijs

         

K

060

a

- niet voldoet aan de gestelde eisen

107 lid 2 sub a WVW 1994

30

30

20

     

K

060

e

- zijn geldigheid heeft verloren door het verstrijken van de geldigheidsduur, waarbij de geldigheidsduur één jaar of minder is verstreken

107 lid 2 sub b WVW 1994

60

60

40

     

K

060

c

- niet behoorlijk leesbaar is

107 lid 2 sub c WVW 1994

60

60

40

     

K

065

a

als bestuurder beneden de 18 jaar een motorrijtuig besturen (buitenlander met rijbewijs)

110 lid 1 WVW 1994

90

90

      

K

075

 

rijonderricht geven voor rijbewijs A aan anderen dan aan de bestuurder op wiens motorrijtuig hij zich bevindt

110b WVW 1994 jo. 7 sub a RR

       

180

             
   

rijonderricht geven voor rijbewijs A, terwijl degene die rijonderricht geeft zich niet achter de bestuurder op het motorrijtuig bevindt

         

K

080

a

- zonder radiografisch contact

110b WVW 1994 jo. 7 sub b RR

       

180

K

080

b

- aan meer dan twee bestuurders

110b WVW 1994 jo. 7 sub b RR

       

180

             
   

rijonderricht geven voor rijbewijs A

         

K

085

a

- terwijl tegelijkertijd rijonderricht wordt gegeven voor een andere rijbewijscategorie

110b WVW 1994 jo. 7 sub c RR

       

180

K

085

b

- terwijl het lesmotorrijtuig niet is voorzien van een op de voorgeschreven wijze aangebrachte aanduiding

110b WVW 1994 jo. 7 sub d RR

       

60

K

085

c

- terwijl degene aan wie rijonderricht wordt gegeven niet in het bezit is van een geldig theorie-certificaat voor de rijbewijscategorie A of van een geldig rijbewijs A (beperkt) en/of B

110b WVW 1994 jo. 7 sub e RR

       

180

             
   

rijonderricht geven voor rijbewijs B terwijl het lesmotorrijtuig niet is voorzien van

         

K

090

a

- een dubbele bediening cq een onderbreker

110b WVW 1994 jo. 8 sub a RR

       

180

K

090

b

- een binnen en een buitenspiegel ten behoeve van de rij-instructeur

110b WVW 1994 jo. 8 sub b RR

       

180

K

090

c

- een op de voorgeschreven wijze aangebrachte aanduiding

110b WVW 1994 jo. 8 sub c RR

       

60

   

rijonderricht geven voor rijbewijs C, D of E terwijl het lesmotorrijtuig niet is voorzien van

         

K

095

a

- een dubbele bediening cq een onderbreker

110b WVW 1994 jo. 9 lid 1 sub a RR

       

180

K

095

b

- twee of meer buitenspiegels ten behoeve van de rij-instructeur

110b WVW 1994 jo. 9 lid 1 sub b RR

       

180

K

095

c

- een op de voorgeschreven wijze aangebrachte aanduiding

110b WVW 1994 jo. 9 lid 1 sub c RR

       

60

K

100

 

rijonderricht geven voor rijbewijs C of D terwijl de leerling niet in het bezit is van een rijbewijs B

110b WVW 1994 jo. 9 lid 1 sub d RR

       

120

K

105

 

rijonderricht geven voor rijbewijs E terwijl de leerling niet in het bezit is van een rijbewijs geldig voor het besturen van het trekkende motorrijtuig

110b WVW 1994 jo. 9 lid 1 sub e RR

       

120

K

106

 

rijonderricht geven terwijl de leerling de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt

110b lid 1 sub b WVW 1994

       

120

K

107

 

rijonderricht geven met een motorrijtuig dat is ingericht voor het vervoer van meer dan 8 personen terwijl de leerling nog geen 21 jaar is

110b lid 1 sub b WVW 1994

       

120

K

108

 

rijonderricht geven terwijl de leerling de leeftijd van 16 jaren nog niet heeft bereikt (bromfietsrijbewijs)

110b lid 1 sub b WVW 1994

       

120

K

120

 

het niet inleveren van een rijbewijs waarvan de geldigheid is geschorst

131 lid 3 sub b WVW 1994

       

150

K

135

aa

als bestuurder van een bromfiets rijden terwijl het afgegeven certificaat onjuist is ingericht en uitgevoerd dan wel niet behoorlijk leesbaar is

art. VIIA Wet van 28 juni 2006 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de invoering van een bromfietsrijbewijs

  

30

     

K

140

aa

als houder van een ongeldig verklaard bromfietscertificaat dit certificaat niet inleveren zodra de ongeldigverklaring van kracht is geworden

art. VII lid 3 Wet van 28 juni 2006 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de invoering van een bromfietsrijbewijs, Stb. 2006, 322

       

90

K

145

a

als bestuurder handelen in strijd met één of meer aan een ontheffing verbonden voorschrift(en), niet betrekking hebbend op de begeleiding of vakbekwaamheid

150 lid 2 WVW 1994

90

90

60

35

    
             
   

als bestuurder van een motorrijtuig niet op eerste vordering behoorlijk ter inzage afgeven

160 lid 1/2/3 WVW 1994

        

K

150

a

- het kentekenbewijs

 

30

30

30

     

K

150

b

- het keuringsbewijs

 

30

       

K

150

c

- het rijbewijs

 

60

60

60

     

K

150

da

- het bromfietscertificaat dan wel een rijbewijs

(niet zijnde een rijbewijs AM)

art. VIII Wet van 28 juni 2006 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de invoering van een bromfietsrijbewijs, Stb. 2006, 322

  

60

     

K

150

e

- de ontheffing

 

30

       

K

155

 

niet meewerken aan het voorlopig onderzoek van uitgeademde lucht

160 lid 5 WVW 1994

150

150

100

60

   

150

             
   

zich zodanig gedragen dat gevaar op de weg wordt veroorzaakt of kan worden veroorzaakt of dat het verkeer op de weg wordt gehinderd of kan worden gehinderd door

5 WVW 1994

        

K

175

a

- onvoldoende zicht door de voorruit

 

150

150

100

     

K

175

f

- onvoldoende zicht door de achterruit en/of zijruiten

 

90

 

60

     

K

175

d

- onvoldoende zicht door voor-, achter- en zijruiten

 

240

 

160

     
             
   

Nummers S 005 – S 010, VA 004 – VR 030: Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990)

    
   

Categorie-indeling C: (maximum snelheid)

    
   

1 – motorvoertuigen (uitgezonderd categorie 2: vrachtauto's, autobussen en motorvoertuigen met aanhangwagen);

   

2 – vrachtauto's, autobussen en motorvoertuigen met aanhangwagen;

   

3 – bromfietsen, brommobielen, snorfietsen en gehandicaptenvoertuigen met motor;

   

4 – land- of bosbouwtrekkers en motorvoertuigen met beperkte snelheid.

   

Feit

Artikel

Tarief in Euro per feit en per categorie

1

2

3

4

   

Hoofdstuk 2. Verkeersregels

     
   

VIII. Maximum snelheid

     
   

a. Algemeen

     
         
   

als bestuurder niet in staat zijn, zijn voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kan overzien en waarover deze vrij is

19 RVV 1990

    

S

005

a

- bij snelheden tot en met 80 km/h

 

180

180

120

 
         
   

als bestuurder niet in staat zijn, zijn voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kan overzien en waarover deze vrij is. De gedraging/overtreding is geconstateerd met behulp van het Videocontrole systeem (VCS)

19 RVV 1990

    

S

010

a

- bij snelheden tot en met 80 km/h

 

180

180

  
         
   

Snelheidsoverschrijdingen

     
         
   

Noot snelheidsoverschrijdingen algemeen

     
   

Indien een feitcode van toepassing is waarbij de snelheidsoverschrijding per kilometer is aangegeven en er wordt een waarde achter de komma gemeten, dan moet deze te allen tijde naar beneden worden afgerond op een hele kilometer.

     
         
   

b. Binnen de bebouwde kom

     
         
   

Noot:

* = recidiveregeling snelheid (zie punt 3 Richtlijnen voor strafvordering tarieven en feitomschrijvingen); bij staandehouding wordt bij overschrijding vanaf 50 km/h of 30 km/h (cat. 3) het rijbewijs ingevorderd en dient het proces-verbaal met het proces-verbaal van invordering te worden ingezonden naar het openbaar ministerie

     
         
   

overschrijding van de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom (gedragsregel)

20 sub a RVV 1990 (cat 1/2),

22 sub c RVV 1990 (cat 1),

20 sub b RVV 1990 (cat 3),

22 sub d RVV 1990 (cat 3),

22 sub b RVV 1990 (cat 4)

    

VA

004

 

- met 4 km/h

 

19

31

19

19

VA

005

 

- met 5 km/h

 

24

37

24

24

VA

006

 

- met 6 km/h

 

27

42

27

27

VA

007

 

- met 7 km/h

 

32

49

32

32

VA

008

 

- met 8 km/h

 

36

55

36

36

VA

009

 

- met 9 km/h

 

40

61

40

40

VA

010

 

- met 10 km/h

 

46

68

46

46

VA

011

 

- met 11 km/h

 

51

75

51

51

VA

012

 

- met 12 km/h

 

57

84

57

57

VA

013

 

- met 13 km/h

 

63

91

63

63

VA

014

 

- met 14 km/h

 

69

99

69

69

VA

015

 

- met 15 km/h

 

75

108

75

75

VA

016

 

- met 16 km/h

 

82

116

82

82

VA

017

 

- met 17 km/h

 

90

126

90

90

VA

018

 

- met 18 km/h

 

97

134

97

97

VA

019

 

- met 19 km/h

 

104

144

104

104

VA

020

 

- met 20 km/h

 

111

153

111

111

VA

021

 

- met 21 km/h

 

120

164

120

120

VA

022

 

- met 22 km/h

 

128

175

128

128

VA

023

 

- met 23 km/h

 

136

184

136

136

VA

024

 

- met 24 km/h

 

145

196

145

145

VA

025

 

- met 25 km/h

 

154

207

154

154

VA

026

 

- met 26 km/h

 

164

219

164

164

VA

027

 

- met 27 km/h

 

174

231

174

174

VA

028

 

- met 28 km/h

 

183

243

183

183

VA

029

 

- met 29 km/h

 

193

255

193

193

VA

030

 

- met 30 km/h

 

204

268

 

204

         
   

overschrijding van de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom (verkeersbord A1)

62 jo. bord A1 RVV 1990

    

VB

004

 

- met 4 km/h

 

19

31

19

19

VB

005

 

- met 5 km/h

 

24

37

24

24

VB

006

 

- met 6 km/h

 

27

42

27

27

VB

007

 

- met 7 km/h

 

32

49

32

32

VB

008

 

- met 8 km/h

 

36

55

36

36

VB

009

 

- met 9 km/h

 

40

61

40

40

VB

010

 

- met 10 km/h

 

46

68

46

46

VB

011

 

- met 11 km/h

 

51

75

51

51

VB

012

 

- met 12 km/h

 

57

84

57

57

VB

013

 

- met 13 km/h

 

63

91

63

63

VB

014

 

- met 14 km/h

 

69

99

69

69

VB

015

 

- met 15 km/h

 

75

108

75

75

VB

016

 

- met 16 km/h

 

82

116

82

82

VB

017

 

- met 17 km/h

 

90

126

90

90

VB

018

 

- met 18 km/h

 

97

134

97

97

VB

019

 

- met 19 km/h

 

104

144

104

104

VB

020

 

- met 20 km/h

 

111

153

111

111

VB

021

 

- met 21 km/h

 

120

164

120

120

VB

022

 

- met 22 km/h

 

128

175

128

128

VB

023

 

- met 23 km/h

 

136

184

136

136

VB

024

 

- met 24 km/h

 

145

196

145

145

VB

025

 

- met 25 km/h

 

154

207

154

154

VB

026

 

- met 26 km/h

 

164

219

164

164

VB

027

 

- met 27 km/h

 

174

231

174

174

VB

028

 

- met 28 km/h

 

183

243

183

183

VB

029

 

- met 29 km/h

 

193

255

193

193

VB

030

 

- met 30 km/h

 

204

268

 

204

         
   

overschrijding van de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom (verkeersbord A3)

62 jo. bord A3 RVV 1990

    

VC

004

 

- met 4 km/h

 

19

31

19

19

VC

005

 

- met 5 km/h

 

24

37

24

24

VC

006

 

- met 6 km/h

 

27

42

27

27

VC

007

 

- met 7 km/h

 

32

49

32

32

VC

008

 

- met 8 km/h

 

36

55

36

36

VC

009

 

- met 9 km/h

 

40

61

40

40

VC

010

 

- met 10 km/h

 

46

68

46

46

VC

011

 

- met 11 km/h

 

51

75

51

51

VC

012

 

- met 12 km/h

 

57

84

57

57

VC

013

 

- met 13 km/h

 

63

91

63

63

VC

014

 

- met 14 km/h

 

69

99

69

69

VC

015

 

- met 15 km/h

 

75

108

75

75

VC

016

 

- met 16 km/h

 

82

116

82

82

VC

017

 

- met 17 km/h

 

90

126

90

90

VC

018

 

- met 18 km/h

 

97

134

97

97

VC

019

 

- met 19 km/h

 

104

144

104

104

VC

020

 

- met 20 km/h

 

111

153

111

111

VC

021

 

- met 21 km/h

 

120

164

120

120

VC

022

 

- met 22 km/h

 

128

175

128

128

VC

023

 

- met 23 km/h

 

136

184

136

136

VC

024

 

- met 24 km/h

 

145

196

145

145

VC

025

 

- met 25 km/h

 

154

207

154

154

VC

026

 

- met 26 km/h

 

164

219

164

164

VC

027

 

- met 27 km/h

 

174

231

174

174

VC

028

 

- met 28 km/h

 

183

243

183

183

VC

029

 

- met 29 km/h

 

193

255

193

193

VC

030

 

- met 30 km/h

 

204

268

 

204

         
   

overschrijding van de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom bij wegwerkzaamheden (verkeersbord A1)

62 jo. bord A1 RVV 1990

    

VD

004

 

- met 4 km/h

 

31

66

31

31

VD

005

 

- met 5 km/h

 

37

75

37

37

VD

006

 

- met 6 km/h

 

42

82

42

42

VD

007

 

- met 7 km/h

 

49

93

49

49

VD

008

 

- met 8 km/h

 

55

102

55

55

VD

009

 

- met 9 km/h

 

61

111

61

61

VD

010

 

- met 10 km/h

 

68

121

68

68

VD

011

 

- met 11 km/h

 

75

132

75

75

VD

012

 

- met 12 km/h

 

84

142

84

84

VD

013

 

- met 13 km/h

 

91

153

91

91

VD

014

 

- met 14 km/h

 

99

164

99

99

VD

015

 

- met 15 km/h

 

108

176

108

108

VD

016

 

- met 16 km/h

 

116

187

116

116

VD

017

 

- met 17 km/h

 

126

200

126

126

VD

018

 

- met 18 km/h

 

134

211

134

134

VD

019

 

- met 19 km/h

 

144

224

144

144

VD

020

 

- met 20 km/h

 

153

236

153

153

VD

021

 

- met 21 km/h

 

164

250

164

164

VD

022

 

- met 22 km/h

 

175

264

175

175

VD

023

 

- met 23 km/h

 

184

277

184

184

VD

024

 

- met 24 km/h

 

196

291

196

196

VD

025

 

- met 25 km/h

 

207

306

207

207

VD

026

 

- met 26 km/h

 

219

320

219

219

VD

027

 

- met 27 km/h

 

231

336

231

231

VD

028

 

- met 28 km/h

 

243

 

243

243

VD

029

 

- met 29 km/h

 

255

 

255

255

VD

030

 

- met 30 km/h

 

268

  

268

         
   

overschrijding van de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom bij wegwerkzaamheden (verkeersbord A3)

62 jo. bord A3 RVV 1990

    

VE

004

 

- met 4 km/h

 

31

66

31

31

VE

005

 

- met 5 km/h

 

37

75

37

37

VE

006

 

- met 6 km/h

 

42

82

42

42

VE

007

 

- met 7 km/h

 

49

93

49

49

VE

008

 

- met 8 km/h

 

55

102

55

55

VE

009

 

- met 9 km/h

 

61

111

61

61

VE

010

 

- met 10 km/h

 

68

121

68

68

VE

011

 

- met 11 km/h

 

75

132

75

75

VE

012

 

- met 12 km/h

 

84

142

84

84

VE

013

 

- met 13 km/h

 

91

153

91

91

VE

014

 

- met 14 km/h

 

99

164

99

99

VE

015

 

- met 15 km/h

 

108

176

108

108

VE

016

 

- met 16 km/h

 

116

187

116

116

VE

017

 

- met 17 km/h

 

126

200

126

126

VE

018

 

- met 18 km/h

 

134

211

134

134

VE

019

 

- met 19 km/h

 

144

224

144

144

VE

020

 

- met 20 km/h

 

153

236

153

153

VE

021

 

- met 21 km/h

 

164

250

164

164

VE

022

 

- met 22 km/h

 

175

264

175

175

VE

023

 

- met 23 km/h

 

184

277

184

184

VE

024

 

- met 24 km/h

 

196

291

196

196

VE

025

 

- met 25 km/h

 

207

306

207

207

VE

026

 

- met 26 km/h

 

219

320

219

219

VE

027

 

- met 27 km/h

 

231

336

231

231

VE

028

 

- met 28 km/h

 

243

 

243

243

VE

029

 

- met 29 km/h

 

255

 

255

255

VE

030

 

- met 30 km/h

 

268

  

268

         
   

c. (Auto)wegen buiten de bebouwde kom

     
         
   

Noot:

* = recidiveregeling snelheid (zie punt 3 Richtlijnen voor strafvordering tarieven en feitomschrijvingen); bij staandehouding wordt bij overschrijding vanaf 50 km/h of 30 km/h (cat. 3) het rijbewijs ingevorderd en dient het proces-verbaal met het proces-verbaal van invordering te worden ingezonden naar het openbaar ministerie

     
         
   

overschrijding van de maximumsnelheid op (auto)wegen buiten de bebouwde kom (gedragsregel)

21 sub a RVV 1990 (cat 1),

22 sub a RVV 1990 (cat 2)

21 sub b RVV 1990 (cat 3)

22 sub d RVV 1990 (cat 3)

22 sub b RVV 1990 (cat 4)

22 a RVV 1990 (cat 2 T 100 bussen)

    

VF

004

 

- met 4 km/h

 

16

25

16

16

VF

005

 

- met 5 km/h

 

21

30

21

21

VF

006

 

- met 6 km/h

 

25

34

25

25

VF

007

 

- met 7 km/h

 

28

40

28

28

VF

008

 

- met 8 km/h

 

33

46

33

33

VF

009

 

- met 9 km/h

 

38

51

38

38

VF

010

 

- met 10 km/h

 

43

58

43

43

VF

011

 

- met 11 km/h

 

48

64

48

48

VF

012

 

- met 12 km/h

 

54

72

54

54

VF

013

 

- met 13 km/h

 

60

78

60

60

VF

014

 

- met 14 km/h

 

64

85

64

64

VF

015

 

- met 15 km/h

 

72

93

72

72

VF

016

 

- met 16 km/h

 

78

100

78

78

VF

017

 

- met 17 km/h

 

84

109

84

84

VF

018

 

- met 18 km/h

 

91

117

91

91

VF

019

 

- met 19 km/h

 

98

126

98

98

VF

020

 

- met 20 km/h

 

105

134

105

105

VF

021

 

- met 21 km/h

 

112

144

112

112

VF

022

 

- met 22 km/h

 

121

153

121

121

VF

023

 

- met 23 km/h

 

128

163

128

128

VF

024

 

- met 24 km/h

 

136

172

136

136

VF

025

 

- met 25 km/h

 

145

182

145

145

VF

026

 

- met 26 km/h

 

154

193

154

154

VF

027

 

- met 27 km/h

 

163

204

163

163

VF

028

 

- met 28 km/h

 

172

214

172

172

VF

029

 

- met 29 km/h

 

182

225

182

182

VF

030

 

- met 30 km/h

 

192

237

 

192

         
   

overschrijding van de maximumsnelheid op (auto)wegen buiten de bebouwde kom (verkeersbord A1)

62 jo. bord A1 RVV 1990

    

VG

004

 

- met 4 km/h

 

16

25

16

 

VG

005

 

- met 5 km/h

 

21

30

21

 

VG

006

 

- met 6 km/h

 

25

34

25

 

VG

007

 

- met 7 km/h

 

28

40

28

 

VG

008

 

- met 8 km/h

 

33

46

33

 

VG

009

 

- met 9 km/h

 

38

51

38

 

VG

010

 

- met 10 km/h

 

43

58

43

 

VG

011

 

- met 11 km/h

 

48

64

48

 

VG

012

 

- met 12 km/h

 

54

72

54

 

VG

013

 

- met 13 km/h

 

60

78

60

 

VG

014

 

- met 14 km/h

 

64

85

64

 

VG

015

 

- met 15 km/h

 

72

93

72

 

VG

016

 

- met 16 km/h

 

78

100

78

 

VG

017

 

- met 17 km/h

 

84

109

84

 

VG

018

 

- met 18 km/h

 

91

117

91

 

VG

019

 

- met 19 km/h

 

98

126

98

 

VG

020

 

- met 20 km/h

 

105

134

105

 

VG

021

 

- met 21 km/h

 

112

144

112

 

VG

022

 

- met 22 km/h

 

121

153

121

 

VG

023

 

- met 23 km/h

 

128

163

128

 

VG

024

 

- met 24 km/h

 

136

172

136

 

VG

025

 

- met 25 km/h

 

145

182

145

 

VG

026

 

- met 26 km/h

 

154

193

154

 

VG

027

 

- met 27 km/h

 

163

204

163

 

VG

028

 

- met 28 km/h

 

172

214

172

 

VG

029

 

- met 29 km/h

 

182

225

182

 

VG

030

 

- met 30 km/h

 

192

237

  
         
   

overschrijding van de maximumsnelheid op (auto)wegen buiten de bebouwde kom (verkeersbord A3)

62 jo. bord A3 RVV 1990

    

VH

004

 

- met 4 km/h

 

16

25

16

 

VH

005

 

- met 5 km/h

 

21

30

21

 

VH

006

 

- met 6 km/h

 

25

34

25

 

VH

007

 

- met 7 km/h

 

28

40

28

 

VH

008

 

- met 8 km/h

 

33

46

33

 

VH

009

 

- met 9 km/h

 

38

51

38

 

VH

010

 

- met 10 km/h

 

43

58

43

 

VH

011

 

- met 11 km/h

 

48

64

48

 

VH

012

 

- met 12 km/h

 

54

72

54

 

VH

013

 

- met 13 km/h

 

60

78

60

 

VH

014

 

- met 14 km/h

 

64

85

64

 

VH

015

 

- met 15 km/h

 

72

93

72

 

VH

016

 

- met 16 km/h

 

78

100

78

 

VH

017

 

- met 17 km/h

 

84

109

84

 

VH

018

 

- met 18 km/h

 

91

117

91

 

VH

019

 

- met 19 km/h

 

98

126

98

 

VH

020

 

- met 20 km/h

 

105

134

105

 

VH

021

 

- met 21 km/h

 

112

144

112

 

VH

022

 

- met 22 km/h

 

121

153

121

 

VH

023

 

- met 23 km/h

 

128

163

128

 

VH

024

 

- met 24 km/h

 

136

172

136

 

VH

025

 

- met 25 km/h

 

145

182

145

 

VH

026

 

- met 26 km/h

 

154

193

154

 

VH

027

 

- met 27 km/h

 

163

204

163

 

VH

028

 

- met 28 km/h

 

172

214

172

 

VH

029

 

- met 29 km/h

 

182

225

182

 

VH

030

 

- met 30 km/h

 

192

237

  
         
   

overschrijding van de maximumsnelheid op (auto)wegen buiten de bebouwde kom bij wegwerkzaamheden (verkeersbord A1)

62 jo. bord A1 RVV 1990, 22 sub a RVV 1990

    

VI

004

 

- met 4 km/h

 

25

36

25

 

VI

005

 

- met 5 km/h

 

30

44

30

 

VI

006

 

- met 6 km/h

 

34

51

34

 

VI

007

 

- met 7 km/h

 

40

60

40

 

VI

008

 

- met 8 km/h

 

46

68

46

 

VI

009

 

- met 9 km/h

 

51

76

51

 

VI

010

 

- met 10 km/h

 

58

86

58

 

VI

011

 

- met 11 km/h

 

64

94

64

 

VI

012

 

- met 12 km/h

 

72

105

72

 

VI

013

 

- met 13 km/h

 

78

114

78

 

VI

014

 

- met 14 km/h

 

85

123

85

 

VI

015

 

- met 15 km/h

 

93

135

93

 

VI

016

 

- met 16 km/h

 

100

145

100

 

VI

017

 

- met 17 km/h

 

109

156

109

 

VI

018

 

- met 18 km/h

 

117

166

117

 

VI

019

 

- met 19 km/h

 

126

178

126

 

VI

020

 

- met 20 km/h

 

134

189

134

 

VI

021

 

- met 21 km/h

 

144

201

144

 

VI

022

 

- met 22 km/h

 

153

214

153

 

VI

023

 

- met 23 km/h

 

163

226

163

 

VI

024

 

- met 24 km/h

 

172

238

172

 

VI

025

 

- met 25 km/h

 

182

252

182

 

VI

026

 

- met 26 km/h

 

193

265

193

 

VI

027

 

- met 27 km/h

 

204

278

204

 

VI

028

 

- met 28 km/h

 

214

291

214

 

VI

029

 

- met 29 km/h

 

225

306

225

 

VI

030

 

- met 30 km/h

 

237

320

  
         
   

overschrijding van de maximumsnelheid op (auto)wegen buiten de bebouwde kom bij wegwerkzaamheden (verkeersbord A3)

62 jo. bord A3 RVV 1990, 22 sub a RVV 1990

    

VK

004

 

- met 4 km/h

 

25

36

25

 

VK

005

 

- met 5 km/h

 

30

44

30

 

VK

006

 

- met 6 km/h

 

34

51

34

 

VK

007

 

- met 7 km/h

 

40

60

40

 

VK

008

 

- met 8 km/h

 

46

68

46

 

VK

009

 

- met 9 km/h

 

51

76

51

 

VK

010

 

- met 10 km/h

 

58

86

58

 

VK

011

 

- met 11 km/h

 

64

94

64

 

VK

012

 

- met 12 km/h

 

72

105

72

 

VK

013

 

- met 13 km/h

 

78

114

78

 

VK

014

 

- met 14 km/h

 

85

123

85

 

VK

015

 

- met 15 km/h

 

93

135

93

 

VK

016

 

- met 16 km/h

 

100

145

100

 

VK

017

 

- met 17 km/h

 

109

156

109

 

VK

018

 

- met 18 km/h

 

117

166

117

 

VK

019

 

- met 19 km/h

 

126

178

126

 

VK

020

 

- met 20 km/h

 

134

189

134

 

VK

021

 

- met 21 km/h

 

144

201

144

 

VK

022

 

- met 22 km/h

 

153

214

153

 

VK

023

 

- met 23 km/h

 

163

226

163

 

VK

024

 

- met 24 km/h

 

172

238

172

 

VK

025

 

- met 25 km/h

 

182

252

182

 

VK

026

 

- met 26 km/h

 

193

265

193

 

VK

027

 

- met 27 km/h

 

204

278

204

 

VK

028

 

- met 28 km/h

 

214

291

214

 

VK

029

 

- met 29 km/h

 

225

306

225

 

VK

030

 

- met 30 km/h

 

237

320

  
         
   

d. Autosnelwegen

     
         
   

Noot:

* = recidiveregeling snelheid (zie punt 3 Richtlijnen voor strafvordering tarieven en feitomschrijvingen); bij staandehouding wordt bij overschrijding vanaf 50 km/h of 30 km/h (cat. 3) het rijbewijs ingevorderd en dient het proces-verbaal met het proces-verbaal van invordering te worden ingezonden naar het openbaar ministerie

     
         
   

overschrijding van de maximumsnelheid op autosnelwegen buiten de bebouwde kom (gedragsregel)

21 sub a RVV 1990 (cat 1),

22 sub a RVV 1990 (cat 2),

22 a RVV 1990 (cat 2 T 100 bussen)

    

VL

004

 

- met 4 km/h

 

16

22

  

VL

005

 

- met 5 km/h

 

20

27

  

VL

006

 

- met 6 km/h

 

24

32

  

VL

007

 

- met 7 km/h

 

27

38

  

VL

008

 

- met 8 km/h

 

32

43

  

VL

009

 

- met 9 km/h

 

37

49

  

VL

010

 

- met 10 km/h

 

40

55

  

VL

011

 

- met 11 km/h

 

45

61

  

VL

012

 

- met 12 km/h

 

51

68

  

VL

013

 

- met 13 km/h

 

56

74

  

VL

014

 

- met 14 km/h

 

62

81

  

VL

015

 

- met 15 km/h

 

67

88

  

VL

016

 

- met 16 km/h

 

73

96

  

VL

017

 

- met 17 km/h

 

79

104

  

VL

018

 

- met 18 km/h

 

86

111

  

VL

019

 

- met 19 km/h

 

92

120

  

VL

020

 

- met 20 km/h

 

99

128

  

VL

021

 

- met 21 km/h

 

106

136

  

VL

022

 

- met 22 km/h

 

114

146

  

VL

023

 

- met 23 km/h

 

121

154

  

VL

024

 

- met 24 km/h

 

128

164

  

VL

025

 

- met 25 km/h

 

136

174

  

VL

026

 

- met 26 km/h

 

144

183

  

VL

027

 

- met 27 km/h

 

152

194

  

VL

028

 

- met 28 km/h

 

160

204

  

VL

029

 

- met 29 km/h

 

170

214

  

VL

030

 

- met 30 km/h

 

178

225

  

VL

031

a

- met 31 km/h

 

188

   

VL

032

a

- met 32 km/h

 

198

   

VL

033

a

- met 33 km/h

 

207

   

VL

034

a

- met 34 km/h

 

217

   

VL

035

a

- met 35 km/h

 

226

   

VL

036

a

- met 36 km/h

 

237

   

VL

037

a

- met 37 km/h

 

247

   

VL

038

a

- met 38 km/h

 

258

   

VL

039

a

- met 39 km/h

 

268

   

VL

040

a

- met 40 km/h

 

280

   
         
   

overschrijding van de maximumsnelheid op autosnelwegen buiten de bebouwde kom (verkeersbord A1)

62 jo. bord A1 RVV 1990

    

VM

004

 

- met 4 km/h

 

16

22

  

VM

005

 

- met 5 km/h

 

20

27

  

VM

006

 

- met 6 km/h

 

24

32

  

VM

007

 

- met 7 km/h

 

27

38

  

VM

008

 

- met 8 km/h

 

32

43

  

VM

009

 

- met 9 km/h

 

37

49

  

VM

010

 

- met 10 km/h

 

40

55

  

VM

011

 

- met 11 km/h

 

45

61

  

VM

012

 

- met 12 km/h

 

51

68

  

VM

013

 

- met 13 km/h

 

56

74

  

VM

014

 

- met 14 km/h

 

62

81

  

VM

015

 

- met 15 km/h

 

67

88

  

VM

016

 

- met 16 km/h

 

73

96

  

VM

017

 

- met 17 km/h

 

79

104

  

VM

018

 

- met 18 km/h

 

86

111

  

VM

019

 

- met 19 km/h

 

92

120

  

VM

020

 

- met 20 km/h

 

99

128

  

VM

021

 

- met 21 km/h

 

106

136

  

VM

022

 

- met 22 km/h

 

114

146

  

VM

023

 

- met 23 km/h

 

121

154

  

VM

024

 

- met 24 km/h

 

128

164

  

VM

025

 

- met 25 km/h

 

136

174

  

VM

026

 

- met 26 km/h

 

144

183

  

VM

027

 

- met 27 km/h

 

152

194

  

VM

028

 

- met 28 km/h

 

160

204

  

VM

029

 

- met 29 km/h

 

170

214

  

VM

030

 

- met 30 km/h

 

178

225

  

VM

031

a

- met 31 km/h

 

188

   

VM

032

a

- met 32 km/h

 

198

   

VM

033

a

- met 33 km/h

 

207

   

VM

034

a

- met 34 km/h

 

217

   

VM

035

a

- met 35 km/h

 

226

   

VM

036

a

- met 36 km/h

 

237

   

VM

037

a

- met 37 km/h

 

247

   

VM

038

a

- met 38 km/h

 

258

   

VM

039

a

- met 39 km/h

 

268

   

VM

040

a

- met 40 km/h

 

280

   
         
   

overschrijding van de maximumsnelheid op autosnelwegen buiten de bebouwde kom (verkeersbord A3)

62 jo. bord A3 RVV 1990

    

VN

004

 

- met 4 km/h

 

16

22

  

VN

005

 

- met 5 km/h

 

20

27

  

VN

006

 

- met 6 km/h

 

24

32

  

VN

007

 

- met 7 km/h

 

27

38

  

VN

008

 

- met 8 km/h

 

32

43

  

VN

009

 

- met 9 km/h

 

37

49

  

VN

010

 

- met 10 km/h

 

40

55

  

VN

011

 

- met 11 km/h

 

45

61

  

VN

012

 

- met 12 km/h

 

51

68

  

VN

013

 

- met 13 km/h

 

56

74

  

VN

014

 

- met 14 km/h

 

62

81

  

VN

015

 

- met 15 km/h

 

67

88

  

VN

016

 

- met 16 km/h

 

73

96

  

VN

017

 

- met 17 km/h

 

79

104

  

VN

018

 

- met 18 km/h

 

86

111

  

VN

019

 

- met 19 km/h

 

92

120

  

VN

020

 

- met 20 km/h

 

99

128

  

VN

021

 

- met 21 km/h

 

106

136

  

VN

022

 

- met 22 km/h

 

114

146

  

VN

023

 

- met 23 km/h

 

121

154

  

VN

024

 

- met 24 km/h

 

128

164

  

VN

025

 

- met 25 km/h

 

136

174

  

VN

026

 

- met 26 km/h

 

144

183

  

VN

027

 

- met 27 km/h

 

152

194

  

VN

028

 

- met 28 km/h

 

160

204

  

VN

029

 

- met 29 km/h

 

170

214

  

VN

030

 

- met 30 km/h

 

178

225

  

VN

031

a

- met 31 km/h

 

188

   

VN

032

a

- met 32 km/h

 

198

   

VN

033

a

- met 33 km/h

 

207

   

VN

034

a

- met 34 km/h

 

217

   

VN

035

a

- met 35 km/h

 

226

   

VN

036

a

- met 36 km/h

 

237

   

VN

037

a

- met 37 km/h

 

247

   

VN

038

a

- met 38 km/h

 

258

   

VN

039

a

- met 39 km/h

 

268

   

VN

040

a

- met 40 km/h

 

280

   
         
   

overschrijding van de maximumsnelheid op autosnelwegen buiten de bebouwde kom bij wegwerkzaamheden (verkeersbord A1)

62 jo. bord A1 RVV 1990, 22 sub a RVV 1990

    

VO

004

 

- met 4 km/h

 

22

33

  

VO

005

 

- met 5 km/h

 

27

40

  

VO

006

 

- met 6 km/h

 

32

48

  

VO

007

 

- met 7 km/h

 

38

56

  

VO

008

 

- met 8 km/h

 

43

64

  

VO

009

 

- met 9 km/h

 

49

73

  

VO

010

 

- met 10 km/h

 

55

81

  

VO

011

 

- met 11 km/h

 

61

90

  

VO

012

 

- met 12 km/h

 

68

99

  

VO

013

 

- met 13 km/h

 

74

109

  

VO

014

 

- met 14 km/h

 

81

118

  

VO

015

 

- met 15 km/h

 

88

128

  

VO

016

 

- met 16 km/h

 

96

138

  

VO

017

 

- met 17 km/h

 

104

148

  

VO

018

 

- met 18 km/h

 

111

159

  

VO

019

 

- met 19 km/h

 

120

170

  

VO

020

 

- met 20 km/h

 

128

181

  

VO

021

 

- met 21 km/h

 

136

192

  

VO

022

 

- met 22 km/h

 

146

204

  

VO

023

 

- met 23 km/h

 

154

216

  

VO

024

 

- met 24 km/h

 

164

228

  

VO

025

 

- met 25 km/h

 

174

240

  

VO

026

 

- met 26 km/h

 

183

252

  

VO

027

 

- met 27 km/h

 

194

265

  

VO

028

 

- met 28 km/h

 

204

278

  

VO

029

 

- met 29 km/h

 

214

291

  

VO

030

 

- met 30 km/h

 

225

304

  
         
   

overschrijding van de maximumsnelheid op autosnelwegen buiten de bebouwde kom bij wegwerkzaamheden (verkeersbord A3)

62 jo. bord A3 RVV 1990, 22 sub a RVV 1990

    

VP

004

 

- met 4 km/h

 

22

33

  

VP

005

 

- met 5 km/h

 

27

40

  

VP

006

 

- met 6 km/h

 

32

48

  

VP

007

 

- met 7 km/h

 

38

56

  

VP

008

 

- met 8 km/h

 

43

64

  

VP

009

 

- met 9 km/h

 

49

73

  

VP

010

 

- met 10 km/h

 

55

81

  

VP

011

 

- met 11 km/h

 

61

90

  

VP

012

 

- met 12 km/h

 

68

99

  

VP

013

 

- met 13 km/h

 

74

109

  

VP

014

 

- met 14 km/h

 

81

118

  

VP

015

 

- met 15 km/h

 

88

128

  

VP

016

 

- met 16 km/h

 

96

138

  

VP

017

 

- met 17 km/h

 

104

148

  

VP

018

 

- met 18 km/h

 

111

159

  

VP

019

 

- met 19 km/h

 

120

170

  

VP

020

 

- met 20 km/h

 

128

181

  

VP

021

 

- met 21 km/h

 

136

192

  

VP

022

 

- met 22 km/h

 

146

204

  

VP

023

 

- met 23 km/h

 

154

216

  

VP

024

 

- met 24 km/h

 

164

228

  

VP

025

 

- met 25 km/h

 

174

240

  

VP

026

 

- met 26 km/h

 

183

252

  

VP

027

 

- met 27 km/h

 

194

265

  

VP

028

 

- met 28 km/h

 

204

278

  

VP

029

 

- met 29 km/h

 

214

291

  

VP

030

 

- met 30 km/h

 

225

304

  
         
   

Maatregel na ernstige verstoring olie-aanvoer

     
         
   

overschrijding van de door de Minister van Verkeer en Waterstaat vastgestelde maximumsnelheid op autosnelwegen bij ernstige verstoring van de olie-aanvoer

86b jo. 86a RVV 1990

    

VR

004

 

- met 4 km/h

 

19

   

VR

005

 

- met 5 km/h

 

24

   

VR

006

 

- met 6 km/h

 

27

   

VR

007

 

- met 7 km/h

 

32

   

VR

008

 

- met 8 km/h

 

36

   

VR

009

 

- met 9 km/h

 

40

   

VR

010

 

- met 10 km/h

 

46

   

VR

011

 

- met 11 km/h

 

51

   

VR

012

 

- met 12 km/h

 

57

   

VR

013

 

- met 13 km/h

 

63

   

VR

014

 

- met 14 km/h

 

69

   

VR

015

 

- met 15 km/h

 

75

   

VR

016

 

- met 16 km/h

 

82

   

VR

017

 

- met 17 km/h

 

90

   

VR

018

 

- met 18 km/h

 

97

   

VR

019

 

- met 19 km/h

 

104

   

VR

020

 

- met 20 km/h

 

111

   

VR

021

 

- met 21 km/h

 

120

   

VR

022

 

- met 22 km/h

 

128

   

VR

023

 

- met 23 km/h

 

136

   

VR

024

 

- met 24 km/h

 

145

   

VR

025

 

- met 25 km/h

 

154

   

VR

026

 

- met 26 km/h

 

164

   

VR

027

 

- met 27 km/h

 

174

   

VR

028

 

- met 28 km/h

 

183

   

VR

029

 

- met 29 km/h

 

193

   

VR

030

 

- met 30 km/h

 

204

   
   

Nummers R 301 – R 630: Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990)

    
   

Categorie-indeling B:

    
   

1 – Bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen, en bestuurders van brommobielen voor zover het de bepalingen van het RVV 1990 betreft;

   

2 – Bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen;

   

3 – Bromfietsers en snorfietsers;

   

4 – Fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met of zonder motor;

   

5 – Voetgangers;

   

6 – Overige weggebruikers;

   

7 – Schippers;

   

8 – Een ieder.

    
   

NB De categorieën 1 tot en met 4 gelden in voorkomend geval mede voor bestuurders van één van de op die categorieën betrekking hebbende voertuigen, indien daarmee een aanhangwagen wordt voortbewogen

   

Feit

Artikel

Tarief in Euro per feit en per categorie

1

2

3

4

5

6

7

8

   

Hoofdstuk 2. Verkeersregels

         
             
   

I. Plaats op de weg

         
             

R

301

 

als bestuurder van een motorvoertuig niet zoveel mogelijk rechts houden op een autoweg of autosnelweg

3 lid 1 RVV 1990

90

90

      

R

303

a

als bestuurder van een voertuig niet zoveel mogelijk rechts houden op een andere weg dan autoweg of autosnelweg

3 lid 1 RVV 1990

150

150

100

60

 

60

  

R

305

 

als voetganger niet het voetpad of trottoir gebruiken

4 lid 1 RVV 1990

    

25

   

R

306

 

als voetganger bij gebreke van een voetpad of trottoir niet het fietspad of het fiets/bromfietspad gebruiken

4 lid 2 RVV 1990

    

25

   

R

307

 

als voetganger bij gebreke van een voetpad, een trottoir en een fietspad of fiets/bromfietspad niet de berm of de uiterste zijde van de rijbaan gebruiken

4 lid 3 RVV 1990

    

25

   

R

308

 

als (snor)fietser niet het verplichte fietspad of fiets/bromfietspad gebruiken

5 lid 1 RVV 1990

  

60

35

    

R

309

 

als (snor) fietser bij gebreke van een verplicht fietspad of fiets/bromfietspad niet de rijbaan gebruiken

5 lid 2 RVV 1990

  

60

35

    

R

310

 

als bromfietser niet het fiets/bromfietspad gebruiken

6 lid 1 RVV 1990

  

60

     

R

311

 

als bromfietser niet de rijbaan gebruiken bij ontbreken van een fiets/bromfietspad (bord G 12a)

6 lid 2 RVV 1990

  

60

     

R

312

b

als snorfietser met ingeschakelde motor het onverplichte fietspad gebruiken

5 lid 3 RVV 1990

  

60

     

R

313

 

als ruiter niet het ruiterpad gebruiken

8 lid 1 RVV 1990

     

35

  

R

314

 

als ruiter bij gebreke van een ruiterpad niet de berm of de rijbaan gebruiken

8 lid 2 RVV 1990

     

35

  
             
   

als bestuurder van een motorvoertuig niet de rijbaan gebruiken

10 lid 1 RVV 1990

        

R

315

a

- rijdend

 

90

90

      

R

315

b

- stilstaand

 

60

60

      

R

316

 

als bestuurder van een bespannen wagen niet de rijbaan gebruiken

10 lid 1 RVV 1990

     

35

  

R

317

 

als bestuurder van een onbespannen wagen niet de rijbaan gebruiken

10 lid 1 RVV 1990

     

35

  

R

318

 

als geleider van rij- of trekdieren of vee niet de rijbaan gebruiken

10 lid 1 RVV 1990

     

35

  

R

319

 

als bestuurder van een motorvoertuig een met een doorgetrokken streep gemarkeerde fietsstrook gebruiken

10 lid 2 RVV 1990

90

90

      

R

320

 

als bestuurder van een bespannen wagen een met een doorgetrokken streep gemarkeerde fietsstrook gebruiken

10 lid 2 RVV 1990

     

35

  

R

321

 

als bestuurder van een onbespannen wagen een met een doorgetrokken streep gemarkeerde fietsstrook gebruiken

10 lid 2 RVV 1990

     

35

  

R

322

 

als geleider van rij- of trekdieren of vee een met een doorgetrokken streep gemarkeerde fietsstrook gebruiken

10 lid 2 RVV 1990

     

35

  

R

323

 

als bromfietser een met een doorgetrokken streep gemarkeerde fietsstrook gebruiken

10 lid 2 RVV 1990

  

60

     
             
   

II. Inhalen

         
             

R

326

 

als bestuurder niet links inhalen

11 lid 1 RVV 1990

150

150

100

60

 

60

  

R

327

 

als bestuurder een andere bestuurder die links heeft voorgesorteerd en een teken geeft linksaf te willen slaan, links inhalen

11 lid 2 RVV 1990

150

150

100

60

 

60

  

R

328

 

als bestuurder een voertuig inhalen vlak voor of op een voetgangersoversteekplaats

12 RVV 1990

240

240

160

95

 

95

  
             
   

IV. Oprijden van kruispunten

         
             

R

331

 

Als bestuurder een kruispunt blokkeren

14 RVV 1990

150

150

100

60

 

60

  
             
   

V. Verlenen van voorrang

         
             

R

336

 

als bestuurder op een kruispunt geen voorrang verlenen aan bestuurders van rechts

15 lid 1 RVV 1990

150

150

100

60

 

60

  

R

337

 

als bestuurder op een onverharde weg geen voorrang verlenen aan bestuurders op een verharde weg

15 lid 2 sub a RVV 1990

150

150

100

60

 

60

  

R

338

 

als bestuurder geen voorrang verlenen aan bestuurders van een tram

15 lid 2 sub b RVV 1990

150

150

100

60

 

60

  

R

340

a

als weggebruiker een overweg opgaan, terwijl men niet direct kan doorgaan en de overweg niet geheel vrij kan maken

15a lid 1 RVV 1990

150

150

100

60

 

60

  

R

340

b

als weggebruiker bij een overweg een spoorvoertuig niet voor laten gaan en daarbij de overweg niet geheel vrij laten

15a lid 2 RVV 1990

150

150

100

60

 

60

  
             
   

VI. Doorsnijden militaire kolonnes

         
             

R

341

 

als weggebruiker een militaire kolonne doorsnijden

16 RVV 1990

60

60

40

20

15

20

  
             
   

VII. Afslaan

         
             

R

346

 

als bestuurder afslaan zonder een teken met de richtingaanwijzer of met de arm te geven

17 lid 2 RVV 1990

60

60

40

20

 

20

  

R

347

a

als bestuurder bij het afslaan niet het verkeer voor laten gaan, dat hem op dezelfde weg tegemoet komt

18 lid 1 RVV 1990

150

150

100

60

 

60

  

R

347

b

als bestuurder bij het afslaan niet het verkeer voor laten gaan, dat zich naast dan wel links dicht achter hem bevindt

18 lid 1 RVV 1990

150

150

100

60

 

60

  

R

347

c

als bestuurder bij het afslaan niet het verkeer voor laten gaan, dat zich naast dan wel rechts dicht achter hem bevindt

18 lid 1 RVV 1990

150

150

100

60

 

60

  

R

348

 

als bestuurder links afslaan zonder tegemoetkomende bestuurders die op hetzelfde kruispunt rechts afslaan, voor te laten gaan

18 lid 2 RVV 1990

150

150

100

60

 

60

  
             
   

Noot stilstaan en parkeren:

         
   

In dit onderdeel zijn tevens enkele parkeerfeiten uit de plaatselijke verordeningen en de WVW 1994 opgenomen.

         
             
   

IX. Stilstaan

         
             

R

395

 

een voertuig op een zodanige wijze laten staan waardoor op de weg gevaar wordt/kan worden veroorzaakt, dan wel het verkeer wordt/kan worden gehinderd

5 WVW 1994

90

90

   

35

  
             
   

als bestuurder een voertuig laten stilstaan

23 lid 1

        

R

396

a

- op een kruispunt

sub a RVV 1990

90

90

   

35

  

R

396

b

- op een fietsstrook

sub b RVV 1990

60

60

   

20

  

R

396

c

- op de rijbaan langs een fietsstrook

sub b RVV 1990

60

60

   

20

  

R

396

d

- op een oversteekplaats of binnen een afstand van vijf meter daarvan

sub c RVV 1990

60

60

   

20

  

R

396

e

- in een tunnel

sub d RVV 1990

60

60

   

20

  

R

396

f

- bij een bord bushalte ter hoogte van de geblokte markering

sub e RVV 1990

60

60

   

20

  

R

396

g

- bij een bord bushalte op een afstand van minder dan twaalf meter van dat bord terwijl de geblokte markering niet is aangebracht

sub e RVV 1990

60

60

   

20

  

R

396

h

- op de rijbaan langs een busstrook

sub f RVV 1990

60

60

   

20

  

R

396

i

- langs een gele doorgetrokken streep

62 jo. 23 lid 1 sub g RVV 1990

60

60

   

20

  

R

396

j

- op een overweg

23 lid 1 sub a RVV 1990

60

60

   

20

  
             
   

X. Parkeren

         
             
   

als bestuurder een voertuig parkeren

24 lid 1

        

R

397

a

- bij een kruispunt op een afstand van minder dan vijf meter daarvan

sub a RVV 1990

60

60

   

20

  

R

397

b

- voor een inrit of uitrit

sub b RVV 1990

60

60

   

20

  

R

397

c

- buiten de bebouwde kom op de rijbaan van een voorrangsweg

sub c RVV 1990

60

60

   

20

  

R

397

d

- op een parkeergelegenheid terwijl blijkens de aanduiding onder het bord, dat voertuig niet behoort tot de aangegeven categorie of groep voertuigen

sub d RVV 1990

60

60

   

20

  

R

397

e

- op een parkeergelegenheid, terwijl blijkens de aanduiding onder het bord, dat voertuig staat geparkeerd op een andere dan de aangegeven wijze

sub d RVV 1990

60

60

   

20

  

R

397

f

- op een parkeergelegenheid, terwijl blijkens de aanduiding onder het bord, dat voertuig staat geparkeerd op dagen of uren waarop dit blijkens het onderbord is verboden

sub d RVV 1990

60

60

   

20

  

R

397

g

- langs een gele onderbroken streep

sub e RVV 1990

60

60

   

20

  

R

397

h

- op een gelegenheid bestemd voor onmiddellijk laden en lossen van goederen

sub f RVV 1990

60

60

   

20

  

R

397

i

- op een parkeerplaats voor vergunninghouders aangeduid door verkeersbord E9, zonder dat voor dat voertuig een vergunning tot parkeren op die plaats was verleend

sub g RVV 1990

60

60

   

20

  

R

397

j

- op een parkeergelegenheid (borden E4 tot en met E13 bijlage I), buiten de aangegeven parkeervakken

24 lid 4 RVV 1990

60

60

   

20

  

R

398

 

als bestuurder een voertuig dubbel parkeren

24 lid 3 RVV 1990

60

60

   

20

  
             
   

als bestuurder van een motorvoertuig op meer dan twee wielen parkeren op plaatsen die zijn voorzien van een blauwe streep, terwijl dat motorvoertuig

25 lid 2 RVV 1990

        

R

400

aa

- niet is voorzien van een duidelijk zichtbare parkeerschijf, waarop het tijdstip staat aangegeven waarop met parkeren is begonnen

 

60

       

R

400

ab

- is voorzien van een duidelijk zichtbare parkeerschijf en de toegestane parkeertijd is verstreken

 

60

       

R

401

 

als bestuurder een voertuig parkeren in een parkeerschijfzone (geldt niet voor parkeerplaatsen, die als zodanig zijn aangeduid of aangegeven of die zijn voorzien van een blauwe streep)

25 lid 1 RVV 1990

60

60

   

20

  

R

402

a

als bestuurder op een gehandicaptenparkeerplaats parkeren anders dan met een gehandicaptenvoertuig

26 RVV 1990

150

150

   

60

  

R

402

b

als bestuurder op een gehandicaptenparkeerplaats parkeren anders dan met een motorvoertuig op meer dan twee wielen waarin duidelijk zichtbaar is aangebracht een geldige gehandicaptenparkeerkaart

26 RVV 1990

150

150

   

60

  

R

402

c

als bestuurder op een gehandicaptenparkeerplaats parkeren anders dan met een voertuig dat voor die gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats bestemd is

26 RVV 1990

150

150

   

60

  

R

403

a

als bestuurder een motorvoertuig op meer dan twee wielen parkeren bij een parkeermeter tijdens een aangegeven tijdvak, terwijl de parkeermeter niet in werking is gesteld of aangeeft dat de parkeerduur is verstreken

Pl.V

60

       

R

403

b

als bestuurder een motorvoertuig op meer dan twee wielen parkeren bij een parkeermeter tijdens een aangegeven tijdvak, terwijl aldaar reeds een motorvoertuig staat geparkeerd

Pl.V

60

       

R

404

 

een muntstuk in een parkeermeter werpen op een tijdstip dat niet samenvalt met of onmiddellijk volgt op de feitelijke aanvang van het parkeren

Pl.V

       

60

R

405

 

als bestuurder een motorvoertuig op twee wielen, een bromfiets dan wel een fiets parkeren op een parkeervak behorende bij een parkeermeter

Pl.V

 

60

40

20

    

R

406

 

een voertuig doen of laten staan in een park of plantsoen, op openbare beplantingen of groenstroken

Pl.V

60

60

   

20

  
             
   

als bestuurder een voertuig parkeren op een parkeerterrein waar dit slechts met gebruikmaking van een ter plaatse aangebrachte parkeerautomaat is toegestaan

Pl.V

        

R

409

a

- anders dan voorzien van een door de parkeerautomaat afgegeven parkeerkaart, aangebracht op de voorgeschreven wijze

 

60

60

   

20

  

R

409

b

- terwijl de op de parkeerkaart aangegeven parkeertijd is verstreken

 

60

60

   

20

  

R

409

c

- zonder de aangebrachte parkeerautomaat in werking te stellen

 

60

60

   

20

  

R

409

d

- terwijl de op de parkeerautomaat aangegeven parkeertijd is verstreken

 

60

60

   

20

  
             
   

een voertuig dat, met inbegrip van de lading

         

R

414

a

- langer is dan 6 meter of hoger is dan 2,4 meter parkeren op een plaats, die als schadelijk voor het aanzien van de gemeente is aangewezen

Pl.V

60

    

20

  

R

414

b

- langer is dan 6 meter, buiten de vastgestelde tijden, parkeren op een aangewezen weg, waar dit parkeren buitensporig is met het oog op de verdeling van de beschikbare parkeerruimte

Pl.V

60

    

20

  

R

592

 

als bestuurder een voertuig parkeren op een parkeerplaats voor vergunninghouders zonder (duidelijk zichtbare) parkeervergunning, dan wel in strijd met de aan de parkeervergunning verbonden voorwaarden

Pl.V

60

60

   

20

  
             
   

XII. Signalen

         
             

R

418

 

als bestuurder van een motorvoertuig geen zwaai- of knipperlicht voeren bij werkzaamheden en omstandigheden, waarbij dit, ingevolge artikel 5 van de Regeling optische en geluidssignalen, verplicht is indien de kans bestaat dat dit motorvoertuig niet tijdig wordt opgemerkt

30 lid 1 RVV 1990

60

60

      

R

419

 

signalen geven in andere gevallen of op andere wijze dan is toegestaan

31 RVV 1990

60

60

40

20

 

20

 

60

             
   

XIII. Gebruik van lichten tijdens het rijden

         
             
   

als bestuurder van een motorvoertuig, bromfietser, snorfietser of als bestuurder van een gehandicaptenvoertuig geen dim- of grootlicht voeren

32 lid 1 RVV 1990

        

R

421

a

- bij nacht, binnen de bebouwde kom

 

60

60

40

20

    

R

421

b

- bij nacht, buiten de bebouwde kom

 

90

90

60

35

    

R

421

c

- bij dag, indien het zicht ernstig wordt belemmerd

 

90

90

60

35

    

R

425

 

als bestuurder van een motorvoertuig, bromfietser, snorfietser of als bestuurder van een gehandicaptenvoertuig groot licht voeren bij dag, bij het tegenkomen van een andere weggebruiker, dan wel bij het op korte afstand volgen van een ander voertuig

32 lid 2 RVV 1990

90

90

60

35

    
             
   

als bestuurder van een motorvoertuig, bromfietser, snorfietser of als bestuurder van een gehandicaptenvoertuig rijden terwijl niet gelijktijdig met het groot licht, het dimlicht, het stadslicht of het mistlicht, het achterlicht brandt

32 lid 3 RVV 1990

        

R

426

a

- bij nacht, binnen de bebouwde kom

 

60

60

40

20

    

R

426

b

- bij nacht, buiten de bebouwde kom

 

90

90

60

35

    

R

426

c

- bij dag, indien het zicht ernstig wordt belemmerd

 

90

90

60

35

    
             
   

als bestuurder rijden terwijl niet gelijktijdig met het groot licht, het dimlicht, het stadslicht of het mistlicht, de verlichting van de achterkentekenplaat brandt

         

R

428

a

- van een motorvoertuig, bromfiets of snorfiets

32 lid 3 RVV 1990

30

30

20

     

R

428

b

- van een motorvoertuig met aanhangwagen

33 RVV 1990

30

30

20

     
             
   

als bestuurder van een motorvoertuig met aanhangwagen geen achterlicht voeren

33 RVV 1990

        

R

431

d

- bij nacht, binnen de bebouwde kom

 

60

60

      

R

431

e

- bij nacht, buiten de bebouwde kom

 

90

90

      

R

431

f

- bij dag, indien het zicht ernstig wordt belemmerd

 

90

90

      
             
   

als bestuurder van een motorvoertuig met aanhangwagen niet het in het Voertuigreglement voorgeschreven stadslicht voeren

33 RVV 1990

        

R

432

d

- bij nacht, binnen de bebouwde kom

 

60

60

      

R

432

e

- bij nacht, buiten de bebouwde kom

 

90

90

      

R

432

f

- bij dag, indien het zicht ernstig wordt belemmerd

 

90

90

      

R

434

 

als bestuurder van een motorvoertuig of een gehandicaptenvoertuig anders dan bij mist, sneeuwval of regen, die het zicht ernstig belemmert mistlicht(en) aan de voorzijde voeren

34 lid 1 RVV 1990

60

60

40

20

    

R

436

 

als bestuurder van een motorvoertuig of een gehandicaptenvoertuig mistachterlicht voeren, indien het zicht door mist of sneeuwval niet beperkt is tot een afstand van minder dan 50 meter

34 lid 2 RVV 1990

90

90

60

35

    
             
   

bij nacht of bij dag, indien het zicht ernstig wordt belemmerd geen voor- en achterlicht voeren

35 RVV 1990

        

R

438

h

- als fietser

    

20

    

R

438

i

- als bestuurder van een wagen

      

20

  
             
   

bij nacht of bij dag, indien het zicht ernstig wordt belemmerd niet een lantaarn meevoeren die naar voren wit of geel licht en naar achteren rood licht straalt

36 RVV 1990

        

R

445

c

- als ruiter

      

20

  

R

445

d

- als geleider van rij-, trekdieren of vee

      

20

  
             
   

XIV. Gebruik van lichten tijdens het stilstaan

         
             
   

bij nacht of bij dag, indien het zicht ernstig wordt belemmerd buiten de bebouwde kom op de rijbaan en op langs autosnelwegen en autowegen gelegen parkeerstroken, parkeerhavens, vluchtstroken en vluchthavens geen stadslicht en achterlicht voeren

         

R

451

c

- als bestuurder van een stilstaand motorvoertuig

38 RVV 1990

90

       

R

451

d

- op een stilstaande aanhangwagen

39 RVV 1990

       

90

R

453

 

bij nacht of bij dag, indien het zicht ernstig wordt belemmerd op de rijbaan buiten de bebouwde kom geen voor- en achterlicht voeren op een stilstaande wagen

40 RVV 1990

       

35

             
   

XV. Bijzondere lichten

         
             
   

als bestuurder van een motorvoertuig aan de voorzijde naast het dimlicht of het mistlicht andere verlichting voeren dan bermlicht, richtlicht of markeringslichten

41 RVV 1990

        

R

456

a

- bij nacht

 

90

90

      

R

456

b

- bij dag, indien het zicht ernstig wordt belemmerd

 

90

90

      
             
   

XVI. Autosnelwegen en autowegen

         
             
   

a. Autosnelwegen

         
             

R

461

 

anders dan als bestuurder van een motorvoertuig waarmee sneller mag of kan worden gereden dan 60 kilometer per uur, een autosnelweg gebruiken

42 lid 1 RVV 1990

240

240

160

95

70

95

 

240

             
   

als bestuurder van een motorvoertuig op een autosnelweg

         

R

462

 

- keren

43 lid 1 RVV 1990

240

240

      

R

463

 

- achteruitrijden

43 lid 1 RVV 1990

240

240

      

R

464

 

- deze op de rijbaan laten stilstaan

43 lid 2 RVV 1990

240

240

      
             
   

behoudens in noodgevallen als weggebruiker op een autosnelweg

43 lid 3 RVV 1990

        

R

465

a

- over de vluchtstrook of vluchthaven rijden

 

240

240

      

R

465

b

- gebruik maken van de berm

 

90

90

      

R

465

c

- op de vluchtstrook of vluchthaven stilstaan

 

150

150

      

R

466

 

als bestuurder van een samenstel van voertuigen dat langer is dan 7 meter, op een autosnelweg met drie of meer rijstroken in dezelfde richting een andere dan de twee meest rechts gelegen rijstroken gebruiken

43 lid 4 RVV 1990

150

       

R

467

 

als bestuurder van een vrachtauto, op een autosnelweg met drie of meer rijstroken in dezelfde richting een andere dan de twee meest rechts gelegen rijstroken gebruiken

43 lid 4 RVV 1990

150

       
             
   

b. Autowegen

         
             

R

468

 

anders dan als bestuurder van een motorvoertuig waarmee sneller mag of kan worden gereden dan 50 kilometer per uur, een autoweg gebruiken

42 lid 2 RVV 1990

240

240

160

95

70

95

 

240

             
   

als bestuurder van een motorvoertuig op een autoweg

         

R

469

 

- keren

43 lid 1 RVV 1990

240

240

      

R

470

 

- achteruitrijden

43 lid 1 RVV 1990

240

240

      

R

471

 

- deze op de rijbaan laten stilstaan

43 lid 2 RVV 1990

240

240

      
             
   

behoudens in noodgevallen als weggebruiker op een autoweg

43 lid 3 RVV 1990

        

R

472

a

- over de vluchtstrook of vluchthaven rijden

 

240

240

      

R

472

b

- gebruik maken van de berm

 

90

90

      

R

472

c

- op de vluchtstrook of vluchthaven stilstaan

 

150

150

      
             
   

XVII. Erven

         
             

R

476

 

als bestuurder binnen een erf sneller rijden dan stapvoets

45 RVV 1990

90

90

60

35

 

35

  

R

478

 

als bestuurder een motorvoertuig binnen een erf parkeren anders dan op parkeerplaatsen die als zodanig zijn aangeduid of aangegeven

46 RVV 1990

60

60

      
             
   

XIX. Voetgangers

         
             

R

481

a

als bestuurder een blinde, voorzien van een blindenstok niet voor laten gaan

49 lid 1 RVV 1990

150

150

100

60

 

60

  

R

481

b

als bestuurder een persoon die zich moeilijk voortbeweegt niet voor laten gaan

49 lid 1 RVV 1990

150

150

100

60

 

60

  

R

482

 

als bestuurder een voetganger, die op een voetgangersoversteekplaats oversteekt of kennelijk op het punt staat over te steken, niet voor laten gaan

49 lid 2 RVV 1990

150

150

100

60

 

60

  

R

483

 

als bestuurder een bestuurder van een gehandicaptenvoertuig, die op een voetgangersoversteekplaats oversteekt of kennelijk op het punt staat over te steken, niet voor laten gaan

49 lid 2 RVV 1990

150

150

100

60

 

60

  
             
   

XX. Voorrangsvoertuigen

         
             

R

486

 

als weggebruiker een voorrangsvoertuig niet voor laten gaan

50 RVV 1990

150

150

100

60

45

60

  
             
   

XXI. Loslopend vee

         
             

R

491

 

rij-, trekdieren of vee zonder toezicht op de weg los laten lopen

51 lid 1 RVV 1990

       

90

             
   

XXII. In- en uitstappende passagiers

         
             

R

492

 

als bestuurder een tram of autobus voorbij rijden aan de zijde waar passagiers in- en uitstappen zonder hen daartoe de gelegenheid te geven

52 RVV 1990

240

240

160

95

 

95

  
             
   

XXIII. Slepen

         
             

R

501

 

als bestuurder van een motorvoertuig een ander motorvoertuig slepen, terwijl de onderlinge afstand meer dan vijf meter bedraagt

53 RVV 1990

60

60

      
             
   

XXIV. Bijzondere manoeuvres

         
             

R

505

 

als bestuurder wegrijden zonder het overige verkeer voor te laten gaan

54 RVV 1990

150

150

100

60

 

60

  

R

506

 

als bestuurder achteruitrijden zonder het overige verkeer voor te laten gaan

54 RVV 1990

150

150

100

60

 

60

  

R

507

 

als bestuurder uit een uitrit de weg oprijden zonder het overige verkeer voor te laten gaan

54 RVV 1990

150

150

100

60

 

60

  

R

508

 

als bestuurder vanaf een weg een inrit oprijden zonder het overige verkeer voor te laten gaan

54 RVV 1990

150

150

100

60

 

60

  

R

509

 

als bestuurder keren zonder het overige verkeer voor te laten gaan

54 RVV 1990

150

150

100

60

 

60

  

R

510

 

als bestuurder van de invoegstrook de doorgaande rijbaan oprijden zonder het overige verkeer voor te laten gaan

54 RVV 1990

150

150

100

60

 

60

  

R

511

 

als bestuurder van de doorgaande rijbaan de uitrijstrook oprijden zonder het overige verkeer voor te laten gaan

54 RVV 1990

150

150

100

60

 

60

  

R

512

 

als bestuurder van rijstrook wisselen zonder het overige verkeer voor te laten gaan

54 RVV 1990

150

150

100

60

 

60

  

R

513

 

als bestuurder van een motorvoertuig of als bromfietser bij het wegrijden geen teken met de richtingaanwijzer of arm geven

55 RVV 1990

60

60

40

     

R

514

 

als bestuurder van een motorvoertuig of als bromfietser bij het inhalen van een ander voertuig geen teken met de richtingaanwijzer of arm geven

55 RVV 1990

60

60

40

     

R

515

 

als bestuurder van een motorvoertuig of als bromfietser bij het oprijden van de doorgaande rijbaan geen teken met de richtingaanwijzer of arm geven

55 RVV 1990

60

60

40

     

R

516

 

als bestuurder van een motorvoertuig of als bromfietser bij het verlaten van de doorgaande rijbaan geen teken met de richtingaanwijzer of arm geven

55 RVV 1990

60

60

40

     

R

517

 

als bestuurder van een motorvoertuig of als bromfietser bij het wisselen van rijstrook geen teken met de richtingaanwijzer of arm geven

55 RVV 1990

60

60

40

     

R

518

 

als bestuurder van een motorvoertuig of als bromfietser bij een andere belangrijke zijdelingse verplaatsing geen teken met de richtingaanwijzer of arm geven

55 RVV 1990

60

60

40

     

R

519

 

als bestuurder binnen de bebouwde kom geen gelegenheid geven aan een autobus weg te rijden van een halte wanneer de bestuurder van die autobus door het geven van een teken met zijn richtingaanwijzer zijn voornemen daartoe kenbaar maakt

56 lid 1 RVV 1990

90

90

60

35

 

35

  
             
   

XXV. Onnodig geluid

         
             

R

522

 

als bestuurder van een motorvoertuig of als bromfietser c.q. snorfietser onnodig geluid veroorzaken

57 RVV 1990

150

150

100

     
             
   

XXVI. Gevarendriehoek

         
             

R

526

 

het niet plaatsen van een gevarendriehoek in de voorgeschreven gevallen, op de voorgeschreven wijze bij een stilstaand motorvoertuig op meer dan twee wielen en aanhangwagens, zijnde een obstakel, terwijl geen knipperend waarschuwingslicht wordt gevoerd

58 RVV 1990

90

      

90

             
   

XXVII. Autogordels en kinderbeveiligingssystemen

         
             

R

533

 

als bestuurder van een motorvoertuig of bromfiets of passagier geen gebruik maken van de voor hen beschikbare autogordel

59 lid 1 RVV 1990

90

90

     

90

R

535

e

als bestuurder van een motorvoertuig een passagier vervoeren die gebruik maakt van een rolstoel, terwijl de rolstoel niet is vastgezet op een wijze die de stabiliteit van de rolstoel en de veiligheid van de rolstoelgebruiker waarborgt

59 lid 8 jo. 59 lid 4 RVV 1990

150

       

R

535

s

als bestuurder van een motorvoertuig een passagier vervoeren die gebruik maakt van een rolstoel, zonder dat gebruik wordt gemaakt van de veiligheidsgordel die deel uitmaakt van het voertuig of van het systeem waarmee de rolstoel aan de vloer van het voertuig is bevestigd

59 lid 8 jo. 59 lid 4 RVV 1990

90

       
             
   

als bestuurder

         

R

535

f

- (een) passagier(s) jonger dan 12 jaren en korter dan 1.35 meter vervoeren, zonder dat gebruik wordt gemaakt van een voor hem/hen geschikt en goedgekeurd kinderbeveiligingssysteem

59 lid 1 jo. 59 lid 8 RVV 1990

90

       

R

535

k

- (een) passagier(s) jonger dan 12 jaren en met een lengte van 1.35 meter of meer vervoeren, zonder dat gebruik wordt gemaakt van een voor hem/hen beschikbare autogordel

59 lid 1 jo. 59 lid 8 RVV 1990

90

       

R

535

g

- op de voorste zitplaats (een) passagier(s) in de leeftijd van 3 tot 18 jaren en korter dan 1.35 meter vervoeren, zonder dat een autogordel of goedgekeurd kinderbeveiligingssysteem beschikbaar is

59 lid 2 RVV 1990

90

       

R

535

h

- (een) passagier(s) jonger dan 3 jaren vervoeren, terwijl geen autogordel of kinderbeveiligingssysteem beschikbaar is

59 lid 2 RVV 1990

90

       

R

535

i

- terwijl de zitplaatsen voor passagiers zijn voorzien van autogordels, meer passagiers vervoeren dan er autogordels aanwezig zijn (geldt tot 1 mei 2008 alleen voor de voorste zitplaatsen (alle passagiers) en overige zitplaatsen bij passagiers jonger dan 18 jaar en kleiner dan 1.35 meter)

59 lid 1 RVV 1990

90

       

R

535

j

- (een) passagier(s) jonger dan 18 jaren in een naar achteren gericht kinderzitje op een passagierszitplaats vervoeren, terwijl de voorairbag van die zitplaats niet is uitgeschakeld

59 lid 3 RVV 1990

90

       

R

535

m

- in een voertuig gebruikt voor taxivervoer op een van de voorste zitplaatsen (een) passagier(s) vervoeren jonger dan 18 jaren en met een lengte van minder dan 1.35 meter, terwijl geen kinderbeveiligingssysteem aanwezig is

59 lid 5 RVV 1990

90

       

R

535

o

de autogordel, de veiligheidsgordel of het kinderbeveiligingssysteem gebruiken op een wijze die de beschermende werking ervan negatief beïnvloedt of kan beïnvloeden (bestuurder aansprakelijk voor passagiers jonger dan 12 jaren)

59 lid 7 jo. 59 lid 8 RVV 1990

90

      

90

             
   

Autobus

         
             

R

535

p

als bestuurder van een aan het verkeer deelnemende autobus of passagier geen gebruik maken van de autogordel of het kinderbeveiligingssysteem waarmee de autobus is uitgerust

59a lid 1 RVV 1990

90

      

90

             
   

als bestuurder van een aan het verkeer deelnemende autobus

         

R

535

q

-(een) passagier(s) jonger dan 12 jaren en korter dan 1.35 meter vervoeren, zonder dat gebruik wordt gemaakt van een voor hem/hen geschikt en goedgekeurd kinderbeveiligingssysteem of bij gebrek daaraan, de autogordel, terwijl de passagier(s) zich op de zitplaats bevind(t)(en)

59a lid 1 jo 59a lid 4 RVV 1990

90

       

R

535

r

-(een) passagier(s) jonger dan 12 jaren en met een lengte van 1.35 meter of meer vervoeren, zonder dat gebruik wordt gemaakt van een voor hem/hen beschikbare autogordel, terwijl de passagier(s) zich op de zitplaats bevind(t)(en)

59a lid 1 jo 59a lid 4 RVV 1990

90

       
             
   

XXVIII. Helmen

         
             

R

536

a

als bestuurder of passagier van een bromfiets geen goedpassende helm dragen, die middels een sluiting op deugdelijke wijze is bevestigd en die is voorzien van een goedkeuringsmerk

60 lid 1 RVV 1990

  

60

    

60

R

536

c

als bestuurder of passagier van een motorfiets dan wel driewielig motorvoertuig geen goedpassende helm dragen, die middels een sluiting op deugdelijke wijze is bevestigd en is voorzien van een goedkeuringsmerk

60 lid 1 RVV 1990

90

90

     

90

R

537

 

als bestuurder van een motorfiets, bromfiets dan wel driewielig motorvoertuig een passagier beneden de twaalf jaren vervoeren, die geen goedpassende helm draagt, die middels een sluiting op deugdelijke wijze is bevestigd en die is voorzien van een goedkeuringsmerk

60 lid 3 RVV 1990

90

90

60

     
             
   

XXIX. Zitplaats kinderen op fietsen en bromfietsen

         
             

R

541

 

als bromfietser of fietser een kind beneden acht jaren vervoeren anders dan op een doelmatige en veilige zitplaats met voldoende steun voor rug, handen en voeten

61 RVV 1990

  

60

35

    
             
   

XXX. Gebruik van mobiele telecommunicatieapparatuur

         
             

R

545

 

als bestuurder tijdens het rijden een mobiele telefoon vast houden (geldt niet voor snorfietsen)

61a RVV 1990

150

150

100

     
             
   

XXXI. Vervoer van personen in of op aanhangwagens en in laadruimten

         
             
   

personen vervoeren

61b lid 1 RVV 1990

        

R

539

a

- in de gesloten laadruimte van een motorvoertuig of bromfiets

 

90

       

R

539

b

- in de open laadruimte van een motorvoertuig of bromfiets, danwel in of op een aanhangwagen achter een motorvoertuig of bromfiets

 

150

150

100

     
             
   

Hoofdstuk 3. Verkeerstekens

         
             
   

II. Verkeersborden

         

R

548

 

als bestuurder in strijd met bord B6 geen voorrang verlenen aan bestuurders op de kruisende weg

62 jo. bord B6 RVV 1990

150

150

100

60

 

60

  
             
   

als bestuurder in strijd met bord B7

62 jo. bord B7 RVV 1990

        

R

549

a

- niet stoppen

 

90

90

60

35

 

35

  

R

549

b

- geen voorrang verlenen aan bestuurders op de kruisende weg

 

150

150

100

60

 

60

  

R

549

c

- niet stoppen en geen voorrang verlenen aan bestuurders op de kruisende weg

 

150

150

100

60

 

60

  
             
   

als bestuurder een weg gebruiken in strijd met bord C1 (gesloten in beide richtingen voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij-, trekdieren of vee)

62 jo. bord C1 RVV 1990

        

R

550

a

- een weg gebruiken

 

60

60

40

20

 

20

  

R

550

b

- een weg(gedeelte) bestemd voor aangewezen categorie(ën) voertuigen gebruiken (doelgroepstroken)

 

90

90

60

35

 

35

  
             
   

als bestuurder een weg gebruiken in strijd met bord C2 (eenrichtingsweg, in deze richting gesloten voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij-, trekdieren of vee)

62 jo. bord C2 RVV 1990

        

R

551

b

- op andere weg dan autoweg of autosnelweg

 

90

90

60

35

 

35

  
   

als bestuurder een weg gebruiken in strijd met bord

         

R

552

a

- C3 (eenrichtingsweg)

62 jo. bord C3 RVV 1990

90

90

60

35

 

35

  

R

552

b

- C4 (eenrichtingsweg)

62 jo. bord C4 RVV 1990

90

90

60

35

 

35

  

R

553

b

als bestuurder van een motorvoertuig op meer dan twee wielen in strijd met bord C6 (geslotenverklaring voor motorvoertuig op meer dan twee wielen) een weg gebruiken

62 jo. bord C6 RVV 1990

60

       

R

554

a

als bestuurder van een vrachtauto een weg gebruiken in strijd met bord C7 (geslotenverklaring voor vrachtauto's) (alle wegen behalve autosnelwegen en milieuzones)

62 jo. bord C7 RVV 1990

60

       

R

554

b

als bestuurder van een vrachtauto een rijstrook van een autosnelweg gebruiken in strijd met het voor die rijstrook geldende bord C7 (geslotenverklaring voor vrachtauto's)

62 jo. bord C7 RVV 1990

150

       

R

554

c

als bestuurder van een vrachtauto een weg gebruiken in strijd met bord C7 (geslotenverklaring voor vrachtauto's), waarbij gebied is aangeduid als milieuzone

62 jo. bord C7 RVV 1990

150

       

R

555

 

als bestuurder van een motorvoertuig dat niet sneller kan of mag rijden dan 25 kilometer per uur een weg gebruiken in strijd met bord C8 (geslotenverklaring voor motorvoertuig dat niet sneller kan of mag rijden dan 25 kilometer per uur)

62 jo. bord C8 RVV 1990

60

       

R

556

 

als ruiter, geleider van rij-, trekdieren of vee, bestuurder van een wagen, een motorvoertuig dat niet sneller kan of mag rijden dan 25 kilometer per uur, een brommobiel, een fiets, een bromfiets of een gehandicaptenvoertuig in strijd met bord C9 een weg gebruiken (geslotenverklaring)

62 jo. bord C9 RVV 1990

60

 

40

20

 

20

  

R

557

 

als bestuurder van een motorvoertuig met aanhangwagen een weg gebruiken in strijd met bord C10 (geslotenverklaring voor motorvoertuig met aanhangwagen)

62 jo. bord C10 RVV 1990

60

60

      

R

558

 

als bestuurder van een motorfiets een weg gebruiken in strijd met bord C11 (geslotenverklaring motorfiets)

62 jo. bord C11 RVV 1990

 

60

      

R

559

 

als bestuurder van een motorvoertuig een weg gebruiken in strijd met bord C12 (geslotenverklaring voor alle motorvoertuigen)

62 jo. bord C12 RVV 1990

60

60

      

R

560

 

als bestuurder van een bromfiets, snorfiets of gehandicaptenvoertuig met motor een weg gebruiken in strijd met bord C13 (geslotenverklaring voor bromfiets, snorfiets of gehandicaptenvoertuig met motor)

62 jo. bord C13 RVV 1990

  

40

20

    

R

561

 

als bestuurder van een fiets of gehandicaptenvoertuig zonder motor een weg gebruiken in strijd met bord C14 (geslotenverklaring voor fiets of gehandicaptenvoertuig zonder motor) (categorie 3 betreft alleen snorfiets met uitgeschakelde motor)

62 jo. bord C14 RVV 1990

  

20

20

    

R

562

 

als bestuurder van een fiets, een bromfiets of gehandicaptenvoertuig een weg gebruiken in strijd met bord C15 (geslotenverklaring voor fiets, bromfiets of gehandicaptenvoertuig)

62 jo. bord C15 RVV 1990

  

40

20

    

R

563

 

als voetganger een weg gebruiken in strijd met bord C16 (geslotenverklaring voor voetgangers)

62 jo. bord C16 RVV 1990

    

15

   

R

564

 

als bestuurder van een voertuig of samenstel van voertuigen een weg gebruiken in strijd met bord C17 (geslotenverklaring voor voertuigen en samenstellen van voertuigen die, met inbegrip van de lading, langer zijn dan op het bord C17 is aangegeven)

62 jo. bord C17 RVV 1990

90

    

35

  

R

565

 

als bestuurder van een voertuig een weg gebruiken in strijd met bord C18 (geslotenverklaring voor voertuigen die, met inbegrip van de lading, breder zijn dan op het bord C18 is aangegeven)

62 jo. bord C18 RVV 1990

90

    

35

  

R

566

 

als bestuurder van een voertuig een weg gebruiken in strijd met bord C19 (geslotenverklaring voor voertuigen die, met inbegrip van de lading, hoger zijn dan op het bord C19 is aangegeven)

62 jo. bord C19 RVV 1990

90

    

35

  
             
   

als bestuurder van een voertuig een weg gebruiken in strijd met bord C20 (geslotenverklaring voor voertuigen waarvan de aslast hoger is dan op het bord C20 is aangegeven) met een overschrijding van

62 jo. bord C20 RVV 1990

        

R

567

a

- niet meer dan 10%

 

90

    

35

  

R

567

b

- 11 tot en met 20%

 

130

    

50

  

R

567

c

- 21 tot en met 30%

 

200

    

80

  
             
   

als bestuurder van een voertuig een weg gebruiken in strijd met bord C21 (geslotenverklaring voor voertuigen en samenstellen van voertuigen waarvan de totaalmassa hoger is dan op het bord C21 is aangegeven) met een overschrijding van

62 jo. bord C21 RVV 1990

        

R

568

a

- niet meer dan 10%

 

90

    

35

  

R

568

b

- 11 tot en met 20%

 

130

    

50

  

R

568

c

- 21 tot en met 30%

 

200

    

80

  
             
   

als bestuurder van een samenstel van voertuigen een weg gebruiken in strijd met bord C21 (geslotenverklaring voor voertuigen en samenstellen van voertuigen waarvan de totaalmassa hoger is dan op het bord C21 is aangegeven) met een overschrijding van

62 jo. bord C21 RVV 1990

        

R

569

a

- niet meer dan 10%

 

90

    

35

  

R

569

b

- 11 tot en met 20%

 

130

    

50

  

R

569

c

- 21 tot en met 30%

 

200

    

80

  

R

574

 

als bestuurder rijden in strijd met de door bord D1 aangegeven rijrichting (rotonde; verplichte rijrichting)

62 jo. bord D1 RVV 1990

60

60

40

20

 

20

  

R

575

 

als bestuurder rijden in strijd met bord D2 aan de andere zijde dan het bord aangeeft (gebod voor alle bestuurders het bord D2 voorbij te gaan aan de zijde die de pijl aangeeft)

62 jo. bord D2 RVV 1990

60

60

40

20

 

20

  

R

576

 

als bestuurder in strijd met bord D4 een andere rijrichting volgen dan op het bord is aangegeven (gebod tot het volgen van de rijrichting die op het bord D4 is aangegeven)

62 jo. bord D4 RVV 1990

60

60

40

20

 

20

  

R

577

 

als bestuurder in strijd met bord D5 een andere rijrichting volgen dan op het bord is aangegeven (gebod tot het volgen van de rijrichting die op het bord D5 is aangegeven)

62 jo. bord D5 RVV 1990

60

60

40

20

 

20

  

R

578

 

als bestuurder in strijd met bord D6 een andere rijrichting volgen dan op het bord is aangegeven (gebod tot het volgen van één van de rijrichtingen die op het bord D6 zijn aangegeven)

62 jo. bord D6 RVV 1990

60

60

40

20

 

20

  

R

579

 

als bestuurder in strijd met bord D7 een andere rijrichting volgen dan op het bord is aangegeven (gebod tot het volgen van één van de rijrichtingen die op het bord D7 zijn aangegeven)

62 jo. bord D7 RVV 1990

60

60

40

20

 

20

  

R

580

c

als bestuurder in strijd met bord 46/47 links- of rechtsaf slaan op autoweg of autosnelweg

62 jo. bord 46/47 Rvv 1966

90

90

      

R

581

a

als bestuurder in strijd met bord 46/47 links- of rechtsaf slaan op andere weg dan autoweg of autosnelweg

62 jo. bord 46/47 Rvv 1966

60

60

40

20

 

20

  

R

584

 

als bestuurder een voertuig parkeren in strijd met (zone) bord E1 (parkeerverbod(szone))

62 jo. bord E1 RVV 1990

60

60

   

20

  

R

585

 

als bestuurder een voertuig laten stilstaan in strijd met bord E2 (verbod stilstaan)

62 jo. bord E2 RVV 1990

60

60

   

20

  

R

593

 

als bestuurder van een motorvoertuig in strijd met bord F1 een motorvoertuig inhalen (verbod voor motorvoertuigen om elkaar onderling in te halen)

62 jo. bord F1 RVV 1990

150

150

      

R

594

 

als bestuurder van een vrachtauto in strijd met bord F3 een motorvoertuig inhalen (verbod voor vrachtauto's om motorvoertuigen in te halen)

62 jo. bord F3 RVV 1990

150

       

R

595

 

als bestuurder in strijd met bord F5 doorgaan bij nadering van verkeer uit tegengestelde richting (verbod voor bestuurders door te gaan bij nadering van verkeer uit tegengestelde richting)

62 jo. bord F5 RVV 1990

90

90

60

35

 

35

  

R

596

 

als bestuurder in strijd met bord F7 keren

62 jo. bord F7 RVV 1990

90

90

60

35

 

35

  

R

597

 

als bestuurder in strijd met bord F10 niet stoppen

62 jo. bord F10 RVV 1990

150

150

100

60

 

60

  
             
   

III. Verkeerslichten

         
             
   

driekleurig verkeerslicht

         

R

601

 

als weggebruiker niet doorgaan bij groen licht bij een driekleurig verkeerslicht

62 jo. 68 lid 1 sub a RVV 1990

90

90

      

R

602

 

als weggebruiker niet stoppen voor rood licht bij een driekleurig verkeerslicht

62 jo. 68 lid 1 sub c RVV 1990

150

150

100

60

45

60

  

R

603

 

als fietser, bromfietser of bestuurder van een gehandicaptenvoertuig bij geel of rood licht bij een driekleurig verkeerslicht rechts afslaan zonder het overige verkeer ter plaatse voor te laten gaan

62 jo. 68 lid 6 RVV 1990

  

100

60

    

R

604

 

als weggebruiker niet stoppen voor rood licht bij tweekleurig verkeerslicht

62 jo. 69 lid 1 sub b RVV 1990

150

150

100

60

45

60

  

R

605

 

als fietser, bromfietser of bestuurder van een gehandicaptenvoertuig bij geel of rood licht bij een tweekleurig verkeerslicht rechts afslaan zonder het overige verkeer ter plaatse voor te laten gaan

62 jo. 69 lid 2 ivm 68 lid 6 RVV 1990

  

100

60

    

R

606

 

als bestuurder van een tram, autobus of lijnbus niet stoppen voor rood tram-/buslicht

62 jo. 70 lid 1 sub c ivm 70 lid 3, 4 RVV 1990

150

    

150

  

R

607

 

als bestuurder van een tram niet stoppen voor rood licht bij driekleurig verkeerslicht

62 jo. 68 lid 1 sub c RVV 1990

     

150

  

R

609

 

als weggebruiker niet stoppen voor rood (knipper)licht bij bruglichten

62 jo. 72 RVV 1990

150

150

100

60

45

60

  

R

608

 

als weggebruiker niet stoppen voor rood knipperlicht bij overweglichten

62 jo. 71 sub b RVV 1990

150

150

100

60

45

60

  

R

610

 

als weggebruiker bij verlicht rood kruis een rijstrook gebruiken

62 jo. 73 sub b RVV 1990

150

150

      

R

611

 

als bestuurder van een ander voertuig dan een lijnbus een door een verlichte afbeelding van «BUS» gemarkeerde rijstrook gebruiken

62 jo. 73 sub d RVV 1990

90

90

60

35

 

35

  

R

612

 

als voetganger of bestuurder van een gehandicaptenvoertuig beginnen over te steken bij rood voetgangerslicht

62 jo. 74 lid 1 sub c RVV 1990

   

60

45

   

R

613

 

als voetganger of bestuurder van een gehandicaptenvoertuig bij het oversteken het overige verkeer ter plaatse niet voor laten gaan, indien het rode licht is vervangen door een geel knipperlicht als bedoeld in artikel 75 van het RVV 1990

62 jo. 74 lid 2 RVV 1990

   

60

45

   

R

614

 

als weggebruiker niet stoppen voor rood licht bij toeritdosering

62 jo. 68 lid 1 sub c c.q. 69 lid 1 sub b RVV 1990

60

60

      
             
   

IV. Verkeerstekens op het wegdek

         
             

R

616

a

als bestuurder de doorgetrokken streep tussen rijstroken dan wel op paden met verkeer in beide richtingen naar links overschrijden

62 jo. 76 lid 1 sub a RVV 1990

150

150

100

60

 

60

  

R

616

b

als bestuurder zich bevinden links van de doorgetrokken streep tussen rijstroken dan wel op paden met verkeer in beide richtingen

62 jo. 76 lid 1 sub a RVV 1990

150

150

100

60

 

60

  

R

617

 

als bestuurder de doorgetrokken streep tussen rijstroken dan wel op paden met verkeer in één richting overschrijden

62 jo. 76 lid 1 sub b RVV 1990

90

90

60

35

 

35

  

R

618

 

als bestuurder een verdrijvingsvlak gebruiken

62 jo. 77 RVV 1990

150

150

100

60

 

60

  

R

619

 

als bestuurder van een motorvoertuig of als bromfietser die de rijbaan volgt op een kruispunt niet de richting volgen die de voorsorteerstrook waarop zij zich bevinden aangeeft

62 jo. 78 RVV 1990

150

150

100

     

R

620

 

als bestuurder niet stoppen voor stopstreep daar waar dit op grond van het RVV 1990 verplicht is

62 jo. 79 RVV 1990

60

60

40

20

 

20

  

R

621

 

als bestuurder in strijd met op het wegdek aangebrachte haaietanden geen voorrang verlenen aan bestuurders op de kruisende weg

62 jo. 80 RVV 1990

150

150

100

60

 

60

  

R

622

a

als weggebruiker, anders dan als bestuurder van een lijnbus, gebruik maken van een busbaan of - strook aangeduid met: «LIJNBUS»

62 jo. 81 RVV 1990

90

90

60

35

25

35

  

R

622

 

als weggebruiker, anders dan als bestuurder van een lijnbus of autobus, gebruik maken van een busbaan of -strook aangeduid met «BUS»

62 jo. 81 RVV 1990

90

90

60

35

25

35

  
             
   

Hoofdstuk 4. Aanwijzingen

         
             
   

I. Verplichtingen weggebruikers

         
             

R

628

a

als weggebruiker niet stoppen voor een stopteken, gegeven door middel van een rode lamp

83 RVV 1990

150

150

100

60

45

60

  

R

628

b

als weggebruiker niet stoppen voor een stopteken, gegeven met een aan een politievoertuig aangebrachte transparant

83 RVV 1990

150

150

100

60

45

60

  
             
   

als weggebruiker niet opvolgen van de in de Bijlage II RVV 1990 vastgestelde aanwijzingen

         

R

630

a

- gegeven door daartoe bevoegde en als zodanig kenbare ambtenaren

82 lid 1 ivm Bijlage II RVV 1990

150

150

100

60

45

60

  
             
   

Nummers R 701 - R 703: Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

         

R

701

 

zonder daartoe krachtens het Besluit bevoegd te zijn verkeerstekens op, langs of boven de wegen aanbrengen, doen aanbrengen, aangebracht houden, verwijderen, dan wel de zichtbaarheid daarvan wegnemen

1a BABW

       

90

R

702

 

voorwerpen, inrichting of borden, van welke aard ook, die het verkeer in verwarring zouden kunnen brengen op, langs of boven de wegen aanbrengen, doen aanbrengen of aangebracht houden

2 BABW

       

90

R

703

 

niet zo spoedig mogelijk op de juiste wijze inleveren van ongeldige gehandicaptenparkeerkaart

55 jo. 51 BABW

       

60

             
   

Nummers K 405 - K 550: Kentekenreglement (KR)

         

K

405

 

de kentekenplaat voldoet niet aan de gestelde eisen

5 lid 1 en 3 Kr

       

90

             
   

Wijziging van de tenaamstelling: overdracht tussen particulieren

         
             
   

Kentekenbewijzen afgegeven na 31 mei 2004

         

K

417

 

deel I B en deel II niet terstond aan de nieuwe eigenaar of houder overdragen

26 lid 1 sub a Kr

       

30

K

418

 

deel I A afgeven terwijl het vrijwaringsbewijs en het oude deel I B nog niet is ontvangen

26 lid 1 sub b Kr

       

90

K

419

 

het ontvangstbewijs afgeven terwijl het vrijwaringsbewijs en het oude deel I B nog niet is ontvangen

26 lid 1 sub b jo. 18 Kr

       

90

K

420

 

als nieuwe eigenaar of houder niet binnen een week op de voorgeschreven wijze het kentekenbewijs overschrijven

26 lid 2 Kr

       

220

K

421

 

het vrijwaringsbewijs en het oude deel I B niet terstond aan de vorige eigenaar of houder afgeven

26 lid 4 Kr

       

30

K

422

 

deel I A niet terstond aan de nieuwe eigenaar of houder afgeven na ontvangst van het vrijwaringsbewijs en het oude deel I B

26 lid 5 Kr

       

60

K

423

 

het ontvangstbewijs niet terstond aan de nieuwe eigenaar of houder afgeven na ontvangst van het vrijwaringsbewijs en het oude deel I B

26 lid 5 jo. 18 Kr

       

30

             
   

Driedelige kentekenbewijzen en kentekenbewijzen die bestaan uit een deel I afgegeven voor 31 mei 2004, een deel I B en een overschrijvingsbewijs

         

K

431

 

deel II of deel I B en het overschrijvingsbewijs niet terstond aan de nieuwe eigenaar of houder overdragen

58b lid 1 sub a Kr

       

30

K

432

 

deel I afgeven terwijl het vrijwaringsbewijs en het oude deel II of I B nog niet is ontvangen

58b lid 1 sub b Kr

       

90

K

433

 

het ontvangstbewijs afgeven terwijl het vrijwaringsbewijs en het oude deel II of I B nog niet is ontvangen

58b lid 1 sub b jo. 18 Kr

       

90

K

434

 

als nieuwe eigenaar of houder niet binnen een week op de voorgeschreven wijze het kentekenbewijs overschrijven

58b lid 2 Kr

       

220

K

436

 

het vrijwaringsbewijs en het oude deel II of I B niet terstond aan de vorige eigenaar of houder afgeven

58b lid 4 Kr

       

30

K

437

 

deel I niet terstond aan de nieuwe eigenaar of houder afgeven na ontvangst van het vrijwaringsbewijs en het oude deel II of I B

58b lid 5 Kr

       

60

K

438

 

het ontvangstbewijs niet terstond aan de nieuwe eigenaar of houder afgeven na ontvangst van het vrijwaringsbewijs en het oude deel II of I B

58b lid 5 jo. 18 Kr

       

30

             
   

Wijziging van de tenaamstelling: overdracht ten behoeve van een bedrijfsvoorraad

         
             
   

Kentekenbewijzen afgegeven na 31 mei 2004

         

K

441

 

deel I B en deel II niet terstond aan het erkende bedrijf overdragen

27 lid 2 sub a Kr

       

30

K

442

 

deel I A afgeven terwijl het vrijwaringsbewijs en het oude deel I B nog niet is ontvangen

27 lid 2 sub b Kr

       

90

K

443

 

het ontvangstbewijs afgeven terwijl het vrijwaringsbewijs en het oude deel I B nog niet is ontvangen

27 lid 2 sub b jo. 18 Kr

       

90

K

444

 

deel I A niet terstond aan het erkende bedrijf afgeven na ontvangst van het vrijwaringsbewijs en het oude deel I B

27 lid 6 Kr

       

30

K

446

 

het ontvangstbewijs niet terstond aan het erkende bedrijf afgeven na ontvangst van het vrijwaringsbewijs en het oude deel I B

27 lid 6 jo. 18 Kr

       

30

             
   

Driedelige kentekenbewijzen en kentekenbewijzen die bestaan uit een deel I afgegeven voor 31 mei 2004, een deel I B en een overschrijvingsbewijs

         

K

447

 

deel I B en deel II niet terstond aan het erkende bedrijf overdragen

58c lid 2 sub a Kr

       

30

K

448

 

deel I afgeven terwijl het vrijwaringsbewijs en het oude deel II of I B nog niet is ontvangen

58c lid 2 sub b Kr

       

90

K

449

 

het ontvangstbewijs afgeven terwijl het vrijwaringsbewijs en het oude deel II of I B nog niet is ontvangen

58c lid 2 sub b jo. 18 Kr

       

90

K

451

 

deel I niet terstond aan het erkende bedrijf afgeven na ontvangst van het vrijwaringsbewijs en het oude deel II of I B

58c lid 6 Kr

       

30

K

452

 

het ontvangstbewijs niet terstond aan het erkende bedrijf afgeven na ontvangst van het vrijwaringsbewijs en het oude deel II of I B

58c lid 6 jo. 18 Kr

       

30

             
   

Wijziging van de tenaamstelling: overdracht van een voertuig uit bedrijfsvoorraad

         
             
   

Kentekenbewijzen afgegeven na 31 mei 2004

         
             
   

bedrijfsvoorraad deel I B en deel II niet terstond overdragen aan

28 lid 1 jo.

        

K

456

a

- de nieuwe eigenaar of houder (particulier)

26 lid 1 sub a Kr

       

60

K

456

b

- het erkende bedrijf

27 lid 2 sub a Kr

       

60

             
   

als erkend bedrijf deel I A afgeven terwijl het vrijwaringsbewijs en het oude deel I B nog niet is ontvangen, van

28 lid 1 jo.

        

K

457

a

- een particulier

26 lid 1 sub b Kr

       

90

K

457

b

- een erkend bedrijf

27 lid 2 sub b Kr

       

90

K

465

 

als nieuwe eigenaar of houder (particulier) niet binnen een week op de voorgeschreven wijze het kentekenbewijs overschrijven

28 lid 1 jo. 26 lid 2 Kr

       

220

K

471

 

als particulier het vrijwaringsbewijs en het oude bedrijfsvoorraad deel I B niet terstond aan de vorige eigenaar of houder afgeven

28 lid 1 jo. 26 lid 4 Kr

       

30

             
   

deel I A na ontvangst van het vrijwaringsbewijs en het oude bedrijfsvoorraad deel I B niet terstond afgeven aan

28 lid 1 jo.

        

K

472

a

- de nieuwe eigenaar of houder (particulier)

26 lid 5 Kr

       

60

K

472

b

- het erkende bedrijf

27 lid 6 Kr

       

60

K

480

 

als erkend bedrijf niet binnen een week op de voorgeschreven wijze het kentekenbewijs overschrijven (voertuig bestemd voor eigen gebruik)

28 lid 2 Kr

       

220

             
   

Driedelige kentekenbewijzen en kentekenbewijzen die bestaan uit een deel I afgegeven voor 31 mei 2004, een deel IB en een overschrijvingsbewijs

         
             
   

bedrijfsvoorraad deel II of I B en het overschrijvingsbewijs niet terstond overdragen aan

58d lid 1 jo.

        

K

478

a

- de nieuwe eigenaar of houder (particulier)

58b lid 1 sub a Kr

       

60

K

478

b

- het erkende bedrijf

58c lid 2 sub a Kr

       

60

             
   

als erkend bedrijf deel I afgeven terwijl het vrijwaringsbewijs en het oude deel II of I B nog niet is ontvangen, van

58d lid 1 jo.

        

K

479

a

- een particulier

58b lid 1 sub b Kr

       

90

K

479

b

- een erkend bedrijf

58c lid 2 sub b Kr

       

90

K

481

 

als nieuwe eigenaar of houder (particulier) niet binnen een week op de voorgeschreven wijze het kentekenbewijs overschrijven

58d lid 1 jo. 58b lid 2 Kr

       

220

K

482

 

als particulier het vrijwaringsbewijs en het oude bedrijfsvoorraad deel II of I B niet terstond aan de vorige eigenaar of houder afgeven

58d lid 1 jo. 58b lid 4 Kr

       

30

             
   

deel I na ontvangst van het vrijwaringsbewijs en het oude bedrijfsvoorraad deel II of I B niet terstond afgeven aan

58d lid 1 jo.

        

K

483

a

- de nieuwe eigenaar of houder (particulier)

58b lid 5 Kr

       

60

K

483

b

- het erkende bedrijf

58c lid 6 Kr

       

60

K

484

 

als erkend bedrijf niet binnen een week op de voorgeschreven wijze het kentekenbewijs overschrijven (voertuig bestemd voor eigen gebruik)

58d lid 2 Kr

       

220

             
   

Wijziging van de tenaamstelling: overlijden van een kentekenhouder

         
             
   

Kentekenbewijzen afgegeven na 31 mei 2004

         

K

485

 

als meerderjarige eigenaar of houder na overlijden van de kentekenhouder niet binnen vijf weken op de voorgeschreven wijze het kentekenbewijs op zijn naam overschrijven

29 lid 1 Kr

       

220

             
   

Driedelige kentekenbewijzen en kentekenbewijzen die bestaan uit een deel I afgegeven voor 31 mei 2004, een deel I B en een overschrijvingsbewijs

         

K

486

 

als meerderjarige eigenaar of houder na overlijden van de kentekenhouder niet binnen vijf weken op de voorgeschreven wijze het kentekenbewijs op zijn naam overschrijven

58f lid 1 Kr

       

220

             
   

Verval van de tenaamstelling: overdracht van een voertuig aan een persoon in het buitenland

         
             
   

Kentekenbewijzen afgegeven na 31 mei 2004

         

K

491

 

het (bedrijfsvoorraad) deel I B en deel II niet terstond aan de nieuwe eigenaar of houder overdragen

31 lid 1 sub a en 31 lid 6 jo. lid 1 Kr

       

30

K

492

 

deel I A afgeven terwijl het afschrift van de uitvoerverklaring nog niet is ontvangen

31 lid 1 sub b Kr

       

90

K

493

 

als eigenaar of houder deel I A niet terstond aan de nieuwe eigenaar of houder afgeven na ontvangst van het afschrift van de uitvoerverklaring

31 lid 5 Kr

       

60

             
   

Driedelige kentekenbewijzen en kentekenbewijzen die bestaan uit een deel I afgegeven voor 31 mei 2004, een deel I B en een overschrijvingsbewijs

         

K

490

a

het (bedrijfsvoorraad) deel II (of I B) en het overschrijvingsbewijs niet terstond aan de nieuwe eigenaar of houder overdragen

31 lid 1 sub a en 31 lid 6 jo. lid 1 Kr

       

30

K

490

b

deel I afgeven terwijl het afschrift van de uitvoerverklaring nog niet is ontvangen

31 lid 1 sub b Kr

       

90

K

505

 

als eigenaar of houder deel I niet terstond aan de nieuwe eigenaar of houder afgeven na ontvangst van het afschrift van de uitvoerverklaring

31 lid 5 Kr

       

60

             
   

Alle kentekenbewijzen

         

K

490

c

het ontvangstbewijs afgeven terwijl het afschrift van de uitvoerverklaring nog niet is ontvangen

31 lid 1 sub b jo. 18 Kr

       

90

K

495

 

als nieuwe eigenaar of houder niet binnen een week de vereiste documenten bij de Minister van Verkeer en Waterstaat inleveren

31 lid 2 en 31 lid 6 jo. lid 2 Kr

       

220

K

500

 

als nieuwe eigenaar of houder het afschrift van de uitvoerverklaring niet terstond aan de vorige eigenaar of houder afgeven

31 lid 4 Kr

       

60

K

510

 

als eigenaar of houder het ontvangstbewijs niet terstond aan de nieuwe eigenaar of houder afgeven na ontvangst van het afschrift van de uitvoerverklaring

31 lid 5 jo. 18 Kr

       

30

K

515

 

als nieuwe eigenaar of houder niet terstond een aangewezen legitimatiebewijs en de uitvoerverklaring inleveren bij het erkende bedrijf dat de uitvoer geautomatiseerd registreert

32 lid 2 Kr

       

220

K

520

 

als kentekenhouder/bij overlijden zijn erfgenaam, niet de vereiste documenten inleveren bij de Minister van Verkeer en Waterstaat, wanneer het voertuig voorgoed buiten Nederland wordt gebracht

33 lid 1 Kr en 33 lid 3 jo. lid 1 Kr

       

220

             
   

Aanvraag nieuw deel I (A)

         
             
   

Kentekenbewijzen afgegeven na 31 mei 2004

         

K

526

 

niet op de voorgeschreven wijze een nieuw deel I A aanvragen, indien het voertuig niet meer overeenstemt met de gegevens op het afgegeven deel I A

34 lid 1 Kr

       

60

             
   

Driedelige kentekenbewijzen en kentekenbewijzen die bestaan uit een deel I afgegeven voor 31 mei 2004, een deel I B en een overschrijvingsbewijs

         

K

527

 

niet op de voorgeschreven wijze een nieuw kentekenbewijs aanvragen, indien het voertuig niet meer overeenstemt met de gegevens op het afgegeven deel I

58h lid 1 Kr

       

60

             
   

Handelaarskenteken(bewijs)

         

K

535

 

als kentekenhouder het handelaarskenteken niet op de voorgeschreven wijze gebruiken

44 Kr

       

220

K

540

 

het ongeldig verklaarde handelaarskentekenbewijs niet onverwijld inleveren

45 lid 2 Kr

       

220

             
   

Intrekking erkenning

         

K

545

 

de verstrekte formulieren en bedrijfsvoorraadpassen niet onverwijld inleveren

49 lid 1 Kr

       

220

             
   

Inleverplicht oude bewijzen (overgangsbepaling)

         

K

550

 

kentekenbewijzen en duplicaten afgegeven op basis van de (oude) Wegenverkeerswet en die hun geldigheid hebben verloren, niet onverwijld inleveren

54 lid 2 Kr

       

220

             
   

Nummer K 600: Reglement rijbewijzen (RR)

         

K

600

 

als bestuurder van een motorrijtuig van de rijbewijscategorie A niet op eerste vordering het theoriecertificaat dan wel de oproep voor het examen ter inzage geven

2 lid 2 RR

 

60

      
   

Nummers N 010 – P 600: Voertuigreglement (VR)

    
   

Categorie-indeling A: (voertuigreglement)

    
   

2 – personenauto's;

   

3 – bedrijfsauto's;

   

4 – motorfietsen;

   

5 – driewielige motorrijtuigen;

   

6 – bromfietsen;

   

7 – motorrijtuigen met beperkte snelheid;

   

8 – land- of bosbouwtrekkers;

   

9 – fietsen;

   

10 – gehandicaptenvoertuigen, uitgerust met een verbrandingsmotor of een elektromotor en voorzien van een gesloten carrosserie;

   

11 – gehandicaptenvoertuigen, uitgerust met een elektromotor en niet voorzien van een gesloten carrosserie;

   

12 – aanhangwagens met een toegestane maximum massa van meer dan 750 kg achter personenauto's, bedrijfsauto's en driewielige motorrijtuigen;

   

13 – aanhangwagens met een toegestane maximum massa van niet meer dan 750 kg achter personenauto's, bedrijfsauto's en driewielige motorrijtuigen;

   

14 – aanhangwagens achter landbouw- of bosbouwtrekkers en achter motorrijtuigen met beperkte snelheid;

   

15 – aanhangwagens achter motorfietsen (15a) of bromfietsen (15b);

   

16 – aanhangwagens achter fietsen op twee wielen;

   

17 – wagens.

    
   

Noot Voertuigreglement (VR)

    
   

– De feiten met betrekking tot het VR zijn in 16 categorieën onderverdeeld en zijn genummerd van 2 t/m 17. Deze categorie-indeling komt overeen met de indeling van het VR.

   

– Indien bij artikel een * staat vermeld, dan dient dit teken vervangen te worden door het nummer van de categorie, waarop de feitcode betrekking heeft, om het op die categorie betrekking hebbende artikel van het Voertuigreglement te verkrijgen.

   

– Bij categorie 15 kan het trekkende voertuig verschillend zijn (motor of bromfiets). Voor deze voertuigen gelden verschillende tarieven. Achter de categorie aanduiding moet daarom voor de motorfiets een A en voor de bromfiets een B worden vermeld.

   

categorie: 15A – motorfiets

   

categorie: 15B – bromfiets.

   

– Op de kennisgeving/aankondiging moet een nadere toelichting op het feit worden vermeld, omdat de bepalingen van het VR in algemene feitomschrijvingen zijn weergegeven.

   

– De feiten die betrekking hebben op de massa of de last onder wiel of as gelden uitsluitend voor particulieren. Indien sprake is van beroepsmatig vervoer is de Wet op de economische delicten van toepassing. Zie hiervoor de feitcodeseries E 850 t/m E 856.

   

Feit

Artikel

Tarief in Euro per feit en per categorie

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

17

   

Als bestuurder van een voertuig rijden (terwijl):

                 
                     
   

0 – Algemeen

                 
                     

N

010

a

het niet in overeenstemming is met de gegevens op het kentekenbewijs of met de in het kentekenregister vermelde gegevens

5.*.1 VR

150

150

150

150

100

     

150

     

N

010

b

het identificatienummer niet is ingeslagen of goed leesbaar is

5.*.1 VR

150

150

150

150

100

150

150

 

60

 

150

     

N

010

c

de kentekenpla(a)t(en) niet voorzien is/zijn van het goedkeuringsmerk, dan wel niet deugdelijk aan de voor en/of achterzijde is/zijn bevestigd

5.*.1 VR

60

60

60

60

40

     

60

     

N

010

d

het kenteken niet goed leesbaar is of de kentekenpla(a)t(en) is/zijn afgeschermd

5.*.1 VR

90

90

90

90

60

     

90

     

N

010

e

het na 31-12-1997 in gebruik genomen voertuig niet is voorzien van een goed leesbare constructieplaat, waarvan de gegevens in overeenstemming zijn met het kentekenregister

5.*.1 VR

 

60

        

60

     

N

010

f

het merk of de fabrieksaanduiding niet aanwezig is

5.*.1 VR

  

60

 

40

           
                     
   

1 - Algemene bouwwijze van het voertuig

                 

N

020

a

het meerassig is

5.15.2 lid 1 VR

             

90/60

  

N

020

b

het wiel niet zodanig is bevestigd dat het uitsluitend draaibaar is om de eigen as

5.15.2 lid 2 VR

             

90/60

  

N

030

a

het chassis dan wel de mee of zelfdragende carrosserie breuken en of scheuren vertoont

5.*.3 VR

150

150

 

150

100

150

150

   

150

150

150

150/100

 

60

N

030

b

het chassis dan wel de mee of zelfdragende carrosserie zodanig bevestigd, vervormd of door corrosie is aangetast dat de stijfheid en de sterkte in gevaar worden gebracht

5.*.3 VR

150

150

 

150

100

150

150

   

150

150

150

150/100

 

60

                     
   

het frame of de zelfdragende constructie alsmede de voor- en achtervork

                 

N

030

c

- breuken en of scheuren vertoont

5.*.3 lid 1 VR

  

150

             

N

030

d

- is doorgeroest

5.*.3 lid 1 VR

  

150

             

N

030

e

- is vervormd

5.*.3 lid 1 VR

  

150

             

N

030

f

de onderdelen van het frame of de zelfdragende constructie niet deugdelijk zijn bevestigd

5.*.3 VR

  

150

150

100

   

60

       

N

030

g

het frame met voor- en achtervork breuken en of scheuren vertoont, is doorgeroest of is vervormd

5.*.3 lid 2 VR

   

150

100

           
                     
   

het frame

                 

N

030

h

- breuken en of scheuren vertoont

5.9.3 VR

       

35

        

N

030

i

- is doorgeroest

5.9.3 VR

       

35

        

N

030

j

- is vervormd

5.9.3 VR

       

35

        
                     
   

het chassis, de zelfdragende constructie of het frame met voor- en achtervork

                 

N

030

k

- breuken en of scheuren vertoont

5.10.3 VR

        

35

       

N

030

l

- is doorgeroest

5.10.3 VR

        

35

       

N

030

m

- is vervormd

5.10.3 VR

        

35

       
   

het frame dan wel de daarvoor in de plaats tredende delen of het frame met voor- en achtervork

                 

N

030

n

- breuken en of scheuren vertoont

5.11.3 VR

         

35

      

N

030

o

- is doorgeroest

5.11.3 VR

         

35

      

N

030

p

- is vervormd

5.11.3 VR

         

35

      

N

030

q

de onderdelen van het frame of de daarvoor in de plaats tredende constructie niet deugdelijk zijn bevestigd

5.11.3 lid 3 VR

         

35

      

N

040

a

de bovenbouw ondeugdelijk op het onderstel is bevestigd

5.*.4 VR

90

90

 

90

60

90

  

35

 

90

90

90

90/60

 

35

N

040

b

de ondersteuning van de laadvloer/laadruimte niet deugdelijk is

5.*.4 VR

 

90

   

90

    

90

90

90

90/60

 

35

N

040

c

de gekoppelde zijspanwagen niet deugdelijk is bevestigd

5.*.4 VR

  

90

 

60

           

N

050

 

de bedrading niet deugdelijk is bevestigd en niet goed is geïsoleerd

5.*.5 VR

          

90

90

90

   
                     
   

2 - Afmetingen en massa's

                 

N

060

a

het langer is dan 12 m (geldt niet voor bussen; cat. 5; ingebruikname voor 01-11-1997)

5.*.6 VR

90

90

 

90

 

90

90

     

90

   

N

060

aa

de bus met 2 assen, in gebruik genomen na 09-09-2003, langer is dan 13,50 m

5.3.6 lid 2 VR

 

90

              

N

060

ab

de bus met 2 assen, in gebruik genomen voor 10-09-2003, langer is dan 15 m

5.3.6 lid 2 VR

 

90

              

N

060

ac

de bus met meer dan 2 assen langer is dan 15 m

5.3.6 lid 2 VR

 

90

              

N

060

b

het breder is dan 2,55 m (cat. 5; ingebruikname voor 01-11-1997)

5.*.6 VR

90

90

 

90

      

90

90

    

N

060

d

het rijdende werktuig langer is dan 20 m

5.3.6 lid 2 VR

 

90

              

N

060

e

de gelede bus langer is dan 18,75 m

5.3.6 lid 2 VR

 

90

              

N

060

f

het kermis- of circusvoertuig langer is dan 14 m

5.*.6 lid 2 VR

 

90

        

90

     

N

060

g

het geconditioneerde voertuig breder is dan 2,60 m

5.*.6 VR

 

90

        

90

     

N

060

h

het rijdend werktuig breder is dan 3 m

5.*.6 VR

 

90

   

90

          

N

060

m

het breder is dan 2,60 m

5.*.6 VR

     

90

      

90

   

N

060

n

de landbouw- of bosbouwtrekker breder is dan 3 m

5.8.6 VR

      

90

         

N

060

o

het gehandicaptenvoertuig langer is dan 3,50 m

5.*.6 VR

        

35

35

      

N

060

p

het gehandicaptenvoertuig breder is dan 1,10 m (geldt niet voor motorrijtuigen (cat. 10) die voor 01-01-2000 in het verkeer zijn gebracht)

5.*.6 VR

        

35

35

      

N

060

q

het gehandicaptenvoertuig hoger is dan 2 m

5.*.6 VR

        

35

35

      

N

060

r

de fiets breder is dan 0,75 m

5.9.6 lid 1 VR

       

35

        

N

060

s

de fiets op meer dan twee wielen of met zijspanwagen breder is dan 1,50 m

5.9.6 lid 2 VR

       

35

        

N

060

t

het langer is dan 4 m (cat. 5; ingebruikname na 31-10-1997)

5.*.6 VR

  

90

90

60

           

N

060

u

het breder is dan 2 m (cat. 5; ingebruikname na 31-10-1997, cat. 6; op meer dan 2 wielen)

5.*.6 VR

  

90

90

60

           

N

060

v

het hoger is dan 2,5 mr (cat. 5; ingebruikname na 31-10-1997)

5.*.6 VR

  

90

90

60

           

N

060

w

de tweewielige bromfiets breder is dan 1 m

5.6.6 VR

    

60

           

N

061

a

de aanhangwagen, niet zijnde een oplegger, langer is dan 12 m

5.12.6 lid 1 VR

          

90

     

N

061

c

de middenasaanhangwagen die voor 01-07-1967 in gebruik is genomen langer is dan 10 m

5.12.6 lid 2 VR

          

90

     

N

061

d

de middenasaanhangwagen die na 30-06-1967 maar voor 01-01-1987 in gebruik is genomen en waarvan de toegestane maximum massa meer bedraagt dan 2500 kg maar niet meer dan 3500 kg langer is dan 10 m

5.12.6 lid 2 VR

          

90

     

N

061

e

bij de na 31-12-1997 in gebruik genomen oplegger, niet zijnde een kermis- of circusvoertuig, de horizontaal gemeten afstand tussen het hart van de koppelingspen en enig deel aan de voorzijde van de oplegger meer dan 2,04 m bedraagt en de horizontaal gemeten afstand tussen het hart van de koppelingspen en de achterzijde van de oplegger meer dan 12 m bedraagt

5.12.6 lid 3 VR

          

90

     

N

061

g

de horizontaal gemeten afstand tussen het hart van de koppelingspen en de achterzijde van de oplegger van het kermis- of circusvoertuig meer bedraagt dan 17,50 m

5.12.6 lid 5 VR

          

90

     

N

061

h

de aanhangwagen, niet zijnde een middenasaanhangwagen, langer is dan 12 m

5.13.6 VR

           

90

    

N

061

i

de middenasaanhangwagen langer is dan 8 m

5.13.6 VR

           

90

    

N

061

j

de aanhangwagen ten behoeve van de landbouw breder is dan 3 m

5.14.6 VR

            

90

   

N

061

k

de aanhangwagen breder is dan 1 m

5.*.6 VR

             

90/60

35

 

N

061

l

de aanhangwagen hoger is dan 1 m

5.15.6 VR

             

90/60

  

N

061

m

de bespannen wagen breder is dan 2,60 m

5.17.6 lid 1 VR

               

35

N

061

n

de onbespannen wagen breder is dan 1,50 m

5.17.6 lid 2 VR

               

35

                     
   

het voertuig met inbegrip van de lading hoger is dan 4 m, een overschrijding

                 

N

062

a

- van 0,01 m t/m 0,10 m

 

300

300

 

300

 

300

300

   

300

300

300

  

120

                     
   

de toegestane asdruk, massa of som van de aslasten wordt overschreden met

                 

N

070

a

- meer dan 10 %

5.*.7 VR

180

180

    

180

   

180

     

N

070

b

- meer dan 25 %

5.*.7 VR

270

270

    

270

   

270

     
                     
   

de toegestane wieldruk, massa of som van de aslasten wordt overschreden met (massa of som van de aslasten betreft uitsluitend cat 7)

                 

N

070

e

- meer dan 10 %

5.*.7 VR

     

180

      

180

  

70

N

070

f

- meer dan 25 %

5.*.7 VR

     

270

      

270

  

100

                     
   

van het rijdende werktuig de toegestane massa of som van de aslasten wordt overschreden met

                 

N

071

a

- meer dan 5 en t/m 10 %

5.3.7 lid 2 VR

 

180

              

N

071

b

- meer dan 10 en t/m 15 %

5.3.7 lid 2 VR

 

270

              
                     
   

3 - Motor

                 
                     
   

de bromfiets de op het kentekenbewijs of in het kentekenregister vermelde maximum constructiesnelheid, vermeerderd met 5 km/h overschrijdt

5.6.8 lid 1 VR

                

N

083

a

- t/m 10 km/h

     

40

           

N

083

b

- meer dan 10 en t/m 15 km/h

     

60

           

N

090

a

het brandstofsysteem niet veilig is of deugdelijk is bevestigd

5.*.9 lid 1 VR

150

150

150

  

150

150

         

N

090

b

het brandstofsysteem of de elektrische aandrijving niet veilig is of deugdelijk is bevestigd

5.*.9 lid 1 VR

   

150

100

   

60

       

N

090

c

het brandstofsysteem lekkage vertoont

5.*.9 lid 2 VR

150

150

150

150

100

150

150

 

60

       

N

090

d

het brandstofsysteem niet deugdelijk is afgesloten

5.*.9 lid 3 VR

150

150

150

150

100

150

150

 

60

       

N

090

e

het gehandicaptenvoertuig niet is voorzien van een gaspedaal/gashendel

5.10.9 lid 4 VR

        

20

       

N

090

f

het gehandicaptenvoertuig niet is voorzien van een brandstofniveaumeter (niet verplicht indien voertuig is voorzien van brandstoftank met reservestand)

5.10.9 lid 4 VR

        

20

       

N

090

g

het gehandicaptenvoertuig dat is uitgerust met een elektromotor niet is voorzien van de vereiste schakelaars en indicatoren

5.*.9 VR

        

20

20

      

N

090

h

de elektrische aandrijving niet veilig is of deugdelijk is bevestigd

5.11.9 lid 1 VR

         

20

      

N

100

 

de LPG-installatie niet voldoet aan de eisen

5.*.10 VR

150

150

150

150

            

N

101

 

de CNG-installatie niet voldoet aan de eisen

5.*.10a VR

150

150

150

150

            

N

110

a

deze niet is voorzien van een over de gehele lengte gasdichte uitlaat

5.*.11 lid 1 VR

180

180

180

180

120

180

180

 

70

       

N

110

b

het uitlaatsysteem niet deugdelijk is bevestigd

5.*.11 lid 2 VR

90

90

90

90

60

90

90

 

35

       

N

110

c

het niet voldoet aan de eisen gesteld ten aanzien van luchtverontreiniging, geluidsproductie, geluidsniveau, uitlaatgassen of het stationaire mengsel (geluidsniveau cat. 2, 4 en 6 zie N 110 h t/m k)

5.*.11 VR

180

180

180

180

120

           

N

110

e

het uitlaatsysteem niet behoorlijk geluiddempend is

5.*.11 VR

   

180

 

180

180

 

70

       
                     
   

Meting geluidsniveau

                 
   

Noot: Indien geen waarde (op het kentekenbewijs of) het kentekenregister is vermeld dan moeten onderstaande waarden worden gehanteerd:

                 
                     
   

Bromfiets

                 
   

ConstructiesnelheidMaximum toegestane

waarde

                 
   

max 25 km/h90 dB(A)

                
   

> 25 km/h97 dB(A)

                
                    
   

Motor

                
   

Cylinderinhoud t/mMaximum toegestane

waarde

                
   

80 cm391 dB(A)

                
   

125 cm392 dB(A)

                
   

350 cm395 dB(A)

                
   

500 cm397 dB(A)

                
   

750 cm3100 dB(A)

                
   

1000 cm3103 dB(A)

                
   

> 1000 cm3106 dB(A)

                
                     
   

het (op het kentekenbewijs of) in het kentekenregister vermelde geluidsniveau, vermeerderd met 2 dB(A), wordt overschreden

                 

N

110

n

- tot 4 dB(A)

5.*.11 VR

180

 

180

 

120

           
                     
   

het toegestane geluidsniveau van het voertuig, waarvoor geen waarde (op het kentekenbewijs of) in het kentekenregister is vermeld, wordt overgeschreven

                 

N

110

p

- tot 4 dB(A)

5.6.11 VR

  

180

 

120

           

N

120

a

de accu of tractiebatterij niet deugdelijk is bevestigd

5.*.12 lid 1 VR

90

90

90

90

60

90

90

 

35

35

      

N

120

b

de bedrading niet deugdelijk is bevestigd/goed is geïsoleerd

5.*.12 VR

90

90

90

90

60

90

90

 

35

35

      

N

120

c

het gehandicaptenvoertuig, dat is uitgerust met een elektrische aandrijving, niet is voorzien van een beveiliging tegen overbelasting, die door middel van een binnen bereik bevindende schakelaar de stroomvoorziening herstelt

5.*.12 lid 3 VR

        

20

20

      

N

130

a

de motorsteunen niet deugdelijk zijn bevestigd/in ernstige mate zijn beschadigd

5.*.13 VR

90

90

 

90

 

90

  

35

       

N

130

b

de rubbers zijn doorgescheurd/de vulcanisatie is losgeraakt

5.*.13 VR

90

90

 

90

 

90

  

35

       

N

130

c

de motor niet deugdelijk is bevestigd

5.*.13 VR

  

90

 

60

           
                     
   

4 - Krachtoverbrenging

                 

N

140

a

het met een ledige massa van meer dan 400 kg niet is voorzien van een achteruitrijinrichting

5.7.14 VR

     

60

          

N

140

b

het niet is voorzien van een achteruitrijinrichting

5.*.14 VR

      

60

 

20

       

N

150

a

het na 30-06-1967 in gebruik genomen voertuig niet is voorzien van een goed werkende, ook bij nacht, afleesbare snelheidsmeter

5.*.15 VR

60

60

              

N

150

e

het na 26-11-1975, doch voor 31-12-1994 in gebruik genomen voertuig niet is voorzien van een goed werkende, ook bij nacht afleesbare snelheidsmeter

5.*.15 VR

  

60

60

            

N

150

f

de na 31-12-2006 in gebruik genomen bromfiets niet is voorzien van een goed werkende, ook bij nacht afleesbare snelheidsmeter

5.6.15 VR

    

40

           

N

160

a

de onderdelen van de aandrijving of transmissie niet deugdelijk bevestigd zijn

5.*.16 VR

90

90

90

90

60

90

90

 

35

       

N

160

b

de koppeling niet deugdelijk is

5.*.16 VR

90

90

 

90

  

90

         

N

170

a

de krachtoverbrenging niet op eenvoudige wijze kan worden onderbroken

5.10.17 VR

        

20

       

N

170

b

de snelheid niet regelbaar is

5.11.17 VR

         

35

      
                     
   

5 - Assen

                 

N

180

 

de assen niet deugdelijk (bevestigd) zijn

5.*.18 VR

150

150

150

150

100

150

150

 

60

 

150

150

150

150/100

  

N

190

 

de fuseeonderdelen en overige draaipunten niet deugdelijk (bevestigd) zijn

5.*.19 VR

150

150

 

150

100

     

150

 

150

   

N

200

 

de wiellagers niet deugdelijk zijn (cat. 6 alleen 3 of 4 wielig)

5.*.20 VR

90

90

 

90

60

     

90

90

    

N

210

 

de wielbasis te veel afwijkt

5.*.21 VR

60

60

60

60

      

60

     

N

220

 

de afstanden tussen de fuseedraaipunten en het chassis en de carrosserie te veel verschillen

5.*.22 VR

60

60

              

N

230

 

de spoorbreedte te groot is

5.*.23 VR

60

60

              

N

240

a

de wielen/de velgen niet deugdelijk (bevestigd) zijn

5.*.24 VR

150

  

150

 

150

150

    

150

150

150/100

  

N

240

b

de wielen/de velgen/de wielnaven/stabilisatoren niet deugdelijk (bevestigd) zijn

5.3.24-26 VR

 

150

              

N

240

c

de wielen, alsmede de onderdelen niet deugdelijk (bevestigd) zijn

5.*.24 VR

  

150

 

100

   

60

       

N

240

d

de wielen/de velgen/stabilisatoren niet deugdelijk (bevestigd) zijn

5.12.24 en 26 VR

          

150

     

N

250

 

de wielnaven niet deugdelijk bevestigd zijn

5.*.25 VR

     

150

150

         
                     
   

6 - Ophanging

                 
                     
   

de wielen niet voorzien zijn van luchtbanden

5.*.27 VR

                

N

270

a

- 1 band

 

90

90

90

90

60

   

35

    

90/60

  

N

270

b

- 2 banden

 

130

130

130

130

90

   

50

    

130/90

  

N

270

c

- 3 banden

 

200

200

200

200

140

   

80

       

N

270

d

- 4 banden

 

300

300

  

210

   

120

       
                     
   

een band/de banden beschadigd is/zijn, waarbij het karkas zichtbaar is of uitstulpingen vertoont/vertonen

5.*.27 VR

                

N

270

e

- 1 band

 

90

 

90

90

60

90

90

 

35

  

90

 

90/60

  

N

270

f

- 2 banden

 

130

 

130

130

90

130

130

 

50

  

130

 

130/90

  

N

270

g

- 3 banden

 

200

 

200

200

140

200

200

 

80

  

200

    

N

270

h

- 4 banden

 

300

   

210

300

300

 

120

  

300

    
                     
   

het loopvlak uitstekende metalen elementen bevat. per (band) beschadiging

5.*.27 VR

                

N

270

i

- 1 band

 

90

90

90

90

60

90

90

   

90

90

90

   

N

270

j

- 2 banden

 

130

130

130

130

90

130

130

   

130

130

130

   

N

270

k

- 3 banden

 

200

200

200

200

140

200

200

   

200

200

200

   

N

270

l

- 4 banden

 

300

300

  

210

300

300

   

300

300

300

   
                     
   

de band(en) is/zijn beschadigd waarbij het karkas zichtbaar is, de band(en) uitstulpingen vertoont/vertonen of de daarop vermelde load-index kleiner is dan toegestaan

5.*.27 VR

                

N

270

m

- 1 band

  

90

        

90

     

N

270

n

- 2 banden

  

130

        

130

     

N

270

o

- 3 banden

  

200

        

200

     

N

270

p

- 4 banden

  

300

        

300

     
                     
   

de profilering van een band/de banden niet voldoet aan de gestelde eisen (cat. 2, 5, 13, [cat. 3 T 100-bus, overig cat. 3 en 12 kleiner of gelijk aan 3500 kg] min. 1,6 mm; cat. 4 min 1,0 mm; cat. 6 en 10 profilering moet aanwezig zijn over de gehele omtrek en breedte) (NB cat 3 en 12 > 3500 m.u.v. T 100-bus geen profileringseisen)

5.*.27 VR

                

N

270

r

- 1 band

 

90

90

90

90

60

   

35

 

90

90

    

N

270

s

- 2 banden

 

130

130

130

130

90

   

50

 

130

130

    

N

270

t

- 3 banden

 

200

200

200

200

140

   

80

 

200

200

    

N

270

u

- 4 banden

 

300

300

  

210

   

120

 

300

300

    
                     
   

de wielen niet voorzien zijn van luchtbanden/rupsbanden

5.*.27 VR

                

N

271

a

- 1 band

      

90

90

         

N

271

b

- 2 banden

      

130

130

         

N

271

c

- 3 banden

      

200

200

         

N

271

d

- 4 banden

      

300

300

         
                     
   

de wielen zijn voorzien van niet toegestane banden

5.*.27 VR

                

N

271

e

- 1 band

           

90

90

90

   

N

271

f

- 2 banden

           

130

130

130

   

N

271

g

- 3 banden

           

200

200

200

   

N

271

h

- 4 banden

           

300

300

300

   
                     
   

de (lucht)banden op een as niet dezelfde karkasstructuur hebben

5.*.27 VR

                

N

271

i

- 1 as

 

90

90

 

90

      

90

     

N

271

j

- 2 assen

 

130

130

        

130

     

N

271

m

de wielen zijn voorzien van metalen banden met uitstekende delen (geldt niet voor landbouwwerktuigen met een massa van maximaal 750 kg)

5.17.27 VR

               

35

N

280

 

het veersysteem, de onderdelen daarvan of de schokdemper (indien vereist) niet deugdelijk (bevestigd) is/zijn

5.*.28 VR

90

90

90

90

60

90

  

35

 

90

90

    
                     
   

7 - Stuurinrichting

                 

N

290

 

deze niet is voorzien van een deugdelijke stuurinrichting

5.*.29-30 VR

150

150

150

150

100

150

150

60

60

60

150

     
                     
   

8 - Reminrichting

                 

N

310

a

de onderdelen van de reminrichting niet deugdelijk zijn (bevestigd)

5.*.31 VR

150

150

150

150

100

150

150

 

60

 

150

 

150

   

N

310

b

het niet is voorzien van een gelijkmatig werkende reminrichting

5.13.31 VR

           

150

    

N

320

a

het remsysteem van het na 30-06-1967 in gebruik genomen voertuig niet is voorzien van een deugdelijke waarschuwingsinrichting

5.*.32/33 VR

60

60

 

60

            

N

320

b

het remsysteem niet is voorzien van een deugdelijke waarschuwingsinrichting (indien verplicht)

5.10.32 VR

        

20

       

N

340

 

de veerrem van het na 30-09-1975 in gebruik genomen voertuig niet is voorzien van een deugdelijke waarschuwingsinrichting

5.3.34 VR

 

60

              

N

350

a

het drukluchtremsysteem niet is voorzien van een goed functionerend meerkringsbeveiligingsventiel bij na 30-09-1975 in gebruik genomen voertuigen

5.3.35 lid 1 VR

 

150

              

N

350

b

het drukluchtremsysteem niet is voorzien van drukmeetpunten

5.*.35 lid 1 VR

 

60

        

60

     

N

350

c

de drukluchtremkrachtregelaars niet goed functioneren

5.*.35 lid 2 VR

 

150

        

150

     

N

350

d

het na 30-09-1981 in gebruik genomen voertuig met drukluchtremkrachtregelaars niet is voorzien van de vereiste plaat

5.*.35 lid 3 VR

 

60

        

60

     

N

350

e

de drukluchtremkrachtregelaars van het na 30-09-1981 in gebruik genomen voertuig niet aanwezig zijn, dan wel niet zijn afgesteld zoals op de plaat staat vermeld

5.*.35 lid 3 VR

 

150

        

150

     

N

360

 

de slag van de drukluchtremcylinders onjuist is afgesteld

5.*.36 VR

 

150

        

150

     

N

370

a

het één- of tweeleidingremsysteem niet de juiste aansluitdruk heeft

5.3.37 VR

 

150

              

N

370

b

het na 31-12-1997 in gebruik genomen voertuig is voorzien van een éénleidingremsysteem ten behoeve van een aanhangwagen

5.3.37 VR

 

150

              

N

370

c

het na 31-12-1997 in gebruik genomen voertuig is voorzien van een afzonderlijke inrichting voor de bediening van de remmen van de aanhangwagen

5.3.37 VR

 

150

              

N

370

d

de afzonderlijke inrichting voor de bediening van de remmen van de aanhangwagen van het, na 31-03-1990 in gebruik genomen, voertuig een hogere aansluitdruk doorstuurt dan toegestaan

5.3.37 VR

 

150

              

N

380

m

de bedrijfsrem niet op alle wielen remt (uitgezonderd driewielige motorrijtuigen met een ledige massa van 400 kg of minder), dan wel het voertuig op een (nagenoeg) droge weg uitbreekt ten gevolge van een verschil in remwerking tussen de wielen van elke as, of tengevolge van overberemming van de achteras

5.*.38 VR

150

150

 

150

    

60

 

150

     

N

380

n

niet wordt voldaan aan de vereiste remvertraging

5.*.38 VR

    

100

150

150

 

60

       

N

380

o

de bedrijfsrem niet gelijkmatig op de wielen van één as remt

5.*.38 VR

     

150

150

  

60

      

N

380

p

het niet is voorzien van een goed werkende reminrichting

5.9.38 VR

       

35

        

N

380

q

de reminrichting of de onderdelen hiervan niet deugdelijk is/zijn (bevestigd)

5.11.38 VR

         

35

      
                     
   

niet wordt voldaan aan de vereiste remvertraging (categorie 12: toegestane maximum massa minder dan 3500 kg); de vermindering bedraagt

5.*.38 VR

                

N

381

a

- 0 t/m 0,5 m/s²

 

150

 

150

150

      

150

     

N

381

b

- 0,51 t/m 1,0 m/s²

 

220

 

220

220

      

220

     

N

381

c

- 1,01 t/m 1,5 m/s²

 

330

 

330

330

      

330

     
                     
   

niet wordt voldaan aan de vereiste remvertraging (categorie 12: toegestane maximum massa 3500 kg of meer); de vermindering bedraagt

5.*.38 VR

                

N

381

f

- 0 t/m 0,5 m/s²

  

240

        

240

     

N

390

a

de parkeerrem niet aan de eisen voldoet

5.*.39 VR

60

60

 

60

 

60

60

         

N

390

b

van de (brom)fiets op meer dan twee wielen zonder afzonderlijke vastzetinrichting één van de remmen niet kan worden vastgezet

5.*.39 VR

    

40

  

20

        

N

390

c

de parkeerrem niet aan de eisen voldoet (geldt niet voor motorrijtuigen die voor 01-01-2000 in het verkeer zijn gebracht)

5.10.39 VR

        

20

       

N

390

d

het niet voorzien is van een goed bereikbare vastzetinrichting

5.11.39 VR

         

20

      

N

390

e

de vastzetinrichting of de veerrem niet aan de eisen voldoet

5.12.39 VR

          

60

     
                     
   

het afzonderlijke hulpremsysteem van voertuigen die na 30-06-1967 in gebruik zijn genomen

5.*.40 VR

                

N

400

a

- niet goed functioneert

 

90

90

 

90

            

N

400

b

- niet voldoet aan de vereiste remvertraging

 

90

90

 

90

            

N

400

c

de reminrichting van de aanhangwagen (niet zijnde een middenasaanhangwagen met een toegestane maximum massa van ten hoogste 1500 kg) niet automatisch in werking treedt bij het verbreken van de verbinding, dan wel niet automatisch in de bedrijfstoestand komt bij het koppelen met het trekkende voertuig

5.12.40 VR

          

150

     

N

400

d

niet is voorzien van een goed functionerende losbreekreminrichting (indien aanwezig)

5.12.40 VR

          

90

     
                     
   

9 - Carrosserie

                 

N

410

a

de deuren en de laadbakkleppen (cat.3) van bedrijfsauto's niet goed sluiten of de deuren die direct toegang geven tot de personenruimte niet op normale wijze vanaf de binnenzijde of vanaf de buitenzijde konden worden geopend

5.*.41 VR

90

90

 

90

60

90

90

 

35

       

N

410

b

het slot of de scharnieren van de motorkap of het kofferdeksel aan de voorzijde geen goede sluiting waarborgen

5.*.41 VR

90

90

 

90

60

   

35

       

N

410

c

de scharnieren ernstig zijn gecorrodeerd

5.*.41 VR

90

90

 

90

60

           

N

410

d

de windschermen en stroomlijnkappen de bediening belemmeren

5.*.41 VR

  

90

 

60

           

N

410

e

de windschermen, stroomlijnkappen en inrichtingen om ladingen mee te vervoeren niet deugdelijk zijn bevestigd

5.*.41 VR

  

90

 

60

           

N

410

f

de gesloten cabines niet zijn voorzien van tenminste twee deuren dan wel één deur en één nooduitgang

5.*.41 VR

     

90

90

         

N

410

g

de nooduitgang niet voldoet aan de vereiste afmetingen

5.*.41 VR

     

90

90

         

N

410

h

het slot of de scharnieren van de deuren of laadbakkleppen geen goede sluiting waarborgen

5.*.41 VR

          

90

90

90

90/60

  
                     
   

de voorruit, de zijruiten dan wel het windscherm (indien vereist) en bij afwezigheid van een rechterbuitenspiegel de achterruit

                 

N

420

a

- is beschadigd of verkleurd

5.*.42 VR

150

150

 

150

 

150

150

 

60

       

N

420

b

- is voorzien van onnodige voorwerpen die het uitzicht belemmeren

5.*.42 VR

90

90

 

90

 

90

90

 

35

       

N

420

c

de ruiten niet voldoen aan de eisen

5.10.42 lid 1 VR

        

20

       

N

430

a

het voertuig niet is voorzien van een goed werkende ruitenwisserinstallatie (cat. 6 voertuig in gebruik na 31-12-2006)

5.*.43 VR

90

90

  

60

   

35

       

N

430

b

het voertuig niet voorzien is van een goedwerkende ruitenwisserinstallatie (m.u.v. voertuigen in gebruik genomen voor 27-11-1975 met een ledige massa van niet meer dan 400 kg)

5.5.43 lid 1 VR

   

90

            

N

430

c

het voertuig niet is voorzien van een goed werkende automatische ruitenwisserinstallatie

5.*.43 VR

     

90

90

         

N

430

d

het na 30-09-1971 in gebruik genomen voertuig niet is voorzien van een goed werkende ruitensproeierinstallatie voor de voorruit

5.2.43 lid 2 VR

90

               

N

430

e

het na 31-12-1997 in gebruik genomen voertuig niet is voorzien van een goed werkende ruitensproeierinstallatie voor de voorruit

5.3.43 lid 2 VR

 

90

              

N

430

f

de na 30-06-1985 in gebruik genomen bus niet is voorzien van een goed werkende ruitensproeierinstallatie

5.3.43 lid 3 VR

 

90

              

N

430

g

het na 31-12-1994 in gebruik genomen voertuig niet is voorzien van een goed werkende ruitensproeierinstallatie voor de voorruit

5.5.43 lid 3 VR

   

90

            

N

430

h

het voertuig niet is voorzien van een goedwerkende ruitensproeierinstallatie (cat. 6 voertuig in gebruik na 31-12-2006)

5.*.43 VR

    

60

   

35

       

N

440

a

het na 30-09-1971 in gebruik genomen voertuig niet is voorzien van een goed werkende installatie ter ontdooiing en ontwaseming van de voorruit

5.2.44 VR

90

               

N

440

b

het na 31-12-1997 in gebruik genomen voertuig niet is voorzien van een goed werkende installatie ter ontdooiing en ontwaseming van de voorruit

5.3.44 VR

 

90

              

N

440

c

de na 30-06-1985 in gebruik genomen bus niet is voorzien van een goed werkende installatie ter ontdooiing en ontwaseming van de voorruit

5.3.44 VR

 

90

              

N

440

d

Het voertuig niet is voorzien van een goed werkende installatie ter ontdooiing en ontwaseming van de voorruit

5.10.44 VR

        

35

       

N

440

e

het na 16-06-2003 in gebruik genomen voertuig met een voorruit of het na 31-12-1994, doch voor 17-06-2003 in gebruik genomen voertuig met een voorruit en met een gesloten carrosserie niet voorzien is van een goedwerkende installatie ter ontdooiing en ontwaseming van de voorruit

5.5.44 VR

   

90

            

N

450

a

Het voertuig niet is voorzien van de noodzakelijke spiegels en/of cameramonitor-systeem die/dat aan de eisen voldoen/voldoet (cat. 6 voertuig in gebruik na 31-12-2006) (vooruitkijkspiegel / camera-monitorsysteem en breedtespiegel betreft bedrijfsauto met frontstuur in gebruik na 25-01-2008, tmm > 7500 kg)

5.*.45 VR

90

90

  

60

90

90

 

35

       

N

450

b

het na 26-11-1975 doch voor 17-06-2003 in gebruik genomen voertuig niet is voorzien van een linkerbuitenspiegel die aan de eisen voldoet

5.4.45 VR

  

90

             

N

450

c

het na 31-12-1996 doch voor 17-06-2003 in gebruik genomen voertuig dat 100 km/h of sneller kan, niet is voorzien van een rechterbuitenspiegel die aan de eisen voldoet

5.4.45 VR

  

90

             

N

450

g

het na 16-06-2003 in gebruik genomen voertuig niet is voorzien van een linker- en een rechterbuitenspiegel

5.4.45 lid 1 VR

  

90

             

N

450

d

het voor 27-11-1975 in gebruik genomen voertuig waarvan de ledige massa meer bedraagt dan 400 kg en waarbij de bestuurder een zodanige plaats inneemt dat hij vanaf zijn zitplaats het achter hem gelegen weggedeelte niet kan overzien niet is voorzien van een linkerbuitenspiegel

5.5.45 VR

   

90

            

N

450

e

het na 17-06-2003 in gebruik genomen voertuig met een gesloten carrosserie waarvan de ledige massa meer bedraagt dan 400 kg en waarbij de bestuurder een zodanige plaats inneemt dat hij vanaf zijn zitplaats het achter hem gelegen weggedeelte niet kan overzien niet is voorzien van een binnenspiegel

5.5.45 VR

   

90

            

N

450

f

het voertuig niet is voorzien van een rechterbuitenspiegel terwijl met de binnenspiegel het achter het voertuig gelegen weggedeelte niet voldoende kan worden overzien

5.5.45 VR

   

90

            

N

450

h

de bedrijfsauto met een toegestane maximum massa van meer dan 3500 kg, niet zijnde een bus of kampeerauto, die in gebruik is genomen na 31 december 1977, niet is voorzien van een gezichtsveldverbeterende voorziening die de bestuurder een beter zicht verschaft op de weggebruikers die zich rechts van het voertuig bevinden of indien de bestuurderszitplaats zich aan de rechterzijde van het voertuig bevindt niet is voorzien van een gezichtsveldverbeterende voorziening die de bestuurder een beter zicht verschaft op de weggebruikers die zich links van het voertuig bevinden (deze feitcode mag alleen gebruikt worden bij het ontbreken van deze voorziening)

5.3.45a VR

 

300

              

N

460

a

de zitplaatsen niet deugdelijk bevestigd zijn

5.*.46 VR

90

 

90

90

60

    

35

      

N

460

b

de zitplaatsen of de verstelbare rugleuning van het na 30-09-1971 in gebruik genomen voertuig niet aan de eisen voldoen

5.2.46 VR

60

               

N

460

c

de zitplaatsen of de verstelinrichtingen niet deugdelijk (bevestigd) zijn

5.*.46 VR

 

90

   

90

90

 

35

       

N

460

d

de voetsteunen niet deugdelijk zijn bevestigd

5.*.46 VR

  

90

 

60

           

N

460

e

de zitplaatsen of de verstelbare rugleuning van het na 30-09-1971 in gebruik genomen voertuig met een ledige massa van meer dan 400 kg niet aan de eisen voldoen

5.5.46 VR

   

60

            

N

460

g

de trappers niet deugdelijk zijn (bevestigd)

5.9.46 VR

       

35

        

N

470

a

de naar voren gerichte zitplaatsen van na 31-12-1989 in gebruik genomen personenauto's niet voorzien zijn van autogordels of de naar achteren gerichte zitplaatsen van na 30-09-2000 in gebruik genomen personenauto's niet voorzien zijn van autogordels

5.2.47 VR

90

               

N

470

b

de autogordels voor de voorzitplaatsen die aan een portier grenzen van na 01-01-1971 en voor 01-01-1990 in gebruik genomen voertuigen niet aanwezig zijn

5.*.47 VR

90

  

90

            

N

470

c

de autogordels niet deugdelijk zijn (bevestigd)

5.*.47 VR

90

90

 

90

60

           

N

470

d

de autogordels voor alle naar voren gerichte zitplaatsen, van na 31-12-1997 in gebruik genomen bedrijfsauto's niet aanwezig zijn

5.3.47 lid 1 VR

 

90

              

N

470

h

de naar voren en naar achteren gerichte zitplaatsen van na 30-09-2002 in gebruik genomen bussen met een toegestane maximum massa van niet meer dan 3500 kg of van na 30-09-2000 in gebruik genomen bussen met een toegestane maximum massa van meer dan 3500 kg niet voorzien zijn van autogordels

5.3.47 lid 2 VR

 

90

              

N

470

i

de naar voren gerichte zitplaatsen van bromfietsen op meer dan twee wielen met een gesloten carrosserie en een ledige massa van meer dan 250 kg, in gebruik genomen na 31-12-2006, niet zijn voorzien van autogordels

5.6.47 lid 1 VR

    

50

           

N

470

e

de autogordels voor alle naar voren gerichte zitplaatsen, van na 31-12-1989 en voor 01-01-1998 in gebruik genomen bedrijfsauto's, die beurtelings voor het vervoer van personen of goederen kunnen worden ingericht, niet aanwezig zijn

5.3.47 lid 3 VR

 

90

              

N

470

f

de autogordels voor de voorzitplaatsen, die aan een portier grenzen, van na 01-01-1971 en voor 01-01-1990 in gebruik genomen bedrijfsauto's, die beurtelings voor het vervoer van personen of goederen kunnen worden ingericht, niet aanwezig zijn

5.3.47 lid 4 VR

 

90

              

N

470

g

de naar voren gerichte zitplaatsen van na 31-12-1989 in gebruik genomen voertuigen met gesloten carrosserie niet voorzien zijn van autogordels of de naar achteren gerichte zitplaatsen van na 16-06-2003 in gebruik genomen voertuigen met gesloten carrosserie niet voorzien zijn van autogordels

5.5.47 VR

   

90

            

N

480

a

het voertuig scherpe delen heeft

5.*.48 VR

150

150

150

150

100

150

150

60

60

60

150

150

150

150/100

 

60

N

480

b

het voertuig uitstekende niet afgeschermde delen heeft

5.*.48 VR

150

150

 

150

 

150

150

 

60

 

150

150

150

150/100

 

60

N

480

c

de wielen niet goed afgeschermd zijn, aanlopen of te ver buiten de afscherming uitsteken

5.*.48 VR

150

150

150

150

    

60

 

150

150

 

150/100

  

N

480

d

de reservewielhouder niet deugdelijk is (bevestigd)

5.*.48 VR

90

90

 

90

    

35

 

90

90

 

90/60

  

N

480

e

gevaar bestaat voor het losraken van enig deel van de buitenzijde

5.*.48 VR

90

90

90

90

60

90

90

 

35

 

90

90

90

90/60

  

N

480

f

de wielen/banden aanlopen

5.*.48 VR

    

60

       

90

   

N

480

g

het voertuig niet is voorzien van de vereiste zijdelingse afscherming

5.*.48 VR

 

240

        

240

     

N

490

 

het na 30-06-1967 in gebruik genomen voertuig niet is voorzien van een stootbalk die aan de vereisten voldoet (afst. stootbalk wegdek: in gebruik voor 01-01-1996 70 cm, daarna 55 cm; afst. achterzijde voertuig tot stootbalk: tot 01-01-2005 60 cm, daarna 40 cm)

5.*.49 VR

 

240

        

240

     

N

491

 

het na 09-08-2004 in gebruik genomen bedrijfsvoertuig met een toegestane maximummassa van meer dan 3500 kg, niet zijnde een bus, aan de voorzijde niet op deugdelijke wijze voorzien is van een beschermingsinrichting tegen klemrijden

5.*.49 VR

 

240

              

N

500

 

de aanhangwagen aan de achterzijde niet is voorzien van een mogelijkheid tot bevestiging van een kentekenplaat

5.*.50 VR

           

60

 

60/40

  
                     
   

10 - Verlichting

                 
                     
   

Noot

                 
   

1. Bij het ontbreken of niet branden van dim-/kop- of achterlicht moeten de bepalingen uit het RVV 1990 worden toegepast;

                 
   

2. Bij de feitcodes zijn alle data vermeld van verlichting die na 1 januari 1980 verplicht is geworden;

                 
   

3. Indien verlichting verplicht is na een bepaalde datum bij voertuigen behorende tot de categorie 2, 3, 4, 5 of 12 en deze is aangebracht op voertuigen, die voor die datum in gebruik zijn genomen, dan moet deze goed werken:

                 
   

4. Er is geen sprake van verlichting in de zin van het Voertuigreglement als de armatuur niet aangesloten en niet is voorzien van een lampje.

                 
                     
   

het niet is voorzien van goed werkende

                 

N

514

a

- richtingaanwijzers (cat. 4 na 31-12-96 [zijspan 31-10-97]; cat. 6 = 3 of 4 wielig en gesloten carrosserie)

5.*.51-63 VR

60

60

60

60

40

60

60

 

20

 

60

60

60

60/-

  

N

514

b

- waarschuwingsknipperlichten (cat. 2, 3 na 31-12-97; cat. 5 na 31-12-96; cat. 10 na 01-01-2005)

5.*.51-63 VR

60

60

 

60

 

60

60

 

20

       

N

514

c

- zijrichtingaanwijzer(s) (cat. 2 na 31-12-97; cat. 3 langer dan 6 m of na 31-12-97; cat. 7 langer dan 6 m)

5.*.51-63 VR

60

60

   

60

          

N

514

d

- remlichten (cat. 6: 3 of 4 wielig en 2 wielig voertuig in gebruik na 31-12-2006 en vermogen meer dan 0,5 kW en max. snelheid meer dan 25 km/h)

5.*.51-63 VR

90

90

90

90

60

90

90

 

35

 

90

90

90

90/-

  

N

514

e

- kentekenplaatverlichting

5.*.51-63 VR

30

30

30

30

      

30

30

 

30/20

  

N

514

f

- rode retroreflectoren

5.*.51-63 VR

60

60

60

60

40

60

60

20

20

20

60

60

60

60/40

20

20

N

514

g

- mistachterlicht(en) (cat. 2, 3 en 12 na 31-12-97; cat. 13 na 01-07-2006 voor zover het trekkende voertuig is voorzien van 1 of 2 mistachterlichten)

5.*.51-63 VR

60

60

        

60

60

    

N

514

h

- achteruitrijlicht(en) (in gebruik na 31-12-97)

5.*.51-63 VR

30

30

              

N

514

i

- markeringslichten (voor- en achterzijde) (cat. 2, 3 en 12 breder dan 2.60 m of na 31-12-97 breder dan 2.10 m; cat. 13 en 14 na 01-01-2005 en breder dan 2.10 m) (cat. 13 is gesloten t/m 30-06-2006)

5.*.51-63 VR

60

60

        

60

60

60

   

N

514

j

- zijmarkeringslichten (cat. 2, 3 en 12 na 31-12-97 en langer dan 6 m; cat. 13 na 01-01-2005 en langer dan 6 m) (cat. 13 is gesloten t/m 30-06-2006)

5.*.51-63 VR

60

60

        

60

60

    

N

514

k

- 3e remlicht (cat. 2 na 30-09-01)

5.*.51-63 VR

60

               

N

514

l

- witte retroreflectoren (cat. 9 = 3 wielig breder dan 75 cm; cat. 12 na 31-12-97)

5.*.51-63 VR

       

20

  

60

60

60

   

N

514

m

- zijretroreflectoren (cat. 2 na 31-12-97 en langer dan 6 m; cat. 3 en 7 langer dan 6 m)

5.*.51-63 VR

60

60

  

40

60

    

60

60

60

60/40

  

N

514

n

- achtermarkering bij meer dan 3500 kg (cat. 3 geldt niet voor trekker of autobus)

5.*.51-63 VR

 

60

        

60

     

N

514

o

- trapreflectie (cat. 6 alleen indien vaste trappers bij 3 of 4 wielig)

5.*.51-63 VR

    

40

  

20

        

N

514

p

- wielreflectie

5.*.51-63 VR

       

20

      

20

 

N

515

 

de verlichting/retroreflecterende voorzieningen niet de vereiste kleur hebben

5.*.51-59 VR

90

90

90

90

60

90

90

35

35

35

90

90

90

90/60

35

35

N

516

 

het niet is voorzien van een rode retroreflector in de vorm van een afgeknotte driehoek

5.*.51 VR

     

60

60

     

60

  

20

N

517

 

de verlichting of retroreflectoren niet op de juiste plaats zijn bevestigd

5.*.51-61 VR

60

60

60

60

40

60

60

20

20

20

60

60

60

60/40

20

20

N

550

 

de glazen van de verlichtingsarmaturen of de retroreflectoren niet aan de gestelde eisen voldoen (cat 9, 11, 16 en 17 alleen eisen rode reflectie)

5.*.55 VR

60

60

60

60

40

60

60

20

20

20

60

60

60

60/40

20

20

N

551

 

de verlichtingsarmaturen of onderdelen daarvan niet deugdelijk zijn bevestigd (geldt ook voor niet verplichte verlichting)

5.*.55 VR

60

60

60

60

40

60

60

 

20

 

60

60

60

60/40

  

N

552

 

de lichten of retroreflectoren zijn afgeschermd (cat. 9, 11, 16 en 17 alleen afscherming rode retroreflectie; cat. 2 t/m 7 en 12 alleen voor zover het licht doorlatend gedeelte voor meer dan 1/4 deel is afgeschermd)

5.*.55 VR

60

60

60

60

40

60

60

20

20

20

60

60

60

60/40

20

20

N

560

 

de dimlichten niet aan de eisen voldoen

5.*.51 VR jo. 5.*.56 VR

60

60

60

60

 

60

60

 

20

       

N

620

 

het niet is voorzien van een controlelampje voor ingeschakelde mistlichten

5.*.62 VR

43

43

43

43

 

43

43

 

15

       

N

640

 

het is voorzien van verblindende/knipperende verlichting

5.*.64 VR

90

90

90

90

60

90

90

35

35

35

90

90

90

90/60

35

35

                     
   

11 - Verbinding tussen trekkend voertuig en aanhangwagen

                 

N

660

a

de koppeling niet deugdelijk is (bevestigd) of niet voldoet aan de daaraan gestelde eisen

5.*.66-70 VR

150

150

150

150

100

150

150

         

N

660

b

de (hulp)koppeling, trekdriehoek, trekboom of onderdelen daarvan niet aanwezig is/zijn, deugdelijk is/zijn (bevestigd) of niet voldoet/voldoen aan de daaraan gestelde eisen

5.*.66-70 VR

          

150

150

150

   

N

660

c

de middenasaanhangwagen, die is voorzien van een losbreekreminrichting, tevens is voorzien van een hulpkoppeling

5.*.66 lid 5 VR

          

60

60

    

N

660

d

de koppeling, dissel, of onderdelen daarvan niet deugdelijk is/zijn (bevestigd) of niet voldoet/voldoen aan de daaraan gestelde eisen

5.15.66-70 VR

             

150/100

  
                     
   

12 - Diversen

                 

N

710

a

het niet is voorzien van een goed werkende geluidssignaalinrichting

5.*.71 VR

60

60

60

60

 

60

60

         

N

710

b

het niet is voorzien van een goed werkende bel of hoorn met vaste toonhoogte

5.*.71 VR

    

40

    

20

      

N

710

c

het niet is voorzien van een goed werkende bel

5.9.71 VR

       

20

        

N

710

d

het niet is voorzien van een goed werkende hoorn met vaste toonhoogte

5.10.71 VR

        

20

       

N

720

 

het aan de voorzijde niet is voorzien van een sleepbevestigingspunt

5.*.72 VR

     

30

30

         
                     
   

het voor 01-01-2000 in het verkeer gebrachte voor het vervoer van gehandicapten ingerichte motorrijtuig met een elektromotor of met een verbrandingsmotor van ten hoogste 250 cm³, niet zijnde een gehandicaptenvoertuig wordt

9.1 VR

                

N

800

a

- gebruikt door een niet gehandicapte

         

60

       

N

800

b

- gebruikt buiten de bebouwde kom

         

60

       
                     
   

Gebruikseisen voertuigen

                 
                     
   

Als bestuurder van een voertuig of samenstel van voertuigen rijden (terwijl):

                 
                     
   

0 - Algemeen

                 

P

010

a

meer dan één aanhangwagen wordt voortbewogen

5.18.1 lid 1 VR

150

150

150

150

100

           

P

010

b

met de gelede bus een aanhangwagen wordt voortbewogen

5.18.1 lid 2 VR

 

150

              

P

010

c

met het gehandicaptenvoertuig een aanhangwagen wordt voortbewogen

5.18.1 lid 3 VR

        

35

35

      

P

010

d

met de motorfiets met onberemde zijspanwagen een aanhangwagen wordt voortbewogen

5.18.1 lid 4 VR

  

150

             

P

020

a

met het motorrijtuig meer dan één motorrijtuig of samenstel van voertuigen wordt voortbewogen

5.18.2 lid 1 VR

150

150

150

150

100

150

150

         

P

020

b

met het motorrijtuig een tweewielig motorrijtuig wordt voortbewogen

5.18.2 lid 2 VR

150

150

150

150

100

150

150

         

P

020

c

met het tweewielig motorrijtuig, de gelede bus of het samenstel van voertuigen, een motorrijtuig of een samenstel van voertuigen wordt voortbewogen

5.18.2 lid 3 VR

150

150

150

150

100

150

150

         

P

030

 

hij wordt gehinderd door passagiers, lading of op andere wijze

5.18.3 VR

150

150

150

150

100

150

150

60

60

60

150

150

150

150/100

60

60

P

031

 

in dat voertuig, waarin vervoer van een passagier in rolstoel plaatsvindt, losse voorwerpen die het risico op letsel bij een noodstop, aanrijding of botsing kunnen verhogen, aanwezig zijn

5.18.3 lid 2 VR

150

150

 

150

100

   

60

       

P

040

 

het niet zodanig is beladen dat hij voldoende uitzicht naar voren, opzij en naar achteren heeft

5.18.4 VR

150

150

150

150

100

150

150

60

60

60

      

P

050

 

het niet is voorzien van de vereiste buitenspiegels, indien het zicht door lading achter het voertuig of door een achter het voertuig gekoppelde aanhangwagen is beperkt

5.18.5 VR

150

150

150

150

100

150

150

60

60

       
                     
   

het zodanig is beladen dat gevaar bestaat voor het van het voertuig vallen van de lading, te weten

5.18.6 lid 1 VR

                

P

060

a

- voertuig gebonden lading, zoals stophout, bezems, dekzeilen, spanbanden e.d.

 

240

240

240

240

160

240

240

95

95

95

240

240

240

240/160

95

95

P

061

 

de losse lading ten aanzien waarvan het gevaar bestaat dat deze of delen daarvan tijdens het rijden van het voertuig vallen niet deugdelijk is afgedekt

5.18.6 lid 2 VR

240

240

240

240

160

240

240

95

95

95

240

240

240

240/160

95

95

                     
   

bij het vervoer van goederen aan de achterzijde van een personenauto, bedrijfsauto met een toegestane maximum massa van niet meer dan 3500 kg of een driewielig motorrijtuig

5.18.7 lid 1 VR

                

P

070

a

- de goederen niet deugdelijk zijn bevestigd op, in of aan een deugdelijke lastdrager

 

90

90

 

90

            

P

070

b

- de lastdrager niet deugdelijk is bevestigd

 

90

90

 

90

            

P

070

c

- de lastdrager inclusief lading meer dan 0,20 m buiten de zijkanten uitsteekt

 

90

90

 

90

            

P

070

d

- meer specifieke goederen worden vervoerd dan waarvoor de lastdrager is geconstrueerd

 

90

90

 

90

            

P

070

e

- de lastdrager aan de achterzijde niet op de voorgeschreven wijze is voorzien van twee rode achterlichten, twee rode remlichten, twee niet driehoekige rode retroreflectoren en twee ambergele richtingaanwijzers aangezien de verlichting en retroreflectoren van het voertuig worden afgeschermd

 

90

90

 

90

            

P

070

f

- de lastdrager niet is voorzien van een goed leesbare, van een goedkeuringsmerk voorziene en niet afgeschermde kentekenplaat met het kenteken van het voertuig waarop de lastdrager is aangebracht aangezien de op het voertuig aangebrachte kentekenplaat wordt afgeschermd

 

90

90

 

90

            

P

070

g

- de koppelingsdruk van de op de trekhaak bevestigde lastdrager meer bedraagt dan voorgeschreven of meer dan 50 kg

 

60

60

 

60

            

P

070

h

- de lastdrager het wegdek kan raken

 

60

60

 

60

            

P

070

i

- de achter gebleven bevestigingsdelen van de lastdrager de bewegingsvrijheid van een aangekoppelde aanhangwagen beperken

 

60

60

 

60

            
                     
   

bij het vervoer van goederen op het dak van een personenauto, bedrijfsauto met een toegestane maximum massa van niet meer dan 3500 kg of een driewielig motorrijtuig

5.18.7 lid 2 VR

                

P

070

j

- de goederen niet deugdelijk zijn bevestigd op, in of aan een deugdelijke lastdrager

 

90

90

 

90

            

P

070

k

- de lastdrager niet deugdelijk is bevestigd

 

90

90

 

90

            

P

070

l

- de maximale daklast wordt overschreden

 

90

90

 

90

            

P

070

m

- meer specifieke goederen worden vervoerd dan waarvoor de lastdrager is geconstrueerd

 

90

90

 

90

            

P

080

 

de lading van voertuig scherpe delen heeft

5.18.8 VR

150

150

150

150

100

150

150

60

60

60

150

150

150

150/100

60

60

P

090

 

de opgeklapte delen niet deugdelijk vergrendeld zijn

5.18.9 VR

150

150

150

150

100

150

150

60

60

60

150

150

150

150/100

60

60

P

100

a

de aanhangwagen, met een toegestane maximum massa van niet meer dan 750 kg, niet is voorzien van het kenteken van het trekkend motorrijtuig

5.18.10 lid 1 VR

           

90

 

90/60

  

P

100

b

de aanhangwagen, met een toegestane maximum massa van niet meer dan 750 kg, niet is voorzien van een deugdelijk bevestigde, goed leesbare, niet afgeschermde en van een goedkeuringsmerk voorziene, kentekenplaat

5.18.10 lid 2-3 VR

           

90

 

90/60

  
                     
   

1 - Afmetingen en massa's

                 
                     
   

Noot afmetingen: Als bij ondeelbare lading meer dan 1 afmeting wordt overschreden, dan wordt uitsluitend een mini-procesverbaal opgemaakt terzake de afmeting die het meest wordt overschreden.

                 
   

De overige overschrijdingen worden als bevinding eveneens in het proces-verbaal vermeld. Indien sprake is van een exceptioneel transport, waar een ontheffing voor is afgegeven en die niet geldig is vanwege het overschrijden van een afmeting, het niet volgen van de voorgeschreven route of het rijden buiten de toegestane tijden, dan moeten de feitcodes P 131 g, h, P 142 d of P 150 d worden gebruikt

                 
                     
   

Lengte samenstel (onbeladen), c.q. indien geen sprake is van uitstekende lading

                 
                     
   

Noot: Lengte trekker met oplegger max. 16,50 m; vrachtauto met aanhangwagen max.18,75 m; personenauto/ driewielig motorvoertuig met aanhangwagen max. 18 m; samenstel kermis- /circusvoertuigen max. 24 m; rijdend werktuig met aanhangwagen 20 m; land- bosbouwtrekker/motorvoertuig beperkte snelheid met aanhangwagen 18 m

                 
                     
   

de maximum lengte van het samenstel van voertuigen wordt overschreden, met een overschrijding

5.18.11 VR, 5.18.20 VR

                

P

111

a

- t/m 0,25 m

 

120

120

 

120

 

120

120

         

P

111

b

- van meer dan 0,25 m en t/m 0,50 m

 

180

180

 

180

 

180

180

         
                     
   

Lengte deelbaar; uitstekende lading voorzijde

                 

P

120

 

de lengte van het voertuig of samenstel van voertuigen, niet zijnde een samenstel van kermis- of circusvoertuigen, met inbegrip van de lading niet meer bedraagt dan de lengte van het voertuig of samenstel van voertuigen in onbeladen toestand vermeerderd met 1 m, waarbij de lading voor het voertuig uitsteekt

5.18.12 VR, 5.18.21 VR

90

90

 

90

 

90

90

   

90

90

    
                     
   

Lengte deelbaar; uitstekende lading achterzijde

                 
                     
   

de lading meer dan 1 m achter het voertuig en/of meer dan 5 m achter de achterste as van het voertuig uitsteekt en/of de vereiste stootbalk, voor het na 01-01-1996 in gebruik genomen voertuig, meer dan 0,60 m van de uiterste achterzijde is aangebracht, terwijl de afstand van de lading tot het wegdek meer bedraagt dan 0,55 m (categorie 12 bedrijfsmatig gebruik), een overschrijding

5.18.12 VR

                

P

121

a

- t/m 0,25 m

  

180

        

180

     

P

121

b

- van meer dan 0,25 m en t/m 0,50 m

  

270

        

270

     

P

121

h

de lading uitsluitend rust op de uitschuiflade of op de laadklep

5.18.12 lid 5 en 5.18.21 lid 3 VR

 

180

   

180

180

   

180

 

180

   

P

121

i

de op een voertuig gemonteerde afneembare bovenbouw of gestandaardiseerde laadstructuur, die aan de achterzijde van dat voertuig uitsteekt en daardoor het zicht op de verlichting, reflectoren, richtingaanwijzers of kentekenplaat belemmert, niet aan de achterzijde op gelijke wijze als het betrokken voertuig is voorzien van verlichting, reflectoren, richtingaanwijzers of kentekenplaat van dat voertuig

5.18.12a VR

 

90

        

90

     
                     
   

de lading meer dan 1 m achter het voertuig en/of meer dan 5 m achter de achterste as van het voertuig uitsteekt en/of de vereiste stootbalk, voor het na 01-01-1996 in gebruik genomen voertuig, meer dan 0,60 m van de uiterste achterzijde is aangebracht, terwijl de afstand van de lading tot het wegdek meer bedraagt dan 0,55 m (stootbalk uitsluitend cat. 12, particulier gebruik), een overschrijding

5.18.12 VR, 5.18.21 VR

                

P

121

j

- t/m 0,75 m

 

90

  

90

 

90

90

   

90

90

90

   

P

121

k

- van meer dan 0,75 m

 

130

  

130

 

130

130

   

130

130

130

   
                     
   

de lading van een beladen samenstel van bedrijfsauto en aanhangwagen, niet zijnde een oplegger, dat is ingericht voor het vervoer van voertuigen,

5.18.13 lid 2 VR

                

P

130

f

- meer dan 2 m achter de aanhangwagen en meer dan 5 m achter de achterste as van de aanhangwagen uitsteekt

           

150

     

P

130

g

- meer dan 0,50 m voor de voorzijde van de bedrijfsauto uitsteekt

  

90

              

P

130

h

- die voor of meer dan 1 m achter het voertuig uitsteekt, aan de voor- of achterzijde niet is voorzien van een markering die voldoet aan de eisen

  

90

              
                     
   

een beladen samenstel van bedrijfsauto en aanhangwagen, niet zijnde een oplegger, dat is ingericht voor het vervoer van voertuigen, langer is dan 20,75 m, een overschrijding

5.18.13 lid 2 VR

                

P

130

i

- t/m 0,25 m

  

180

        

180

     

P

130

j

- van meer dan 0,25 m en t/m 0,50 m

  

270

        

270

     
                     
   

Lengte; ondeelbare lading

                 
                     
   

de in lengte ondeelbare lading van het voertuig of samenstel van voertuigen, niet zijnde een samenstel van kermis- of circusvoertuigen, met inbegrip van in lengte ondeelbare lading meer dan 3,5 m voor het hart van het stuurwiel uitsteekt, een overschrijding

5.18.13 VR

                

P

130

n

- t/m 0,25 m

 

180

180

 

180

            

P

130

o

- van meer dan 0,25 m t/m 0,50 m

 

270

270

 

270

            
                     
   

de in lengte ondeelbare lading van het voertuig of samenstel van voertuigen, niet zijnde een samenstel van kermis- of circusvoertuigen

5.18.13 VR

                

P

130

c

- voor de voorzijde van de aanhangwagen, niet zijnde een oplegger, uitsteekt

           

90

90

    

P

130

d

- die voor of meer dan 1 m achter het voertuig uitsteekt aan de voor- of achterzijde niet is voorzien van een markering die aan de eisen voldoet

 

90

90

 

90

      

90

90

    
                     
   

de in lengte ondeelbare lading meer dan 5 m achter de achterste as van het voertuig uitsteekt (categorie 12 bedrijfsmatig gebruik), een overschrijding

5.18.13 VR

                

P

131

a

- t/m 0,25 m

  

180

        

180

     

P

131

b

- van meer dan 0,25 m en t/m 0,50 m

  

270

        

270

     

P

131

f

de in lengte ondeelbare lading meer dan 5 m achter de achterste as van het voertuig uitsteekt (categorie 12 particulier gebruik)

5.18.13 VR

90

  

90

      

90

90

    
                     
   

bij vervoer van lading die redelijkerwijs niet in de lengte deelbaar is, de lading van het voertuig of samenstel

5.18.21 VR

                

P

210

e

- meer dan 3,5 m voor het hart van het stuurwiel van het voertuig uitsteekt

      

90

90

     

90

   

P

210

f

- meer dan 1 m achter het voertuig uitsteekt, terwijl de achterzijde niet is voorzien van de vereiste markering

      

90

90

     

90

   

P

210

g

- meer dan 5 m achter de achterste as van het voertuig uitsteekt

      

90

90

     

90

   
                     
   

Afstand achteras trekkend voertuig/achterzijde voertuig

                 

P

190

c

de afstand van de achteras van de trekkende motorfiets tot de achterzijde van de aanhangwagen, met inbegrip van de lading, meer bedraagt dan 2,50 m

5.18.19 VR

             

60/-

  

P

270

d

de afstand van de achteras van de trekkende bromfiets tot de achterzijde van de aanhangwagen, met inbegrip van de lading, meer bedraagt dan 2 m

5.18.27 VR

             

-/60

  
                     
   

Breedte; lading

                 
                     
   

Noot:

De feitcodeserie P 141 geldt voor de categorieën 7, 8 en 14 voor alle lading. Bij deze categorieën wordt geen onderscheid gemaakt tussen deelbare en ondeelbare lading. Voor de overige categorieën betreft het uitsluitend deelbare lading.

                 
                     

P

140

e

de lading meer dan 0,20 m buiten elke zijkant van de personenauto of van het driewielig motorrijtuig, dat na 31-10-1997 in gebruik is genomen, uitsteekt

5.18.14 VR

90

  

90

            
                     
   

het voertuig met inbegrip van de (deelbare) lading de maximum breedte overschrijdt, een overschrijding

5.18.14 lid 1 VR, 5.18.22 VR

                

P

141

a

- t/m 0,20 m

 

180

180

 

180

 

180

180

   

180

180

180

   

P

141

b

- van meer dan 0,20 m en t/m 0,45 m

 

270

270

 

270

 

270

270

   

270

270

270

   

P

190

a

de breedte of de hoogte van de gekoppelde aanhangwagen met inbegrip van de lading meer bedraagt dan 1 m

5.18.19 VR

             

90/-

  

P

260

a

de bromfiets op twee wielen met inbegrip van de lading breder is dan 1 m

5.18.26 lid 1 VR

    

60

           

P

260

b

de bromfiets op meer dan twee wielen met inbegrip van de lading breder is dan 2 m

5.18.26 lid 2 VR

    

60

           

P

270

a

de aangekoppelde aanhangwagen met inbegrip van de lading breder is dan 1 m

5.18.27 en 29 VR

             

-/60

35

 

P

280

a

de fiets op twee wielen met inbegrip van de lading breder is dan 0,75 m

5.18.28 lid 1 VR

       

35

        

P

280

b

de fiets op meer dan twee wielen of voorzien van een zijspanwagen met inbegrip van de lading breder is dan 1,50 m

5.18.28 lid 2 VR

       

35

        
   

het voertuig met inbegrip van de lading

                 

P

300

a

- breder is dan 1,10 m

5.18.30 lid 1 VR

        

35

35

      

P

300

b

- breder is dan 1,50 m

5.18.30 lid 2 VR

               

35

P

300

c

- in bespannen toestand breder is dan 2,60 m of indien de lading bestaat uit losse veldgewassen breder is dan 3,50 m

5.18.30 lid 3 VR

               

35

                     
   

Breedte; ondeelbare lading

                 

P

140

d

de in de breedte ondeelbare lading, die meer dan 0,10 m buiten de zijkant van het voertuig uitsteekt, niet is voorzien van de vereiste markering (geldt niet voor fietsen op een lastdrager)

5.18.14 lid 3 VR

90

90

 

90

      

90

90

    
                     
   

het voertuig met inbegrip van de ondeelbare lading de maximum breedte overschrijdt, een overschrijding

5.18.14 lid 2 VR

                

P

142

a

- t/m 0,25 m

  

300

        

300

300

    
                     
   

Hoogte

                 
                     
   

het voertuig met inbegrip van de lading hoger is dan 4 m, een overschrijding

5.18.15 VR, 5.18.23 VR

                

P

150

a

- t/m 0,10 m

 

300

300

 

300

 

300

300

   

300

300

300

   

P

270

b

de aangekoppelde aanhangwagen met inbegrip van de lading hoger is dan 1 m

5.18.27 VR

             

-/60

  
                     
   

het voertuig met inbegrip van de lading

                 

P

300

d

- hoger is dan 2 m

5.18.30 lid 4 VR

        

20

20

      

P

300

e

- hoger is dan 4 m

5.18.30 lid 5 VR

               

70

                     
   

Massa

                 
                     
   

Noot

De feiten, die betrekking hebben op de massa of de last onder wiel of as, gelden uitsluitend voor particulieren. Indien er sprake is van beroepsmatig vervoer is de Wet op de economische delicten van toepassing (m.u.v. landbouwvoertuigen)

                 
                     
   

het voertuig zodanig is beladen dat de toegestane maximum last van enige as of enig asstel, dan wel de toegestane maximum massa of de som van de aslasten (uitgezonderd de aslasten van niet autonome aanhangwagens) wordt overschreden met

5.18.17 VR

                

P

170

a

- meer dan 10 % t/m 25 %

 

90

90

 

90

      

90

90

    

P

170

b

- meer dan 25 % t/m 50 %

 

130

130

 

130

      

130

130

    

P

170

c

- meer dan 50 % t/m 75 %

 

200

200

 

200

      

200

200

    

P

170

d

- meer dan 75 %

 

300

300

 

300

      

300

300

    

P

170

e

het voertuig zodanig is beladen dat de toegestane maximum last onder de koppeling wordt overschreden

5.18.17 VR

60

60

 

60

      

60

60

    
                     
   

de totale massa van de aanhangwagen of de som van de aslasten van de autonome aanhangwagen meer bedraagt dan in het kentekenregister of op het kentekenbewijs van het trekkend motorrijtuig is vermeld, een overschrijding van

5.18.18 VR

                

P

180

a

- meer dan 10 % t/m 25 %

           

90

90

    

P

180

b

- meer dan 25 % t/m 50 %

           

130

130

    

P

180

c

- meer dan 50 % t/m 75 %

           

200

200

    

P

180

d

- meer dan 75 %

           

300

300

    

P

180

da

- in dat kentekenregister of op dat kentekenbewijs is in het geheel geen waarde vermeld

           

300

300

    
                     
   

de totale massa van de aanhangwagen meer bedraagt dan de maximum massa die volgt uit het op de koppeling van het trekkend voertuig (toegestane massa max. 3500 kg) aangebrachte identificatie kenmerk of goedkeuringsmerk, of indien zo n merk niet aanwezig is, de massa meer bedraagt dan 750 kg en meer dan de ledige massa van het trekkend motorrijtuig of meer dan de massa in bedrijfsklare toestand van het trekkend motorrijtuig indien het een personenauto betreft, een overschrijding met

5.18.18 VR

                

P

180

e

- meer dan 10 % t/m 25 %

           

90

90

    

P

180

f

- meer dan 25 % t/m 50 %

           

130

130

    

P

180

g

- meer dan 50 % t/m 75 %

           

200

200

    

P

180

h

- meer dan 75 %

           

300

300

    
                     
   

de totale massa of de som van de aslasten van het samenstel van voertuigen meer bedraagt dan de in het kentekenregister vermelde toegestane maximum massa, een overschrijding met

5.18.18 lid 2a VR

                

P

180

i

- meer dan 10 % t/m 25 %

 

90

90

 

90

            

P

180

j

- meer dan 25 % t/m 50 %

 

130

130

 

130

            

P

180

k

- meer dan 50 % t/m 75 %

 

200

200

 

200

            

P

180

l

- meer dan 75 %

 

300

300

 

300

            
                     
   

de totale massa of som van de aslasten van het samenstel van voertuigen meer bedraagt dan vijf maal de maximum toegestane last onder de aangedreven as(sen) van het trekkend motorrijtuig, een overschrijding met

5.18.18 lid 2b VR

                

P

180

m

- meer dan 10 % t/m 25 %

 

90

90

 

90

            

P

180

n

- meer dan 25 % t/m 50 %

 

130

130

 

130

            

P

180

o

- meer dan 50 % t/m 75 %

 

200

200

 

200

            

P

180

p

- meer dan 75 %

 

300

300

 

300

            

P

181

a

de last onder de bestuurde as(sen) van een motorrijtuig in beladen toestand minder bedraagt dan 1/5 deel van de massa van het voertuig in beladen toestand

5.18.18 VR

150

150

 

150

            

P

181

b

de last onder de bestuurde as(sen) van een gelede bus minder bedraagt dan 1/5 deel van de massa van het voorste deel van het motorrijtuig in beladen toestand

5.18.18 VR

 

150

              

P

181

c

de last onder de gestuurde as(sen), niet zijnde zelfsturende assen, van autonome aanhangwagens in beladen toestand, minder bedraagt dan 1/5 deel van de massa van de aanhangwagen in beladen toestand

5.18.18 en 24 VR

          

150

150

150

   

P

181

d

de last onder de koppeling van opleggers in beladen toestand minder bedraagt dan 1/5 deel van de massa van de oplegger in beladen toestand

5.18.18 VR

          

150

     

P

190

b

de totale massa van de aanhangwagen meer bedraagt dan de helft van de ledige massa van de trekkende motorfiets

5.18.19 VR

             

90/-

  

P

240

a

de last onder de bestuurde as(sen) van landbouw- of bosbouwtrekkers en motorrijtuigen met beperkte snelheid minder bedraagt dan 1/5 deel van de ledige massa

5.18.24 lid 1 VR

     

150

150

         
                     
   

de som van de aslasten van de aangekoppelde middenasaanhangwagen met een toegestane maximum massa van meer dan 12.000 kg meer bedraagt dan 1,5 maal de som van aslasten van het trekkend motorrijtuig, een overschrijding met

5.18.31 VR

                

P

310

a

- meer dan 10 % t/m 25 %

           

150

     

P

310

b

- meer dan 25 % t/m 50 %

           

220

     

P

310

e

de koppelingsdruk van de middenasaanhangwagen met een massa van niet meer dan 750 kg meer bedraagt dan 50 kg dan wel niet neerwaarts is gericht

5.18.31 VR

           

90

    

P

310

f

de koppelingsdruk van de middenasaanhangwagen met een toegestane massa van meer dan 750 kg minder bedraagt dan 1 % van de toegestane maximum massa van dat voertuig (de koppelingsdruk behoeft niet meer dan 50 kg te bedragen)

5.18.31 VR

          

90

     

P

270

c

de totale massa van de aanhangwagen meer bedraagt dan de helft van de ledige massa van de trekkende bromfiets

5.18.27 VR

             

-/60

  
                     
   

3 - Reminrichting

                 
                     
   

de aanhangwagen, niet is voorzien van een reminrichting, terwijl de massa van de aanhangwagen meer bedraagt dan

5.18.33 VR

                

P

330

a

- de helft van de massa in bedrijfsklare toestand van de personenauto

           

150

150

    

P

330

b

- de helft van de ledige massa van de personenauto vermeerderd met 50 kg

           

150

150

    

P

330

c

- 750 kg

           

150

     

P

330

d

- de helft van de ledige massa van het trekkend bedrijfsvoertuig / driewielig motorrijtuig

           

150

150

    

P

340

a

de aanwezige reminrichting van de aanhangwagen niet in werking treedt bij het bedienen van de bedrijfsrem van het trekkend voertuig

5.18.34 lid 1 VR

          

150

150

150

   

P

340

b

de losbreekreminrichting niet op de vereiste wijze met het trekkend voertuig is verbonden

5.18.34 lid 2 VR

          

60

60

60

   

P

340

c

zonder dat de aanhangwagen en het trekkend voertuig, terwijl deze zijn uitgerust met een ABS- of EBS-systeem, via de ISO 7638 stekkers met elkaar zijn verbonden

5.18.34 lid 3 VR

          

150

     
                     
   

niet wordt voldaan aan de minimale remvertraging van de bedrijfsrem van het samenstel, de vermindering bedraagt

5.18.35 lid 1 VR

                

P

350

a

- 0 t/m 0,5 m/s²

 

150

 

150

150

            

P

350

b

- 0,51 t/m 1,0 m/s²

 

220

 

220

220

            

P

350

c

- 1,01 t/m 1,5 m/s²

 

330

 

330

330

            
                     
   

niet wordt voldaan aan de minimale remvertraging van de bedrijfsrem van het samenstel, de vermindering bedraagt

5.18.35 lid 1 VR

                

P

350

f

- 0 t/m 0,5 m/s²

  

240

              
                     
   

de remvertraging van het samenstel niet voldoet aan die van het trekkend voertuig, de vermindering bedraagt

5.18.35 lid 2 VR

                

P

351

a

- 0 t/m 0,5 m/s²

      

150

150

         

P

351

b

- 0,51 t/m 1,0 m/s²

      

220

220

         

P

351

c

- 1,01 t/m 1,5 m/s²

      

330

330

         

P

360

 

de parkeerrem het samenstel op een helling van 10 % niet in stilstand kan houden

5.18.36 VR

60

60

 

60

 

60

60

         
                     
   

4 - Verlichting, lichtsignalen en retroreflecterende voorzieningen

                 

P

370

 

een aanhangwagen wordt voortbewogen zonder dat iedere zijkant van het trekkend voertuig is voorzien van een zijrichtingaanwijzer

5.18.37 VR

60

60

 

60

 

60

60

         

P

380

 

de verlichtingsinstallatie van de aanhangwagen niet zodanig is aangesloten, dat de lichtsignalen overeenkomen met die van het trekkend voertuig

5.18.38 lid 1 VR

          

90

90

90

90/60

35

 

P

381

 

een aanhangwagen wordt voortbewogen door een bedrijfsauto en één van de voertuigen is aan de zijkant van het voertuig niet voorzien van een lijn- of contourmarkering

5.18.38 lid 2 VR

 

90

        

90

     
                     
   

5 - Verbinding tussen voertuigen

                 

P

540

 

de aanhangwagen niet middels een deugdelijke koppeling met het trekkend voertuig is verbonden

5.18.54 VR

          

150

150

150

150/100

60

 

P

550

 

het bewegen van de aanhangwagen ten opzichte van het trekkend voertuig wordt in een uiterste stand tot 90 graden begrensd door delen van de reminrichting, de elektrische installatie, de koppeling, besturingsonderdelen of, indien aanwezig, de hulpkoppeling

5.18.55 VR

          

60

60

    

P

560

a

het trekoog of de kogelkoppeling van de gekoppelde aanhangwagen niet nagenoeg horizontaal ligt op een horizontaal wegdek

5.18.56 lid 1 VR

          

90

90

    

P

560

b

de koppelinrichting op het trekkend voertuig niet verticaal beweegbaar is indien de gekoppelde aanhangwagen is voorzien van een trekdriehoek met verzet

5.18.56 lid 2 VR

60

60

 

60

            

P

560

c

geen hoekverdraaiing van de opleggerschotel naar boven en naar beneden mogelijk is indien het samenstel van trekker en oplegger zich op een horizontaal wegdek bevindt

5.18.56 lid 3 VR

 

60

              

P

570

 

de hulpkoppeling van een middenasaanhangwagen met een toegestane maximum massa van niet meer dan 1500 kg niet op de vereiste wijze is aangebracht

5.18.57 VR

          

60

60

    

P

580

 

de koppeling van de gekoppelde aanhangwagen geen bewegingen toelaat om een horizontale en een verticale as, loodrecht op de lengteas van het trekkend voertuig

5.18.58 VR

             

60/40

  

P

590

 

de gekoppelde aanhangwagen niet goed is verbonden

5.18.59 VR

              

35

 
                     
   

6 - Diversen

                 

P

600

 

het niet is voorzien van het vereiste bord of vlak met de aanduiding 45 op de achterzijde van de drie of meerwielige bromfiets met gesloten carrosserie

5.18.60 VR

    

40

           

ARTIKEL II

Een wijziging in de hoogte van de sanctie heeft geen gevolgen voor gedragingen die voor het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit hebben plaatsgevonden.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 9 februari 2008

Beatrix

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

De Minister van Verkeer en Waterstaat a.i.,

J. M. Cramer

Uitgegeven de negentiende februari 2008

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Met dit besluit wordt de bijlage, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV oftewel de Wet Mulder) omwille van de duidelijkheid en leesbaarheid in zijn geheel herzien.

Tariefstijging

Jaarlijks worden er miljoenen verkeersboetes opgelegd; meer concreet waren dat in 2006 11,6 miljoen zaken (oorspronkelijk geraamd op 10,3 miljoen zaken). Voor de periode tot en met 2012 wordt een groei voorzien naar ruim 12,3 miljoen zaken. De trend is dat er een stijgende lijn in het aantal verkeersboetes zichtbaar blijft. Dat gegeven brengt het kabinet ertoe zijn aandacht te blijven richten op gedragsconform handelen in het verkeer door middel van beboeting van overtredingen. In onderhavig besluit wordt een verhoging van verkeersboetes doorgevoerd.

In de bijlage wordt een overzicht gegeven van feiten met daaraan gekoppelde tarieven voor verkeersovertredingen. Deze tarieven worden in de regel tweejaarlijks aangepast aan de consumentenprijsindex (zie ook Stb. 2005, 555). Het onderhavige besluit bevat een herziening van de tarieven als gevolg van aanpassing aan de consumentenprijsindex, en daarnaast een algehele verhoging. In totaal stijgen alle tarieven met ongeveer 20%, waarbij 3,1% stijging als gevolg van de tweejaarlijkse indexering is inbegrepen. Reden voor deze stijging – los van de indexering – is de taakstelling die is opgenomen in het coalitieakkoord (Kamerstukken II, 2006/07, 30 891, nr. 4, pag. 41). In het financieel kader behorende bij het coalitieakkoord is een structurele beleidsmatige verhoging van boetes en transacties opgenomen, ter hoogte van €90 miljoen per jaar. Om deze taakstelling te halen zullen alle tarieven met 15–16% stijgen. Met de stijging van de tarieven wordt overigens geen afbreuk gedaan aan het zogenaamde «tarievenhuis» dat in 2005 is ingevoerd. Met dit «tarievenhuis» is een beoordelingskader ingevoerd waarmee de aan gedragingen gekoppelde tarieven op een eenvoudige en uniforme wijze door middel van een aantal criteria kunnen worden vastgesteld. Omdat de vaststelling van onderhavige bijlage de algehele stijging van alle tarieven betreft, heeft de stijging geen gevolgen voor het beoordelingskader.

Een aantal feiten wordt uit de bijlage bij de Wet Mulder overgeheveld naar het strafrecht. Dat betekent dat de afdoening ervan geschiedt via een reguliere strafrechtelijke procedure met onder andere een dagvaarding. Door de stijging van de tarieven met 20% wordt de boete voor overtreding van bepaalde feiten hoger dan het maximale bedrag van € 340,-, zoals aangegeven in artikel 2, derde lid van de WAHV.

Het betreft 13 feiten waarvan een groot deel een te zware belading van voertuigen betreft. Het andere deel bevat enerzijds snelheidsovertredingen van 29 of 30 km per uur. Tenslotte valt de APK-plicht voor zware voertuigen onder deze categorie feiten.

Omdat de overtredingen van de APK-plicht (feitcodes K 046 a en b) relatief gezien het meeste voorkomen, wordt de boete gemaximaliseerd tot € 340,-. Afhandeling van de overtreding kan op de effectieve manier van de WAHV blijven plaatsvinden.

Overige wijzigingen

De in de bijlage opgenomen feitcodes berusten op een grote hoeveelheid (wegenverkeers)wet- en regelgeving. Als deze onderliggende wet- en regelgeving wijzigt, zullen ook de feitcodes moeten wijzigen. In het wijzigingsoverzicht (bijlage na deze nota van toelichting) is per feitcode aangegeven waarom deze is aangepast. In het algemeen kunnen de volgende hoofdlijnen aangegeven worden.

1. Een aantal feitcodes is tekstueel aangepast, met als doel deze beter op de op de onderliggende wet- of regelgeving aan te laten sluiten. Voorbeeld daarvan is feitcode P 121a/b die berust op de in artikel 5.18.12 van het Voertuigreglement gebruikte terminologie.

2. Bij enkele feitcodes zijn er wijzigingen aangebracht in de categorie-indeling. Zo is bij de feitcodes K 060 a, c en e een categorie 3 toegevoegd. Deze feitcode berust op artikel 107, tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna WVW 1994), dat eisen stelt aan de geldigheid en leesbaarheid van het rijbewijs. Door de invoering van het bromfietsrijbewijs is dit artikel ook hierop van toepassing waardoor deze categorie aan de feitcode wordt toegevoegd.

3. Enkele feitcodes worden afgesloten omdat de onderliggende wet- of regelgeving is vervallen. Dit betreft onder andere feitcode K130 en 135 die berustten op artikel 135 WVW 1994 (zie Stb. 2006, 322).

4. In verband met gewijzigde regelgeving zijn andere feitcodes toegevoegd zoals R535e tot en met s. Deze berusten op aanpassing van de artikelen 59 en 59a van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 over autogordels en kinderbeveiligingssystemen (zie Stb. 2006, 69).

Voor het overige wordt een wijziging per feitcode in het wijzigingsoverzicht in de bijlage toegelicht.

De inwerkingtreding van dit besluit is voorzien per 1 april 2008.

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

C. M. P. S. Eurlings

Bijlage

Wijzigingen in de bijlage bij de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften

Feitomschrijving

Wijziging

Categorie-indeling A

In de noot dient bij het eerste gedachtestreepje tussen de woorden «onderverdeeld en» en «zijn genummerd» te worden ingevoegd «deze categorieën».

Categorie-indeling C

Bij categorie 1 is de brommobiel verwijderd. De brommobiel wordt toegevoegd aan categorie 3. Sinds 1 oktober 2006 moet bij staandehouding wegens een door de bestuurder van een bromfiets begane overtreding van de maximum snelheid met 30 km/h of meer, het bromfietsrijbewijs worden ingevorderd (Staatsblad 2006, 322). In verband hiermee is de snelheidsovertreding van 30 km/h voor categorie 3-voertuigen uit de bijlage bij de Wet Mulder verwijderd, opdat staandehouding en invordering mogelijk worden. Door de brommobiel toe te voegen aan categorie 3, is bovenstaande ook voor de brommobiel mogelijk gemaakt.

K 060 a, c, e

In verband met de invoering van het bromfietsrijbewijs (Staatsblad 2006, 322) is bij deze codes categorie 3 ingevoegd.

K 065 a

Deze feitcode is nieuw en is voortgekomen uit een opsplitsing van feitcode K 065 in feitcode K 065 a en K 065 b. Feitcode K 065 a ziet toe op buitenlandse bestuurders jonger dan 18 jaar in het bezit van een rijbewijs. Feitcode K 065 b, dat als OM-feit is vastgesteld, ziet toe op de Nederlandse bestuurder jonger dan 18 jaar.

K 065

In verband met het bovenstaande is deze feitcode vervallen.

K 108

In verband met de invoering van het bromfietsrijbewijs is art. 110b WVW 1994 aangepast. Dat bepaalt nu dat degene aan wie rijonderricht voor het besturen van een bromfiets wordt gegeven, minimaal 16 jaar oud moet zijn. Deze feitcode ziet hier op toe.

K 130

Omdat artikel 135 lid 1 WVW 1994 bij Stb. 2006, 322 is vervallen, is deze feitcode verwijderd.

K 135

Omdat artikel 135 lid 3 WVW 1994 bij Stb. 2006, 322 is vervallen, is deze feitcode verwijderd.

K 135 aa

Artikel 135 lid 3 WVW 1994 is bij Stb. 2006, 322 vervallen. Daarvoor in de plaats is gekomen art. VIIA Wet van 28 juni 2006 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de invoering van een bromfietsrijbewijs, Stb. 2006, 322, welk artikel is toegevoegd via Staatsblad 2006, 616. Deze feitcode ziet op dit artikel.

K 140

Omdat artikel 141, derde lid WVW 1994 bij Staatsblad 2006, 322 is vervallen, is deze feitcode verwijderd.

K 140 aa

Gezien de in artikel VII van Staatsblad 2006, 322 opgenomen overgangsbepaling en de strafbaarstelling bij artikel XI, berust de bij feitcode K 140 vermelde overtreding vanaf 1 oktober 2006 niet langer op art. 141 WVW 1994, maar op de artikelen VII en XI van de overgangsregeling. Feitcode K 140 aa berust op deze bepaling.

K 145 a

Bij feitcode K 145 b wordt tot uitdrukking gebracht dat die code naast de voorschriften met betrekking tot de begeleiding, eveneens van toepassing is op de voorschriften met betrekking tot de vakbekwaamheid. Feitcode K 145 a ziet niet toe op deze voorschriften, en daarom dient aan deze feitcode achter de tekst «begeleiding» te worden toegevoegd de tekst «of vakbekwaamheid».

K 150 c

Aan deze code is in verband met de invoering van het bromfietsrijbewijs categorie 3 gekoppeld.

K 150 d / K 150 da

Gezien de in artikel VIII van Staatsblad 2006, 322 opgenomen overgangsbepaling en de strafbaarstelling bij artikel XI, berust de bij feitcode K 150 d vermelde overtreding vanaf 1 oktober 2006 niet langer op art. 160 WVW 1994, maar op de artikelen VIII en XI van de overgangsregeling. Feitcode K 150 d dient daarom uit deze bijlage te worden verwijderd. Sinds 1 oktober 2006 geldt feitcode K 150 da, welke berust op de overgangsbepalingen. De code is opgenomen als OM-feit en dient nu te worden opgenomen in de bijlage bij de Wet Mulder.

N 004

Bij Staatsblad 2005, nr. 406 is bepaald dat art. 5.1.4 VR (oud) slechts van kracht blijft voor de ongekentekende bromfiets tot het moment waarop voor die bromfiets een kentekenbewijs is afgegeven op grond van art. IV van de wet van 12 mei 2005 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en enkele andere wetten in verband met de invoering van een kentekenregistratie-systeem voor bromfietsen alsmede vaststelling van overgangsbepalingen in verband daarmee (Stb 2005, 281), dan wel tot het moment dat artikel IV van die wet vervalt. Bij Staatsblad 2006, 516 is artikel IV vervallen. Hierdoor is feitcode N 004 verwijderd.

N 010 e

De tekst «31-12-1995» is vervangen door «31-12-1997» opdat aansluiting wordt verkregen bij de tekst van de artikelen 5.3.1 en 5.12.1 VR.

N 010 k, N 010 m

Bij Staatsblad 2005, nr. 406 is bepaald dat art. 5.6.1 VR (oud) slechts van kracht blijft voor de ongekentekende bromfiets tot het moment waarop voor die bromfiets een kentekenbewijs is afgegeven op grond van art. IV van de wet van 12 mei 2005 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en enkele andere wetten in verband met de invoering van een kentekenregistratiesysteem voor bromfietsen alsmede vaststelling van overgangsbepalingen in verband daarmee (Stb 2005, 281), dan wel tot het moment dat artikel IV van die wet vervalt. Bij Staatsblad 2006, 516 is artikel IV vervallen. Hierdoor dienen de feitcodes N 010 k en N 010 m te worden verwijderd.

N 061 e

Bij deze feitcode is de tekst zodanig aangepast, dat deze grammaticaal klopt.

N 061 n

Bij deze feitcode is de tekst zodanig aangepast, dat deze grammaticaal klopt.

N 060 c

Deze feitcode is afgesloten en vervangen door de feitcodes N 062 a t/m c, waarbij alleen feitcode N 062 a in deze bijlage is opgenomen. De feitcodes N 062 b en c zijn opgenomen in de bijlage met OM-feiten.

N 062 a

Deze feitcode is opgenomen ter vervanging van feitcode N 060 c, opdat betere aansluiting wordt verkregen met de feitcodes P 150 a t/m c.

N 070 c, N 070 g

Gezien de in artikel 2, derde lid, WAHV opgenomen beperking, zijn deze feitcodes uit deze bijlage verwijderd.

N 081 a en b;

N 082 a en b

Bij Staatsblad 2005, nr. 406 is bepaald dat art. 5.6.8 VR (oud) slechts van kracht blijft voor de ongekentekende bromfiets tot het moment waarop voor die bromfiets een kentekenbewijs is afgegeven op grond van art. IV van de wet van 12 mei 2005 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en enkele andere wetten in verband met de invoering van een kentekenregistratie-systeem voor bromfietsen alsmede vaststelling van overgangsbepalingen in verband daarmee (Stb 2005, 281), dan wel tot het moment dat artikel IV van die wet vervalt. Bij Staatsblad 2006, 516 is artikel IV vervallen. Hierdoor dienen de feitcodes N 081 a, N 081 b, N 082 a en N 082 b te worden verwijderd.

N 110 h, j

Deze feitcodes zijn vervallen en vervangen door de feitcodes N 110 n en N 110 p

N 110 n, p

Deze feitcodes zijn toegevoegd en vervangen de feitcodes N 110 h en j. Aangezien de overschrijding van het geluidsniveau met 3 dB(A) reeds een verdubbeling van het geluidsniveau inhoudt, was de Muldergrens bij de feitcodes N 110 h en j op een te hoog niveau bepaald. Door een verlaging van deze grens tot 4 dB(A) is eerder strafvorderlijk optreden mogelijk.

N 110 l

Bij Staatsblad 2005, nr. 406 is bepaald dat art. 5.6.11 VR (oud) slechts van kracht blijft voor de ongekentekende bromfiets tot het moment waarop voor die bromfiets een kentekenbewijs is afgegeven op grond van art. IV van de wet van 12 mei 2005 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en enkele andere wetten in verband met de invoering van een kentekenregistratiesysteem voor bromfietsen alsmede vaststelling van overgangsbepalingen in verband daarmee (Stb 2005, 281), dan wel tot het moment dat artikel IV van die wet vervalt. Bij Staatsblad 2006, 516 is artikel IV vervallen. Er is geen andere bepaling ten aanzien van de overschrijding van het op de constructieplaat vermelde geluidsniveau. Hierdoor dient de feitcode N 110 l te worden verwijderd.

N 270 r t/m u

Art. 5.3.72 VR is op grond van Staatsblad 2005, 355 op 15 juli 2005 vervallen en dient op grond daarvan te worden verwijderd bij deze feitcodes.

N 430 a

Voor het woord «niet» is ingevoegd de tekst «het voertuig».

N 430 c

Achter het woord «het» is ingevoegd de tekst «voertuig».

N 430 h

Achter het woord «het» is ingevoegd de tekst «voertuig».

N 440 d

Het woord «deze» is vervangen door het tekstdeel «het voertuig».

N 450 a

Deze feitcode is gewijzigd in verband met Stb. 2004, 586. Sinds 1 december 2004 schrijft art. 5.3.45 VR voor dat de bedrijfsauto met een toegestane maximum massa van meer dan 7500 kg, is voorzien van een vooruitkijkspiegel dan wel een camera-monitorsysteem en een breedtespiegel. In verband hiermee wordt de tekst «deze niet is voorzien van de noodzakelijke spiegels die aan de eisen voldoen (cat. 6 voertuig in gebruik na 31-12-2006)» vervangen door «het voertuig niet is voorzien van de noodzakelijke spiegels en/of cameramonitor-systeem die/dat aan de eisen voldoen/voldoet (cat. 6 voertuig in gebruik na 31-12-2006) (vooruitkijkspiegel / camera-monitorsysteem en breedtespiegel betreft bedrijfsauto met frontstuur in gebruik na 25-01-2008, tmm > 7500 kg)».

N 450 b

De tekst «de linkerbuitenspiegel» is gewijzigd in «een linkerbuitenspiegel».

N 450 f

Achter het woord «het» is ingevoegd de tekst «voertuig».

N 450 h

Bij deze feitcode is de tekst zodanig aangepast, dat deze grammaticaal klopt. Na de tekst «31 december 1977,» is het zinsdeel «is niet voorzien van» vervangen door «niet is voorzien van».

N 514 e

Bij Staatsblad 2006, 678 is bepaald dat de verplichting tot hebben van kentekenplaatverlichting voor de bromfiets, niet zal worden ingevoerd. Categorie 6 is in verband hiermee bij deze feitcode vervallen. De tekst «(cat 6. voertuig in gebruik na 31-12-2006)» is bij de feitcode geschrapt.

N 650

In verband met de veelvuldige opmars van het rijden met blauwe lampen is deze feitcode uit deze bijlage verwijderd, opdat inbeslagneming van deze lampen mogelijk wordt.

P 031

Bij Staatsblad 2006, 69 is art. 5.18.3 VR gewijzigd. Dat artikel bepaalt in het tweede lid dat in een voertuig waarin vervoer van een rolstoelpassagier plaatsheeft, geen losse voorwerpen aanwezig mogen zijn die het risico op letsel bij noodstop, aanrijding of botsing kunnen verhogen. Deze feitcode ziet hier op toe.

P 100 a/b

Bij deze feitcode dient categorie 15 te worden gekoppeld aangezien artikel 5.18.10 VR eveneens van toepassing kan zijn op aanhangwagens achter tweewielige motorrijtuigen, waarvoor een kenteken is opgegeven. Voorts is de tekst grammaticaal kloppend gemaakt.

P 111 a t/m P 600

Boven deze feitcodes zijn twee noten toegevoegd en is de koptekst «Als bestuurder van een voertuig of samenstel van voertuigen rijden (terwijl):» geplaatst. Met deze koptekst wordt tot uitdrukking gebracht dat de feitcodes eveneens van toepassing kunnen zijn op bestuurders van een samenstel van voertuigen.

P 121 a, b

De koptekst is gewijzigd, opdat de feitcodes beter aansluiten bij art. 5.18.12 VR. De tekst «de lading meer dan de toegestane lengte achter (de achterste as van) het voertuig uitsteekt en/of de vereiste stootbalk, voor het na 01-01-1996 in gebruik genomen voertuig, meer dan 0,60 m van de uiterste achterzijde is aangebracht (categorie 12 bedrijfsmatig gebruik), een overschrijding» is vervangen door de tekst «de lading meer dan 1 m achter het voertuig en/of meer dan 5 m achter de achterste as van het voertuig uitsteekt en/of de vereiste stootbalk, voor het na 01-01-1996 in gebruik genomen voertuig, meer dan 0,60 m van de uiterste achterzijde is aangebracht, terwijl de afstand van de lading tot het wegdek meer bedraagt dan 0,55 m (stootbalk uitsluitend cat. 12, particulier gebruik), een overschrijding».

P 121 j en k

De koptekst is aangepast, opdat de feitcodes beter aansluiten bij art. 5.18.12 VR. De tekst «de lading meer dan de toegestane lengte achter (de achterste as van) het voertuig uitsteekt en/of de vereiste stootbalk, voor het na 01-01-1996 in gebruik genomen voertuig, niet op de juiste wijze is aangebracht, een overschrijding (stootbalk uitsluitend cat 12, particulier gebruik)» is vervangen door de tekst «de lading meer dan 1 m achter het voertuig en/of meer dan 5 m achter de achterste as van het voertuig uitsteekt en/of de vereiste stootbalk, voor het na 01-01-1996 in gebruik genomen voertuig, meer dan 0,60 m van de uiterste achterzijde is aangebracht, terwijl de afstand van de lading tot het wegdek meer bedraagt dan 0,55 m (stootbalk uitsluitend cat. 12, particulier gebruik), een overschrijding»

P 130 c, d

De koptekst is aangepast opdat deze beter aansluit bij art. 5.18.13 VR. Tussen de woorden «de» en «lading» wordt ingevoegd het tekstdeel «in lengte ondeelbare» en het tekstdeel «met inbegrip van in lengte ondeelbare lading» is verwijderd.

P 130 f t/m h

«Dat wordt gebruikt» dient te worden vervangen door «dat is ingericht», opdat aansluiting wordt verkregen bij de huidige wettekst. Voorts dient de tekst «niet langer dan 20,75 m» te worden verwijderd. Verder is het vermelde artikel «5.18.13 VR» gewijzigd in «5.18.13 lid 2 VR».

P 130 i, j

In de koptekst dient een wijziging te worden ingebracht, opdat betere aansluiting bij de tekst van art. 5.18.13 VR wordt gevonden. Het tekstdeel «de lading van» is geschrapt en het tekstdeel «wordt gebruikt» is vervangen door «is ingericht». Achter «20,75 m» wordt toegevoegd «, een overschrijding». Verder is het vermelde artikel «5.18.13 VR» gewijzigd in «5.18.13 lid 2 VR».

P 130 n/o

De koptekst is aangepast opdat deze beter aansluit bij art. 5.18.13 VR. Tussen de woorden «de» en «lading» wordt ingevoegd het tekstdeel «in lengte ondeelbare» en achter «uitsteekt» is de tekst «, een overschrijding» geplaatst.

P 131 a, b

De tekst is gewijzigd opdat deze beter aansluit bij de art. 5.18.13 VR; «de lading meer dan de toegestane lengte achter (de achterste as van) het voertuig uitsteekt (categorie 12 bedrijfsmatig gebruik), een overschrijding» is vervangen door «de in lengte ondeelbare lading meer dan 5 m achter de achterste as van het voertuig uitsteekt (categorie 12 bedrijfsmatig gebruik), een overschrijding».

P 131 f

De feitcodetekst is gewijzigd opdat deze beter aansluit bij de art. 5.18.13; De tekst «de lading meer dan de toegestane lengte achter (de achterste as van) het voertuig uitsteekt (categorie 12 particulier gebruik)» is vervangen door «de in lengte ondeelbare lading meer dan 5 m achter de achterste as van het voertuig uitsteekt (categorie 12 particulier gebruik)». Verder is art. 5.18.21 VR bij deze code geschrapt, aangezien feitcode P 210 g hier nu op toeziet. In verband hiermee zijn de voertuigcategorieën 7, 8 en 14 bij feitcode P 131 f geschrapt.

P 141 c

Gezien de in artikel 2, derde lid, WAHV opgenomen beperking, is deze feitcode uit deze bijlage verwijderd.

P 142 a

Categorie 5 is vervallen aangezien deze categorie valt onder het bereik van feitcode P 140 e. In verband hiermee is de tekst «(cat 5 voor 01-11-1997)» uit de koptekst verwijderd.

P 170 a t/m c

Bij deze feitcodeserie is voor de duidelijkheid de formulering van de percentages aangepast. De tekstdelen «meer dan 10% », «meer dan 25%» en «meer dan 50%» zijn vervangen door resp. «meer dan 10 t/m 25%», «meer dan 25 t/m 50%» en «meer dan 50 t/m 75%».

P 180 a t/m c

Bij deze feitcodeserie is voor de duidelijkheid de formulering van de percentages aangepast. De tekstdelen «meer dan 10% », «meer dan 25%» en «meer dan 50%» zijn vervangen door resp. «meer dan 10 t/m 25%», «meer dan 25 t/m 50%» en «meer dan 50 t/m 75%». In de koptekst wordt achter «vermeld» ingevoegd «; een overschrijding van».

P 180 da

Deze feitcode is toegevoegd aan de bijlage van de WAHV. Artikel 5.18.18 VR bepaalt onder meer dat de totale massa van aanhangwagens of de som van de aslasten van autonome aanhangwagens niet meer bedragen dan de in het kentekenregister of op het kentekenbewijs van het trekkend motorrijtuig vermelde toegestane maximum te trekken massa. Het komt voor dat in het kentekenregister of op het kentekenbewijs in het geheel geen waarde is vermeld. Er bestond voor die situatie geen feitcode. Feitcode P 180 da neemt dit hiaat weg.

P 180 e t/m g

Voor de volledigheid dient in de koptekst tussen «trekkend voertuig» en «aangebrachte» te worden geplaatst de tekst «(toegestane massa max. 3500 kg)». Verder dient in de koptekst achter «betreft» te worden ingevoegd «; een overschrijding met». De tekstdelen «meer dan 10% », «meer dan 25 %» en «meer dan 50%» zijn vervangen door resp. «meer dan 10 t/m 25%», «meer dan 25 t/m 50%» en «meer dan 50 t/m 75%».

P 180 i t/m k

In de koptekst wordt achter «maximum massa» ingevoegd «; een overschrijding met». De tekstdelen «meer dan 10% », «meer dan 25%» en «meer dan 50%» zijn vervangen door resp. «meer dan 10 t/m 25%», «meer dan 25 t/m 50%» en «meer dan 50 t/m 75%».

P 180 m t/m o

In de koptekst wordt achter «trekkend motorrijtuig» geplaatst de tekst «; een overschrijding met». De tekstdelen «meer dan 10% », «meer dan 25%» en «meer dan 50%» zijn vervangen door resp. «meer dan 10 t/m 25%», «meer dan 25 t/m 50%» en «meer dan 50 t/m 75%».

P 180 q

Gezien de in artikel 2, derde lid, WAHV opgenomen beperking, is deze feitcode uit deze bijlage verwijderd.

P 210 g

Deze feitcode is nieuw en ziet toe op de overtreding van art. 5.18.21 VR voor zover de redelijkerwijs niet in lengte deelbare lading meer dan 5 meter achter de achterste as van de land- of bosbouwtrekker, het motorrijtuig met beperkte snelheid of een samenstel van deze voertuigen en een of meer aanhangwagens, uitsteekt.

P 250 a

Gezien de in artikel 2, derde lid, WAHV opgenomen beperking, is deze feitcode uit deze bijlage verwijderd.

P 270 a

Bij deze feitcode zijn de koptekst en feitcodetekst samengevoegd. Voorts is conform art. 5.18.27 VR het woord «gekoppeld» vervangen door «aangekoppeld».

P 270 b

Bij deze feitcode zijn de koptekst en feitcodetekst samengevoegd. Voorts is conform art. 5.18.27 VR het woord «gekoppeld» vervangen door «aangekoppeld».

P 310 a/b

Achter de tekst «trekkend motorrijtuig» wordt ingevoegd de tekst «, een overschrijding met». De tekst «meer dan 10%» en «meer dan 25%» wordt vervangen door resp. «meer dan 10% t/m 25%» en «meer dan 25% t/m 50%».

P 340 c

Door een aanpassing van art. 5.18.34 VR ( Stb. 2005, 355) wordt voorgeschreven dat indien zowel het trekkend voertuig als de aanhangwagen zijn voorzien van ABS- of EBS-systeem, de daartoe bestemde ISO 7638 stekkers met elkaar verbonden moeten worden. Deze feitcode ziet toe op dat voorschrift. De code was vanaf 1 mei 2006 opgenomen in de bijlage met OM-feiten, maar dient nu ondergebracht te worden in de bijlage bij de WAHV.

R 347 a

De tekst «hen tegemoet komt» is gewijzigd in «hem tegemoet komt».

R 348

De tekst «voor laten gaan» is vervangen door «voor te laten gaan».

R 406

De tekst «te doen of laten staan» is gewijzigd in «doen of laten staan».

R 481 b

De feitcodes R 481 a en b zien toe op artikel 49 lid 1 RVV 1990, dat bepaalt dat bestuurders blinden voorzien van een blindenstok en personen die zich moeilijk voortbewegen, voor moeten laten gaan. Feitcode R 481 a heeft betrekking op de blinden, terwijl feitcode R 481 b betrekking heeft op personen die zich moeilijk voortbewegen. Gelet hierop dient de tekst «een blinde of» bij feitcode R 481 b te worden verwijderd.

R 533

Wegens een wijziging van artikel 59 RVV 1990 (Staatsblad 2006, 69) per 1 maart 2006, dient de tekst «(de naast hem gezeten)» te worden verwijderd.

R 534 en R 535 a t/m d

In verband met bovenvermelde wijziging van het RVV 1990 per 1 maart 2006, zijn deze feitcodes vervallen.

R 535 e t/m s

Deze codes zijn aan deze bijlage toegevoegd in verband met de wijziging van art. 59 RVV 1990 en de invoering van art. 59a RVV 1990 bij Staatsblad 2006, 69.

R 554

Deze feitcode is afgesloten en vervangen door de feitcodes R 554 a t/m c.

R 554 a

Deze feitcode is toegevoegd en ziet toe op overtreding van bord C7 door bestuurders van vrachtauto’s op alle wegen, behalve autosnelwegen en als milieuzone aangemerkte wegen.

R 554 b

Deze feitcode is toegevoegd en heeft betrekking op het als bestuurder van een vrachtauto gebruiken van een rijstrook van een autosnelweg in strijd met het voor die rijstrook geldende bord C7. Het tarief is gelijk aan het tarief van feitcode R 594, aangezien overtreding van het inhaalverbod alleen elektronisch kan worden gehandhaafd door middel van een geslotenverklaring.

R 554 c

Deze feitcode is aan deze bijlage toegevoegd en ziet toe op het gebruik van de weg door bestuurders van vrachtauto’s, terwijl dit gebruik op grond van bord C7 niet is toegelaten wegens milieubelangen.

S 005 a

Het tarief is aangepast voor categorie 3. Dit tarief is nu in verhouding te laag en dient te worden gesteld op 70% van de tarieven geldend voor de voertuigcategorieën 1 en 2.

S 010 a

In de koptekst dient het tekstdeel «in staat zijn voertuig» te worden vervangen door «in staat zijn, zijn voertuig».

VA 004 t/m VP 030

In de bij deze feitcodes vermelde noot is het woord «parket» vervangen door «openbaar ministerie».

VG 004 t/m VG 029;

VH 004 t/m VH 029;

VI 004 t/m VI 029;

VK 004 t/m VK 029

Bij deze feitcodeserie is de categorie 3 gekoppeld, daar volgens paragraaf 4 van de Uitvoeringsregelingen BABW inzake verkeerstekens het kan voorkomen dat «op andere wegen buiten de bebouwde kom» een maximumsnelheid geldt van 30 km/h. Zodoende is het mogelijk dat de toegestane maximumsnelheid lager is dan de maximumsnelheid die voor de in categorie 3 vermelde voertuigen normaliter geldt.

VA 030;

VB 030;

VC 030;

VD 030;

VE 030;

VF 030

Bij deze codes is categorie 3 verwijderd en verplaatst naar de bijlage met OM-feiten. Per 1 oktober 2006 is artikel 164 WVW 1994 zodanig gewijzigd, dat het bromfietsrijbewijs bij een overschrijding van de maximum snelheid met 30 km/h of meer bij staandehouding moet worden ingevorderd en ingehouden (Staatsblad 2006, 322).

VD 028 t/m VD 030;

VE 028 t/m VE 030;

Gezien de in artikel 2, derde lid, WAHV opgenomen beperking, is bij deze feitcodes categorie 2 verwijderd.


XHistnoot

Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Justitie.Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Staatscourant van 11 maart 2008, nr. 50.

Naar boven